NL8400450A - Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor. - Google Patents

Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL8400450A
NL8400450A NL8400450A NL8400450A NL8400450A NL 8400450 A NL8400450 A NL 8400450A NL 8400450 A NL8400450 A NL 8400450A NL 8400450 A NL8400450 A NL 8400450A NL 8400450 A NL8400450 A NL 8400450A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bicycle
clamp
frame
clamp according
clamping
Prior art date
Application number
NL8400450A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Pier Claes Manger Cats
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Pier Claes Manger Cats filed Critical Pier Claes Manger Cats
Priority to NL8400450A priority Critical patent/NL8400450A/nl
Priority to DE19853504637 priority patent/DE3504637A1/de
Publication of NL8400450A publication Critical patent/NL8400450A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07BTICKET-ISSUING APPARATUS; FARE-REGISTERING APPARATUS; FRANKING APPARATUS
    • G07B15/00Arrangements or apparatus for collecting fares, tolls or entrance fees at one or more control points
    • G07B15/02Arrangements or apparatus for collecting fares, tolls or entrance fees at one or more control points taking into account a variable factor such as distance or time, e.g. for passenger transport, parking systems or car rental systems
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62HCYCLE STANDS; SUPPORTS OR HOLDERS FOR PARKING OR STORING CYCLES; APPLIANCES PREVENTING OR INDICATING UNAUTHORIZED USE OR THEFT OF CYCLES; LOCKS INTEGRAL WITH CYCLES; DEVICES FOR LEARNING TO RIDE CYCLES
    • B62H3/00Separate supports or holders for parking or storing cycles
    • B62H3/02Separate supports or holders for parking or storing cycles involving means for gripping the cycle by the handlebars or by the upper part of the frame
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62HCYCLE STANDS; SUPPORTS OR HOLDERS FOR PARKING OR STORING CYCLES; APPLIANCES PREVENTING OR INDICATING UNAUTHORIZED USE OR THEFT OF CYCLES; LOCKS INTEGRAL WITH CYCLES; DEVICES FOR LEARNING TO RIDE CYCLES
    • B62H3/00Separate supports or holders for parking or storing cycles
    • B62H3/08Separate supports or holders for parking or storing cycles involving recesses or channelled rails for embracing the bottom part of a wheel
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62HCYCLE STANDS; SUPPORTS OR HOLDERS FOR PARKING OR STORING CYCLES; APPLIANCES PREVENTING OR INDICATING UNAUTHORIZED USE OR THEFT OF CYCLES; LOCKS INTEGRAL WITH CYCLES; DEVICES FOR LEARNING TO RIDE CYCLES
    • B62H5/00Appliances preventing or indicating unauthorised use or theft of cycles; Locks integral with cycles
    • GPHYSICS
    • G07CHECKING-DEVICES
    • G07FCOIN-FREED OR LIKE APPARATUS
    • G07F17/00Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services
    • G07F17/24Coin-freed apparatus for hiring articles; Coin-freed facilities or services for parking meters

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Finance (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)

Description

« ♦ - i - % -- pi
Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor.
De uitvinding heeft betrekking op een fietsenstallingsklem alsmede 05 een centraal bediende fietsenstalling, uitgerust met een aantal van dergelijke fietsenstallingsklem men. Eveneens heeft de uitvinding betrekking op een centrale en een werkwijze daarvoor.Het euvel van fietsendiefstal is algemeen bekend en een doeltreffende beveiliging daartegen kan alleen tot stand komen indien een op slot staande 10 fiets niet weggesleept of gedragen kan worden en een afdoende verankering t.o.v. een onverplaatsbaar zwaar voorwerp gepaard gaat met een ontoegankelijke vergrendeling voor betonscharen e.d. waarmee al te gemakkelijk slotorganen doorgeknipt worden.
15 De uitvinding beoogt nu om aan de tot dusver ondervonden nadelen bij een fietsenstallingsklem met grendelorgaan tegemoet te komen. Daartoe omvat de klem volgens de uitvinding een gestel met tenminste één gootvormig opneemelement voor een omtreksdeel van de voorwielvelg en voorts een beweegbare klembeugel, die deel zijnde van het gestel en 20 daarmee één geheel vormend, met één einde dat t.o.v. ieder fietsfreem instelbaar is, bovendien om een freemdeel van de fiets kan worden gehaakt, terwijl het andere einde voorzien is van en zich in het inwendige van het gestel bevindend grendelorgaan.
Teneinde te voorkomen dat de stabiliteit van de fietsenstallingsklem 25 bij verschillende fietstypen een rol zou spelen, voorziet de uitvinding in een vastzetten resp. vastklemmen op drie op een afstand van elkaar gelegen punten. Het kenmerk van de fietsenstallingsklem is daarbij dat het gestel is voorzien van twee gootvormige opneemelementen waarvan zich er één op nagenoeg één lijn met het 30 denkbeeldige verlengde einde van de klembeugel bevindt terwijl de ander zich op een afstand daarvan bevindt, een en ander zodanig dat de twee punten aan de velgomtrek met het derde punt op het freemdeel tesamen de hoekpunten vormen van een driehoek met scherpe hoeken.
35 In een eenvoudige uitvoeringsvorm is het gestel uitgevoerd als ëen rechte buis met een lengte die nagenoeg overeenkomt met de wiel- 8400450 Φ ? - 2 - diameter van een in te klemmen fiets, in welke buis het grendel-orgaan is ondergebracht, alsmede uit een tweede buis of steun, welke onder een hoek met eerstgenoemde buis is gekoppeld, waarbij U-vormig geprofileerde opneemelementen op of nabij de uiteinden van 05 genoemde buizen zijn aangebracht. Er zijn enkele aan te bevelen mogelijkheden voor het plaatsen van de fietsenstallingsklem, n.1. waarbij beide buiseinden van het gestel in de grond of in/aan een opstaande wand o.d. verankerd zijn, of waarbij een buiseinde op de grond en het andere buiseinde op/aan een opstaande wand is gevestigd. 10 Het slopen van b.v. het vastgeklemde wiel, waardoor in sommige gevallen de diefstal van het dan resterende deel van de fiets aantrekkelijk is, wordt tegengewerkt door de positie van de opneemelementen voor de voorwielvelg ten opzichte van de genoemde klembeugel.
15 Het verwijderen van de fiets uit de fietsenstallingsklem na het (doen) leeglopen van de voorband wordt mede extra tegengewerkt door de aanwezigheid op het gestel ter plaatse van de voorvork bij de fiets, van een doeltreffende aanslagnok.
Een forse opbouw van de fietsenstallingsklem maakt het tevens 20 mogelijk en noodzakelijk om het grendelorgaan te voorzien van een ingebouwd robuust beveiligingsslot waarmee het grendelorgaan vergrendeld resp. ontgrendeld wordt en dit wordt mede bereikt indien het slot dubbel wordt uitgevoerd.
Het is duidelijk dat zowel een snelle als betrouwbare vastklemming 25 verkregen wordt en gebleken is dat dit mogelijk is indien het grendelorgaan dat met de klembeugel in verbinding staat, teleskoperend t.o.v. de eerdergenoemde rechte buis beweegbaar resp. instelbaar is en uitgevoerd is in de vorm van een aan het ondereinde van de teleskoperende klembeugel in axiale richting bevestigde 30 tandheugel of soortgelijk grendelelement, dat in ingrijping staat met minstens één radiaal klemorgaan. Dit laatste kan dan met voordeel bestaan uit twee afzonderlijke klemblokjes welke op tegenovergestelde delen van de tandheugel aangrijpen en waarbij de stand van de klemlokjes bewerkstelligd wordt door een in de desbetreffende buis 35 ingebouwde motoraandrijving met een vertragingsmechanisme' dat ‘de plaatselijk in de buis, in zijdelingse zin beweeglijke klemblokjes 8400450 • +, £ - 3 - van en naar de tandheugel kan bewegen. De bediening, d.w.z. het grendelen en ontgrendelen van de fietsenstallingsklem kan bewerkstelligd worden door voor de bewegingsoverdracht tussen het vertragingsmeohanisme en de klerablokjes een holle cilinder te kiezen 05 die bij voorkeur aan zijn uiteinde dat van de motoraandrijving is afgekeerd, voorzien is van een koppelingselement voor het in werking stellen van de eerdergenoemde klemblokjes.
In een voorkeursuitvoering kan het bijzonder zinvol zijn indien in 10 het inwendige van de uitwendige haak aan de klembeugel een druktastorgaan is aangebracht hetwelk uitsteekt wanneer zich geen fietsfreem in de klembeugel bevindt en overigens naar binnen gedrukt wordt en waarvan de stand door middel van een mechanisme of elektrische signaalgever aan het slot wordt overgebracht. De 15 hierbedoelde pal kan gemakkelijk dusdanig klein gekozen worden dat het niet mogelijk is om de stand van de pal met de hand te doen wijzigen.
In verband met de bewaking van grotere aantallen fietsenstallings-20 klemmen op afstand wordt volgens de uitvinding ook voorzien in een centraal bediende fietsenstalling door elke motoraandrijving per klem d.m.v. een leiding te koppelen met een centrale bedieningseenheid voor het mechanisch, elektrisch of elektronisch afgeven van impulsen voor het ontgrendelen resp. het grendelen van elke klem naar keuze.
25 Nog meer bedieningsgemak ontstaat als de centrale bedieningseenheid· dan gekoppeld is met een betaalcentrale welke uitgerust is met een munt- of vergelijkbare vrijgeef- resp. stallingsautorisatie alsmede een processor voor het in- resp. uitlezen van impulsinformatie welke via eerdergenoemde leiding aanspreekt op de motoraandrijving.
30
De uitvinding zal hierna met behulp van de tekening nader worden toegelicht aan enkele praktische uitvoeringsvoorbeelden.
Fig. 1-4 tonen achtereenvolgens een zijaanzicht van een fiets in een stallingsklem volgens de uitvinding, een zijaanzicht volgens Fig. 1 35 van dezelfde klem in twee standen van de klembeugel, een aanzicht volgens pijl A in Fig. 2 alsmede een perspektivisch zijaanzicht met 8400450 $ ? - 4 - uitgetrokken klembeugel;
Fig. 5 geeft schematisch in zijaanzicht, gedeeltelijk in dwarsdoorsnede de positie aan van een klem welke door een elektromotor wordt bediend; 05 Fig. 6 toont eveneens schematisch en gedeeltelijk in dwarsdoorsnede de positie van het dubbelslot dat op mechanische wijze een sluitstang bedient voor het vergrendelen resp. ontgrendelen van de klembeugel; Fig. 7-9 laten op vergrote schaal in dwarsdoorsneden de onderlinge stand zien van de buis, de tandheugel, de klemblokjes en de holle 10 cilinder tussen het vertragingsmechanisme en de klemblokjes volgens Fig. 5 alsmede van de grendelwerking zoals deze met behulp van klemblokjes en tandheugel tot stand komt resp. opgeheven wordt;
Fig. 10 toont een praktische uitvoering van de klembeugel aan het uiteinde van het gestel en toont de plaatsing van slot en sluitstang; 15 Fig. 11 toont een zijaanzicht van het slot bij de uitvoering in Fig. 10;
Fig. 12-13 toont evenals Fig. 10 en 11 een dergelijke uitvoering voor het bedienen van de klembeugel d.m.v. een kontakt dat de elektromotor in werking stelt; 20 Fig. 14-16 laten op vergrote schaal in dwarsdoorsneden de onderlinge stand zien van de teleskoperende delen van buis en klembeugel alsmede van de grendelwerking zoals deze met behulp van klemblokjes en tandheugel tot stand komt resp. opgeheven wordt door een sluitstang volgens Fig. 6; 25 Fig. 17 laat bij een klem volgens Fig. 10-11 een aantal posities zien van de sluitstang in Fig. 6 resp. Fig. 14-16 waarmee de grendelwerking kan worden verkregen;
Fig. 18 geeft summier een centrale stalling aan voor het op een afstand bedienen van de fietsenstallingsklemmen en 30 Fig. 19 geeft een schema weer voor een met de centrale stalling te koppelen betaalcentrale.
In Fig. 1 is een fiets 1 in een op een grondplaat van beton o.d. verankerde gestelklem 2 geplaatst en wordt daarin vastgeklemd doordat 35 de velg 3 op twee plaatsen is opgenomen in een gootvormig element 4 resp. 5. Deze bevinden zich op het gestel 2, het opneemelement 4 op 8400450 \ « 4 - 5 - enige hoogte van de grond, het opneemelement 5 is op de grond aangebracht. Het fietsfreemdeel 6 is ter hoogte van het balhoofdstel 7 t.o.v. de fietsenklem ingeklemd doordat het haakvormige uiteinde 8 van een klembuis 9, welke teleskoperend is opgenomen in de buis 10 05 van het gestel 2, om eerdergenoemd deel 6 grijpt. Dit wordt mogelijk gemaakt door het uiteinde 8 uit het gestel 2 te trekken en vervolgens weer in het gestel 2 te schuiven, waarna in het inwendige van het gestel 2 een vergrendeling tot stand wordt gebracht. Het gestel 2 wordt in het uitvoeringsvoorbeeld gevormd door een buis 10 met een 10 vierkante doorsnede (zie Fig. 9) en vormt verder een geheel met een tweede buis 11 welke een hoek maakt met de buis 10. In Fig. 1 is schematisch aangegeven dat ook een achterwielvelg d.m.v. de bevestigingspunten 4', 5' en 8' op eenzelfde wijze ingeklemd kan worden t.o.v. het fietsfreem. Het spreekt vanzelf dat de binnenzijde 15 van het haakvormige uiteinde 8 ter voorkoming van beschadiging van het freem bij voorkeur voorzien wordt van een veerkrachtige slijtvaste voering. Een rubber voering kan hier b.v. worden toegepast. Voorts is het mogelijk om aan het gestel een aanslagnok aan te brengen, zodanig dat b.v. de voorvork na het plaatsen in de 20 klem slechts enkele mm verplaatst kan worden, hetgeen voornamelijk van belang is bij het (doen) leeglopen van de band. Deze maatregel verhoogt de zekerheid van een veilige stalling nog meer. De aanslagnok is in Fig. 3 met stippellijnen: weergegeven. De juiste positie ervan hangt af van de gebruikelijke stand welke door 25 voorvorken gemiddeld wordt ingenomen» Indien de klem robuust is uitgevoerd kan de aanslagnok over een lengte van 35 mm loodrecht op het gestel 2 uitsteken (zie Fig. 3) en kan zich bij een ingeklemde fiets b.v. tussen 5 en 15 mm voor de voorvork bevinden. De scherpe hoek .tussen de buizen 10 en 11 kan b.v. 45° bedragen. De 30 uitschuifbare lengte van de klembuis 9 kan 20 cm bedragen en voor de meeste fietsen blijkt daarmee aan de gestelde inklemmingsmogelijkheden te worden voldaan. Voorts is in Fig. 4 zichtbaar dat de uitvoering van de opneemelementen 4 en 5 verschillend kan zijn. Bij onbewaakte stallingen zal men eerder 35 geneigd zijn tot het gebruik van zwaardere elementen dan bij een normale, zij het op enige afstand bewaakte stalling. De wijze van 8400450 $ ' ? - 6 - verankering van de klem t.o.v. een fundatieplaat of anderszins wordt hier niet nader aangeduid aangezien de wijze waarop dat kan geschieden niet deel uitmaakt van de uitvinding.
Het grendelmechanisme bevindt zich geheel in het inwendige van de 05 buis 10 van het gestel 2 en is dus van buitenaf ontoegankelijk. De opneemelementen 4 en 5 kunnen op het gestel 2 bevestigd zijn d.m.v. lassen. Er is in principe sprake van een driehoekspuntinklemming, n.1. bij de punten 4, 5 en 8, echter kunnen de opneemelementen tot één gootvormige sleuf gekombineerd worden en bereikt men het zelfde 10 doel. Voorts moet het duidelijk zijn dat de klem 2 zowel in de grond als er boven verankerd kan zijn. In Fig. 1 is die mogelijkheid weergegeven en is het uiteinde van buis 10' met het opneemelement.4’ tegen de muur bevestigd terwijl het andere opneemelement 5* zich op de grond bevindt.
15 Het inwendig in de buis 10 aangebrachte grendelmechanisme en de werking daarvan zal met behulp van de Fig. 5-17 worden toegelicht.
In Fig. 5 wordt de klembeugel 9 geleid in de buis 10 en kan daarin b.v. over een afstand van 20 cm heen en weer verschuiven. De holle klembuis 9 wordt afdichtend geleid in de buis 10 d.m.v. een 20 flenskraag 12 en onderaan bevindt zich een schot 13. Teneinde een langsverschuiving van de klembuis 9 te bewerkstelligen is onderaan in de buis 10 een elektromotor 14 gemonteerd waarvan de as via een vertragingsmechanisme 15 gekoppeld is aan en holle cilinder 16. Het boveneinde van die cilinder 16 is voorzien van meeneemorganen welke 25 inwerken op een tweetal getande klemblokjes 17 en 18 die in een richting loodrecht op de buis 10 beweeglijk zijn en d.m.v. geleidingen 19 zijdelings gefixeerd worden. De klemblokjes 17 en 18 kunnen met hun vertanding in ingrijping gebracht worden met de tanden van een tandheugel 20 welke zich in axiale richting uitstrekt vanaf 30 het schot 13 waaraan het is bevestigd. Deze tandheugel 20 heeft een vierkante doorsnede en is van haakvormige tanden voorzien, aan weerszijden tegengesteld gericht (zie Fig. 8), welke tanden onderling met die van de klemblokjes 17 en 18 gekoppeld kunnen worden, beide tegelijk of elk afzonderlijk. Bij koppeling met blokje 35 18 kan de klembuis 9 t.o.v. de buis 10 worden uitgeschoven, bij koppeling met blokje 19 kan de klembuis t.o.v. de buis 10 worden 8400450 * f * - 7 - ingeschoven, indien beide blokjes niet zijn gekoppeld kan de klembuis 9 in beide richtingen worden geschoven. De klemblokjes worden naar de tandheugel toe bewogen door veren die geplaatst zijn tussen de binnenwand van de buis 10 en de daar tegover liggende zijde van de 05 klemblokjes. Ditzelfde doel wordt ook bereikt bij de mechanische vergrendeling in de klem volgens Fig. 6, zie Fig. 14-16 . In plaats van een motoraandrijving 14, 15, 16 wordt nu de zijdelingse beweging voor het vergrendelen resp. het ontgrendelen afgeleid van een sluitstang 21 welke bediend wordt door een dubbel slot 23 waarvan 10 twee nokken aanslagen op het uiteinde van de sluitstang 21 bedienen.
In buis 10 is nu een vaste tandheugel 24 opgenomen en de klemblokjes 25 en 26 bevinden zich nu in het ondereinde van de klembeugel 27. Ook hier is een zelfde grendelwerking: door een verplaatsing van de sluitstang omlaag in Fig. 6 wordt een van de klemblokjes 25 of 26 van 15 de tandheugel 24 weggedrukt en kan de klembuis 27 uitgetrokken worden. Bij het inklemmen vindt een omgekeerde beweging plaats.
Fig. 10-11 toont een klembeugel onder toepassing van en slotvergrendeling 28. De sluitstang 21 is aan zijn boveneinde voorzien van een uitsparing 29 die door de aanslagen 30 en 31 20 begrensd wordt. De langsverschuiving van de sluitstang 21 wordt teweeggebracht door twee nokken 32 en 33 die deel uitmaken van een zgn. dubbelslot met twee cilinders 34 en 35, elk verbonden met een nokkenschijf 3'6 resp. 37. De werking daarvan wordt aan de hand van Fig. 17 beschreven. Twee sleutels 38 worden gebruikt om de 25 vergrendeling te openen of te sluiten en in het haakvormige deel 8 van de klembeugel bevindt zich een rubber voering 39.
Fig. 17 toont de werking van het slot 34, 35 met behulp van diagrammen van de posities die de nokken 32, 33 innemen t.o.v. de aanslagen 30, 31. Wordt voor het sluiten van de klem van twee 30 verschillende sleutels 38 gebruik gemaakt, dan kan de grendel als volgt vrijgemaakt worden. Sleutel 1 ontvangt men b.v. van de beheerder, sleutel 2 steekt in het slot maar kan daaruit (nog) niet verwijderd worden. Men steekt sleutel 1 nu in het slot 34 (Fig. 10) en draait totdat weerstand ontmoet wordt. Dit komt door de sektoren 35 39 en 40 in de nokkenschijven 36 en 37 welke met de slotciltnders 34 resp. 35 verbonden zijn zie Fig. 10. In de stand b (Fig. 17) kan 8400450 - 8 - Λ * f. · · vervolgens sleutel 2 gedraaid worden terwijl sleutel 1 dan niet meer uitgenomen kan worden. Doordraaien van sleutel 2 doet sluitstang 21 omlaag bewegen en klemblokje 26 ontkoppelt terwijl klemblokje 25 koppelt t.o.v. de tandheugel 24 waardoor de klembeugel 27 kan worden 05 ingeschoven voor het vastzetten van een fiets. Sleutel 2 kan nu uitgenomen worden en de klem kan niet worden geopend. Voor het openen van de klem, diagrammen d-f, wordt sleutel 2 ingestaken en zo ver gedraaid dat hij niet verder kan, waarna sleutel 1 gedraaid kan worden om de sluitstang nu terug omhoog te brengen. Sleutel 2 blijft 10 dan in het slot zitten en sleutel 1 kan uitgenomen worden, waarna de klembeugel 27 uitsluitend kan worden uitgeschoven en de klem voor stallen onbruikbaar is. De diagrammen· spreken verder voor zich.
In de Fig. 12 en 13 is een variant getoond. In de klembeugel 8 bevindt zich nu een druktastorgaan of voeler 41 dat wel door de 15 fietsstang maar niet met de hand of vinger ingedrukt kan worden. Via een mechanische overbrenging, aangegeven door het verwijzingscijfer 42 kan een sleutel 44 worden vrijgemaakt en uitgeschoven doordat de haak aan het einde van de overbrenging 42 de rechthoekige opening in sleutel 44 vrijgeeft, waarna een kontaktschakelaar 43 aangesproken 20 wordt en daardoor een impuls aan de motor 14 in Fig. 5 kan worden gegeven. Deze uitvoering kan voor een centraal bediende stalling toegepast worden om een bepaalde klem of een groep van klemmen onder controle te houden. Door het verkrijgen van de sleutel 44 kan een gebruiker zijn gebruik van een klem aantonen bij de beheerder van de 25 groep klemmen en nadat de beheerder de klem heeft vrijgegeven kan een gebruiker met sleutel 44 het kontakt zelf aanspreken voor het ontgrendelen van de klem, afhankelijk van de getroffen voorzieningen. In Fig. 18 is schematisch de opzet voor een centrale stalling getoond waarbij de afzonderlijke klemmen of groepen van klemmen 2 d.m.v. 30 leidingen 45 doorverbonden zijn met een centrale bedieningseenheid 46. Deze centrale kan b.v. voorzien zijn van een muntontvanger- en herkenningsmechanisme, een microprocessor, een kaartuitgifte- en een kaartleesmechaniek en voorts een beeldschermlezer bevatten. De werking kan alsvolgt zijn: na het inwerpen van een munt o.d. wordt de 35 processor geactiveerd, een onbezette klem 2 wordt geselekteerd, het nummer verschijnt op het beeldscherm en een kaart wordt afgegeven 8400450 « * - 9 - waarop dit nummer afgedrukt wordt, plus de kode van de centrale. Zijn de kode’s in de processor opgeslagen, dan aktiveert de processor de klem, welke tot dan toe alleen uitgeschoven kan worden. Het aktiveren van de klem veroorzaakt het verdraaien van de cilinder 16 zodra de 05 klembeugel geheel wordt uitgeschoven. Daarna is het mogelijk om de klembeugel, totdat de gewenste inklemming is bereikt, weer in te schuiven. Bij het lossen van de klembeugel wordt na het insteken van de desbetreffende (gemagnetiseerde) kaart in het kaartleesmechaniek in de centrale door de processor de motor weer geaktiveerd voor het 10 ontgrendelen. De volgorde waarin de verschillende handelingen door de betalingscentrale worden uitgevoerd is in Fig. 19 aangegeven.
Conclusies 8400450

Claims (16)

1. Fietsenstallingsklem welke ter beveiliging tegen diefstal voorzien is van een grendelorgaan, met het kenmerk, dat de klem een gestel 05 omvat met tenminste één gootvormig opneemelement voor een omtreksdeel van de voorwielvelg en voorts een beweegbare klembeugel, die deel zijnde van het gestel en daarmee één geheel vormend, met één einde dat t.o.v. ieder fietsfreem instelbaar is, bovendien om een freemdeel van de fiets kan worden gehaakt, terwijl het andere einde is voorzien 10 van een zich in het inwendige van het gestel bevindend grendelorgaan.
2. Klem.volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gestel is voorzien van twee gootvormige opneemelementen waarvan zich er één op nagenoeg één lijn met het denkbeeldige verlengde einde van de 15 klembeugel bevindt terwijl de ander zich op een afstand daarvan bevindt, een en ander zodanig dat de twee punten aan de velgomtrek met het derde punt op het freemdeel tesamen de hoekpunten vormen van een driehoek met scherpe hoeken.
3. Klem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de opneemelementen zich voor, resp. achter het denkbeeldige verlengde van de stuur-as van een ingeklemde fiets bevinden.
4. Klem volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het gestel is 25 uitgevoerd als een rechte buis met een lengte die nagenoeg overeenkomt met de wie'ldiameter van een in te klemmen fiets, in welke buis het grendelorgaan is ondergebracht, alsmede uit een tweede buis of steun bestaat, welke onder een hoek met eerstgenoemde buis is gekoppeld, waarbij U-vormig geprofileerde opneemelementen op of 30 nabij de uiteinden van de genoemde buizen zijn aangebracht.
5. Klem volgens een der conclusies, met het kenmerk, dat minstens één buiseinde van het gestel verankerd is met betrekking tot de grond of een opstaande wand. 35 8400450 ' * - 11 -
6. Klem volgens conclusie 5,_ met het kenmerk, dat een buiseinde op de grond en het andere buiseinde op een opstaande wand is verankerd.
7. Klem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat 05 het gestel ter plaatse van de voorvork van een fiets voorzien is van een aanslagnok.
8. Klem volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het grendelorgaan verbonden is met een ingebouwd beveiligingsslot 10 waarmede het grendelorgaan vergrendeld resp. ontgrendeld wordt.
9. Klem volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het slot dubbel is uitgevoerd.
10. Klem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het inwendige van de uitwendige haak aan de klembeugel een druktastorgaan is aangebracht hetwelk uitsteekt wanneer zich geen fietsfreem in de klembeugel bevindt en overigens naar binnen gedrukt wordt en waarvan de stand door middel van een mechanisme of 20 elektrische signaalgever aan het slot wordt overgebracht.
11. Klem volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het grendelorgaan dat met de klembeugel in verbinding staat teleskoperend t.o.v. de eerdergenoemde rechte buis beweegbaar resp. instelbaar is 25 en uitgevoerd is in de vorm van een aan het ondereinde van de teleskoperende klembeugel in axiale richting bevestigde tandheugel of soortgelijk grendelelement, dat in ingrijping staat met minstens één radiaal klemorgaan.
12. Klem volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het grendelorgaan dat met de rechte buis in verbinding staat uitgevoerd is in de vorm van een in de rechte buis in axiale richting bevestigde tandheugel of soortgelijk grendelelement, dat in ingrijping staat met minstens één radiaal klemorgaan dat teleskoperend t.o.v. de eerder 35 genoemde rechte buis beweegbaar resp. instelbaar is. 8400450 - 12 -
13. Klem volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het grendelorgaan bestaat uit twee afzonderlijke klemblokjes welke op tegenovergestelde delen van de tandheugel aangrijpen en waarbij de stand van de klemblokjes voor ontgrendeling resp. vergrendeling van 05 een of beide bewegingsrichtingen van de klembeugel bewerkstelligd wordt door een in de betreffende buis ingebouwde motoraandrijving met een vertragingsmechanisme dat de plaatselijk in de buis, in zijdelingse zin beweeglijke klemblokjes van en naar de tandheugel kan bewegen. 10
14. Klem volgens konklusie 13, met het kenmerk, dat de bewegingsoverdracht tussen het vertragingsmechanisme en de klemblokjes bestaat uit een holle cilinder waarvan het uiteinde voorzien is van een koppelingselement voor het in werking stellen van 15 de eerder genoemde klemblokjes.
15. Centraal bediende fietsenstalling voorzien van een aantal fietsenstallingsklemmen volgens een der conclusies 1-14, met het kenmerk, dat elke motoraandrijvingseenheid per klem d.m.v. een 20 leiding gekoppeld is met een centrale bedieningseenheid voor het mechanisch, elektrisch of elektronisch afgeven van impulsen voor het ontgrendelen resp. het grendelen van elke klem naar keuze. 1 2 35 8400450 Fietsenstalling volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de 25 centrale bedieningseenheid gekoppeld is met een betaaieentrale welke uitgerust is met een munt- of vergelijkbare vrijgeef- resp. stallingsautorisatie alsmede een processor voor het in- resp. uitlezen van pulsinformatie welke via eerdergenoemde leiding aanspreekt op de motoraandrijving. 30 2 Centrale, voorzien van een processor, een muntherkenningspparaat en een afgifte- en herkenningsapparaat voor een stallings-autorisatiemiddel, waarop een aantal fietsenstallingsklemmen volgens een der conclusies 1-14 is aangesloten. ψ- - 13 -
18. Werkwijze voor een centrale waarop een aantal fietsenstallingsinrichtingen is aangesloten, waarbij t.b.v het stallen van een fiets na kontrole van een betalingsmiddel een beschikbare fietsenstallingsinrichting wordt geselekteerd, een G5 stallingsautorisatiemiddel wordt uitgegeven en het mechanisme van de geselekteerde inrichting wordt ingeschakeld en waarbij t.b.v. het weer in bezit nemen van een fiets de geldigheid van het stallingautorisatiemiddel wordt gekontroleerd en bij juistbevinden de betreffende inrichting wordt uitgeschakeld. 10 15 20 25 30 8400450 35
NL8400450A 1984-02-10 1984-02-10 Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor. NL8400450A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400450A NL8400450A (nl) 1984-02-10 1984-02-10 Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor.
DE19853504637 DE3504637A1 (de) 1984-02-10 1985-02-11 Fahrradwacheklemme und aufzuwartende fahrradwache, sowie zentrale und verfahren dafuer

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400450 1984-02-10
NL8400450A NL8400450A (nl) 1984-02-10 1984-02-10 Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8400450A true NL8400450A (nl) 1985-09-02

Family

ID=19843477

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400450A NL8400450A (nl) 1984-02-10 1984-02-10 Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3504637A1 (nl)
NL (1) NL8400450A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2605432B1 (fr) * 1986-10-17 1989-06-09 Arnaud Olivier Dispositif de securite antivol a verrouillage automatique pour cycles stationnant sur la voie publique
GB9219251D0 (en) * 1992-09-11 1992-10-28 Dixon Bate Limited B Improvements relating to devices for use in securing a bicycle against theft
DE9304861U1 (de) * 1993-03-31 1993-12-09 Suckow, Kai, 64584 Biebesheim Fahrradständer
DE19620211C1 (de) * 1996-05-20 1998-01-02 Werner Wolfgang Schlaeger Fahrradabstellanlage
DE19623924A1 (de) * 1996-06-15 1997-12-18 Sven Schneider Abschließbarer Fahrradständer
DE19746296A1 (de) * 1997-10-20 1998-04-09 Pitt Fischer Fahrradparkbox
DE19848203A1 (de) * 1998-10-20 2000-04-27 Andre Beutler Fahrrad-Abstellvorrichtung

Also Published As

Publication number Publication date
DE3504637A1 (de) 1986-01-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4635782A (en) Safety arrangement
US6250451B1 (en) Shopping cart rental system
US3762569A (en) Key-operated coin-controlled bicycle rack
NL8400450A (nl) Fietsenstallingsklem en centraal bediende fietsenstalling alsmede centrale en werkwijze daarvoor.
US3667160A (en) Parking device
US4572347A (en) Storeroom for transport carts, particularly supermarket shopping carts or the like
US3970197A (en) Rack and bicycle locking unit
US3897863A (en) Cart reception and reward mechanism
US20170008583A1 (en) Locking bicycle stand
WO2006053381A1 (en) Shopping trolley management system
SE434966B (sv) Skapenhet for forvaring av sedlar
EP0634317A1 (en) Device for storing bicycles
EP1604889B1 (en) Bicycle stand
JP2007269152A (ja) 有料駐輪システムにおける施錠装置
US6100818A (en) Vehicular security parking system
NL1037346C2 (nl) Grendelinrichting.
US3938733A (en) Sealed collection system
JP2001123724A (ja) 二輪車の係留管理方法およびその装置,連結体用錠体装置
WO1990012378A1 (en) Trolley vending system
WO2011136702A1 (en) Locking device
EP0415805B1 (fr) Dispositif de consignation pour chariot de type encastrable, et chariots pourvus d'un tel dispositif
EP0820920A1 (en) Locking device
NL1002047C2 (nl) Rijwielhouder voorzien van vergrendelmiddelen.
JPH09235901A (ja) 駐車時間の予約が可能な無人駐車設備
FR2612063A1 (fr) Dispositif de rangement de chariots

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed