NL8302652A - Werkwijze voor het verbergen (camoufleren) van zichtbare en infrarode straling en rookontwikkelende munitie waarmee die werkwijze wordt toegepast. - Google Patents

Description

t - 1 - ) - / ƒ f

Werkwijze voor het verbergen (camoufleren) van zichtbare en infrarode straling en rookontwikkelende munitie waarmee die werkwijze wordt toegepast.

5 Het gebied van de techniek waarop de onderhavige uitvinding zich beweegt is rookontwikkelende werkwijzen en rookontwikkelende munitie bedoeld voor het vormen van een rookgordijn dat in staat is een willekeurig doelwit te camoufleren door de transmissie van infrarode stralen die 10 door dat doelwit worden uitgezonden te verhinderen waardoor dat doelwit met een sensor niet vaststelbaar is. Er bestaan weinig publicaties over munitie waarmee een voor infrarode straling opake rook wordt ontwikkeld. De vervaardiging van klassieke munitie of klassieke rookontwikkelende mengsels 15 is echter algemeen bekend. Die munitie omvat in het algemeen een cilindrische pot waarin men een pyrotechnische samenstelling plaatst of persstukken uit pyrotechnische samenstellingen die al of niet een centraal kanaal bezitten. Voor het verkrijgen van een nauwkeuriger beeld kan worden verwezen naar 20 het Franse octrooischrift 2.249.590 dat een rookontwikkelende pyrotechnische samenstelling beschrijft waarvan de ontwikkelde rook volledig transparant is voor infrarode straling. Dit genre samenstelling is in staat een witte rook te ontwikkelen door de vorming van zinkchloride of ammoniumchloride 25 terwijl koolstof wordt omgezet in kooldioxyde.

Het verschijnen van nieuwe waarnemingsmiddelen (warmtecamera's of thermische camera's) heeft de gegevens voor het probleem gewijzigd, omdat die middelen het mogelijk maken een doelwit te identificeren op grond van zijn eigen 30 warmtestraling in de transparante vensters van 3-6 ^um en 7-14 yum. Er is reeds voorgesteld om aerosols te verstuiven zodat de door een doelwit uitgezonden infrarode straling wordt verstopt. Zo beschrijven de Franse octrooischriften 2.299.617 en 2.309.828 de vorming van een vloeibare aerosol 35 __n|___|m.^ 3..............................

8302652 - 2 - ........^ door hydrolyse van titaan- of tintetrachloride.

Men gebruikt dan een sterk exotherme, verstuivend werkende pyrotechnische samenstelling van het type aluminium of borium/kaliumperchloraat om het titaan-5 tetrachloride te verstuiven. Dit type aerosol bestaande uit in water oplosbare vloeibare druppeltjes is echter nauwelijks werkzaam, heeft water of vocht nodig en heeft een zeer korte werkzame levensduur van minder dan 20 s en wel ongeacht het volume van het verstuivende systeem.

10 Bovendien geeft dit systeem zure, corrosieve en/of giftige verbindingen.

Er is ook een Frans octrooischrift 2.396.265 dat de verstuiving beschrijft van vaste deeltjes, uitgaande van een anorganisch poeder en een dragergas (samengeperste 15 lucht, stikstof, enz) om, door diffusie, de warmtestraling van een doelwit tegen te houden. Men moet echter de deeltjes-grootteverdeling in de ontwikkelde aerosol beheersen, omdat alleen een uiteindelijke deeltjesgrootte in de buurt van de golflengte van de te camoufleren (tegen te houden) straling 20 werkzaam is. Men heeft nu vastgesteld dat de vorming van een aerosol van vaste deeltjes waarvan de diameter ligt tussen 1 en 14 ^um het niet mogelijk maakt omvliet warmte-beeld van het doelwit effektief te onderdrukken gedurende een voldoende lange tijd, vanwege de uitzakking van de deel-25 tjes die dit verhindert. De levensduur van de aerosol die wordt verkregen is niet meer dan 25 s.

Er zijn nog de Franse octrooischriften 2.294.422 en 2.294.432 die infrarooddummies beschrijven die, door verbranding van een pyrotechnische samenstelling, een 30 vlam van hoge intensiteit uitzenden waardoor een bron van infrarode straling wordt gevormd die de stralingsbron gevormd door de motor van een luchtvaartuig bij een systeem van geleide raketten die tegen dat doelwit worden gelanceerd, kan vervangen. Het gaat hier niet om de ontwikkeling 35 van koolstofdeeltjes met nauwkeurige afmetingen.

8302652

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een werkwijze en in munitie waarmee een rookgordijn kan worden ontwikkeld dat de transmissie van infrarode en zichtbare straling verhindert om zo een doelwit gedurende 5 een voldoende lange tijd, dat wil zeggen 40-50 s volledig te camoufleren.

De uitvinding heeft dus betrekking op een werkwijze voor het verbergen (camoufleren) van zichtbare en infrarode straling met een golflengte tussen 0,4 en 14 10 yum die wordt uitgezonden door een doelwit, en wordt geken merkt doordat in een eerste stadium men momentaan een eerste hete aerosol vormt die het doelwit afschermt door diffusie in het zichtbare deel van het spektrum en door zijn emissievermogen in het infrarood en men in een tweede 15 stadium een tweede aerosol vormt die in hoofdzaak hete koolstofdeeltjes bevat met afmetingen tussen 1 en 14 ^um om in hoofdzaak door afbuiging of breking het door het doelwit uitgezonden warmtebeeld of thermische beeld te camoufleren.

20 Volgens een speciale uitvoeringsvorm ontwikkelt men de eerste en de tweede aerosol uitgaande van pyrotech-nische samenstellingen.

De uitvinding heeft ook betrekking op een rookontwikkelende pyrotechnische munitie waarmee de werk-25 wijze wordt uitgevoerd welke münitie zich onderscheidt doordat zij een buis omvat die aan de twee uiteinden is gesloten met een deksel, waarvan tenminste een van de deksels is voorzien van een of meer openingen en welke buis tenminste een snelle pyrotechnische samenstelling bevat 30 die binnen 1 s tot ontbranding komt en een verbrandings- snelheid heeft van de orde van 6 mm/s onder de werkdruk, waarmee hete gassen worden ontwikkeld met een debit van tenminste 160 g/s, waarmee het warmtebeeld van het doelwit wordt gecamoufleerd doordat dat beeld wordt verzadigd, en 35 tenminste een langzame pyrotechnische samenstelling bevat 8302652 * met een verbrandingssnelheid van de orde van 1 mm/s onder de werkdruk die hete koolstofdeeltjes ontwikkelt, welke samenstellingen elk zijn voorzien van een centraal kanaal, en waarbij ontstekingsmiddelen zijn aangebracht om de 5 snelle samenstellingen te initiëren.

De snelle samenstelling kan een onder druk gevormd persstuk zijn, dat zinkpoeder en zinkoxydepoeder, kaliumperchloraat, hexachloorbenzeen of hexachloorethaan en een uit neopreen bestaand bindmiddel bevat.

10 De bestanddelen van de snelle samenstelling kunnen worden gekozen volgens de volgende richtlijnen voor de gewichtspercentages: ca 31 gew.% zink, ca 12 gew.% zinkoxyde, 15 ca 16 gew.% kaliumperchloraat, ca 31 gew.% hexachloorbenzeen en/of hexachloorethaan, ca 10 gew.% neopreen.

De langzame samenstelling kan een onder druk 20 gevormd persstuk zijn, omvattende een verbinding die kool- stofdeeltjes ontwikkelt waarvan de afmetingen liggen tussen ca 1 en 14 ^um, een systeem van oxydatiemiddel-reduktie-middel dat reageert bij een temperatuur boven 1000° C, en een bindmiddel.

25 Het reduktiemiddel van de samenstelling kan worden gekozen uit metaalpoeders, met name magnesium en het oxydatiemiddel kan bestaan uit hexachloorbenzeen, hexachloorethaan of een mengsel daarvan.

De langzame samenstelling kan het volgende 30 ternaire systeem omvatten: 15-25 gew.delen magnesiumpoeder 50-85 gew.delen hexachloorbenzeen en/of hexachloorethaan 0-30 gew.delen naftaleen.

35 De munitie kan vijf persstukken omvatten die in de volgende volgorde op elkaar zijn geplaatst: een persstuk van een snelle samenstelling, drie achtereenvolgende persstukken van langzame samenstellingen, 5 een persstuk van snelle samenstelling en een persstuk van een ontsteker, die zo is geplaatst dat hij in contact is met elk· van de persstukken van een snelle samenstelling.

De diameter van het centrale kanaal van de 10 langzame samenstellingen is met voordeel groter dan die van de snelle samenstellingen.

Een voordeel van de onderhavige uitvinding is gelegen in het feit dat door het combineren van twee samenstellingen waarvan de een een zeer hete aerosol ontwikkelt 15 waarmee, dankzij het grote aersolontwikkelende vermogen het warmtebeeld of thermische beeld van het doelwit kan worden afgeschermd en waarvan de andere een aerosol van vaste deeltjes ontwikkelt die, door afbuigen of breken het warmtebeeld van het doelwit tegenhoudt of versluiert, ver-20 krijgt men onmiddellijk een beschermend rookgordijn voor het doelwit gedurende een voldoende lange tijd van de orde van 40-50 s. Bovendien leidt de uiternate snelle en exotherme verbranding van de snelle samenstelling in de massa van het pyrotechnische mengsel ertoe dat de tijdsduur voor het in 25 werking stellen van langzame samenstelling wordt verminderd en dat de verbrandingssnelheid daarvan gedurende de eerste seconden dat de samenstelling in werking is wordt verhoogd. Deze werking maakt het mogelijk het emissiedebit van de munitie te vergroten en wederkerig de concentratie van 30 deeltjes in de rookwolk te vergroten. Men vermijdt zo een vermindering van de dichtheid van de aerosol, corresponderend met de korte periode gelegen tussen het einde van de emissie door de snelle samenstelling en het begin van de emissie door de langzame samenstelling. Het resultaat 35 is een verbetering van de werkzaamheid en van de regelmatig- 8302652 - 6 - heid van het rookgordijn tegen infrarode straling.

Zoals reeds uit het voorgaande volgt past men een sterk exotherme samenstelling toe met een grote verbrandingssnelheid. De samenstellingen die aan dit 5 criterium voldoen zijn in het algemeen samenstellingen op basis van sterk reducerende metaalpoeders, bijvoorbeeld zink- of aluminiumpoeder. Dit metaalpoeder kan worden gecombineerd met een metaaloxyde zoals zinkoxyde. Het oxydatie-middel moét eveneens sterk exotherm zijn en oxydatiemiddelen 10 van hét chloraat- of perchloraattype voldoen uitstekend zonder enige beperking. Kaliumperchloraat maakt het mogelijk uitstekende resultaten te verkrijgen. De reaktie leidt dus tot hydrolyseerbare chloriden, zoals zink- of aluminium-chloride. Het oxydatiemiddel kan worden gecombineerd 15 met al of niet verzadigde, geheel of ten dele door elektronegatieve elementen zoals chloor of fluor gesubstitueerde kool(waterstof) verbindingen. Als voorbeelden kunnen worden genoemd hexachloorethaan en/of hexachloorbenzeen.

Het zal duidelijk zijn dat men de mechanische sterkte van 20 de persstukken vergroot door toevoeging van een bindmiddel dat op zichzelf niet karakteristiek is voor de uitvinding.

De in de pyrotechniek gebruikelijke bindmiddelen kunnen worden toegepast en als voorbeelden kunnen worden genoemd neopreen, polyvinylchloride, polyvinylacetaat, polyvinyl-25 acetaat-vinylchloride, polyurethanen, enz. De verschillende percentages van de bestanddelen kunnen worden gekozen als funktie van het nagestreefde doel.

De snelle samenstelling ontwikkelt een grijsachtige tot witte rook die ook zwart kan zijn al naar de 30 koolstofhoudende verbinding die wordt gebruikt. Als men bijvoorbeeld hexachloorbenzeen gebruikt wordt de rook die wordt ontwikkeld, zwart. Opgemerkt wordt dat de snelle samenstelling geheel verbrandt en geen enkel residu achterlaat. Het massadebit wordt zo vergroot en al het rook-35 vormende materiaal wordt omgezet in rook.

t<l 8302652

Volgens de uitvinding combineert men met deze snelle samenstelling een langzame samenstelling die een verbinding omvat die koolstofdeeltjes ontwikkelt waarmee, door diffraktie een voor infrarode straling van het 5 doelwit opaak rookgordijn wordt verkregen. Men kan daarvoor toepassen paraffinen, al of niet gecondenseerde benzeenverbindingen, waarvan naftaleen en anthraceen, fenanthreen en naftol met name goede resultaten geven. Het systeem oxydatiemiddel-reduktiemiddel moet een verbrandingstempera-10 tuur leveren van meer dan 1000° C. Metaalpoeders in combi natie met klassieke oxydatiemiddelen van het nitraat of perchloraattype kunnen daarvoor geschikt worden toegepast.

Er wordt echter volgens de uitvinding de voorkeur aan gegeven om de langzame pyrotechnische samenstelling te 15 optimaliseren door een verbinding voor het ontwikkelen van koolstofdeeltjes te gebruiken die voldoende oxyderend is om te reageren met het reduktiemiddel, zoals de niet gesubstitueerde koolwaterstofverbindingen. Het koppel hexa-chloorbenzeen-naftaleen maakt het bijvoorbeeld mogelijk 20 om langzame pyrotechnische samenstellingen te maken die een intense rook ontwikkelen die die infrarode straling van een doelwit kan afschermen of niet waarneembaar maken. Uiteraard kan men ook een gesubstitueerde koolwaterstof-verbinding gebruiken in combinatie met een klassiek oxydatie-25 middel. Het bindmiddel vormt op zichzelf geen bijzonder kenmerk van deze samenstellingen, en wordt slechts gebruikt om de mechanische sterkte van de samenstelling te vergroten. Niettemin kiest men bij voorkeur macromolekulaire verbindingen van het gefluoreerde type die ook deelnemen aan de 30 verbrandingsreaktie, door de ontwikkeling van een sterk oxyderende fluormolekuul, een voorbeeld is polyvinylideen-fluoride. Maar ook andere polymeren zoals vinylacetaat-vinylchloridecopolymeren, al of niet verknoopbaar polystyreen, methylmethacrylaat/styreencopolymeren en neopreen 35 zijn geschikt . De hoeveelheid bindmiddel die wordt gebruikt ........

8302652 - 8 - kan van de orde van 5-20 gew.delen zijn en is bij voorkeur niet groter dan 25 gew.delen.

Om de pyrotechnische samenstellingen volgens de uitvinding te bereiden, gaat men op de volgende wijze 5 of een equivalente wijze te werk.

Het metaalpoeder wordt eerst gedurende 24 uur in hete lucht bij ongeveer 50° C gedroogd. De vaste verbindingen zoals het perchloraat, hexachloorbenzeen en antrha-ceen worden gezeefd zodat een fraktie wordt verkregen met 10 een deeltjesgrootte van 0,50-0,65 mm. Deze stoffen worden op hun beurt in de bak van een kneedmenger gebracht en gedurende 15 a 30 minuten knedend gemengd. Uitgaande van het verkregen mengsel, vervaardigt men persstukken met een centraal kanaal, onder een druk van de orde van 6 x 10^ Pa.

15 De uitvinding wordt nader toegelicht door het hiernavolgende deel van de beschrijving van bij wijze van voorbeeld beschreven uitvoeringsvoorbeelden die worden beschreven aan de hand van de tekening (figuur 1) die een lengtedoorsnede weergeeft van een stuk munitie volgens de 20 uitvinding.

In de figuur is een rookontwikkelend stuk munitie 1 weergegeven, bestemd om via een niet weergegeven lanceerbuis met behulp van een een geheel met de munitie vormende aandrijving van op zichzélf bekend type 3 te worden 25 afgeschoten. Deze munitie omvat een buisvormig omhulsel 4 uit staal dat aan twee uiteinden is afgedekt door deksels 5 en 6. De deksel 5 die in de buurt van de voortstuwings-inrichting 3 is geplaatst is voorzien van een aantal gaten of openingen 5a, bestemd om de ontstekingssamenstelling 30 7 bij het afschieten te kunnen initiëren. De deksel 6 heeft een centraal gat 6a en een aantal excentrisch gelegen openingen of gaten 6b. Deze verschillende openingen kunnen zijn versperd door smeltbare deeltjes of korrels.

In het omhulsel 4 zijn ondergebracht een persstuk van 35 een snelle samenstelling 8, drie persstukken met een langzame 83 0 2 6 5 2 * ’9" samenstelling 9, 10, 11 een een persstuk met een snelle samenstelling 12. Een persstuk van een ontstekingssamenstelling 13 is aan de onderzijde van het persstuk 12 geplaatst en dient om de ontsteker in werking te stellen.

5 In de figuur ziet men dat de diameter van het centrale kanaal 14 van de persstukken 9, 10, 11 veel groter is dan die van de persstukken 8 en 12, vanwege het verschil in verbrandingssnelheid dat bestaat tussen de snelle samenstellingen en de langzame samenstellingen.

10 Het centrale kanaal dient om de ontsteker te geleiden en de diameter ervan hangt af van de aard van de rookontwikkelende samenstelling.

Men kan bijvoorbeeld een stuk munitie vervaardigen dat de volgende eigenschappen heeft: 15 diameter van het omhulsel 80 mm, hoogte van het omhulsel 360 mm, persstukken 7 en 13, massa 22 g, hoogte 8 mm, uitwendige diameter 0 50 mm, 20 diameter van het centrale gat: 0 18 mm, persstukken 8 en 12: massa 733 g, hoogte 69 mm, diameter van een centrale opening 0 20 mm, persstuk 9, 10 en 11: massa 388 g, 25 hoogte 65 mm, diameter van het centrale gat: 0 30 mm.

De totale massa van de munitie bedraagt ca 4 kg en de munitie omvat 2,370 kg rookontwikkelende samen-30 stelling die een effektieve camouflage teweegbrengt gedurende 50 s.

Zoals hiervoor aangegeven is de munitie bestemd om te worden gelanceerd om een rookgordijn te leggen dat opaak is voor infrarode straling, tussen een 35 doelwit en een sensor. Daartoe wordt op het moment van het \---------------- 8302652 -10- schieten de voortstuwing of aandrijving ontstoken bijvoorbeeld door middel van een elektrische initiator. Onder de werking van het blok voortstuwingsmiddel wordt de munitie weggeschoten tot een afstand in de orde van 20 a 5 70 meter vanaf het te beschermen doelwit. Zodra de munitie uit de lanceerbuis komt, worden de persstukken 8 en 12 tot ontbranding gebracht met een responsietij.d van minder dan 1 s, door middel van persstukken 7 en 13 die zelf worden geïnitieerd door de voortstuwlading. Deze persstukken ver-10 branden onder uitzenden van een witte rook door de openingen 5a, 6a die als een mondstuk fungeren. De emissie van rook in de schietbaan, verbonden met de snelheid waarmee de persstukken 8 en 12 tot ontbranding worden gebracht, maakt het mogelijk ogenblikkelijk een beschermend rookgordijn 15 te leggen. De ontwikkelde rook is zeer heet en vormt een aerosol die het doelwit afschermt doordat ze diffusie geeft van het zichtbare licht en door het infrarode straling-uitzendende vermogen dat groter is dan het infrarode stralinguitzendende vermogen van het doelwit. De werkings-20 duur is van de orde van 7 a 9 s. Na een tijdsverloop van 3 s, worden op hun beurt de persstukken 9, 10, 11 geïnitieerd door de gelijktijdige werking van de verbranding van de ontstekingspersstukken en van de persstukken 8 en 12. Er wordt een wolk van een zwarte kleur gevormd die bestaat 25 uit een aerosol met in hoofdzaak hete koolstofdeeltjes met afmetingen tussen 1 en 14 ^um, die in hoofdzaak door diffraktie, het door het doelwit uitgezonden warmtebeeld camoufleren. De tijdsduur van de emissie van zo’n stuk munitie ligt tussen 40 en 50 s in het infrarood en bedraagt 30 ongeveer 1 min in het zichtbare deel van het spektrum.

De volgende voorbeelden van snelle samenstellingen en van langzame samenstellingen worden bij wijze van voorbeeld gegeven.

35 v 8302652 -11-

Snelle samenstelling: persstukken gevormd onder een druk van de orde van 6 x 10^ Pa.

1) 31 gew.% zinkpoeder 5 12 gew.% zinkoxyde 16 gew.% kaliumperchloraat 31 gew.% hexachloorethaan 10 gew.% neopreenbindmiddel 10 2) 31 gew.% zinkpoeder 12 gew.% zinkoxyde 16 gew.% kaliumperchloraat 31 gew.% hexachloorbenzeen 10 gew.% neopreenbindmiddel.

15

Deze samenstellingen hebben een verbrandings-snelheid van 1,03 mm/s in de vrije lucht en van 6 mm/s bij de werkdruk in de munitie.

De karakteristieke mechanische eigenschappen 20 zijn de volgende: 5 bestandheid tegen samendrukken Smc = 78710 Pa bestandheid tegen rek emc = 3,31 % Ontstekingstemperatuur 425° C Aktiveringsenergie : 25389 Cal/g.

25

Langzame samenstelling: er werden persstukken gevormd onder een druk van de orde van 6 x 10^ Pa.

1) 20 gew.delen magnesiumpoeder 30 80 gew.delen hexachloorbenzeen 10 gew.delen naftaleen 10 gew.delen bindmiddel (polyvinylideenfluoride).

2) 20 gew.delen magnesiumpoeder 35 80 gew.delen hexachloorbenzeen 8302652 _12_ 10 gew.delen anthraceen 10 gew.delen bindmiddel zoals polyvinylideen- fluoride.

5 3) 20 delen magnesiumpoeder 70 delen hexachloorbenzeen 10 delen naftaleen 5 delen van een bindmiddel zoals neopreen.

10 4) 20 delen magnesiumpoeder 70 delen hexachloorbenzeen 10 delen naftaleen 10 delen van een biridmiddel zoals polyvinyli- deenfluoride.

15 5) 18,5 delen magnesiumpoeder 61,5 delen hexachloorethaan 30 delen naftaleen 20 delen gechloreerde paraffine 20 20 delen van een bindmiddel zoals polyvinyli- deenfluoride.

6) 20 delen magnesiumpoeder 80 delen hexachloorbenzeen 25 5 delen van een bindmiddel zoals polyvinyl- acetaat.

7) 20 delen magnesiumpoeder 80 delen hexachloorbenzeen 30 20 delen polyvinylideenfluoride.

Deze samenstellingen geven een verbrandings-snelheid van 0,57 mm/s te zien in de vrije lucht en van 1 mm/s bij de werkdruk van de munitie.

35 De mechanische eigenschappen zijn als volgt: 8302652 _j3_ maximale spanning bij uniaxiale samenpersing Smc : 178 x 10^ Pa, deformatie bij de maximale spanning emc = 0,87 %.

5 Om een veroudering na te bootsen worden de pyrotechnische samenstellingen onderworpen aan temperaturen van respektievelijk -40° C en +51° C gedurende 1 maand waarna men constateert dat de veranderingen in hun eigenschappen (verbrandingssnelheid, mechanische sterkte, 10 massaverlies, dimensies, enz) verwaarloosbaar zijn.

________ -7·' "* 8302652

Claims (11)

1. Werkwijze voor het verbergen of camoufleren van zichtbare en infrarode straling met een golflengte tussen 0,4 en 14 ^um die wordt uitgezonden door een doelwit, met het kenmerk,dat men in een eerste stadium momentaan 5 een eerste hete aerosol vormt die het doelwit afschermt door diffusie in het zichtbare deel van het spektrum en afschermt in het infrarood door zijn emissievermogen en dat men in een tweede stadium een tweede aerosol vormt die in hoofdzaak hete koolstofdeeltjes bevat met afmetingen 10 tussen 1 en 14 ^um, om in hoofdzaak door diffraktie het door het doelwit uitgezonden warmtebeeld of thermische beeld te verbergen of te camoufleren.

2. Werkwijze volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de eerste en de tweede aerosol worden ontwikkeld uitgaande 15 van pyrotechnische samenstellingen.

3. Pyrotechnische rookontwikkelende munitie voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat deze munitie een buis omvat die aan de twee uiteinde is gesloten door een deksel, waarbij ten- 20 minste een van deze deksels is voorzien van een of meer gaten, de buis die tenminste een snelle pyrotechnische samenstelling bevat die/minder dan 1 s tot ontsteking kan worden gebracht, en een verbrandingssnelheid heeft in de orde van 6 mm/s onder de werkdruk, voor het ontwikkelen 25 van hete gassen met een debit van tenminste 160 g/s zodat door verzadiging het warmtebeeld of thermische beeld van het doelwit wordt verborgen of gecamoufleerd en tenminste een langzame pyrotechnische samenstelling bevat die een verbrandingssnelheid heeft van de orde van 1 mm/s onder 30 de werkdruk en die hete koolstofdeeltjes ontwikkelt, waar bij elk van de samenstellingen is voorzien van een centraal 8302652 -15- kanaal en ontstekingsmiddelen zijn aangebracht voor het initiëren van de snelle samenstellingen.

4. Pyrotechnische munitie volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de snelle samenstelling zinkpoeder en 5 zinkoxyde, kaliumperchloraat, hexachloorbenzeen en/of hexa-chloorethaan en een bindmiddel bijvoorbeeld neopreen, omvat.

5. Munitie volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat de bestanddelen van de snelle samen-^ stelling worden gekozen in de volgende gewichtspercentages: ca 31 gew.% zink, ca 12 gew.% zinkoxyde, ca 17 gew.% kaliumperchloraat, ca 31 gew.% hexachloorbenzeen en/of hexachloor- ethaan, ca 10 gew.% neopreen.

6. Munitie volgens een der conclusies 3-5 met het kenmerk, dat de langzame samenstelling bestaat uit een persstuk, gevormd onder druk uitgaande van een verbin- 20 ding die koolstofdeeltjes ontwikkelt waarvan de afmetingen liggen tussen ca 1 en 14 ^um en van een oxydatiemiddel-reduktiemiddelsysteem dat reageert op een temperatuur van meer dan 1000° C, en een bindmiddel omvat.

7. Munitie volgens conclusie 6 25 met het kenmerk, dat de verbinding die koolstofdeeltjes ont wikkelt bestaat uit hexachloorethaan, hexachloorbenzeen, naftaleen, anthraceen of een mengsel van twee of meer van die verbindingen.

8. Munitie volgens conclusie 7 30 met het kenmerk, dat het reduktiemiddel bestaat uit metaal- poeder, met name zinkpoeder en dat het oxydatiemiddel wordt gevormd door hexachloorbenzeen, hexachloorethaan of een mengsel van beide.

9. Munitie volgens conclusie 8 35 met hét kenmerk, dat de samenstelling het volgende ternaire 830 7.652 - _j6_ systeem omvat: 15-25 gew.delen zinkpoeder, 50-85 gew.delen hexachloorbenzeen of hexa- chloorethaan, 5 0-30 gew.delen anthraceen.

10. Munitie volgens een der conclusies 3-9 met het kenmerk, dat hij zes persstukken omvat die in de volgende volgorde op elkaar zijn geplaatst: een persstuk van een snelle samenstelling, 10 drie persstukken van een langzame samenstel ling die achtereenvolgens zijn geplaatst, een persstuk met een snelle samenstelling, en een ontstekingspersstuk, die zo is geplaatst 15 dat hij in contact komt met elk van de persstukken van snelle samenstelling.

11. Munitie volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de diameter van het centrale kanaal van de persstukken uit de langzame samenstelling groter is 20 dan die van de persstukken uit de snelle samenstelling. 25 *' I______ 8302652