NL8302075A - Inrichting voor het opnemen en weergeven van informatie op een bandvormige registratiedrager. - Google Patents

Description

r λ EHN 10.707 1 * \ *> N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Inrichting voor het opnemen en weergeven van informatie op een bandvormige registratiedrager.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het opnemen en/of weergeven van informatie cp een bandvormige registratiedrager in de vorm van schuin ten opzichte van de lengteas van de registratiedrager gelegen sporen, omvattende 5 een eerste magneetkop, een eerste elektro-mechanische omzetter waarop die magneetkop is aangebracht voor het regelen van de positie van die magneetkop in een richting dwars op de sporen, waarbij die omzetter twee piezoelek-trische transducenten omvat die ter weerszijde van een gemeenschappe-10 lijke elektrode zijn aangefcracht en die elk aan de van die gemeenschappelijke elektrode afgewende zijde eveneens van een elektrode zijn voorzien, een roteerbaar lichaam waarop die omzetter is bevestigd voor het doen bewegen van de magneetkop in de spoorr ichting, 15 een spoorvolgsignaalgenerator voor het leveren van een signaal aan de omzetter voor het besturen van de positie van de magneetkop ten opzichte van de sporen, een stuursignaalingang die gekoppeld is met elektroden van de piezoeléktrische transducenten zodanig, dat de omzetter buigt 20 als funktie van het aan die stuursignaalingang geleverde signaal, en een eerste roterende signaalkoppeling voor het koppelen van de stuursignaalgenerator en de stuursignaalingang van de omzetter.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de kcnrnercieel verkrijgbare videorekorders volgens het bekende V2000-systeem.

25 Een dergelijke videorekorder is uitermate geschikt cm voorzien te worden van een bedieningstoestand waarin de beelden aanmerkelijk versneld worden weergegeven cm een gewenste passage te kunnen opzoeken.

De weergave blijft daarbij uitstekend omdat de eléktromechanische omzetter ervoor zorgt dat de kop het spoor goed volgt. De maximale 30 weergavesnelheid wordt daarbij beperkt door de maximale uitslag van de omzetter welke maximale uitslag door de maximale stuurspanning bepaald wordt. De maximale stuurspanning wordt bepaald door de depo-larisatiegrens van de piezoelektrische elementen. Het is békend uit 8302075 * ΡΗΝ 10.707 2 ί' ο.a. de Duitse openbaargemaakte oktrooiaanvrage no. 27 11 691 dat het aanleggen van een voorspanning de depolarisatie tegengaat zodat het aanleggen van een voorspanning de maximale uitslag vergroot. Door het aanleggen van een voorspanning is dus de maximale weergavesnelheid te 5 vergroten. Dit zou echter per omvormer (waarvan de genoemde videore-korder er twee bezit) een extra signaalkoppeling, zoals een sleepring, vergen.

De uitvinding beoogt een inrichting van het in de aanhef genoemde type, waarbij voorspanning kan worden aangelegd zonder extra 10 signaalkoppeling en heeft daartoe als kenmerk, dat een voorspannings ingang voor het voeren van een voorspanning zodanig, dat beide piezoeléktrische elementen, althans gedurende perioden dat deze door het stuursignaal warden bestuurd, in polarisatie-richting zijn voorgespannen, 15 een bufferelement voor het bufferen van die voorspanning gedurende genoemde perioden, een eerste spanningsisolator tussen de voor spannings ingang en de stuurspannnings ingang, en schakelmiddelen opgenomen tussen de spoorvolgsignaalgenerator 20 en de signaalkoppeling voor het afwisselend verbinden van de stuursig-naalingang met de spoorvolgsignaalgenerator en een bron van voorspanning via die signaalkoppeling.

De uitvinding berust qp het inzicht, dat het hierdoor mogelijk is om bijvoorbeeld tijdens momenten waarop de kop niet ge-25 bruikt wordt (tijdens de periode dat de tweede kop het spoor volgt bijvoorbeeld) een spannings impuls toe te voeren . Deze spannings impuls wordt via de spanningsisolator op de tuff er aangelegd. Wanneer daarna weer het qua amplitude lagere stuursignaal wordt aangelegd, isoleert de spanningsisolator de buffer van de stuursignaalingang.

30 Bij inrichtingen omvattende een tweede elektro-mechanische omzetter met eenzelfde opbouw als de eerste omzetter, waarop een tweede magneetkop is aangebracht, welke omzetter eveneens is aangebracht op het roteerbare lichaam en via een tweede roterende signaalkoppeling en schakelmiddelen met de spoorvolgsignaalgenerator is verbonden, kan de 35 uitvinding nader gekenmerkt worden, doordat de voorspanningsingang van die tweede omzetter met de voorspanningsingang van de eerste omzetter is verbonden, dat beide voor spannings ingangen gezamenlijk met het bufferelement zijn verbonden, en dat tussen de stuurspanningsingang van 8302075 ΡΗΝ 10.707 3 ψ r ¥· de tweede omzetter en de voorspannings ingang van die tweede omzetter een tweede spanningsisolator is aangebracht.

Voor wat betreft het bufferelement kan de uitvinding nader werden gekenmerkt, doordat het bufferelement een kondensator is.

5 Voor wat betreft de spanningsisolatie kan de uitvinding nader worden gekenmerkt, doordat de eerste c.q. tweede spanningsisolator een diode is die in de doorlaatrichting is opgenomen tussen de betrefr fende stuurspanningsingang en de betreffende signaalspanningsingang.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting volgens de 10 uitvinding kan nader worden gekenmerkt, doordat de beide ter weerszijde van de gemeenschappelijke elektrode aangebrachte piezoelektrische elementen ten opzichte van die gemeenschappelijke elektrode in tegengestelde richting zijn gepolariseerd, dat de stuurspanningsingang met die gemeenschappelijke elektrode is verbonden, dat de voorspannings -15 ingang met de andere elektrode van het ene piezoelektrische element is verbonden en dat de andere elektrode van het andere piezoelektrische element met massa is gekoppeld.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin 20 figuur 1 een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding toont, figuur 2 enige signaalvormen ter verklaring van de werking van de inrichting volgens de uitvinding toont, en figuur 3 een alternatief van een deel van de uitvoering 25 volgens figuur 1 toont.

Figuur 1 toont een uitvoer ingsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding. Op een hier slechts schematisch weergegeven roteerbaar lichaam 1 zijn diametraal twee elektro-mechanische cmzetters 2 en 3 aangebracht, waarop videokoppen 4 respektievelijk 5 zijn aan-30 gebracht. Deze videokoppen zijn via niet nader weergegeven middelen, bijvoorbeeld een roterende transformator met het niet-roterende deel van de inrichting gekoppeld. Het geheel roteert binnen een trommel waaromheen schroeflijnvormig over 180° (bij het genoemde V2000-systeem) een magneetband is geslagen. De koppen 4 en 5 volgen dan beurtelings 35 een schuin spoor op de magneetband. De elektro-mechanische cmzetters 2 en 3 zorgen voor het besturen van de koppen 4 en 5 in door pijlen T aangegeven richtingen, dus in richtingen dwars op de richting van de door die koppen tengevolge van de rotatie van hetlichaam 1 gevolgde 8302075 w « PHN 10.707 4 sporen.

De elektro-mechanische anzetters 2 en 3 hebben elk een gemeenschappelijke elektrode 6, twee ter weerszijde van de elektrode 6 gelegenpiezoeléktrische elementen 7 en 8, op beide van de elektrode 5 6 afgewende zijden waarvan elektroden 9 en 10 zijn aangebracht zodat het piezoelektrische element 7 tussen de elektroden 6 en 9 is aangebracht en het-.piezoelektrische element 8 tussen de elektroden 6 en 10.

Beide piezoeléktrische elementen zijn gepolariseerd in de met P aangegeven richting.

10 De elektrode 10 is in dit voorbeeld via het lichaam 1 met massa verbonden. De middeneléktrode 6 van de omzetter 2 respéktievelijk 3 is verbonden met een stuursignaalingang 11 respektievelijk 12 die via een sleepring 13, respektievelijk 14 en schakelmiddelen 15 met een bron 18 voor spoorvolgsignalen is verbonden. De elektrode 9 van 15 omzetter 2 respektievelijk 3 is via een kondensator 25 met massa verbonden en met een voorspanningsingang 21 respektievelijk 22. Deze voorspanningsingang 21 respektievelijk 22 is via een spanningsisolator, in dit voorbeeld een diode 23 respektievelijk 24, met de korresponderende stuurspanningsingang 11 respektievelijk 12 verbonden. De schakelmiddelen 20 15, die elektronisch kunnen worden uitgevoerd, kunnen qua werking opgevat worden als een tweetal wisselschakelaars 16 en 17 die bediend door een inrichting 19 afwisselend de spoorvolgsignaalgenerator 18 met één van de sleepringen 13 en 14 verbindt en in tegenfase daarmee een gelijkspanningsbron 20 met de andere van die sleepringen.

25 De werking van de inrichting volgens figuur 1 wordt verduide lijkt aan de hand van figuur 2 die de signalen en S2 op sleepringen 13 respektievelijk 14 als funktie van de tijd toont.

Tussen momenten t^ en t2 wordt een spoorvolgsignaal aan sleepring 13 toegevoerd. Ervan uitgaand, dat kondensator 25 een 30 hogere gelijkspanning (E) voert, is dan diode 23 gesperd. De midden-elektrode 6 van de omzetter 2 ontvangt dan een signaal dat, aangezien elektrode 10 dirékt en elektrode 9 indirèkt via kondensator 25 én via diode 24 en bron 20 met massa is verbonden, parallel over beide piezoelenenten aanwezig is, zoals met de gestippelde pijlen S is 35 aangegeven. In het ene element is de polariteit van het signaal dan gelijkgericht aan de polarisatie (P) en in het andere tegengesteld gericht, zodat de omzetter 2 buigt in overeenstemming met het signaal . De spanning E die aanwezig is over kondensator 25 is ook op 8302075 W Λ FHN 10.707 5 elektrode 9 aanwezig. Aangezien de middenelektrode 6 met de spoor-volgsignaalbron is verbonden en elektrode 10 met massa verdeelt deze voorspanning zich volgens de pijlen V gelijkmatig over beide piezo- f elementen overeenkomstig de polarisatie P. Het een en ander brengt 5 wel met zich mee dat het rustnivean van de omzetter (geen buiging) wordt aangenomen wanneer de spanning op de middenelektrode 6 ½E is (elektrode 9 is dan E ai elektrode 10 0V). Het gelijkspanningsrustniveau van het spoorvolgsignaal dient dan ook gelijk aan te zijn.

Tegelijkertijd is qp sleepring 14 (signaal S2) de gelijk-10 spanning E van bron 20 aanwezig. Voor zover kondensator 25 onvoldoende geladen is, zal hierdoor kondensator 25 via de dan in geleiding zijnde diode 24 opgeladen worden tot nagenoeg de spanning E (afgezien van êên diodespanning). Hierdoor staat op elektrode 9 van element 3 een spanning Ξ volt evenals via stuursignaalingang 12 op de middenelektrode 15 6. Dit heeft een sterk buigen van de omzetter tot gevolg in overeenstemming met een stuursignaal van E volt, wat echter niet bezwaarlijk is daar in die periode de kop 5 geen dienst doet. Op moment t verandert het signaal S2 op sleepring 14 van gelijkspanning E naar spoorvolgsignaal. Diode 24 is dan gesperd. Qp de middenelektrode 6 staat dan 20 het spoorvolgsignaal en kondensator 25 is opgeladen.

Tussen momenten t^ en t^ gebeurt hetzelfde maar dan met verwisseling van omzetter 2 en 3.

Opgemerkt wordt dat een systeem denkbaar is waar beide koppen tegelijk aktief zijn bijvoorbeeld bij een bandomslag van 210° waar.

25 de 30° extra omslag voor audioregistratie wordt benut. In dat geval moeten de schakelaars 16 en 17 zo werken, dat de spanning E gedurende kortere periode wordt doorgeschakeld bijvoorbeeld zoals figuur 2 toont na tijdstip tj. Schakebniddelen 15 moeten dan zo gemodificeerd worden dat elk van de stuur ingangen 11 en 15, een onafhankelijk stuursignaal kunnen 30 ontvangen althans wanneer beide koppen tegelijk bestuurd worden.

In principe is het ook mogelijk om met kortere spannings-pulsen de kondensator 25 bij te laden. Ook is in principe de uitvinding toepasbaar bij een êênkops videorekorder.

Figuur 3 illustreert een mogelijke variant van de inrichting 35 volgens figuur 1, waarbij beide piezoelementen 7 en 8 gezien vanuit de middenelektrode 6 gelijkgericht gepolariseerd zijn. Dan moet het stuursignaal in tegenfase aan elektrodes 9 en 10 toegevoerd worden om buiging te veroorzaken en moet de voorspanningsingang 21 met de midden- 8302075 PHN 10.707 6 ft spanning over bufferkondensator 25. In plaats van diode 25 kunnen in dat geval ook aktieve spanningsisolatoren toegepast worden.

5 10 15 k 20 25 30 35 8302075

Claims (5)

1. Inrichting voor het opnemen en/of weergeven van informatie op een bandvormige registratiedrager in de vorm van schuin ten opzichte van de lengteas van de registratiedrager gelegen sporen, omvattende een eerste magneetkop, 5 een eerste elektro-mechanische omzetter waarop die magneetkop is aangebracht voor het regelen van de positie van die magneetkop in een richting dwars op de sporen, waarbij die omzetter twee piezoelek-trische transducenten omvat die ter weerszijde van een gemeenschappelijke elektrode zijn aangebracht en die elk aan de van die gemeenschappelijke 10 elektrode afgewende zijde eveneens van een elektrode zijn voorzien, een roteerbaar lichaam waarop die omzetter is bevestigd voor het doen bewegen van de magneetkop in de spoorrichting, een spoorvolgsignaalgenerator voor het leveren van een signaal aan de omzetter voor het besturen van de positie van de magneet-15 kop ten opzichte van de sporen, een stuurs ignaalingang die gekoppeld is met elektroden van de piezoelektrische transducenten zodanig, dat de omzetter buigt als funktie van het aan die stuurs ignaalingang geleverde signaal, ei een eerste roterende signaalkoppeling voor het koppelen 20 van de stuursignaalgenerator en de stuursignaal ingang van de omzetter, gekenmerkt, door een voorspannings ingang voor het voeren van een voorspaan ing zodanig, dat beide piezoelektrische elementen, althans gedurende perioden dat deze door het stuursignaal worden bestuurd, in polarisa-25 tierichting zijn voorgespannen, een bufferelement voor het bufferen van die voorspanning gedurende genoemde perioden, een eerste spanningsisolator tussen de voorspanningsingang en de stuurspanningsingang, en 30 schakelmiddelen opgenomen tussen de spoorvolgsignaal generator en de signaalkoppeling voor het afwisselend verbinden van de stuursignaal ingang met de spoorvolgsignaalgenerator en een bron van voorspanning via die signaalkoppeling.

2. Inrichting volgens konklusie 1, omvattende een tweede 35 elektro-mechanische omzetter met eenzelfde opbouw als de eerste omzetter, waarop een tweede magneetkop is aangebracht, welke omzetter eveneens is aangebracht op het roteerbare lichaam en via een tweede roterende signaalkoppeling en schakelmiddelen met de spoorvolgsignaal- 8302075 % - · PHN 10.707 8 ·* generator is verbonden, met het kenmerk, dat de voorspanningsingang van die tweede omzetter met de voorspanningsingang van de eerste omzetter is verbonden, dat beide voorspanningsingangen gezamenlijk met het bufferelement zijn verbonden, en dat tussen de stuurspanningsingang 5 van de tweede omzetter en de voorspanningsingang van die tweede omzetter een tweede spanningsisolator is aangebracht.

3. Inrichting volgens konklusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bufferelement een kondensator is.

4. Inrichting volgens konklusie 1, 2 of 3, net het kenmerk, 10 dat de eerste c.q. tweede spanningsisolator een diode is die in de doorlaatrichting is opgencmen tussen de betreffende stuurspanningsingang en de betreffende signaalspanningsingang.

5. Inrichting volgens konklusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de beide ter weerszijde van een gemeenschappelijke elektrode 15 aangebrachte piezoeléktrische elementen ten opzichte van die gemeenschappelijke elektrode in tegengestelde richting zijn gepolariseerd, dat de stuurspanningsingang met die gemeenschappelijke elektrode is verbonden, dat de voorspanningsingang met de andere elektrode van het ene piezoelektrische element is verbonden en dat de andere elektrode 20 van het andere piezoelektrische element met massa is gekoppeld. 25 30 8302075 35