NL8302048A - Afstandshouder voor een betonbekistingswand. - Google Patents

Afstandshouder voor een betonbekistingswand. Download PDF

Info

Publication number
NL8302048A
NL8302048A NL8302048A NL8302048A NL8302048A NL 8302048 A NL8302048 A NL 8302048A NL 8302048 A NL8302048 A NL 8302048A NL 8302048 A NL8302048 A NL 8302048A NL 8302048 A NL8302048 A NL 8302048A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleeve
cone
cone according
formwork
plastic
Prior art date
Application number
NL8302048A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gerardus Van Rijn
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gerardus Van Rijn filed Critical Gerardus Van Rijn
Priority to NL8302048A priority Critical patent/NL8302048A/nl
Priority to EP84200829A priority patent/EP0128626A3/en
Publication of NL8302048A publication Critical patent/NL8302048A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/06Tying means; Spacers ; Devices for extracting or inserting wall ties
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04GSCAFFOLDING; FORMS; SHUTTERING; BUILDING IMPLEMENTS OR AIDS, OR THEIR USE; HANDLING BUILDING MATERIALS ON THE SITE; REPAIRING, BREAKING-UP OR OTHER WORK ON EXISTING BUILDINGS
    • E04G17/00Connecting or other auxiliary members for forms, falsework structures, or shutterings
    • E04G17/06Tying means; Spacers ; Devices for extracting or inserting wall ties
    • E04G17/065Tying means, the tensional elements of which are threaded to enable their fastening or tensioning

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Forms Removed On Construction Sites Or Auxiliary Members Thereof (AREA)
  • Moulds, Cores, Or Mandrels (AREA)

Description

VO 4770 -1-
Tital: Af standshouder voor een betonbekistingswand.
De uitvinding heeft betrekking op een conus met bijbehorende schroefstang als afstandshouder voor betonbekistingswanden, welke conus een metalen bus omvat, die is voorzien van een in wezen doorlopend axiaal gat waarin een aan de schroefstang aangepaste moerdraad is gevormd, waar- 5. bij rond de buitenomtrek van de metalen bus een mof is aangebracht.
Bij toepassing van dergelijke afstandshouders zijn er gewoonlijk twee conussen aan weerszijden van een schroefstang, elk op een eindstuk daarvan, aangebracht. Het aldus gevormde samenstel houdt, wanneer het tussen de tegenover elkaar staande bekistingswanden van een te stor-10 ten betonwand geplaatst is, deze bekistingswanden op de gewenste afstand uiteen. Met elk van de conussen wordt in de meeste gevallen een dwars door de betrokken bekistingswand heenreikende, verdere schroefstang verbonden. Op de uit de bekisting reikende einden van de laatstgenoemde schroefstangen worden moeren aangebracht welke uiteindelijk buiten tegen 15 de bekisting aandrukken. Deze druk wordt omgezet in druk op het tegen de binnenzijde van de bekistingswand gelegen eindvlak van de conus. Elk . van de beide genoemde bekistingswanden zit aldus geklemd tussen enerzijds de op de buitenste schroefstang aangebrachte moer en anderzijds het buitengelagen eindvlak van de betrokken conus.
20 3ij een bekende afstandshouderuitvoering van bovenvermelde soort bestaat de conus uit een kegel uit verharde beton of een dergelijke specie, welke kegel een axiaal gat bevat voor het opnemen van de schroefstangen, daarbij reikt van het binnengelegen, dat wil zeggen van het van de betrokken bekistingswand afgekeerde kegeleindvlak tot over een 25 gedeelte van de lengte van het axiale gat in de kegel, een in het materiaal van de kegel vast opgenomen, van moerdraad voorziene bus. Daar waar die bus, aan het van de bekistingswand afgekeerde einde, uit de kegel treedt, is op de buitenomtrek van de bus een steunplaat bevestigd. Door nu de in het voorgaande de eerstgenoemde schroefstang met zijn beide 30 einden in de- vast in de betrekken kegels opgenomen bussen te schroeven kan het complete afstandshouderssamenstel gevormd worden. De beide kegels en de bussen, welke daar over een gedeelte van hun lengte in zijn opge- 8302048 ► i -2- nomen, alsmede de, de beide kegels verbindende schroefstang zijn hierbij in de voltooide betonconstructie uiteindelijk achterblijvende, zogenaamde "verloren" elementen. De bij het stellen en over en weer spannen van de bekistingswanden van weerszijden ingeschroefde, verder, buitenste schroef-5 stangen worden na verharding van het gestorte beton van de wand verwijderd en de aan de beide betonbuitenvakken vrijkomende gateinden met een vulspecie gedicht.
Deze bekende afstandshouder heeft een aantal bezwaren. Uit kostenoogpunt is het nadelig dat de vast in de kegel opgenomen moerdraad-10 bussen zogenaamde "verloren" elementen zijn. Terwijl tevens het op de moerdraad bevestigen van de steunplaten arbeidsintensief, omslachtig en dus kostbaar is.
Een zwaar wegend verder nadeel bestaat in het risico, dat er via de schroefdraad respectievelijk moerdraad van de eerstgenoemde 15 schroefstang en de bus in de kegel en verder via het aan de betrokken bekistingswand grenzende eindgedeelte van het axiale door de. -kegel doorgaande gat tijdens het storten· van een betonwand vocht uit het beton binnendringt. Dit leidt in de eerste plaats tot roesten van de schroefstangen in de bus, hetgeen demontage bij het verwijderen van de bekisting bemoei-20 lijkt en in de tweede plaats vormt zich rondom de kegel, daar waar het meeste vocht aan het beton wordt onttrokken een lelijke plek aan de buitenzijde van de gevormde betonwand ten gevolge van de optredende ontmenging van het beton.
De uitvinding heeft tot doel te voorzien in een afstandshou-25 der welke de voomoemde bezwaren niet heeft en voorziet daartoe in een afstandshouder van voornoemde soort waarbij de mof zich tenminste vanaf het van de bekistingswand afgekeerde einde van de bus uitstrekt tot nabij het tegenovergelegen einde en tenminste ten opzichte van de bus verdraaibaar is en waarbij is voorzien in een steunelement dat rust tegen een aan 30 het tegenovergelegen einde van de bus gevormd nokvormige gedeelte en zich uitstrekt tot voorbij dat einde van de bus.
Volgens de uitvinding wordt het feitelijke steungevende gedeelte van de afstandshouder gevormd door de metalen bus en het tegen het nokvormige gedeelte op deze bus rustende ring- of kapvormige steunelement. 35 De rond de metalen bus geplaatste mof kan een afgeknot kegelvormig element zijn uit beton- of andere specie of uit kunststof- of dergelijk 8302048 » * -3- materiaal, maar kan ook een cylindrische 'mof uit bijvoorbeeld vezelbe-ton zijn. Deze hulsvormige elementen dienen daarbij slechts om tegemoet te komen aan de door de gebruikers gestelde eisen met betrekking tot de vorm en de materiaalkeuze voor de afstandshouders, maar zijn niet van 5 wezenlijk belang voor het goed functioneren daarvan. Bij het aandraaien van de aan de buitenzijde van de bekisting gelegen moeren, drukt de binnenzijde van de bekisting aanvankelijk slechts tegen de het buiten de bus uitstekende einde van het steunelement. Wanneer dit steunelement, zoals bij de voorkeursuitvoeringsvorm, ringvormig is en uit kunststof is vervaar-10 digd, zai dit element, bij het verder aandraaien van de moeren, worden samengedrukt tussen de bekisting en het nokvormige gedeelte op de bus, zodat de bekisting uiteindelijk tegen de voorzijde van de bus komt te rusten en het samengedrukte steunelement een perfecte afdichting verschaft tegen het vloeien van betonvocht naar het inwendige van de conus. Hier-15 door worden lelijke plekken in de betonwand, na het ontkisten, voorkomen.
Een verder voordeel is, dat wanneer het voorvlak van de bus enigszins schuin ten opzichte van de bekisting is komen te liggen, er toch een goede afdichting wordt verkregen dankzij de flexibiliteit van het steunelement.
20 Afhankelijk van de materiaalkeuze voor het steunelement, en afhankelijk van de vorm van het nokvormige gedeelte van de bus, zal het steunelement hetzij alleen een afdichtende functie hebben, hetzij een combinatie van een afdichtende functie en een steunfunctie.
Na het storten van het beton en het ontkisten blijven deze 25 moffen van het bovenbeschreven type als "verloren” elementen in de betonwand achter, de metalen bus kan echter gemakkelijk worden teruggewonnen door hetzij eerst het ring- of kapvormige element te verwijderen en vervolgens de bus met een geschikt gereedschap te verwijderen, hetzij het ring- of kapvormige deel tezamen met de bus als een geheel met een ge-30 schikt gereedschap te verwijderen. Het resterende gat in de betonwand kan met specie worden afgedicht, en zal, bij een geschikte keuze daarvan, geen afwijkend uitarlijk ten opzichte van de rest van de wand vertonen.
De conus volgens de uitvinding maakt het echter ook mogelijk cm niet alleen de metalen bus, maar ook de mof terug te winnen. Hiertoe is 35 deze vervaardigd uit rubberen- of kunststof slang. Deze slang is hetzij met behulp van geschikte middelen met de bus verbonden, waarbij bij het 8302048 -4-.
tf 4 na het verwijderen van de bekisting van de schroefstang losdraaien van de bus de slang vanzelf vrijkomt, hetzij los rond de bus geschoven, waarbij de slang met een geschikt gereedschap uit de gestorte betonwand verwijderd kan worden, na het uitdraaien van de bus, hetgeen door de grote 5 flexibiliteit van de slang altijd gemakkelijk zal kunnen plaatsvinden.
Gebleken is dat een steunelement, zoals bij de afstandshou-der volgens de uitvinding wordt gebruikt, ook met veel succes kan worden toegepast bij bestaande afstandshouders, zoals die bijvoorbeeld beschreven zijn de Nederlandse octrooiaanvrage 78012096. Een bezwaar van de be-10 kende betonkegels is namelijk dat de voorvlakken daarvan, na het verwijderen Vein de bekisting, zichtbaar blijven en dat rondom de betonkegel dikwijls een gebied in de betonwand aanwezig is dat een ander uiterlijk heeft dan de rest van de betonwand. Dit andere uiterlijk ontstaat doordat het beton rondom de afstandshouder ontmengd, door het weglekken van 15 betonvocht naar het inwendige van de afstandshouder. Hierdoor resteert na het verwijderen van de bekisting een gebied met teveel grind en andere vaste betonbestanddelen, welk gebied een afwijkend uiterlijk vertoont en van de rest van de wand afwijkende, minder goede eigenschappen heeft.
Door volgens de uitvinding voor de betonkegel een kunststof ringvormig 20 element te plaatsen, verkrijgt men in de eerste plaats een betere afdichting naar het inwendige van de afstandshouder, zodat minder snel ontmenging zal optreden en geen gebied met een afwijkend uiterlijk en afwijkende eigenschappen zich rond de afstandshouder zal vormen en in de tweede plaats kan na het verwijderen van de bekisting ook het kunststof steun-25 element verwijderd worden, waardoor een gat met een zekere diepte ontstaat dat op eenvoudige wijze zodanig met betonspecie gevuld kan worden, dat na droging vrijwel geen of geheel geen onderscheid meer te zien is tussen de wand en de plaats waar de afstandshouder in de wand is opgenomen .
30 De uitvinding zal in het hiernavolgende bij wijze van toe lichting worden beschreven aan de hand van een aantal uitvoeringsvoorbeel-den onder verwijzing naar de tekening, hierin toont fig. 1, een aanzicht in perspectief in doorsnede van een tweetal bekistingswanden, welke worden uiteen gehouden door afstandshouders 35 volgens de uitvinding, in de toestand waarbij het beton tussen de bekistingswanden gestort is, maar de bekisting nog niet verwijderd is, 8302048 * % -5- fig. 2, in dwarsdoorsnede een eerste uitvoeringsvorm van een conus volgens de uitvinding, met een bijbehorende schroefstang, fig. 3, in dwarsdoorsnede een tweede uitvoeringsvorm van een conus volgens de uitvinding, met een bijbehorende schroefstang, 5 fig. 4, een aanzicht van een ander type bus ten gebruike bij de afstandshouder volgens figuur 2 en 3, fig. 5, een dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van de conus volgens de uitvinding, fig. 6, een dwarsdoorsnede van een conus volgens de uitvin-10 ding die na gebruik geheel kan worden teruggewonnen en fig. 7, in dwarsdoorsnede een andere uitvoeringsvorm van een conus volgens de uitvinding, die eveneens geheel kan worden teruggewonnen .
In fig. 1 zijn met het verwijzingscijfer 1 twee conussen 15 aangegeven, die voorzien zijn van kegels 2 uit betonspecie, welke afstands-houders op een uiteinde van een schroefstang 6 bevestigd zijn, waarbij de kegeleindvlakken 3 van elkaar af en de andere eindvlakken 4 naar elkaar toegekeerd zijn. De betonnen kegels zijn op onderstaand nader beschreven wijze bevestigd rond een metalen bus, zoals aangegeven met bijvoorbeeld 20 21 en 31 in respectievelijk figuur 2 en 3. Met 5 is een ringvormig steunelement aangeduid, waartegen de kegel 1 met zijn naar de bekisting gekeerde eindvlak aanligt, welk steunelement 5 een centrale rond doorlaat-opening voor de schroefstang 6 bevat en met het naar de kegel gekeerde einde aanligt tegen een nokvormige verhoging die gevormd is aan de om-25 trek van de bus.
Elke bus bevat een axiaal doorgaand gat, dat bijvoorbeeld in figuur 2 is aangegeven met 27 en in figuur 3 met 37. In figuur 1 is de schroefstang 6 met daarop bevestigd beide afstandshouders 1, elk met een steunelement 5, weergegeven in de tussen twee bekistingswanden 10 voor 30 een betonwand 11 geplaatste toestand. De beide bekistingswanden 10 sluiten daarbij aan tegen de buitenste eindvlakken van de bussen en de daarop aangebrachte steunelementen, die bijvoorbeeld in figuur 2 en 3 aangegeven zijn met respectievelijk 25 en 35.
De bekistingswanden 10 en 11 zijn verstijfd door een samen-35 stel van stijlen en regels, waarvan er, voor elke bekistingswand 10, in figuur 1 een zichtbaar is, namelijk een stijl 15 en een regel 16.
8302048 * * -6-
Schroefstangen 14 zijn elk dwars door het samenstel van regels 16 .en stijlen 15 en bekistingswanden 10 in het buitenwaards gekeerde einde van de bussen van de betrokken conussen ingebracht en vervolgens in deze bussen geschroefd. Vervolgens zijn de moeren 17 op de uiteinden 5 van de verdere schroefstangen 14 opgeschroefd en drukken, via onderleg-schijven 18, de zich aan de betrokken zijde bevindende bekistingsconstruc-tie, bestaande uit de stijlen 15, de regels 16 en bekistingswand 10, stevig aan.
De bekistingswand 10 neemt aldus uiteindelijk steun tegen 10 het eindvlak van het steunelement. De van buitenaf op het eindvlak van het steunelement uitgeoefende kracht tracht dit element binnenwaards over de bus in de richting naar het midden van de schroefstang 6 te verplaatsen, hetgeen echter wordt tegengegaan door de aanwezigheid van de nokvormige verhoging op de bussen, zodat het steunelement wordt 15 samengedrukt en de bekisting tegen het voorvlak van de bus aanligt.
Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 sluiten beide beton-kegels 2 op de schroefstang 6 met het vernauwde einde van het in de kegels aangebrachte axiale gat, waarin de bus is opgenomen, afdichtend aan tegen het betrokken gedeelte van de schroefstang, waardoor het in de van 20 de bekisting afgekeerde eindvlakken binnenstromen van vocht uit het gestorte beton vergaand wordt voorkomen.
Tijdens het storten van het beton voor de wand 11 wordt van binnenuit tegen de bekistingswanden 10 hydrostatische druk opgebouwd, welke door het samenstel van de verbonden schroefstangen 14-6-14 en de 25 daaraan de uiteinden opgeschroefde moeren 17 moet worden opgenomen. De aanvankelijk krachtige druk van buiten tegen de eindvlakken van de steunelementen neemt daarbij geleidelijk af.
Bij ontkisting, na verharding van het beton van de wand 11, worden tenslotte de buitenste of verdere schroefstangen 14 verwijderd 30 door deze uit de bussen te schroeven. Na ontkisting kunnen de steunelementen en de bussen hetzij gezamenlijk hetzij afzonderlijk op de onderstaand nader omschreven wijze uit de betonwand worden teruggewonnen. Het eindgedeelte van elk van de daardoor ontstane gaten in de betonwand wordt vervolgens opgevuld met een afdichtende specie en/of desgewenst met een 35 sluitdop.
Figuur 2 toont meer in detail een eerste uitvoeringsvorm van 8302048 # · -7- de conus volgens de uitvinding. In die figuur is met 22 een betonnen kegel aangegeven met een voorvlak 23 en een achtervlak 24, en voorzien van een uitsparing voor het opnemen van een metalen bus 21, die voorzien is van een axiale opening, in welke opening een moerdraad is aangebracht die 5 kan samenwerken met de schroefdraad van een schroefstang 26 welke over een deel van de lengte van de axiale opening 27 vande bus geschroefd is.
Het achtervlak 24 van de betonnen kegel strekt zich uit voorbij het uit-. einde van de metalen bus en valt nauwsluitend rondom de omtrek van de schroefstang om het langs de achterzijde van de afstandshouder binnenlij vloeien van betonvocht tegen te gaan. Aan de in gebruik naar de bekisting gekeerde zijde van de metalen, bus is een nokvormige verhoging 28 aangebracht, waartegen een ringvormig, kunstof steunelement 25 rust. Dit steunelement loopt bij voorkeur naar de naar de bekisting gekeerde zijde een weinig uit, waardoor het verwijderen van het steunelement uit de 15 gevormde· betonwand vergemakkelijk wordt. Aan de voorrand van de metalen bus is een verdere nokvormige uitsparing gevormd welke kan samenwerken met een geschikt gereedschap om na het verwijderen van de bekisting de metalen bus van de schroefstang te verwijderen. Het is hierbij niet nodig om eerst het kunststof steunelement te verwijderen aangezien het gereed-20 schap via de axiale opening in dit steunelement rechtstreeks op de nok 29 kan aangrijpen.
Het zal duidelijk zijn dat in gebruik de druk vein de bekisting volledig wordt uitgeoefend op de voorzijde van de metalen bus en dat de betonnen kegel 22 geen druk ondervindt. Er hoeven derhalve geen specia-25 le maatregelen getroffen te worden om te verhinderen dat de betonnen kegel door de druk van de bekisting naar het midden van de schroefstang 26 verschuift. Om verschuiving van de betonnen kegel tijdens het plaatsen van de bekisting te voorkomen kan de omtrek van de metalen bus binnen de kegel voorzien zijn van geschikte middelen, zoals bijvoorbeeld een O-ring of 3G een ander flexibel element, dat klemmend samenwerkt met de binnenomtrek van de betonnen kegel en deze zodanig vasthoudt dat de betonkegel niet gemakkelijk verplaatst, maar na het verwijderen vande bekisting de bus wel uit de betonkegel verwijderd kan worden.
Om het verwijderen van de metalen bus na het verwijderen van 35 de bekisting te vergemakkelijken kan rond de metalen bus, voordat deze in de betonnen kegel geschoven wordt, een dunne rubberen- of kunststof 8302048 φ -δ- huls worden aangebracht welke verhindert dat eventuele roestvorming aan de buitenzijde van de metalen bus het verwijderen daarvan bemoeilijkt.
Een dergelijke rubberen-: of kunststof huls kan daarbij beschouwd worden als wegwerpelement, waarbij telkens bij het opnieuw gebruiken van de 5 metalen bus een nieuwe huls daarover wordt aangebracht.
Figuur 3 toont in doorsnede een tweede uitvoeringsvorm van de conus volgens de uitvinding. In deze figuur is met 31 de metalen bus, met 32 een betonnen kegel met een voorvlak 33 en een achtervlak 34 aangegeven. Het verwijzingscijfer 36 toont de schroefstang die samen kan 10 werken met een schroefdraad in de doorlopende axiale opening 37 van de bus 31. De bus 31 is aan de voorzijde voorzien van een sleufvormige opening 39 die samen kan werken met een geschikt gereedschap. Rond de voorzijde van de bus 31 is een kunststof steunelement 35 geplaatst dat vanaf de naar de bekisting gekeerde voorzijde taps naar het voorvlak 33 15 van de betonnen kegel toeloopt. Aan het binnen de betonnen kegel, nabij het voorvlak 33 daarvan gelegen omtreksgedeelte van de bus 31 is deze nokvormig versmald, een en ander zodanig dat een ringvormige verlenging van het steunelement 35 tussen de binnenomtrek van de betonnen kegel en de buitenomtrek van de metalen bus kan vallen, waarbij de achterwand van 20 deze verlenging steunt tegen het nokvormige gedeelte. Het verlengde gedeelte van het steunèlement en de nokvormige versmalling van de bus zijn zodanig bemeten dat de. binnenomtrek van de kegel klemménd om'de' verlenging van het steunelement valt. Hierdoor wordt verhinderd dat tijdens het stellen van de bekisting de betonnen kegel van de bus schuift. Ook bij 25 deze uitvoeringsvorm van de afstandshouder wordt de druk van de bekisting rechtstreeks overgebracht op de metalen bus, zonder dat druk wordt uitgeoefend op het voorvlak van de betonnen kegel. Om het binnenvloeien van betonwater te voorkomen is ook bij deze uitvoeringsvorm het achtervlak van de betonnen kegel verlengd uitgevoerd, zodat dit nauw rondom 30 de schroefstang 36 kan vallen.
Bij bepaalde werken is het gewenst dat ieder stromen van vocht langs de stang 36 wordt voorkomen. Hiertoe kan midden op de as 36 een dwarsplaat gelast zijn. Bij bepaalde staalkwaliteit voor de stang 36 is lassen echter niet mogelijk. Volgens een voordelige uitvoeringsvorm 35 van de uitvinding wordt voorzien in een dwarsplaat 40 die aan een, maar bij voorkeur twee zijden voorzien is van een busvormige verlenging 41, 8302048 -9- welke bus voorzien is van een axiaal gat dat rondom de schroefstang 36 valt. 3innen de bus of bussen zijn O-ringen of andere geschikte afdicht-ringen of bijvoorbeeld lijm opgenomen. Na plaatsing van de platen 40 worden de bussen met een geschikt gereedschap rondom de schroefstang 36 5 samengedrukt, een en ander zodanig dat de bussen 41 volledig afdichtend rondom de schroefstang 36 vallen en iedere lekkage voorkomen wordt.
De opening aan de achterzijde 34 van de kegel 32 kan bij het storten van dunne wanden ook zodanig gevormd zijn, dat deze rond de bus 41 valt, en de achterzijde 34 tegen plaat 40 rust. Hierdoor kan met een goede vocht-10 afdichting toch een kort' afstandshouderssamenstel gerealiseerd worden.
Figuur 4 toont een andere uitvoeringsvorm van de metalen bus welke gebruikt kam worden met een betonnen kegel zoals getoond in de figuren 2 en 3. De metalen bus is aangegeven met 44 en is aan het naar de bekisting gekeerde einde voorzien van een ringvormige gleuf 46. In deze 15 gleuf is een eindgedeelte van een bij voorkeur metalen kapvormig steunelement 45 opgenomen. Het kapvormige element is rond de bus vergrendeld met behulp van een ring 47, terwijl de bus aan het naar de bekisting gekeerde einde verlengd is uitgevoerd met een moervormig gedeelte, waarop een gereedschap kan aangrijpen. Het kapvormige gedeelte 45 strekt zich 20 uit tot in het vlak van of voorbij de voorwand van het moervormige gedeelte, een en ander zodanig dat de bekisting tegen de voorwand van het kapvormige gedeelte 45 aan kan rusten en de gehele druk rechtstreeks wordt overgedragen op de metalen bus. Ook bij deze uitvoeringsvorm ondervindt de betonnen kegel geen druk van de bekisting.
25 Figuur 5 toont weer een andere uitvoeringsvorm van de conus volgens de uitvinding waarbij de metalen bus 51 omgeven is door een betonkegel 52. De metalen bus is aan de naar bekisting gekeerde zijde verlengd uitgevoerd met een uitspringend gedeelte 54, dat een geheel vormt met de bus. Rondom het uitspringende gedeelte 54 is een kunststof kap 54 30 aangebracht. De kap 55 zorgt voor een goede afdichting terwijl door het uitspringende gedeelte 54 een groter aanligvlak voor de bekisting wordt verkregen. Cm verplaatsing van de betonnen kegel 52 bij het stellen van de bekisting te voorkomen is de bus 51 aan het nabij de voorzijde van de kegel, daarbinnen gelegen einde voorzien van een ringvormige groef waar-35 binnen een O-ring 56 is opgenomen, die klemmend samenwerkt met het binnen-oppervlak van de kegel. Aan het van schroefdraad voorziene binnenoppervlak 8302048 -10- van de bus 51 is voorzien in een nokvormige verhoging 58. Deze nok 58 bepaalt een vaste afstand waarover een schroefstang, zoals 6 in figuur 1, in de bus 51 gedraaid kan worden. Hierdoor is in de eerste plaats verzekerd dat er altijd aan de naar de bekisting gekeerde zijde van de bus 5 voldoende schroefdraad aanwezig is voor het indraaien vande verdere, naar buiten de bekisting stekende schroefstangen, terwijl anderzijds verzekerd is dat bij een bepaalde lengte schroefstang de voorvlakken van de conussen op een vaste afstand komen te liggen. De doorgaande opening in de bus 51 is bij voorkeur door de nokvormige verhoging 58 niet geheel afgesloten, 10 opdat eventueel vuil bij het indraaien van de schroefstangen door de tussen de nokken resterende opening kan ontsnappen.
Alhoewel de uitvoeringsvorm volgens de figuren 2, 3, 4,en 5 beschreven zijn samen met een betonnen kegel, zal het duidelijk zijn dat in plaats van beton ook andere materialen voor het vormen van kegel ge-15 bruikt kunnen worden. Tevens is het mogelijk om gebruik te maken van cylindervormige buiselementen uit bijvoorbeeld vezelbeton. Daarbij kan dan de metalen bus in plaats van de getoonde conische uitvoeringsvorm ook cylindrisch zijn uitgevoerd. Bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5 kan het kunststof kapje 55 samen met de bus 51 worden verwijderd, door een 20 geschikt gereedschap op de bijvoorbeeld zeskantige binnenzijde van het uitspringende gedeelte 54 te laten ingrijpen.
Er wordt wellicht ten overvloede op gewezen dat de verschillende in de figuren 2 t/m 5 getoonde elementen in willekeurige combinatie met elkaar gebruikt kunnen worden -waarbij steeds een conus ontstaat die 25 zodanig is gevormd dat een rond een metalen bus geplaatste mof, bij het plaatsen en vastzetten van de bekisting geen drukkrachten ondervindt, aangezien deze drukkrachten, eventueel via de voorzijde van een ring- of kapvormig steunelement, rechtstreeks worden overgedragen op een rond een schroefstang geschroefde metalen bus.
30 Bij de uitvoeringsvormen volgens de figuren 2 t/m 5 vormt de rond de bussen geplaatste mof, zoals de betonkegel, na het verwijderen van de bekisting en de bus een verloren element. De figuren 6 en 7 tonen uitvoeringsvormen van conussen waarbij tevens de rond de metalen bus geplaatste mof kan worden teruggewonnen, zodat na het plaatsen van de beton-35 wand uitsluitend de schroefstang daarin aanwezig blijft, hetgeen tot verdere kostenbesparing leidt.
8302048 * -11-
Figuur 6 toont een metalen bus 61, welke vanaf de naar de bekisting gekeerde zijde enigszins taps toeloopt, om het verwijderen daarvan uit de betonwand te vergemakkelijken. Rondom de bus 61 is een rubberen- of kunststof slang 62 aangebracht, waarbij het materiaal en de dikte 5 van de slang zodanig zijn gekozen, dat deze goed tegen de buitenomtrek van de bus aansluit. De bus 61 is aan de naar de bekisting gekeerde zijde voorzien van een nokvormige verjongd gedeelte waar rond een kunststof kap 65 geplaatst is, die bij voorkeur ook enigszins taps toeloopt vanaf de naar de bekisting gekeerde zijde. De van schroefdraad voorziene axiale 10 langsopening van de bus 61 is bij voorkeur weer voorzien van nokvormige verhogingen 66 die eenzelfde functie hebben als de nokvormige verhoging 53 bij de uitvoeringsvorm volgens figuur 5. De rond de metalen bus aangebrachte kunststof slang verhindert dat het oppervlak van de bus roest en vergemakkelijkt het verwijderen van de bus na het ontkisten. De voor-15 zijde van de bus is vanzelfsprekend weer zodanig gevormd dat daarop een gereedschap kan aangrijpen. Het buitenoppervlak van de bus kan bijvoorbeeld voorzien zijn van een linkse schroefdraad, waardoor bij het van de schroefstang uit de gevormde betonwand draaien van de bus 61 de kunststof slang vanzelf wordt meegenomen. Het buitenoppervlak van de bus 61 kan 20 echter ook vlak zijn, waardoor de mof 62 bij het losdraaien van de bus van de schroefstang in de wand aanwezig blijft. Aangezien de mof zeer flexibel is kan deze daarna met behulp van bijvoorbeeld een tang of iets dergelijks uit de wand verwijderd worden.
Figuur 7 toont een nadere uitvoeringsvorm van de conus 25 volgens figuur 6, waarbij met zekerheid wordt voorkomen dat langs de voorzijde van de bus vocht binnendringt tussen de mof en de buitenomtrek van de bus. De figuur toont weer een bus 71 waaromheen een rubberen- of kunststof slanggedeelte 72 is aangebracht. De bus is voorzien van een uitspringend gedeelte 74 waaromheen een kunststof kap 75 geplaatst is. De 30 kunststof kap strekt zich in langsrichting naar de achterzijde van de bus uit tot voorbij de uitsparing. De buitenomtrek van de bus 71 is nabij het uitspringende gedeelte voorzien van een ringvormige groef 73 waarin een metalen- of kunstof 0-ring is geplaatst. De kap 75 sluit nauw rondom de O-ring, zodanig dat de mof 72 in de ringvormige groef 73 gedrukt wordt 35 waardoor aan de voorzijde tussen de bus en de mof een perfecte afdichting bestaat. In plaats van een ringvormige groef kan ook voorzien zijn 8302048 -12- in een ringvormige verhoging rond welke de kap 75 nauwsluitend grijpt, en waarbij de mof tussen de kap en de verhoging wordt vastgeklemd, zodat ook een goede afdichting verkregen wordt. Het voorvlak van de kap 75 is bij voorkeur langs de omtrek enigszins verhoogd uitgevoerd om bij het 5 spannen van de bekisting een nog betere afdichting te realiseren. Het in figuur 7 getoonde kapvormige gedeelte kan vanzelfsprekend ook uit dikker materiaal en meer taps toelopend zijn uitgevoerd, waarbij de kap meer de vorm gaat vertonen van het. steunelement volgens figuur 3, waarbij het verlengde gedeelte samenwerkt met de buitenomtrek van de mof uit 10 slangvormig materiaal om een goede afdichting tussen de buitenomtrek van de bus en de mof te verkrijgen. Ook bij deze uitvoeringsvorm blijft de mof echter verdraaibaar ten opzichte van de bus.
Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding een groot aantal wijzigingen mogelijk zijn waarvan er een aantal ·· 15 voor deskundigen voor de hand liggen en een aantal verkregen worden door combinatie van de in de verschillende figuren getoonde aspecten.
8302048

Claims (25)

1. Conus met bijbehorende schroef stang als af standishouder· voor betonbekistingswanden, welke conus een metalen bus omvat die is voorzien van een in wezen doorlopend axiaal gat waarin een aan de schroefstang aangepaste moerdraad is gevormd, waarbij rond de buitenomtrek van de me- 5 talen bus een mof is aangebracht, met het kenmerk dat de mof zich tenminste vanaf het van de bekistingswand afgekeerde einde van de bus uitstrekt tot nabij het tegenovergelegen einde en ten minste ten opzichte van de bus verdraaibaar is en dat is voorzien in een steunelement dat rust tegen een aan het tegenovergelegen einde van de bus gevormd nokvor- 10 mig_gedeelte en zich uitstrekt tot voorbij dat einde van de bus.
2. : Conus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mof een afgeknot kegelvormig element uit beton of een dergelijke specie, hard kunststof of een dergelijk materiaal is en dat hetnokvormige gedeelte aan de voorzijde van de bus is gevormd door een verkleining van de dia- 15 meter daarvan naar het naar de bekisting toegekeerde einde van de bus, waarbij tegen het nokvormige gedeelte als steunelement een kunststof ring rust.
3. Conus volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de mof een afgeknot kegelvormig element uit beton of dergelijke specie, hard kunst- 20 stof of een dergelijk materiaal is en dat het nokvormige gedeelte aan de voorzijde van de bus gevormd is door een vergroting van de diameter daarvan of een relatief geringe lengte is, waarbij de mof zich uitstrekt tot aan deze nokvormige verhoging en als steunelement een kunststof ring tegen de tegenovergelegen zijde van deze verhoging rust.
4. Conus volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de mof zich uitstrekt tot voorbij de achterzijde van:de bus en in wezen' afsluitend aanligt tegen de buitenomtrek van de schroefstang.
5. Conus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mof een cilindrisch element uit'vezelbeton of een dergelijk materiaal is en dat 30 het nokvormige gedeelte aan de voorzijde van de bus is gevormd door een verkleining van de diameter ervan naar het naar de bekisting toegekeerde einde van de bus en dat tegen dit nokvormige gedeelte een kunststof, 8302048 -14- ringvormig steunelement rust.
6. Conus volgens tenminste een van de conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk, dat rond de bus, in wezen over de gehele lengte daarvan een dunne, rubberen of kunststof tule is aangebracht.
7. Conus volgens tenminste een van de conclusies 2 t/m 4, met het kenmerk, dat nabij de voorzijde'van de büs een cylindrische groef is gevormd waarin een afdichtring kan worden opgenomen, die aanligt tegen het binnenvlak van het axiale gat van de mof.
8. Conus volgens conclusie 7 ,; ..met het kenmerk, dat de afdicht-10 ring een 0-ring is.
9. Conus volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de afdichtring een in dwarsdoorsnede rechthoekige rubberen- of kunststof ring is.
10. Conus volgens conclusie 7, met het kenmerk dat de afdichtring een geheel vormt met het steunelement.
11. Conus volgens tenminste een der conclusies 1 t/m 9, met het kenmerk,, dat het steunelement, afgeknot kegelvormig is en met het vlak met de grootste diameter naar de bekisting is gekeerd.
12. Conus volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mof bestaat uit een rubber- of kunststof slang, welke aanligt tegen de buitenomtrek van de bus.
13. Conus volgens conclusie 12,met het kenmerk dat het nokvor- mige gedeelte van de bus is gevormd door een verkleining van de diameter 20 daarvan naar het naar de bekisting toegekeerde einde daarvan, waarbij te-gen_het nokvormige gedeelte als steunelement een kunststof ring rust.
14. Conus volgens conclusie 12 of 13 L met het kenmerk, dat de kunststof- of rubber slang los rond de bus is aangebracht en dat de buitenomtrek van de bus voorzien is van een schroefdraad met een spoed die tegengesteld is aan die van de moerdraad in het inwendige van de bus.
15. Conus volgens conclusie 12 of 13, met het kenmerk, dat 30 de kunststof slang aan het ene uiteinde van de bus met behulp van een klemring verdraaibaar is geborgd in een in de buitenomtrek van de bus gevormde cylindrische groef.
16. Conus volgens conclusie 12 cf 13met het kenmerk, dat de kunststof slang aan het ene uiteinde van de bus verdraaibaar is ge- 35 klemd rond een aan de buitenomtrek van de bus gevormde cylindrische, nokvormige verhoging. 8302048 * -15-
17. Conus volgens tenminste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan het ene uiteinde van de bus een geheel daarmee vormend een uitspringend gedeelte is gevormd dat aan de naar de bus gekeerde zijde een aanslag voor de mof vormt en rond het voor- en buitenvlak vaar- 5 van een kapvormig steunelement uit rubber of kunststof is aangebracht.
18. Conus volgens conclusie 15 of 16 ·en 17, met het kenmerk, dat het kapvormige element zich uitstrekt tot over het naar de bekisting gekeerde einde van de kunststof mof en de bevestigingsmiddelen daarvan.
19. Conus volgens tenminste een der voorgaande conclusies, met 10 het kenmerk, dat het naar de bekisting gekeerde uiteinde van de bus voorzien is van middelen waarop een gereedschap kan aangrijpen.
20. Conus volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de middelen aan het ene uiteinde van de bus voor het aangrijpen van een gereedschap een moer omvatten en dat het steunelement een kapvormig metalen deel is, 15 dat aan een zijde verdraaibaar ingrijpt in een in de buitenomtrek van de bus gevormde groef, waarbij het voorvlak van het kapvormige steunelement zich uitstrekt tot voorbij het voorvlak van de moer.
21. Conus volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de middelen aan het ene uiteinde van de bus voor het aangrijpen van een gereedschap 20 een in het voorvlak van de bus gevormde sleuf of nok omvatten.
22. Ring- of kapvormig kunststof steunelement-ten gebuike bij een conus volgens een der voorgaande conclusies.
23. Conus volgens tenminste een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat dwars op de schroefstang, tussen de bussen een metalen 25 dwarsplaat is bevestigd, die tenminste aan een zijde is voorzien van een rond de schroefstang gelegen bus, waarbij tussen de binnenzijde van de bus en de schroefstang een afdichtmiddel is opgenomen, welke bus na bevestiging rond de schroefstang kan worden samengedrukt.
24. Conus volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het afdicht-3G middel een rubberen 0-ring is.
25. · Conus volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het afdichtmiddel een rubberen of kunststof, in doorsnede rechthoekige ring is. 8302048
NL8302048A 1983-06-08 1983-06-08 Afstandshouder voor een betonbekistingswand. NL8302048A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302048A NL8302048A (nl) 1983-06-08 1983-06-08 Afstandshouder voor een betonbekistingswand.
EP84200829A EP0128626A3 (en) 1983-06-08 1984-06-08 A spacer for a concrete shuttering

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8302048A NL8302048A (nl) 1983-06-08 1983-06-08 Afstandshouder voor een betonbekistingswand.
NL8302048 1983-06-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8302048A true NL8302048A (nl) 1985-01-02

Family

ID=19841977

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8302048A NL8302048A (nl) 1983-06-08 1983-06-08 Afstandshouder voor een betonbekistingswand.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0128626A3 (nl)
NL (1) NL8302048A (nl)

Families Citing this family (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0526194Y2 (nl) * 1986-11-11 1993-07-01
CH686196A5 (de) * 1992-09-30 1996-01-31 Giulio Albanese Distanzrohr.
NL1002095C2 (nl) * 1996-01-15 1997-07-16 Gerardus Van Rijn Bekistingssysteem.
US6702247B2 (en) 2001-07-31 2004-03-09 Fukuvi Usa, Inc. Tilt-up construction chamfers
DE10245187B4 (de) * 2002-09-26 2008-04-10 Mathies Gmbh Vorrichtung zur gegenüberliegenden Anordnung beabstandeter Schalwände
EP3574167B1 (de) * 2017-01-27 2023-10-18 MEVA Schalungs-Systeme GmbH Abdichtung einer durchführung eines ankerstabs durch ein rahmenschalelement
DE202017103864U1 (de) * 2017-06-28 2018-10-01 Doka Gmbh Sperranker mit Verdrehsicherung
DE202017103863U1 (de) * 2017-06-28 2018-10-01 Doka Gmbh Sperranker
CN109537890B (zh) * 2019-01-25 2023-10-13 河北润林新材料科技有限公司 一种穿墙螺栓定位体系及建筑模板构筑方法
CN110374327A (zh) * 2019-07-20 2019-10-25 廖德全 一种用于混凝土现浇模具的拉杆组件及混凝土现浇模具
CN114856186B (zh) * 2022-04-02 2024-03-19 广东天凛高新科技有限公司 一种模板快速定位锁紧和拆卸的对拉装置及其应用方法
CN115853266B (zh) * 2022-12-29 2024-06-11 中建八局第二建设有限公司 一种拉撑型防漏浆止水拉片

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE671826A (nl) *
GB1014941A (en) * 1963-01-23 1965-12-31 Eckhard Schuckhaus Improvements relating to nuts for shutter fixing devices
DE1684434A1 (de) * 1966-12-27 1971-04-08 Josef Sedlak Spannvorrichtung,insbesondere fuer Betonschalungen od. dgl.
DE2448817C2 (de) * 1974-10-14 1982-12-09 Erwin 7980 Ravensburg Föll Schalungskonus
DE2525184A1 (de) * 1975-06-06 1976-12-23 Otto Kettling Schraubenfabrik Verfahren zur herstellung einer wassersperre sowie die wassersperre selbst
DE2710184C2 (de) * 1977-03-09 1982-04-15 Walter 4000 Düsseldorf Hoff Sperrvorrichtung
NL7801844A (nl) * 1978-02-17 1979-08-21 Gerardus Van Rijn Afstandhouder tussen betonbekistingswanden.
NL174175C (nl) * 1978-06-02 1984-05-01 Bredero Nv Steunvoet voor een afstandsbuis voor een betonbekisting.
FR2466587A1 (fr) * 1979-10-02 1981-04-10 Laroche Jean Pierre Dispositif d'ecartement de coffrages et de creation de reservations dans des murs en cours de construction
NL190670C (nl) * 1979-12-03 1994-06-16 Gerardus Van Rijn Afstandhoudersamenstel.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0128626A3 (en) 1985-09-25
EP0128626A2 (en) 1984-12-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8302048A (nl) Afstandshouder voor een betonbekistingswand.
EP3574167B1 (de) Abdichtung einer durchführung eines ankerstabs durch ein rahmenschalelement
EP3404205B1 (de) Betondruckmessanordnung
DE8909099U1 (de) Anschlußschalung für aneinander anschließende Betonplatten
DE2909314C2 (de) Vorrichtung zum Befestigen einer Rohrleitung an einer Schaltafel
EP0501367B1 (de) Abstützvorrichtung für Schachtelemente
EP2597344B1 (de) Verwendung eines Adapterrings zum Einsetzen in ein Rohrelement einer Leitungsdurchführung
DE10245187B4 (de) Vorrichtung zur gegenüberliegenden Anordnung beabstandeter Schalwände
DE202011108274U1 (de) Adapterring zum Einsetzen in ein Rohrelement einer Leitungsdurchführung
FR2641813A1 (fr) Coffrage pour murs de piscines en maconnerie
CH673329A5 (en) Pipe-sealing wall box
DE4113752A1 (de) Verfahren zur herstellung von betonformteilen
DE102013015502A1 (de) Aufsetzstück zum mit einer Leitung baulich lntegrieren in ein Wand- oder Bodenelement
JPH05501B2 (nl)
NL7908737A (nl) Afstandhoudersamenstel.
US2773294A (en) Clamps for concrete form tie rods
DE7630026U1 (de) Anschluss- und abdichtungseinrichtung zur ausbesserung von unerwuenschten hohlraeumen in vorzugsweise mauerwerk oder beton
DE19701381B4 (de) Vorrichtung zum Justieren der Einbauhöhe von Schachtrahmen auf Abwasserkontroll- und Hydrantenschächten
DE202013008279U1 (de) Aufsetzstück zum mit einer Leitung baulich lntegrieren in ein Wand- oder Bodenelement
DE3220480A1 (de) Loesbare schachtschalung
DE2522887A1 (de) Stuetzkonus fuer mauerspreizen
DE3430658A1 (de) Einrichtung zum voruebergehenden fixieren von einbaukoerpern an einer schalung
GB2169013A (en) Anchorage
DE2618330A1 (de) Aus vorgefertigten teilen bestehender behaelter mit einrichtungen zur abdichtung der teile und verfahren zur ausfuehrung der abdichtung
DE3433462A1 (de) Vorrichtung zur durchfuehrung mehrerer installationsleitungen und -rohre durch eine gebaeudewand

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: EZELL LIMITED

CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: RIJN. GERARDUS VAN -

BV The patent application has lapsed