NL8301863A - Magneetbandcassette met een reinigingselement voor het reinigen van de kaapstander van een magneetbandapparaat. - Google Patents

Description

* PHN 10.699 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven

Magneetbandcassette met een reinigingselement voor het reinigen van de kaapstander van een magneetbandapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een magneetbandcassette met een reinigingselement voor het reinigen van de kaapstander van een magneetbandapparaat, met een behuizing voorzien van twee ongeveer evenwijdige hoofdwanden, twee zijwanden, een achterwand en een voorwand, waar-5 langs een deel van de magneetband loopt voor samenwerking met delen van het magneetbandapparaat, in welke behuizing nabij de voorwand het reinigingselement gelegen is dat een in de richting van het vrije einde spits toelopend reinigingsdeel omvat.

Een magneetbandcassette van genoemde soort is bekend uit de 10 ter visie gelegde Britse octrooiaanvrage no. 2103180 (PHD 81.080).

Met deze bekende cassette is een reinigingselement nabij het van het vrije einde afgekeerde bevestigingsdeel vast verbonden met een wand van de cassettebehuizing. Het is gebleken door deze opstelling ónder bepaalde omstandigheden zich in het reinigingselement trillingen kunnen 15 voordoen, waardoor een minder goede aanligging van het reinigingsdeel tegen de kaapstander tijdens bedrijf kan optreden. Bovendien is het reinigingsdeel van deze bekende cassette nabij de kaapstander ongeveer tangentieel opgesteld, waardoor zich tijdens bedrijf zogenaamde'S t icl-rslip" verschijnselen kunnen voordoen. Door deze trillingsverschijnselen en 20 "stick-slip" verschijnselen is de reinigingswerking van het reinigingselement niet onder alle omstandigheden optimaal.

De uitvinding beoogt bij een magneetbandcassette van genoemde soort de werking van het reinigingselement onder alle omstandigheden optimaal te laten plaatsvinden.

25 De uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt doordat het reinigings element in een richting ongeveer loodrecht op de voorwand verschuifbaar , geleid is tussen twee met de behuizing verbonden geleidingswanden en door veermiddelen in de richting van de voorwand wordt gedrukt, zodanig ! dat tijdens bedrijf de druk van het reinigingsdeel op de kaapstander 30 ongeveer radiaal gericht is.

Op deze wijze vindt een goede ondersteuning van het reinigingselement bij de geleidingswanden plaats, waardoor krachten, welke door de kaapstander worden uitgeoefend effectief kunnen worden overgebracht op 5301863 PHN 10.699 2 het overig deel van de behuizing en trillingen in het reinigingselement kunnen worden voorkomen. Door bovendien de druk van het reinigingsdeel radiaal op de kaapstander te laten uitoefenen onder invloed van de werking van de veermiddelen worden de zogenaamde "stick-slip" verschijn-5 selen voorkomen. De verende middelen maken bovendien dat, gelet op de verschillende kaapstanderdiameters bij de diverse magneetbandapparaten, bij elke toepassing van de magneetbandcassette volgens de uitvinding een goede aanligging en daarmee reinigende werking van het reinigingselement op de kaapstander verkregen wordt. Door de opstelling van het reinigings-10 element in de behuizing ligt het contactgebied van het reinigingsdeel met de kaapstander ongeveer diametraal ten opzichte van het contactgebied van de kaapstander met de magneetband. Dit betekend dat het spitse einde van het reinigingsdeel op een zo groot mogelijke afstand gelegen kan zijn van de voorwand, hetgeen als voordeel heeft dat, indien door 15 de betreffende opening in de voorwand in een andere positie van de magneetbandcassette een magneetkop geschoven wordt, deze vrij blijft van het spitse einde van het reinigingsdeel.

Een voorkeursvorm van een magneetbandcassette volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het reinigingselement nabij het 20 van het reinigingsdeel afgekeerde einde twee elastische, ongeveer even lange benen omvat, welke de veermiddelen vormen, welke benen zich ongeveer loodrecht op de geleidingsrichting van het reinigingselement uitstrekken en nabij de vrije einden in de lengterichting verschuifbaar geleid zijn tussen met de behuizing verbonden geleidingsdelen.

25 Aldus wordt een, bijvoorbeeld uit kunststof, gemakkelijk te vervaardigen reinigingselement verkregen dat zich in radiale richting ten opzichte van de kaapstander in positie effectief kan aanpassen en waarbij men van een goede aandrukkracht van het reinigingsdeel tegen de kaapstander verzekerd kan zijn.

30 In verband hiermee wordt een verdere voorkeursvorm van een magneetbandcassette volgens de uitvinding gekenmerkt doordat gerékend in een richting loodrecht op de hoofdwanden de hoogte van de benen geringer is dan de hoogte van het overige deel van het reinigingselement en het reinigingselement symmetrisch gelegen is ten opzicht van 35 een op gelijke afstand tussen de hoofdwanden gelegen symmetrievlak.

Door deze opstelling is het reinigingselement in staat een kantelbeweging uit te voeren om een as evenwijdig aan de lengterichting van de benen, hetgeen van belang is bij het aanbrengen van de cassette in het magneet- 8301863 ' PHN 10.699 3 bandapparaat, waarbij het reinigingselement de juiste positie moet innemen ten opzichte van de kaapstander. Door de symmetrische opstelling maakt het hier niet uit of de cassette met de onder- of de bovenzijde wordt opgelegd.

5 In verband met het voorgaande wordt een verdere voorkeursvorm van een magneetbandcassette volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het reinigingsdeel gerekend in een richting loodrecht op de hoofdwanden nabij beide einden aansluit op een schuin gerichte glijwand van het reinigingselement. De glijwanden bewerkstelligen tijdens het aanbrengen 10 van de cassette in het magneetbandapparaat dat een gemakkelijke glij-beweging langs het vrije einde van de kaapstander door het reinigings-element kan worden uitgevoerd, zonder dat hierbij een beschadiging van het reinigingselement en/of de kaapstander kan optreden. Ook hierbij is het van belang dat dit kan plaatsvinden in beide posities van de 15 magneetbandcassette, dat wil zeggen met de bovenste respectievelijk onderste hoofdwand op het apparaat opgelegd.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een tweetal in de tekening weergegeven uitvoeringsvormen. Hierbij tonen: 20 Figuur 1 een opengewerkt bovenaanzicht op een magneetbandcassette volgens de uitvinding;

Figuur 2 op grotere schaal een aanzicht op het reinigingselement met delen van de behuizing van de cassette volgens figuur 1;

Figuur 3 een perspectivisch aanzicht op het reinigingselement; 25 Figuur 4 een aanzicht op het reinigingselement en delen van de behuizing van een magneetbandcassette in een tweede uitvoeringsvorm.

De magneetbandcassette 1 weergegeven in- figuur 1 omvat hoofdwanden 2, welke onderling ongeveer evenwijdig lopen en een ongeveer rechthoekige ontrek bezitten. Verder bevat de magneetbandcassette 1 30 ongeveer evenwijdig lopende zijwanden 3 en 4, een achterwand 5 en een voorwand 6. In de cassette 1 zijn spoelnaven 7 roteerbaar gelagerd, waarom een magneetband 8 in de vorm van bandspoelen gewikkeld ligt.

De magneetband 8 is nabij de voorste hoekpunten van de magneetbandcassette geleid on omleidrollen 9, zodat het deel 8a van de magneetband 35 dat langs de voorwand 6 loopt ongeveer evenwijdig aan deze wand verloopt. Op, niet weergegeven wijze is de voorwand 6 voorzien van openingen waardoor delen van een niet weergegeven magneetbandapparaat in de cassette-behuizing kunnen binnendringen voor samenwerking met het magneetbanddeel 8301863 PHN 10.699 4 8a. Op korte afstand van de voorwand 6 ligt een scheidingswand 10 welke er voor zorg draagt dat door de openingen in de voorwand 6 binnendringend vuil niet tot het binnenste van de cassettebehuizing kan doordringen.

In de hoofdwanden 2 zijn ongeveer cirkelvormig uitgevoerde 5 doorlaatopeningen 11 aanwezig, bestemd voor het doorlaten van een kaapstander van het magneetbandcassetteapparaat. De doorlaatopeningen 11 zijn aiderling symmetrisch gelegen ten opzichte van een vlak 12 loodrecht op de hoofdwanden 2 op gelijke afstand van de zijwanden 3 en 4.

Overige delen van de cassettebehuizing, waartoe gerekend de scheidings-10 wand 10, zijn eveneens symmetrisch ten opzichte van het vlak 12 opgesteld. Hierdoor kan de cassette 1 zowel met de ene hoofdwand 2 alsook met de andere hoodwand 2 op het magneetbandcassetteapparaat worden opgelegd, dat wil zeggen de cassette is van het omkeerbare type, De scheidingswand 10 is zoals weergegeven in figuur 1 en 2 nabij beide doorlaatopeningen 11 15 voorzien van een cirkel vormige gebogen wand 12 respectievelijk 13 welke cm de doorlaatopening 11 gezien volgens figuur 2 gekromd ligt. Op de wanden 12 en 13 sluiten geleidingswanden 14 en 15 aan, welke een opening in de scheidingswand 10 begrenzen. De geleidingswanden 14 en 15 strekken zich ongeveer loodrecht op de voorwand 6 uit. Zij geleiden de zijwanden 20 van een reinigingselement 16, dat aldus ongeveer loodrecht op de voorwand 6 beweegbaar is. Het reinigingselement 16, dat verder weergegeven is in figuur 3 omvat nabij het vrije einde een spits toelopend reinigings-deel 17. Het reinigingsdeel 17 heeft gezien volgens figuur 2 een puntvorm met een hoek van bij voorkeur 70°tot 90°. In een richting gerekend lood-25 recht op de hoofdwanden 2 sluit het reinigingsdeel nabij de beide einden aan op schuin gerichte glijwanden 18 en 19/ welke dienen voor het gemakkelijk over de kaapstander van het magneetbandapparaat laten glijden van het reinigingselement 16. Verder sluit het reinigingselement aan. weerszijden aan de naar de voorwand 6 gerichte zijde aan op vlakke wanddelen 30 20 en 21, welke zich bij voorkeur ongeveer evenwijdig aan de voorwand 6 uitstrekken. Het reinigingselement 16 omvat nabij het van het reinigingsdeel 17 afgekeerde einde twee elastische, ©ngeveer even lange benen 22 en 23, welke veenniddelen vormen die het reinigingselement in de richting van de voorwand 6 drukken, waarbij evenwel de benen zelf in de stand 35 zoals weergegeven in figuur 2 een aanslag ondervinden, gevormd door de scheidingswand 10. Hierdoor zorgen de benen 22 en 23 er tijdens bedrijf voor dat het reinigingsdeel 17 tegen de kaapstander wordt gedrukt. De benen 22 en 23 die met het overige deel van het reinigings- 8301863 PHN 10.699 5 element een geïntegreerde eenheid vormen, bij voorkeur uit poly-acetal, strekken zich in de stand weergegeven in figuur 2 nagenoeg loodrecht op de geleidingsrichting van het reinigingselement uit en lopen in de richting van het vrije einde ter verkrijging van de nodige 5 elasticiteit enigszins taps toe. Nabij de vrije einden drukken de benen 22 en 23 aan tegen geleidingsdelen 24 en 25 die van de scheidingswand 10 deel uit maken. Gezien volgens figuur 3 is de hoogte van de benen 22 en 23 geringer dan de hoogte van het reinigingselement 17.

In de weergegeven uitvoeringsvorm bezitten de benen een hoogte welke 10 ongeveer 40% bedraagt van de hoogte van het reinigingsdeel 17. Bovendien is het reinigingselement symmetrisch opgesteld tussen de beide hoofdwanden 2 en we], ten opzichte van een op gelijke afstand tussen de hoofdwanden gelegen symmetrievlak, waarvan in figuur 3 met de onderbroken streeplijn 26 de doorsnijding met de benen is weergegeven.

15 De werking van de magneetbandcassette met de reinigingselementen volgens de uitvinding is als volgt. Tijdens bedrijf kan de cassette worden toegepast op een magneetbandapparaat, waarbij de kaapstander door de-doorlaat-opening 11 geschoven wordt. In het geval van een zogenaamd auto-reverse apparaat, worden twee kaapstanders door beide doorlaatopeningen 11 in figuur 20 1 gestoken. Bij het opleggen kunnen de reinigingselementen 16, zoals reeds vermeld, zich ten gevolge van de glijwanden 18 en 19 gemakkelijk over de kaapstander bewegen, waarbij ten gevolge van de geringere hoogte van benen 22 en 23 het reinigingselement 16 een kantelbeweging kan maken on hierbij een eventueel schuin, kantelend aanbrengen van de cassette, 25 zoals bijvoorbeeld met een klep gebruikelijk is, mogelijk te maken.

Bij deze beweging veren dè benen 22 en 23 uit, waarbij de geleidings-wanden 14 en 15 een goede geleiding voor het reinigingselement 16 leveren. Na het aanbrengen drukt de spits van het reinigingsdeel 17 in radiale richting tegen de kaapstander. Zoals in figuur 2 met stippel-30 lijnen is aangegeven is het hierbij van belang dat het reinigingselement 16 zich kan aanpassen aan de diameter van de kaapstander. Hierbij geeft de stippellijn 27 de gebruikelijke minimum diameter van de kaapstander aan, terwijl de stippellijn 28 de gebruikelijke maximum diameter van de kaapstander aangeeft. Tijdens bedrijf zal het reinigingsdeel 17 35 tussen de stippellijnen 27 en 28 met het vrije uiteinde gelegen zijn.

Het is hierbij van belang dat het contactgebied van het reinigingsdeel 17 met de kaapstander ongeveer diametraal gelegen is ten opzichte van het contactgebied van de kaapstander met het magneetbanddeel 8a, waar- 8301863 t PHN 10.699 6 door het niet werkzame reinigingselement 16 geen belemmering kan vormen voor een eventueel door de betreffende opening in de voorwand 6 gestoken magneetkopy zoals een wiskop. Tijdens bedrijf worden de krachten die door de kaapstander op het reinigingselement 16 worden uitgeoefend 5 effectief via de geleidingswanden 14 en 15 overgebracht op de overige delen van de behuizing en via de behuizing overgebracht op het apparaat. Hierdoor worden trillingen in het reinigingselement op effectieve wijze voorkomen. Bovendien wordt door de radiale positie van de spits van het reinigingsdeel 17 het optreden van zogenaamde"stick-slip"verschijnselen 10 voorkomen. Aldus is men ervan verzekerd dat tijdens bedrijf het werkzaam deel 17 voortdurend de reinigende werking op de kaapstander uitoefent.

Het van de kaapstander afgevoerde vuil kan via het reiniginsdeel 17 verplaatst worden naar de wanden 20 en 21 alwaar een voldoende opvangcapaciteit voor het vuil aanwezig is. Het is gebleken dat met deze 15 constructie het in de praktijk tijdens het gebruik van de cassette optredende vuil effectief kan worden opgevangen, waarbij eventueel te grote hoeveelheden vervuiling door de doorlaatopeningen 11 of de openingen in de voorwand 6 naar buiten kunnen treden. Het is verder gebleken dat door het voorkomen met het reinigingselement 16 van 2o vervuiling van de kaapstander de gewenste cirkelcylindrische vorm van de kaapstander behouden blijft, waardoor de kaapstander geen afwijkingen in axiale richting van het bandtransport kan opleveren.

Deze afwijkingen in axiale richting leveren namelijk bij een vervuilde kaapstander azimuth afwijkingen van het bandtransport langs de magneetkop op, 25 waardoor hoge tonen verlies zowel bij weergave als ook bij opname voorkomt. Aldus is door de reinigende werking men ervan verzekerd dat de vervuiling geen azimuthafwijkingen kan opleveren. De vervuiling, en de daarmee optredende konusvorm van de kaapstander veroorzaakt in de praktijk niet alleen azimuth fouten maar ook bandtransportafwijkingen 3P nabij de drukrollen 9 en een vastlopen van de haspels van de magneetband 8 rond de naven 7. Hierbij kunnen de bandranden geplooid worden en beschadigd worden. Door de reinigende werking van het reiniginaselement 16 kunnen ook deze verschijnselen op effectieve wijze worden voorkomen.

In de uitvoeringsvorm weergegeven volgens figuur 4 is de 35 scheidingswand 10 aan de voorwand 6 afgekeerde zijde voorzien van een steundeel 29 dat een drukveer 30 draagt. Ook de drukveer 30 werkt zoals de benen 22 en 23 in de vorige uitvoeringsvorm als een veermiddel voor het verend ondersteunen van een reiniginselement 31 dat verder 8301863 PHN 10.699 7 is uitgevoerd als het reinigingseleraent 16 in de voorgaande uitvoeringsvorm en dat ook voorzien is van een spitsvormig reinigingsdeel 32. Ook op deze wijze kan een reinigingselement in de magneetbandcassette worden opgesteld, waarbij de drukveer 30 een voldoende aandrukkracht 5 tegen de kaapstander oplevert.

Opgemerkt wordt dat bij niet omkeerbare cassettes, waarbij de kaapstander maar in één positie in de behuizing wordt gevoerd volstaan kan worden met één reinigingselement.· Ook wordt opgemerkt dat in het geval van een niet omkeerbare cassette één van de glijwanden 18 respec-10 tievelijk 19 weggelaten kan warden. In dat geval kan het reinigingsdeel 17 aan de betreffende zijde van het reinigingselement doorlopend zijn uitgevoerd.

15 20 25 .30 35 8301863

Claims (5)

1. Magneetbandcassette met een reinigingselement voor het reinigen van de kaapstander van een magneetbandapparaat, met een behuizing voorzien van twee ongeveer evenwijdige hoofdwanden, twee zijwanden, een achterwand en een voorwand, waarlangs een deel van de magneetband loopt voor samen- 5 werking met delen van het magneetbandapparaat, in welke behuizing nabij de voorwand het reinigingselement gelegen is dat een in de richting van het vrije einde spits toelopend reinigingsdeel omvat, met het kenmerk dat het reinigingselement in een richting ongeveer loodrecht op de voorwand verschuifbaar geleid is tussen twee met de behuizing verbonden 10 geleidingswanden en door veermiddelen in de richting van de voorwand wordt gedrukt, zodanig dat tijdens bedrijf de druk van het reinigingsdeel op de kaapstander ongeveer radiaal gericht is.

2. Magneetbandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het reinigingselement nabij het van het reinigingsdeel afgekeerde einde 15 twee elastische, ongeveer even lange benen omvat, welke de veermiddelen vormen, welke benen zich ongeveer loodrecht op de geleidingsrichting van het reinigingselement uitstrekken en nabij de vrije einden in de lengterichting verschuifbaar geleid zijn tussen met de behuizing verbonden geleidingsdelen.

3. Magneetbandcassette volgens conclusie 2, met het kenmerk dat gerekend in een richting loodrecht op de hoofdwanden de hoogte van de benen geringer is dan de hoogte van het overige deel van het reinigingselement en het reinigingselement symmetrisch gelegen is ten opzichte van een op gelijke afstand tussen de hoofdwanden gelegen symmetrievlak.

4. Magneetbandcassette volgens conclusie 3, met het kenmerk dat het reinigingsdeel gerekend in een richting loodrecht op de hoofdwanden nabij beide einden aansluit op een schuin gerichte glijwand van het reinigingselement.

5. Magneetbandcassette volgens conclusie 4, met het kenmerk dat 30 het reinigingselement aan de naar de voorwand gerichte zijde aan weerszijden van het reinigingsdeel gelegen vlakke wanddelen omvat. 35 8301863