NL8300606A - Terugzuiginrichting voor een behandelingsinstrument van een tandarts. - Google Patents

Description

p & c

W 5230-15 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Terugzuiginrichting voor een behandelingsinstrument van een tandarts.

Om het nadruppelen te verhinderen na het sluiten van een 5 schakelklep voor een uit een handinstrument van een tandarts uittredend koel- of spoelmiddel is reeds bekend om door een drukmedium bestuurde terugzuiginrichtingen te gebruiken (Duits octrooischrift 1077379/ DAS 1817520). Deze werken volgens het volgende principe:

Een schotelvormige membraan of een zuiger vormt een beweegbare 10 scheidingswand tussen twee kamers van een huis van de terugzuiginrichting. Elk van de beide kamers heeft tenminste één verbinding met een leiding voor het bij de betreffende kamer behorende medium. Bij het belasten van de beweegbare scheidingswand met een drukmedium (d.w.z.'éën van deze beide media) wordt deze scheidingswand tegen de werking van een terugbrengveer 15 in doorgebogen, in het geval van een membraan, of verschoven in het geval van een zuiger. Daarbij wordt het volume van de kamer voor het koel- of spoelmiddel verkleind, welk volume door de scheidingswand is gescheiden van de kamer voor het drukmedium. Bij drukont las ting van de drukmediumkamer brengt de terugbrengveer:de membraan, resp. de zuiger in de uitgangsstand 20 terug. Daarbij wordt het volume van de kamer voor het koel- resp. spoelmiddel groter, waardoor koel- of spoelmiddel in deze kamer wordt aange— zogen, welke kamer is verbonden met de verzorgingsleiding met koel- of spoelmiddel voor het instrument. Bij gelijktijdig sluiten, d.w.z. tegelijk met de drukontlasting van de drukmediumkamer, van een in de stroomrichting 25 gezien vóór de terugzuiginrichting aangebrachte schakelklep voor het koel- of spoelmiddel wordt dit door de genoemde volumevergroting van de uitlaat van het handinstrument weggezogen in de bijbehorende verzorgingsleiding .

Bij de praktische uitvoering is echter een op de beschreven 30 wijze werkende terugzuiginrichting met membraan tamelijk volumineus.

Voor het verkrijgen van een voldoende terugzuigvolume moet de diameter van de membraan overeenkomstig groot worden gekozen. Deze bepaalt dan de hoofdafmetingen van de terugzuiginrichting. Een onderbrengen van de inrichting voor het tandartsinstrument in een kleine ruimte is daardoor 35 niet mogelijk.

Dit nadeel heeft men reeds getracht op te heffen door de toepassing van een zuiger in plaats van een membraan. Daarbij treden echter weer andere problemen op, nl. betreffende de onderlinge afdichting van de beide genoemde kamers. Daar de juiste vorming van een mengsel van 40 water en lucht als zogenaamde spray aan de uitgang van het tandartinstrument 8300606 \ψ - 2 - staat of valt met een goede scheiding van de beide media binnen de verzorgingsinrichting, dus in het bijzonder ook in de terugzuiginrichting, moet de zuiger van een dergelijke inrichting zorgvuldig ten opzichte van zijn cilinder afdichten.

5 Dit geschiedt bij de stand van de techniek door passend sterk voorgespannen o-ringen, die op meer dan een wijze nadelig zijn voor de verschuifbaarheid van de zuiger in zijn cilinder en storingen in de werking kunnen veroorzaken doordat de ringen gaan vastzitten.

Het doel van de uitvinding is, uitgaande van de beschreven 10 stand van de techniek, een met drukmedium bestuurde terugzuiginrichting volgens conclusie 1 voor, te stellen, die enerzijds in een kleine ruimte kan worden ondergebracht en anderzijds een zekere werking heeft met scheiding van de drukmediumkamer van de kamer voor het koel- of spoel-! middel.

15 Ten opzichte van de bekende terugzuiginrichtingen met zuiger heeft de voorgestelde inrichting bovendien het voordeel dat veel grotere toleranties van de zuiger- en cilinderdiameter kunnen worden toegelaten, hetgeen de fabricage goedkoper maakt.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de 20 hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld van de terugzuig-r inrichting volgens de uitvinding is weergegeven.

De cilinder is een passend in een boring van een huis 1 aangebrachte bus 2. Tussen het, :in de tekening gezien, rechter einde vari de bus 2 en een in het rechtereinde naar binnen stekende steunbus 3 is 25 het omgestulpte einde van het rubber-elastische afdichtelement 4 afgedicht vastgeklemd, welk element in niet-gemonteerde toestand een aan beide einden open buis is. Aan het niet door het afdichtelement omgeven einde van de steunbus heeft deze een kraag 5, waarmee deze bus passend in de boring 6 van het huis 1 is aangebracht. Een in een uit-30 sparing van deze kraag 5 aangebrachte o-ring dient uitsluitend voor de statische afdichting van de steunbus 3 in de boring 6 van het huis 1.

Het andere einde van het afdichtelement is door een omkraling afdichtend verbonden met het, in de tekening gezien, rechter einde van de zuiger 7 die geen directe radiale aanraking met het binnenvlak van de cilinder 35 heeft en waarvan de radiale geleiding binnen de cilinder wordt verkregen door het afdichtelement 4 en de terugbrengveer 8. De als drukveer uitgevoerde terugbrengveer 8 ligt enerzijds aan tegen een veiligheidsring aan het, in de tekening gezien, linkereinde van de zuiger 7 en anderzijds tegen een inzetstuk 9, dat met o-ringen ten opzichte van de boring 6 40 van het huis statisch is af gedicht, welk inzetstuk zich aan het, in de 8300606

A

.

- 3 - tekening gezien linkereinde van de boring 6 bevindt. De tussen het in-zetstuk 9 en de boring 6 gevormde ringvormige kamer 10 is enerzijds verbonden met een toevoerkanaal 11 voor het koel- resp. spoelmiddel en anderzijds met de inlaat van een in het inzetstuk 9 geschroefde schakel-5 klep 12 voor het koel- of spoelmiddel. De uitlaat 13 van deze schakel-klep mondt uit in de kamer 14 van de terugzuiginrichting, bestemd voor het koel- of spoelmiddel. Deze kamer is via een uitlaatkanaal 15 verbonden met een niet weergegeven verzorgingsleiding, die voert naar het handinstrument voor de tandarts en dit van het koel- en spoelmiddel voor-10 ziet.

In de tekening is de zuiger 7 weergegeven in een door het drukmedium belaste stand, welk drukmedium de zuiger bestuurt en via een drukmediumkanaal 16 aan de kamer 17 kan worden toegevoerd. In deze stand drukt de naar de kamer 14 voor het koel- en spoelmiddel toegekeerde 15 eindzijde van de zuiger tegen een bedieningsstift 18 van de in het inzetstuk 9 geschroefde schakelklep 12 en houdt deze klep in de geopende stand. Daardoor is onder invloed van het drukmedium in de kamer 17 een doorvoer mogelijk van het koel- resp. spoelmiddel via het toevoerkanaal 11 naar het uitlaatkanaal 15 en verder naar een niet-weergegeven uittreedtpunt 20 aan het tandartsinstrument.

De terugzuigwerking op het koel- of spoelmiddel, zodanig dat dit van de uitgang van het tandartsinstrument wordt weggezogen naar de ver-zorgingsleiding, wanneer de koel- resp. spoelmiddelstrocm wordt onderbroken, verkrijgt men nu door drukontlasting van de kamer 17 voor het 25 drukmedium. Daardoor wordt de zuiger door de terugbrengveer 8 in een het volume van de kamer 14 vergrotende eindstand gedrukt, terwijl in het begindeel van deze teruggaande zuigerslag de zuiger de bedieningsstift 18 loslaat en de schakelklep 12 sluit. Tijdens de verdere teruggaande slag van de zuiger wordt nu koel- resp. spoelmiddel in de kamer 14 aangezogen via 30 het uitlaatkanaal 15.

35 8300606

Claims (2)

1. Terugzuiginrichting om nadruppelen te beletten na het sluiten van een schakelklep voor een uit een tandartsinstrument uittredend koel-resp. spoelmiddel, welke inrichting is voorzien van a) een eerste en een tweede kamer van een cilinder voor resp. enerzijds 5 het koel- of spoelmiddel en anderzijds een drukmedium voor de besturing van de terugzuiginrichting, b) een in de langsrichting van de cilinder verstelbare en met een afdichtelement ten opzichte van de cilinder afgedichte zuiger, die 10 een beweegbare scheidingswand vormt tussen de eerste en de tweede kamer, c) een terugbrengorgaan dat op de zuiger werkt tegen het de terugzuiginrichting besturende drukmedium, d) tenminste een verbinding voor elk der beide, kamers met een leiding 15 voor het bij de betreffende kamer behorende medium, met het kenmerk dat het afdichtelement een omstulpbare membraan is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afdichtelement bestaat uit een aan de beide einden open buis van rubber -elastisch materiaal, die in gedeeltelijk omgestulpte toestand is gemonteerd 20 en waarvan de einden afgedicht zijn verbonden met enerzijds de cilinder-, mantel en anderzijds de zuiger. 25 30 8300606