NL8300017A - Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen. - Google Patents

Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen. Download PDF

Info

Publication number
NL8300017A
NL8300017A NL8300017A NL8300017A NL8300017A NL 8300017 A NL8300017 A NL 8300017A NL 8300017 A NL8300017 A NL 8300017A NL 8300017 A NL8300017 A NL 8300017A NL 8300017 A NL8300017 A NL 8300017A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
stack
pusher
lifting
engagement
Prior art date
Application number
NL8300017A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kooi Selectie Beheer Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kooi Selectie Beheer Bv filed Critical Kooi Selectie Beheer Bv
Priority to NL8300017A priority Critical patent/NL8300017A/nl
Priority to EP19830201867 priority patent/EP0113155B1/en
Priority to DE8383201867T priority patent/DE3366901D1/de
Publication of NL8300017A publication Critical patent/NL8300017A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/075Constructional features or details
    • B66F9/12Platforms; Forks; Other load supporting or gripping members
    • B66F9/19Additional means for facilitating unloading
    • B66F9/195Additional means for facilitating unloading for pushing the load

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Load-Engaging Elements For Cranes (AREA)

Description

: η
INRICHTING VOOR HET VERPLAATSEN VAN EEN STAPEL
VOORWERPEN ZOALS DOZEN OF BALEN.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen, omvattende een gestel, een met het gestel verbonden, een draagvlak bepalende ondersteuningsconstructie voor de 5 stapel, en een met een heforgaan zoals een hijskabel op een afstand boven de ondersteuningsconstructie op het gestel aangrijpende hefinrichting.
Een dergelijke inrichting wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het laden van een schip en is bekend als C-haak. Deze 10 C-haak wordt aan een hijskabel gehangen en omvat als ondersteuningsconstructie een vork. De C-haak kan met de vork in een laadbord worden gestoken, waarop zich de stapel dozen of balen bevindt. Het laadbord kan aldus met behulp van de hijskabel neergelaten worden in het laadruim van het schip. De 15 balen of dozen worden dan met de hand van het laadbord afgetild en in het ruim gestouwd. Gezien het gewoonlijk grote ge-w icht van dergelijke balen of dozen, is dit zwaar handwerk.
Het doel van de uitvinding is een inrichting van de in de aanhef omschreven soort te verschaffen, waarmee dit zware 20 handwerk kan worden beperkt.
Dit doel wordt bij een inrichting volgens de uitvinding bereikt door een met het gestel verbonden afduwinrichting omvattende een door geleidingsmiddelen over de ondersteuningsconstructie beweegbaar geleid en door aandrijfmiddelen aange-25 dreven, met een zijvlak van de stapel in contact komend duw-orgaan. De inrichting kan de stapel voorwerpen op de juiste plaats in het ruim neerlaten, op de bodem of op een laag reeds geladen dozen of balen. Door het in werking stellen van de afduwinrichting wordt de inrichting onder de stapel 30 voorwerpen uitgetrokken. De stapel blijft dus op de juiste plaats achter. De inrichting kan opgehesen worden en in korte tijd kan een volgende stapel in het ruim worden geladen.
De ondersteuningsconstructie kan een plaatvormig element 0^ zijn. De stapel voorwerpen, die bijvoorbeeld aangevoerd 35 wordt op een laadbord, kan met een op zichzelf bekende om- \ 8300017 -2- ï r keerinrichting omgekeerd op de ondersteuningsconstructie worden geplaatst, zodat het laadbord vrij komt. De aldus omgekeerde stapel wordt door de inrichting in het ruim geplaatst.
5 De aandrijfmiddelen kunnen bijvoorbeeld met elektrische energie werken, waarbij de vereiste elektrische spanning met een kabel van buiten af of met een accu wordt toegevoerd.
Ook kunnen de aandrijfmiddelen hydraulisch zijn en met een elektrisch of met de hand aangedreven pomp werken.
10 Bij een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding grijpt het heforgaan aan op een tussen een hoge en een lage stand beweegbaar met het gestel verbonden aan-grijpingsorgaan dat gekoppeld is met, althans bij de beweging van de lage naar de hoge stand, energie opnemende ener-15gie-opslagmiddelen. Hierdoor zijn geen elektrische of hydraulische leidingen van buitenaf nodig, of een laadapparaat voor het laden van een accu. De energie voor de aandrijfmiddelen wordt verkregen uit een vrije slag van het heforgaan ten opzichte van het gestel. Op deze wijze wordt een inrich-20ting verkregen die volkomen onafhankelijk is van uitwendige energievoorziening en daardoor weinig kwetsbaar en gemakke-lijk in het gebruik is. De inrichting kan samenwerken met elke gewenste hefinrichting.
De energie-opslagmiddelen omvatten bij voorkeur een hy 25draulische vijzel en een hiermee gekoppelde hydraulische accumulator. Op deze wijze wordt een constructief gunstige en voor ruw gebruik geschikte uitvoering van de inrichting verkregen.
Een verdere gunstige ontwikkeling van de inrichting 30volgens de uitvinding wordt verkregen wanneer het aangrij-pingsorgaan een aan het gestel gelagerde hefboom omvat, aan een eerste hefboomarm waarvan het heforgaan en aan een tweede hefboomarm waarvan de vijzel aangrijpt, waarbij de vijzel zodanig met de hefboom en het gestel is verbonden, dat 35in de lage stand het aangrijpingspunt van het heforgaan zich aanzienlijk beneden het lager bevindt en het aangrijpingspunt van de vijzel zich in hoofdzaak op dezelfde afstand van zijn met het gestel verbonden einde bevindt als het lager, terwijl in de hoge stand het aangrijpingspunt van het hefor- 8300017 • .... _____________________ « 4 -3- gaan zicTi in hoofdzaak op dezelfde hoogte als het lager en het aangrijpingspunt van de vijzel zich op een aanzienlijk andere afstand van zijn met het gestel verbonden einde dan het lager bevindt. Deze maatregel heeft tot gevolg dat bij 5 het begin van de beweging van het aangrijpingsorgaan van de lage naar de hoge stand, een kleine overbrengingsverhouding tussen de beweging van het heforgaan en de vijzel wordt verkregen, terwijl juist aan het einde van de slag een grote overbrengingsverhouding wordt gevormd. Naarmate de druk van 10 de hydraulische vloeistof in de vijzel en de drukaccumulator toeneemt, neemt de op de vijzel uitgeoefende kracht dus toe.
Op deze wijze wordt een minimale slag van het aangrijpingsorgaan bereikt, zodat een gunstige compacte constructie kan worden verkregen.
15 Wanneer volgens de uitvinding met het duworgaan houd- middelen voor een zich onder de stapel bevindend plaatvormig element zijn verbonden, kan de afduwinrichting bij zijn teruggaande slag ook een stapel voorwerpen op de ondersteu-ningsconstructie trekken. De stapels voorwerpen kunnen op de-20 ze wijze ook eenvoudig worden gelost.
Teneinde de inrichting met een minimale weerstand over de bodem of de reeds gestapelde lagen balen of dozen te laten bewegen, bij het in werking stellen van de afduwinrichting, draagt het gestel, aan het van de ondersteuningscon-25 structie afgekeerde einde, om een zich dwars op de bewegingsrichting van het duworgaan uitstrekkende as roteerbare steun-wielen. Deze rijden bij de afduwbeweging met een minimale weerstand over de onderliggende laag.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding blij-30 ken uit de navolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeel-den van de uitvinding, aan de hand van de bijgevoegde tekeningen .
Fig. 1 toont in perspectivisch aanzicht, met gedeeltelijk weggebroken delen, een eerste uitvoeringsvorm van de in-35 richting volgens de uitvinding.
Fig. 2-4 tonen in perspectivisch aanzicht het op een inrichting volgens de uitvinding aanbrengen van een stapel voorwerpen.
Fig. 5 en 6 tonen in perspectivisch aanzicht een in- 8300017 I » -4- richting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, in gebruik.
Fig. 7 toont in met fig· 1 overeenkomend perspectivisch aanzicht een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrich-5 ting volgens de uitvinding.
Fig. 8 en 9 tonen schematisch respectievelijk de lage en de hoge stand van het aangrijpingsorgaan van de in fig. 7 getoonde inrichting.
De inrichting 1 volgens de uitvinding omvat een ge-10 stel 2 waarmee een een draagvlak bepalende ondersteuningscon-structie 3 is verbonden. Op de ondersteuningsconstructie 3 kan, op de nader aan de hand van de volgende figuren te beschrijven wijze, een stapel voorwerpen zoals dozen of balen worden ondersteund. De inrichting 1 omvat verder een hefin-15 richting 4, die in dit uitvoeringsvoorbeeld gevormd'wordt door een verder niet getoonde hijskraan, waarvan het hefor-gaan in de vorm van een hijskabel 5 met het gestel 2 is gekoppeld.
Volgens de uitvinding is met het gestel 2 een afduw-20 inrichting 6 verbonden. De afduwinrichting 6 omvat een duw-orgaan 7 dat over de ondersteuningsconstructie 3 kan bewegen. Het duworgaan 7 wordt bij deze beweging geleid door ge-leidingsmiddelen. Deze geleidingsmiddelen omvatten leidbanen 10 in de ondersteuningsconstructie 3, waarin glijdschoenen 2511 van het duworgaan kunnen glijden. Het duworgaan 6 wordt in een verticale stand gehouden door een leidarm 15 die twee bij 17 scharnierend met elkaar verbonden platen lö en 18 omvat. De platen 16 en 18 zijn door middel van scharnieren 19, 20 met respectievelijk het duworgaan 6 en balken 21, 22 van 30het gestel 2 verbonden. De door de scharnieren 17, 19 en 20 bepaalde aslijnen lopen evenwijdig. Bij het uitschuiven van het duworgaan 6 wordt dit dus door de leidarm 15 verticaal gehouden.
Op de duwplaat 6 grijpen aan weerszijden in steunen 3514 twee gelede duwarmen 12. Aan hun einde nabij het gestel 2 zijn de duwarmen 12 elk vast verbonden met een in het gestel 2 gelagerde as 13. Door de vaste verbinding van de duwarmen 12 met de as 13 wordt het schranken van de duwplaat 6 voorkomen.
8300017 * 4 -5-
Op de duwarmen 12 grijpen gaffels 27 van hydraulische vijzels 25, 26 aan. De hydraulische vijzels 25 en 26 worden via leidingen 28 gevoed met hydraulische olie onder druk met een hydraulische inrichting 24. De hydraulische inrichting 5 24 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een reservoir 32 voor hydraulische olie, welke uit het reservoir 32 onder druk gebracht wordt door een op zichzelf bekende een geheel met een elektromotor vormende motor/pompeenheid 34. De elektromotor van deze eenheid 34 wordt via een schakelaar 30 gevoed uit 10 een accu 33. Bij het bedienen van de schakelaar 30 treedt de pomp in werking en levert olie onder druk aan de vijzels 25, 26. Met behulp van de omschakelklep 29 kan olie onder druk naar keuze onder de zuiger of boven de zuiger van de hydraulische vijzels worden gestuurd. Op deze wijze kan de duw-15 plaat 6 dus respectievelijk weggeduwd of ingetrokken worden.
Aan het tegenover de ondersteuningsconstructie 3 gelegen einde van het gestel 2 is een opstaande rand 35 gevormd, die als slede functioneert. Bij de nog te beschrijven werking van de inrichting kan deze met behulp van deze slede 20 over een laag opgestapelde balen of dozen glijden.
Behalve hydraulische aandrijfmiddelen kan de inrichting volgens de uitvinding ook met een elektromotor werkende aandrijfmiddelen omvatten, die het duworgaan 6 bewegen door middel van bijvoorbeeld schroefspillen of met een kabelover-25brenging. Ook kan een hydraulisch systeem worden toegepast met een handpomp.
Fig. 2 tot en met 4 tonen een mogelijke wijze van het op de ondersteuningsconstructie van een inrichting volgens de uitvinding deponeren van een te verplaatsen stapel voor-30werpen. In de figuren zijn deze voorwerpen zakken of balen.
De stapel 40 zaken wordt aangevoerd op een laadbord 41 met behulp van een vorkhefwagen 42. Deze vorkhefwagen is voorzien van een kantelinrichting 43 die een steunplaat 44 en een zijsteun 45 omvat. De steunplaat 44 wordt tegen de bo-35venzijde van de stapel 40 aanbewogen. Zoals in fig. 3 wordt getoond kan de vork die het laadbord 41 opneemt tezamen met de steunplaat 44 en de zijsteun 45 over 180' kantelen. De stapel 40 rust in de geheel gekantelde situatie, zoals in fig. 4 getoond, op de steunplaat 44. De zijsteun 45 dient om 8300017 i * -6- te voorkomen dat tijdens het kantelen de stapel 40 uit elkaar valt. De ondersteboven op de steunplaat 44 ondersteunde stapel 40 wordt van de vorkhefwagen 42 afgeduwd op de inrichting 50 volgens de uitvinding, door middel van een duwin-5richting 46 die in principe overeenkomt met de aan de hand van fig. 1 beschreven duwinrichting. De vorkhefwagen 42 wordt hiertoe met de steunplaat 44 tot op de ondersteunings-constructie 51 van de inrichting 50 bewogen. Door vervolgens de duwinrichting 46 te bedienen, wordt de vorkhefwagen 10 42
De stapel 40 zaken wordt aangevoerd op een laadbord 41 met behulp van een vorkhefwagen 42. Deze vorkhefwagen is voorzien van een kantelinrichting 43 die een steunplaat 44 en een zijsteun 45 omvat. De steunplaat 44 wordt tegen de bo-15 venzijde van de stapel 40 aanbewogen. Zoals in fig. 3 wordt getoond kan de vork die het laadbord 41 opneemt tezamen met de steunplaat 44 en de zijsteun 45 over 180' kantelen. De stapel 40 rust in de geheel gekantelde situatie, zoals in fig. 4 getoond, op de steunplaat 44. De zijsteun 45 dient om 20 te voorkomen dat tijdens het kantelen de stapel 40 uit elkaar valt. De ondersteboven op de steunplaat 44 ondersteunde stapel 40 wordt van de vorkhefwagen 42 afgeduwd op de inrichting 50 volgens de uitvinding, door middel van een duwinrichting 46 die in principe overeenkomt met de aan de hand 25 van fig. 1 beschreven duwinrichting. De vorkhefwagen 42 wordt hiertoe met de steunplaat 44 tot op de ondersteunings-constructie 51 van de inrichting 50 bewogen. Door vervolgens de duwinrichting 46 te bedienen, wordt de vorkhefwagen 42 van de inrichting 50 weggeduwd, waarbij de steunplaat 44 on-30 der de stapel wordt weggetrokken. Het laadbord 41 blijft achter op de vork 53 van de vorkhefwagen 42 en is daardoor direct beschikbaar voor hergebruik.
De aldus van een stapel zakken 40 voorziene inrichting 50 wordt met behulp van de hijskabel 52 naar de gewenste 35 plaats gehesen en daar van de inrichting afgeduwd met behulp van de duwinrichting 54 van de inrichting 50.
Zoals in fig. 5 en 6 getoond wordt kan een inrichting 55 volgens de uitvinding op gunstige wijze zijn voorzien van houdmiddelen 61 voor het vasthouden van een zich onder de 8300017 Λ « -7- stapel 60 bevindend plaatvormig element 59. De stapel 60 kan op overeenkomstige wijze als in de figuren 2-4 wordt getoond worden aangevoerd, waarbij men op de ondersteuningsconstruc-tie van de inrichting volgens de uitvinding eerst een derge-5 lijke plaat 59 aanbrengt, voordat de stapel op de ondersteu-ningsconstructie wordt geplaatst. Ook is het mogelijk dat de stapel toegevoerd wordt reeds op een dergelijke plaat en met behulp van een vorkhefwagen met afschuifinrichting direct met de plaat op de inrichting volgens de uitvinding wordt ge-10 schoven. Zoals fig. 5 toont wordt de inrichting 55 neergelaten in het ruim 57 van een schip 56. De inrichting 55 wordt neergezet op een reeds in het ruim 57 aanwezige laag balen 58. Door de duwinrichting 63 van de inrichting 55 te bedienen, wordt de stapel 60 op zijn plaats geschoven of wordt de 15 inrichting 55 onder de stapel 60 uit getrokken.
Bij het lossen van de balen wordt de inrichting 55 met de hijskabel 64 op de plaats voor een betreffende, op een plaat 59 liggende stapel 60 gepositioneerd. De duwinrichting 63 wordt met de aandrijfmiddelen in zijn uitgeschoven stand 20 gebracht waarbij de plaat 59 in een uitsparing 62 aan de onderzijde van het duworgaan kan vallen. De houdmiddelen 61 worden geactiveerd, waardoor de plaat 59 vastgeklemd wordt aan het duworgaan. Vervolgens worden de aandrijfmiddelen van de duwinrichting 63 in tegengestelde zin ingeschakeld, zodat 25 het duworgaan op de inrichting 55 teruggeschoven wordt. Hierbij wordt de plaat 59 op de ondersteuningsconstructie 65 getrokken. Hu kan de inrichting 55 met daarop de stapel 60 met de hijskabel 64 opgetild worden en uit het ruim worden afgevoerd.
30 Fig. 7 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van de in richting volgens de uitvinding. Deze inrichting 70 komt gedeeltelijk overeen met de in fig. 1 getoonde inrichting. De inrichting 70 omvat een gestel 71 waarmee een ondersteuningsconstructie 72 voor het ondersteunen van een stapel is ver-35 bonden. De afduwinrichting 73 van de inrichting 70 komt geheel overeen met de in fig. 1 getoonde inrichting en behoeft derhalve niet verder te worden besproken. Wel kan nog worden gewezen op de uitsparing 68 onderaan het duworgaan en de houdmiddelen 69 voor een plaatvormig orgaan, zoals besproken f 8300017 * · t * -8- aan de hand van fig. 5 en 6.
Een belangrijk verschil met de in fig. 1 getoonde inrichting is het feit dat de inrichting 70 voor de aandrijf-middelen 74 van de afduwinrichting 73 geen van buitenaf te 5 voeden energiebron omvat, zoals een regelmatig op te laden accu of een door afzonderlijke leidingen te voeden elektromotor .
Bij de inrichting van fig. 7 grijpt het heforgaan in de vorm van de hijskabel 78 aan op een aangrijpingsorgaan in 10 de vorm van een hefboom 75. Deze hefboom 75 is door middel van een lager 76 zwenkbaar in het gestel 71 gemonteerd en kan bewegen tussen een hoge en een lage stand. Aan de van het aangrijpingspunt 77 van de hijskabel 78 tegenoverliggende einde van de hefboom 75 grijpt, in het scharnierpunt 79, 15 een hydraulische vijzel 74 aan. De hydraulische vijzel 74 is met zijn andere einde 80 scharnierend met het gestel 71 verbonden. De hydraulische vijzel 74 is door middel van leidingen gekoppeld met enerzijds een reservoir 81 voor hydraulische olie en een hydraulische drukaccumulator 82. Wanneer 20 nu de inrichting 70 met daarop een stapel voorwerpen door de hijskabel 78 wordt opgetild, zal eerst, nog zonder dat het gestel 71 wordt opgetild, de hefboom 75 om het lager 76 zwenken. Hierbij wordt de plunjer van de vijzel 74 naar binnen geduwd en wordt de hierbij verdrongen olie in de drukaccumu-25 lator 82 geperst. Op deze wijze wordt een hoeveelheid energie opgeslagen die voldoende is om de afduwinrichting 73 te bedienen. Wanneer de hefboom 75 geheel in zijn hoge stand is gezwenkt, waarbij de vijzel 74 niet verder ingeduwd kan worden, of waarbij de hefboom 75 tegen de aanslag komt, wordt 30 de inrichting 70 opgetild. Bij het weer neerzetten van de inrichting 70 wordt de hefboom 75 weer teruggezwenkt van zijn hoge naar zijn lage stand, onder invloed van het gewicht van de hijskabel 78, of met behulp van een niet getoonde veer. Hierbij zuigt de vijzel 74 hydraulische olie aan uit het 35 reservoir 81. Het spreekt vanzelf dat voor deze werking in de leidingen tussen het reservoir 81, de vijzel 74 en de drukaccumulator 82 geschikte terugslagkleppen zijn opgenomen.
De hydraulische olie onder druk in de drukaccu 82 kan 8300017 -9- 0 * » » met behulp van de leidingen 35 naar de hydraulische vijzels 86 voor de aandrijving van de afduwinrichting worden gevoerd. In de leidingen 85 is een tweestandenklep 83 opgenomen waarmee naar keuze een uitschuif- of een intrekbeweging 5 van de vijzel 86 wordt ingesteld. Door het bedienen van de bedieningsklep 84 wordt de gekozen beweging van de vijzel 86 in gang gezet.
De dimensionering van de vijzel 74 wordt zodanig gekozen dat het verplaatste volume aan hydraulische olie ruim 10 voldoende is voor het geheel uitschuiven of geheel intrekken van de vijzel 86. Bovendien is de dimensionering zodanig dat de opgewekte druk in de drukaccu 82 voldoende is voor het verplaatsen van de stapel voorwerpen.
Door de tweewegklep 33 om te schakelen in de intrek-15 stand voor de vijzel 86 en de bedieningsklep 84 open te zetten, wordt de afduwinrichting 73 automatisch teruggetrokken bij het weer optillen van de inrichting 70.
Wanneer bij een afduwbeweging een fout wordt gemaakt en de afduwinrichting teruggetrokken en opnieuw uitgeschoven 20 zou moeten worden, behoeft slechts de kabel 78 eenmaal omhoog en omlaag bewogen -te worden om weer voldoende druk in de drukaccu 82 ter beschikking te .hebben.
Zoals fig· 7 verder toont zijn aan het van de onder-steuningsconstructie 72 afgekeerde einde van het gestel 71 25 steunwielen 87 aangebracht. Deze steunwielen 87 kunnen roteren om een as 88 die zich dwars op de verplaatsingsrichting van de afduwinrichting 73 uitstrekt. Door deze steunwielen 87 wordt het onder een gepositioneerde stapel uittrekken van de inrichting 70 vergemakkelijkt.
30 Fig. 8 en 9 tonen schematisch de hefboom 75 van de inrichting 70 in respectievelijk de lage stand en de hoge stand. In de in fig. 8 getoonde lage stand bevindt het aangrijpingspunt 77 van de hefkabel 79 zich aanzienlijk beneden het lager 76 en bevindt het aangrijpingspunt 79 van de vij-35 zei 74 zich in hoofdzaak op dezelfde afstand van zijn met het gestel verbonden einde 80 als het lager 76.
In de in fig. 9 getoonde hoge stand van de hefboom 75 bevindt het aangrijpingspunt 77 van het heforgaan zich in hoofdzaak op dezelfde hoogte als het lager 76 en bevindt het 8300017 1 h -10- » · aangrijpingspunt 79 van de vijzel 74 zich aanzienlijk dichter bij het met het gestel verbonden einde 80 dan het lager 76. Door deze uitvoering wordt bereikt dat een gunstig verschil in hefboomverhoudingen wordt verkregen tussen het be-5 gin van de hefbeweging, dat wil zeggen vanuit de lage stand, en het einde van de hefbeweging, dat wil zeggen nabij de hoge stand. Zoals fig. 8 en 9 duidelijk laten zien, is de verhouding van de momentarmen 91 en 92 van respectievelijk de werkingslijn 90 van de hefkracht en de reactiekracht van 10 de vijzel 74 aanzienlijk kleiner dan de verhouding van de momentarmen 93 en 94 in de hoge stand. In de hoge stand staat dus een bepaalde hefkracht tegenover een aanzienlijk grotere reactiekracht dan in de lage stand. Dit is gunstig, aangezien bij het indrukken van de vijzel 74 de tegendruk en 15 dus de reactiekracht toeneemt. Door een hefboom toe te passen waarvan de dimensionering voldoet aan de genoemde ligging van de respectieve aangrijpingspunten wordt dus een optimale benutting van de hefkracht bereikt, zodat de slag van het aangrijpingspunt 77 van de hefkracht ten opzichte van 20 het gestel minimaal is.
8300017

Claims (6)

1. Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen, omvattende een gestel, een met het gestel verbonden, een draagvlak bepalende ondersteunings-constructie voor de stapel, en een met een heforgaan zoals 5 een hijskabel op een afstand boven de ondersteuningsconstruc-tie op het gestel aangrijpende hefinrichting, gekenmerkt door een met het gestel verbonden afduwinrichting omvattende een door geleidingsmiddelen over de ondersteuningscon-structie beweegbaar geleid en door aandrijfmiddelen aangedre- 10 ven, met een zijvlak van de stapel in contact komend duwor-gaan.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het heforgaan aangrijpt op een, tussen een hoge en een lage stand beweegbaar met het gestel verbonden aangrijpings- 15 orgaan dat gekoppeld is met, althans bij de beweging van de lage naar de hoge stand, energie opnemende energie-opslagmid-delen.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de energie-opslagmiddelen een hydraulische vijzel en een 20 hiermee gekoppelde hydraulische accumulator omvatten.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het aangrijpingsorgaan een aan het gestel gelagerde hefboom omvat, aan een eerste hefboomarm waarvan het heforgaan en aan een tweede hefboomarm waarvan de vijzel aangrijpt, 25 waarbij de vijzel zodanig met de hefboom en het gestel is verbonden, dat in de lage stand het aangrijpingspunt van het heforgaan zich aanzienlijk beneden het lager bevindt en het aangrijpingspunt van de vijzel zich in hoofdzaak op dezelfde afstand van zijn met het gestel verbonden einde bevindt als 30 het lager, terwijl in de hoge stand het aangrijpingspunt van het heforgaan zich in hoofdzaak op dezelfde hoogte als het lager en het aangrijpingspunt van de vijzel zich op een aanzienlijk andere afstand van zijn met het gestel verbonden einde dan het lager bevindt.
5. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk, dat met het duworgaan houdmiddelen voor 8300017 -12- --4 een zich onder de stapel bevindend plaatvormig element zijn verbonden.
6. Inrichting volgens een van de vorige conclusies, met het kenmerk, dat het gestel, aan het van.de ondersteu-5ningsconstructie afgekeerde einde, om een zich dwars op de bewegingsrichting van het duworgaan uitstrekkende as roteerbare steunwielen draagt. 8300017
NL8300017A 1983-01-04 1983-01-04 Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen. NL8300017A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300017A NL8300017A (nl) 1983-01-04 1983-01-04 Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen.
EP19830201867 EP0113155B1 (en) 1983-01-04 1983-12-29 Device for moving a pile of objects such as boxes or bags
DE8383201867T DE3366901D1 (en) 1983-01-04 1983-12-29 Device for moving a pile of objects such as boxes or bags

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8300017A NL8300017A (nl) 1983-01-04 1983-01-04 Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen.
NL8300017 1983-01-04

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300017A true NL8300017A (nl) 1984-08-01

Family

ID=19841179

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300017A NL8300017A (nl) 1983-01-04 1983-01-04 Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP0113155B1 (nl)
DE (1) DE3366901D1 (nl)
NL (1) NL8300017A (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3404740A1 (de) * 1984-02-10 1985-08-14 Hermann Dipl.-Ing. 2080 Pinneberg Kruse Kranladegeschirr
GB2170481A (en) * 1985-02-01 1986-08-06 Pilkington Brothers Plc Gripper for stacking batches of glass sheets
CA1256913A (en) * 1985-02-26 1989-07-04 Raymond J. Boucher, Jr. Article manipulator for robot
US4789295A (en) * 1985-02-26 1988-12-06 International Business Machines Corp. Article manipulator for robot
DE29710971U1 (de) * 1997-06-24 1998-11-05 Autefa Maschinenfabrik GmbH, 86316 Friedberg Ballengreifer für umreifte Preßballen
US6622854B2 (en) 1998-06-08 2003-09-23 Stevedoring Services Of America, Inc. Method and apparatus for loading stacks of cartons of frozen animal products onto vessels using a carrier
US7780397B1 (en) * 2007-06-14 2010-08-24 Coastal Cargo Company, Inc. Method and apparatus for loading vessels using rotation
CN104444958B (zh) * 2014-10-15 2017-03-15 杭州娃哈哈科技有限公司 货物堆垛抓取器
CN104444964B (zh) * 2014-10-15 2017-02-22 杭州娃哈哈科技有限公司 一种可自动卸货的插取式抓取器
JP7340075B1 (ja) * 2022-08-02 2023-09-06 株式会社富士商会 パレット交換装置

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE716921A (nl) * 1968-06-20 1968-12-02
DE1816652C3 (de) * 1968-12-23 1980-01-31 Kaup Gmbh & Co Kg Gesellschaft Fuer Maschinenbau, 8750 Aschaffenburg Krangeschirr
FR2249004A1 (en) * 1973-10-25 1975-05-23 Barra Philippe Load hoist system using cable suspended forks - uses hydraulic rams to align fork and move it into pallet
AU488095B2 (en) * 1973-10-30 1975-05-01 B Q P Industries Inc. Slip pallet
US4262950A (en) * 1979-01-08 1981-04-21 Paper Converting Machine Company Lateral shifting device for crane

Also Published As

Publication number Publication date
EP0113155A1 (en) 1984-07-11
EP0113155B1 (en) 1986-10-15
DE3366901D1 (en) 1986-11-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2256454A (en) Industrial lift truck
US5743701A (en) Roll on roll off device with a portable support
NL8300017A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van een stapel voorwerpen zoals dozen of balen.
CA1302354C (en) Means for handling containers, load pallets or equivalent, and construction of a container, load pallet or equivalent handled with the means
US3942664A (en) Device for handling a load bucket removably mountable on a vehicle
US5697294A (en) Device for compressing tires for shipment in containers
US3645409A (en) Load transfer and pallet stacker
US3438525A (en) Apparatus and method for handling a load supported on a pallet
US4274794A (en) Lift truck having rotatable platen for handling unpalletized loads and method for using same
US11014793B2 (en) Side loading attachment for forklift trucks
US3123232A (en) postlewaite
US4331320A (en) Clamp lift truck
US3024929A (en) Box turning device for fork-lift trucks
US2785818A (en) Stripper mechanism for lift trucks
US3244291A (en) Timber-carrying grab for overhead crane
US4526504A (en) Push-pull de-tiering system
US5102282A (en) Unit load transfer device and method
US3426927A (en) Movable platform with lift and turnover mechanism
US3126223A (en) kughler
US6171046B1 (en) Apparatus for retrieving and stacking bales
US1845043A (en) Industrial truck
CN111003520B (zh) 一种半自动堆垛下料车
NL9400772A (nl) Vorkhefwagen met vorksteun.
JPH10324425A (ja) 荷役装置及び荷役方法
JP3317993B2 (ja) ロボットによる製品積載方法およびその装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed