NL8204957A - Huishoudelijke wasdroger met een aan de bovenkant aangebrachte condensaat verzamelbak. - Google Patents

Description

0 ·- % t·.· ·;··’» VO 4021 • Titel: Huishoudelijke wasdroger met een aan de bovenkant aangebrachte condensaat verzamelbak.

De uitvinding gaat uit van een in de aanhef van conclusie 1 nader aangeduide huishoudelijke wasdroger.

5 Een dergelijke wasdroger is bekend uit het Duitse "Offenlegungsschrift" 2.933.513. Daarin is de verzamelbak gelegerd in een opneemruimte, op de diepste plaats waarvan een afvoerleiding is aangesloten, die uit de verzamelbak overgelopen condensaat terugvoert in de in het onderste gebied van de wasdroger aangebrachte opvanghouder. Deze opvanghouder staat in lOverbinding met een niveausignaalinrichting, die bij het overschrijden van een bepaald niveau door het teruggelopen condensaat, de besturing van de droger beïnvloedt.

De bekende uitvoering is betrekkelijk omslachtig, omdat een aanvullende slang en een bijbehorende slangaansluiting aan de opneemruimte 15nodig zijn. Daarbij moet de opneemruimte samen met de slangaansluiting zodanig worden uitgevoerd, dat de slang-aansluiting is aangebracht op de diepste plaats van de van alle zijden aflopende bodem. Dit bemoeilijkt de vervaardiging van de opneemruimte.

Opdat bij het verwijderen van de verzamelbak geen condensaat naar 20buiten stroomt, moeten de toevoeropening voor de condensaatstijgleiding en eventueel een bijzondere uitgietopening zover mogelijk naar de handgreep* dat wil dus zeggen naar de bedieningszijde zijn aangebracht. De overloop is met voordeel voorzien bij de toevoeropening en bevindt zich derhalve eveneens zeer dicht bij de bedieningszijde, zodat het gevaar van lek-25water naar de bedieningszijde bij het overlopen van de verzamelbak nimmer geheel is op te heffen.

Een bepaalde onveiligheid is nog, dat in het overgelopen condensaat meegevoerde draadresten van het wasgoed zich afzetten in de terugloop-leiding en deze geleidelijk verstoppen. Dan zou een bewaking van de vul-30toestand in de verzamelbak niet langer plaatsvinden en het overgelopen condensaat naar voren naar buiten komen. Bij ca. 3 1 opnamecapaciteit van de ruimtelijk beperkte verzamelbak zou de condensaatoverloophoeveel-heid uit een partij wasgoed altijd ca 1 1 bedragen, hetgeen op de plaats van opstelling van de wasdroger reeds aanzienlijke ongemakken geeft.

35 Aan de uitvinding ligt de opgave ten grondslag om een wasdroger 8204957

i V

-2- van de in de aanhef vermelde soort minder omslachtig uit te voeren, zodat eenvoudige vormen aanwezig zijn voor de verzamelbak en de opneem-ruimte en eenvoudige vervaardigingsstappen kunnen worden toegepast.

Ook moeten zo weinig mogelijk leidingdelen en zodoende montage-arbeid 5 nodig zijn. Gestreefd moet worden naar een gesloten leidingstelsel, waaruit een ongecontroleerd naar buiten treden van vloeistof zoveel mogelijk onmogelijk is. Ook het gevaar van het naar buiten lopen van condensaat bij het verwijderen van de verzamelbak moet zo klein mogelijk zijn. Ondanks deze eisen moet de verzamelbak gemakkelijk te hanteren zijn. 10 Voor het verwijderen van de verzamelbak mag bijvoorbeeld geen andere bedieningshandeling nodig zijn dan bijvoorbeeld het losflensen van een leiding.

Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost door de in het onderscheidend kenmerk van conclusie 1 vermelde maatregelen. Een bijzon-15 dere terugloopleiding en een hiervoor voorziene aansluiting kunnen vervallen, omdat bij toepassing van de uitvinding geen condensaat uit de gevulde verzamelbak overloopt. Na elk uitschakelen van de condensaatpomp wordt namelijk het teveel in de verzamelbak getransporteerde condensaat door de overloopboog en de stijgleiding teruggezogen in de opvanghouder.

20 Ongecontroleerd naar buiten komen van vloeistof is hierbij eveneens niet te vrezen.

De in de conclusies 2-6 vervatte onderscheidende maatregelen kunnen afzonderlijk of in combinatie met elkaar de in conclusie 1 gekenmerkte uitvinding voordelig verder uitvoeren.

25 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig. 1 een schematisch doorsnede-aanzicht is van de wasdroger,

Fig. 2 en 3 elk een uitvoeringsvorm tonen van de verbindingsplaats tussen de stijgleiding en het buisstuk aan de zijde van de verzamelbak, en 30 Fig. 4 een andere mogelijke uitvoering toont voor de overloop boog.

De in fig. 1 afgebeelde wasdroger bestaat uit een huis 1, een horizontaal draaibaar daarin gelegerde wastrommel 2 met een vulopening 3 aan de voorzijde en een in het onderste deel aangebrachte condensor 4, die willekeurig, bij voorkeur echter door lucht kan zijn gekoeld.

35 Via een luchtleiding 5 is de condensor 4 verbonden met een ventilator 8204957 '* . ft -3- 6, die de omgevingslucht via een verwarmingspijpregister 7 en de achterste trommelinlaat in de wastronael 2 transporteert. Daar wordt de lucht verrijkt met de in de was zich bevindende vochtigheid, en komt via de voorste uitlaat-en losopening 3 en het luchtkanaal 8 weer in de conden-5 sor 4 terug. In de condensor 4 zijn in een aantal lagen koelplaten 41 aangebracht, die vlakke holle ruimten omsluiten, die op een in fig. 1 niet afgebeelde wijze zijn verbonden met leidingdelen voor een koelmedium, bijvoorbeeld lucht. De van vocht te ontdoene afvoerlucht stroomt in een aantal lagen door de condensor volgens de in fig. 1 afgebeelde 10 pijlen. Op bekende wijze slaat daarbij de daarin zich bevinden vochtigheid neer op de koelplaten, vanwaar zij in de opvanghouder 42 onder de condensor 4 naar beneden druppelt en vandaar via een uitlaat 43, een pomp 44 en een stijgleiding 45 wordt getransporteerd in de verzamelbak 9.

15 De verzamelbak 9 is aangebracht in het bovenste deel van de wasdroger zijdelings naast de trommel, en heeft een met de bedienklep van de droger optisch overeenkomend voorvlak. Aan de verzamelbak bevindt zich een niet-afgebeelde handgreep. In de naar binnen geschoven toestand bedient de verzamelbak 9 aan het achterste einde een eindstandschakelaar 91, 20 die de juiste houderstand bewaakt en bijvoorbeeld de besturing van de droger uitschakelt wanneer de houder 9 niet op juiste wijze naar binnen is geschoven. De stijgleiding 45 eindigt in een buisstük 92 met een overloopboog 93, waarvan het vrije einde 94 van boven in de verzamelbak 9 reikt. De dompeldiepte 95 van het vrije einde 94 bepaalt 25 hierbij een ruimte 96 in de verzamelbak boven de opening van het vrije einde 94, welke ruimte zodanig groot moet zijn bemeten, dat tijdens een inschakelinterval van de condensaatpomp 44 getransporteerd condensaat volledig daarin kan worden opgenomen. Na het uitschakelen van de condensaatpomp 44 wordt dan de overmaatcondensaat uit de ruimte 96 door de 30 overloopboog 93 en de stijgleiding 45 weer teruggezogen in de opvanghouder 42.

In de opvanghouder 42 is een niveausignaalinrichting 46 aangebracht, die het condenseren uitschakelt zodra het niveau van het teruggelopen condensaat in de opvanghouder 42 een nog net toelaatbare hoogte heeft 35 overschreden. Dan kan de bediener van de wasdroger bovendien via optische 8204957 -4- en/of acoustische signaalinrichtingen duidelijk worden gemaakt, dat de verzamelbak 9 moet worden geleegd.,

Voor de aansluitplaats aan de overloopboog 93 zijn verschillende uitvoeringsvormen denkbaar, waarvan drie mogelijkheden zijn afgebeeld 5 in de fig. 2-4.

In fig. 2 gaat het om een aansluitplaats bij een verzamelbak, die bijvoorbeeld in horizontale richting uit de wasdroger kan worden genomen. De overloopboog 93 bevat een in hoofdzaak horizontaal lopend, hard veerkrachtig buisstuk 293 om de naar beneden gerichte opening waar-10 van een kegelvormig of bolvormig buitenvlak is gevormd. In de vergaarbak 29 is een opneemholte 291 aangebracht, die de buisverlenging 294 van het vrije einde 94 alsmede de daaraan gevormde opneemtrechter 292 herbergt. Daarbij werken het bolvormige buitenvlak en de opneemtrechter zodanig samen, dat de veerkrachtige druk van het buisstuk 293 zorgt 15 voor een bepaalde aangrijpstand van de verzamelbak 29 in de wasdroger. Bovendien vormen het bolvormige buitenvlak en de trechter een ringvormige afdichting op de verbindingsplaats tussen het buisstuk en de buisverlenging. De opneemtrechter 292 moet naar de opneemholte 291 een bepaalde ondichtheid hebben opdat de verdrongen lucht kan ontwijken uit de verzamelbak.

20 In een andere uitvoeringsvorm van deze verbindingsplaats is volgens fig.3 de overloopboog voorzien van een in de bewegingsrichting bij het verwijderen van de verzamelbak 39 aangebrachte buisstomp 393, die op de verbindingsplaats een vlakke buitenkegel draagt. Door deze buitenkegel wordt bij het naar binnenschuiven van de verzamelbak, de monding van de 25 buisstomp 393 beter gevonden en bij de verbinding met de buisboog 394 goed gecentreerd. De buisboog 394 heeft op de verbindingsplaats een aangepaste binnenkegel. In het voorbeeld van fig. 3 is de buisboog 394 uit een stuk verbonden met een deksel 395 voor een uitgietopening van de verzamelbak 39. De uitgietopening is hierbij zodanig groot gekozen, dat 30 de verzamelbak 39 via deze opening aanzienlijk sneller kan worden geleegd, dan door een opening overeenkomstig de buisboog 394. De buisboog 394 dient nog als handgreep voor het af nemen vein het deksel 395.

In fig. 4 is afgebeeld, dat de getoonde verbindingen in de overloopboog 93 ook tot stand kunnen worden gebracht wanneer de houder naar boven 35 moet worden verwijderd (pijlrichting A) of ook zijdelings respectievelijk 8204957 -5- naar voren ten opzichte van de wasdroger, maar bijzondere middelen zijn voorzien voor het grendelen van de juiste inbouwstand. Daartoe is in fig. 4 de overloopboog 493 omhooglopend uitgevoerd en haaks zijdelings omgebogen. De verbindingsplaats met het in de verzamelbak 49 aangebrachte 5 vrije einde 494 van de overloopboog kan volgens fig. 2 of ook volgens fig. 3 zijn uitgevoerd.

Bij een in de pijlrichting B te verwijderen verzamelbak 49 kan het vrije einde 494 van de overloopboog bestaan uit een zacht veerkrachtig deel, dat bij de verbindingsplaats een bijzonder goede afdichting 10 bereikt.

8204957

Claims (6)

1- Huishoudelijke wasdroger met een aan de bovenkant aangebrachte, naar de bedieningszijde verwijderbare verzamelbak voor uit een aan de onderkant aangebrachte opvanghouder met een niveausignaalinrichting . door een stijgleiding omhooggepompt condensaat uit een boven de opvang-5 houder aangebrachte condenseerinrichting, met het kenmerk, dat de stijgleiding (45) eindigt in een overloopboog (93) waarvan het vrije einde (94) van boven in de verzamelbak (9) reikt, waarbij de conden-saatpomp (44) zodanig lang is ingeschakeld, dat de omhooggepompte hoeveelheid condensaat in de ruimte (96) van de verzamelbak boven de 10 opening van het vrije einde plaatsheeft.

2. Droger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de overloopboog (93) bestaat uit een in hoofdzaak horizontaal lopend, hard veerkrachtig buisstuk (293) met een kegelvormig of bolvormig gevormd buitenvlak om de naar beneden gerichte opening, en uit een aan de verzamelbak 15 (29) aangebrachte opneemtrechter (292) voor het kegelvormige of bolvormige buitenvlak, alsmede een buisverlenging (294) aan het vrije einde.

3. Droger volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de trechter (292) en de buisverlenging (294) ééndelig zijn en zijn gezet in een opening (291) van de verzamelbak (29).

4. Droger volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de overloopboog (93) bestaat uit een in de bewegingsrichting van de bij het verwijderen van de verzamelbak (39) aangebrachte buisstomp (393) en een in de verzamelbak bevestigde en bij het ingezet zijn van de verzamelbak met de buisstomp overlappend verbonden buisboog (394).

5. Droger volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de einden van de buisstomp (393) en/of de buisboog (394) in het overlappingsgebied zijn voorzien van een vlakke buiten- respectievelijk binnenkegel.

6. Droger volgens conclusie 4 of 5 , met het kenmerk, dat de buisboog (394) uit een stuk is verbonden met een deksel (395) voor een in 30 vergelijking met de opening van het vrije einde grote uitgietopening van de verzamelbak (39). 8204957