NL8203334A - Veiligheidsstelsel met een aantal toegangsniveaus. - Google Patents

Description

% * ι - ____________________________ _____·..___________________________________ I vo 3693

Veiligheidsstelsel met een aantal toegangsniveaus.

' \

De uitvinding heeft betrekking op een veiligheidsstelsel, en meer in bet bijzonder op een stelsel voor het vers chaffen van verschil-lende toegangsniveaus tot bet veiligheidsstelsel.

Veiligheidsstelsels in bet aLgemeen vereisen de ingang van een 5 vooraf bepaalde digitale doorlaat- of toegangscode teneinde het stelsel buiten werking te stellen, zodat gemachtigde gebruikers van het stelsel binnen een bescbermd gebied vrij knnnen werken. Het beschermde ge-bied kan een bedrijf zijn, een woning· of zelfs een verblijfplaats in een gebouw. Deze beschermde gebieden worden gewoonlijk door twee al-10 gemeen verschillende soorten stelsels bescbermd. Het eerste soort stelsel· is gewoonlijk 2k uren per dag geopend en kan brandmelding bevatten of melding van een noodsituatie, die b.v. het bedienen zou kunnen zijn van een overvalschakelaar, bet optreden van een mediscbe noodtoestand of het bedienen van een "paniekknop" voor bet aanduiden van een niet ge-15 specificeerd noodgeval. Andere soorten doorlopend bewaakte stelsels be vatten geknoeimelding of accomodatiebewaking met inbegrip van het voor registratie en analyse overdragen van gegevens, zoals de temperatuur van bet gebonw, de keteldruk, enz.

Andere soorten bescherming, verscbaft door veiligheidsstelsels, 20 bevatten die, welke met tussenpozen worden bediend, b.v. *s nachts of wanneer het personeel een beschermde accomodatie verlaat. Deze soort melding bevat volumetrische beveiliging, waarbij bewegingssensoren van de supersone, passief infrarode of microgolfsoort beweging binnen een bepaald gebied melden. Andere soorten stelsels, die met tussenpozen 25 worden bediend, zijn omtrekmeldstelsels en meer in het bijzonder punt-meldstelsels, waarbij b.v. deurcontacten worden gebruikt voor het melden van het door de deur binnendringen in een gebouw. Trillingdetecto-ren b.v. melden voetstappen of het gebruik van zagen en acetyleenbran-ders, terwijl glasbreekdetectoren bet via bet breken van glas binnen-30 dringen melden. Bovendien worden voor brandkasten capacitieve nabijbeids- 8203334

ϊ I

- 2 - detectoren gebruikt. Het is een kenmerk van deze laatste soorten be-scherming, dat zij na de verktijd buiten verking moeten vorden gesteld door onderhoudspersoneel, s choonmaakpers one el of anderen, die toegang behoeven tot de accomodatie.. Het is echter venselijk, dat geen algemene 5 toegang tot bet stelsel aan dergelijk personeel vordt gegeven om bet in gevaar brengen van het gebele stelsel te voorkomen. Meer in bet bij-zonder is bet zeer nadelig een enkele doorlaatcode te geven aan een-ieder, die toegang behoeft tot een gebouv, omdat dit bet terugstellen mogelijk maakt van het stelsel, vaardoor een gebruiker gekozen bescher-10 mingslussen kan omzeilen of een gebruiker bet stelsel kan herprogramme-ren. Een dergelijke situatie staat gelijk aan bet uitgeven van een lo-per, die onbeperkt toegang verschaft tot een accomodatie. Samengevat kan een enkele doorlaatcode geen verschillende toe gangs nive aus ver-scbaffen. Een stelsel met een enkele doorlaatcode kan dus niet onder-15 scheiden tussen de werkzaambeden van een algemeen bedrijfsleider en die van een portier. Het is derhalve van voordeel, dat een stelsel vordt ingericht om verkzaam te zijn met codes, die zelfs dagelijks kunnen vorden toegevezen voor bet zodoende verscbaffen van slechts beperkte toegang voor bepaalde personeelniveaus.

20 Voor voningtoepassingen is bet soms venselijk mensen gedurende een beperkte tijdsduur, zoals gedurende een vakantie, toegang te geven tot een huis zonder een blijvende doorlaatcode te ontbullen, betgeen toegang op een ander moment dan het toegestane, mogelijk zou maken.

Het verscbaffen van een blijvende doorlaatcode zou in feite iemand een 25 loper geven, die op elk villekeurig' moment zou kunnen vorden gebruikt.

Veiligheidsstelsels, vaarbij gebruik vordt gemaakt van een enkele doorlaatcode lijden dua aan de onmogelijkheid verschillende toegangs-niveaios- tot de accomodatie in te stellen. Wanneer een enkele doorlaatcode vordt gebruikt, kan deze bovendien niet gemakkelijk vorden veran-30 derd voor tijdelijke toegangssituaties, in boofdzaak als gevolg van moeilijkbeden bij bet op de boogte stellen van alle gebruikers van bet stelsel.

In bet onderhavige stelsel zijn altbans tvee toegangsniveaus . verschaft door bet verscbaffen van een blijvende doorlaat- of toegangs-35 code en een veranderbare tijdelijke doorlaat- of toegangscode, vaarbij 8203334 i * - 3 - de tijdelijke doorlaatcode kan worden ingest eld na de ingang van de blijvende doorlaatcode. Bit geeffc de gebruiker met bet hoogste niveau de mogelijkheid van toegang naar keuze tot alle functies van het vei-ligheidsstelsel, maar verschaft een beperkte toegang tot een ander per-5 soneelniveau. De blijvende doorlaatcode kan b.v. bet buiten werking stellen van bet stelsel of gekozen delen van bet stelsel mogelijk maken, waarbij alle of een gedeelte van de in bet stelsel gebruikte sen-soren, de lusomzeiling en bet programmeren worden teruggesteld met in-begrip van bet instellen van de tiidelijke doorlaatcode. Aan de andere 10 kant kan bet gebruik van de tijdelijke doorlaatcode het buiten werking stellen mogelijk maken van slecbts een gedeelte van bet stelsel. Gren-delbare brandmeldersensoren aannemende in een lus van 2k uren, zou bet bij wijze van voorbeeld niet verstandig zijn iemand. anders dan een al-gemene bedrijfsleider de mogelijkbeid te geven deze sensoren terug te 15 stellen, aangezien de beslissing, dat een eerste noodtoestand voorbij is of niet aauwezig, gewoonlijk op een zeer hoog gezagsniveau wordt ge-nomen. Bovendien verijdelt bet geven van tijdelijke hulptoegang voor het herprogrammeren van een gebeel stelsel, de door het stelsel ver-schafte veiligheid.

20 la een uitvoeringsvorm wordt een vier-cijfercode gekozen en blijvend opgeslagen in een programmeerhaar dood geheugen (PROM). De vier-cijfercode maakt toegang mogelijk tot te kiezen functies, die een alarm buiten werking stel-rfunctie kunnen bevatten voor zowel "thuis" als ,fweg", waarbij sensoren in een zogenoemde nachtlus buiten werking 25 kunnen worden gesteld alsmede een sleutel, zoals een kiezer, die een alarnrboestand zou rapporteren aan b.v. een politiebureau, een brandweer-kazerne of een op afstand zich bevindend centraal bewakingsbureau. Voor stelsels, voorzien van alarmvertragingen voor bet mogelijk maken van ingang of uitgang, zou bovendien de ingang van de vier-cijfercode een 30 ogenblikkelijke alarmaanduiding kunnen verschaffen door het opheffen van de vertraging. De vier-cijfercode kan ook het omzeilen mogelijk maken van heschermende luss-en, zoals b.v. de omtrekmeldlussen, de bewe-gingsdetectorlussen en de detectorlussen die b.v. een brandkast binnen bet bescbermde gebied bescbermen. De ingang van de vier-cijfercode 35 maakt ook de bediening van het stelsel voor het beproeven mogelijk, het- 8203334 » w geen in vele gevallen een doorloopbeproeven be vat van alle in het stel-sel gebruikte sensoren. De vier-cij fercode maakt de ingang of bet schrappen mogelijk van een tijdelijke doorlaatcode. Tenslottekan de ingang van de blijvende vier-cijfercode dienen voor bet terugstellen 5 van het gehele stelsel, betgeen bet ontgrendelen kan bevatten van con-trolelampen en bet terugstellen van sensoren in de gehele accomodatie.

• Aan de andere kant kan de tijdelijke doorlaatcode slecbts een alarmuitschakelfunctie verschaffen, waarbij plaatselijke alarms kutinen worden uitgeschakeld teneinde toegang door bet lagere personeelniveau 10 tot de accomodatie mogelijk te maken. Het gebruik van tijdelijke doorlaatcode kan ook zijn voor bet verbreken van de verbinding van een toe-stand van alarm naar een op afstand liggende plaats.

Aanvullend kunnen tijdelijke toegangscodes voor bet opheffen zijn van niet gegrendelde alarmtoestandaanduidingen, zoals b.v. het 15 ongewild sturen van een overvalknop, welk sturen per ongeluk zou kunnen zijn veroorzaakt door personeel van bet tweede niveau. Voor alle gegrendelde alarmtoestanden, zoals b.v. brand of ongemachtigd binnendrin-gen van de omtrek, heeft bet tijdelijke personeel geen toegang tot bet uitscbakelen van bet stelsel als een aanvullende voorzorgsmaatregel 20 tegen bet door tijdelijk personeel in gevaar brengen van bet stelsel.

Tijdelijk personeel kan dus zijn uitgesloten van bet kunnen uitscbakelen ' ' van elektrische hekwerken, foto-elektrische sensoren, gebruikt voor bet beschermen van de terreinen van een bepaalde accomodatie, enz.

De ingang van de tijdelijke toegangscode beinvloedt in iin uit-25 voeringsvorm de 2k uur-lussen niet, waardoor een brandmeldlus werkzaam kan zijn ongeacbt of tijdelijk personeel zicb binnen bet gebied bevindt.

- Het uitrusten van bet veiligheidsstelsel met een aantal toegangs-niveaus door het verscbaffen van tijdelijke doorlaatcodes maakt het kie-zen mogelijk van de beschermingslussen, die door aangewezen personeel-30 niveaus in of buiten werking kunnen worden gesteld, alsmede bet verscbaffen van een gemakkelijke codeverandering om te beschermen tegen de gevolgen van tijdelijk personeel, dat de verkkring verlaat en derhal-ve de regeling van de gemacbtigde gebruikers van bet stelsel. Bovendien kan een' aanvullende veiligheidslaag. worden verkregen door bet verscbaf-35 fen van tijdelijke doorlaatcodes. met afnemende ingewikkeldheid, zodat 8203334 vr >* - 5 - b.T. een blijvende doorlaatcode vier cijfers kan hebben, terwijl een j tijdelijke doorlaatcode drie cijfers kan hebben. Het stdsel kan zijn uitgevoerd om yerkzaam te zijn met meer dan twee toegangsniyeans, vaar-bij verlaagde toegangsniveaus minder stelselfuncties kunnen belnvloeden.

5 Als een aanvullend veiligheidskenmerk is in een uitvoeringsvorm een tijdbepalingsschakeling verschaft voor het tot stand brengen van een tijdvenster, gedurende welke een tijdelijke doorlaatcode moet wor-den geprogrammeerd in een wisbaar geheugen. Als een aanvullende veilig— heidsvoorzorg-,wordt indien geen tijdelijke doorlaatcode is ingevoerd, 10 het tijdelijke doorlaatcodegedeelte van het stelsel nitgeschakeld, al-thans totdat de blijvende doorlaatcode veer is ingevoerd en een code-toets is ingedrukt.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 15 Fig.1 een blokschema is van het veiligheidsstelsel, vaarbij het gebruik van een blijvende en een tijdelijke doorlaatcode is verduideli jkt ;

Fig.2 een blokschema is, dat gekozen toegang verduidelijkt tot het veiligheidsstelsel door het gebruik van verschillende doorlaatco-20 des; en

Fig.3 een gedetailleerder blokschema is, dat ien uitvoeringsvorm verduidelijkt van het in fig.2 afgebeelde stelsel.’

Voor het verschaffen van een aantal toegangsniveaus tot een veiligheidsstelsel, en thans verwijzende naar fig.1, bevat het stelsel ge-25 woonlijk een regeleenheid 10 en een aantal zich overal in het te be-schermen gebouw bevindende sensoren, waarbij de sensoren gewoonlijk door veeldraadskabels zijn verbonden met de regeleenheid. De sensoren zijn in het algemeen gewoonlijk verdeeld in twee groepen, waarvan de eerste een groep terugstelbare sensoren is, die 2k uur per dag in wer-30 king zijn gesteld en. derhalve worden aangeduid als zijnde 2b uur-lus- sen. De terugstelbare sensoren bevatten, zoals afgebeeld in het met een onderhroken lijn aangegeven blok 12, branddetectoren l4, of een nood-toestanddetector 16, die als ingangen kan hebben een overvalschakelaar, een afstandszender voor een medisch noodgeval of een paniekknop, die 35 is ontworpen om bij bediening veiligheidspersoneel opmerkzaam te maken 8"2 0 3 3 3 4 • % ί----------------------------------------------------------- " ‘ ‘ j ί · - 6 - 1 op een niet gespecificeerd noodgeval. De alarm- en toestandsignalen ; vanaf de terugstelbare sensoren 12 worden over een overdrachtleiding 18 ! gedragen , die ook opdracht s i gnalen be vat en kracht, die vanaf de regel- eenheid wordt overgedragen naar de terugstelbare sensoren.

5 Aan de andere kant xsreen groep sensoren 20, welke sensoren met tussenpozen bediende sensoren zijn, die gewoonlijk fs nachts worden be-dreven voor bet melden van binnendringing in een bepaald gebied. Deze sensoren zijn veer verdeeld in twee klassen, waarvan de eerste een volumetrisehe bescbermingsgroep 22 is, die supersone bewegingssensoren 10 passieve infraroodsensoren 26 of microgolfbewegingssensoren 28

kan bevatten. De tweede groep is een omtreksbeschermings- en/of punt-meldgroep 30, die zich in bet algemeen bij de omtrek van de te bescher-men accomodatie bevindt, en deurcontaeten 32 of een glasbreekmeldinrich-ting 3^· bevat. Punt detect oren in bet beschermde gebied kunnen een tril-15 lingdetector 36 of een capacitief brandkastalarm 38 bevatten. De hier-voor vsrmelde soorten sensoren zijn op geen enkele wijze uitputtend voor de soort sensoren, dat in €en van de twee voorgaande categorieen kan vallen, maar zijn vrij gedetailleerd teneinde klassen sensoren te vertegenwoordigen, die tijdens normale werkuren buiten werking kunnen 20 zijn gesteld en 's nacbts of tijdens uren buiten werk in werking kunnen zijn gesteld. Deze sensoren zijn via een kabel b-0 verbonden met de re-geleenbeid 10, die ook kracht- en regelsignalen levert aan de sensoren. De regeleenheid bevat een toetsenbord k2 en functiescbakelaars waar-bij een van de uitgangen van de regeleenheid is gekoppeld aan een lo-25 kaal-aankondigingseenheid b6. De lokaalaankondiging.kan in de vorm zijn van een verlicht paneelbord, dat niet alleen bet optreden aangeeffc van een tepaalde alarmtoestand, maar ook de plaats daarvan, maar dat ook sirenes. en dergelijke kan bevatten voor bet geven van een hoorbare aanduiding van een alarmtoestand, die is waargenomen. Behaive lokaal-30 aankondiging, kan aankondiging buiten bet gebouw tot stand worden ge-bracbt door bet gebruik van een sleutel H8, die in het algemeen een kiezer bevat voor bet kiezen van een politiebureau, een brandweerbureau of een veiligheidsbureau buiten bet gebouw. In een uitvoeringsvorm is de uitgang van bet regelpaneel via een leiding 50 door een vertragings-35 keten 52 gekoppeld aan de sleutel, van welke vertragingseenheid bet doeL

8 2 0 3 3 3 4 .: : -τ- j · 1 bestaat uit het vertragen van de aankondiging buiten het gebouw van een r alarmtoestand in afwachting van het vaststellen of de alarmtoestandaan- \ ' duiding tot buiten het gebouw moet worden overgedragen in plaats van door personeel ter plaatse te worden aangepakt.

5 Een blijvende doorlaatcode 5^ wordt gevoerd in het toetsenbord k2 voor het in of buiten werking stellen van het gehele stelsel of voor het mogelijk maken van het veranderen van het stelsel om te voorzien in bepaalde behoeften. De ingang van de blijvende doorlaatcode kan b.v. een blokkerende functie mogelijk maken, vaarbij het gehele stelsel of 10 gedeelten daarvan buiten werking kan worden gesteld* Na het gebruiken van de blijvende doorlaatcode kunnen bovendien bepaalde terugstelbare sensoren worden teruggesteld of kunnen bepaalde· lussen of lussen binnen. lussen worden omzeild. Bovendien kan de ingang van de blijvende door- * laatcode het programmeren mogelijk maken van een tijdelijke doorlaat-15 code in een wisbaar geheugen in de regeleenheid voor het zodoende moge— lijk maken van het genoemde tweede toegangsniveau tot het stelsel. Ver-der maakt de ingang van de blijvende doorlaatcode het uitvoeren mogelijk van een beproevingsprogramma. Wanneer een tijdelijke doorlaatcode wordt gebruikt, kan een tijdelijke doorlaatcode, zoals afgebeeld bij 20 56, in het toetsenbord worden gevoerd, waarbij de mogelijkheid tot het veranderen van het stelsel is beperkt tot het blokkeren van de nacht-lussen als een voorbeeld. Zoals hiervoor vermeld, vereenvoudigt het ge-bruik van een tijdelijke of tweede niveau-doorlaatcode in belangrijke mate de veiligheid van het stelsel onder het toelaten van tijdelijke 25 toegang tijdens de uren buiten werk. Zoals schematisch afgebeeld door de onderbroken lijn 58 kan het gebr.uik van de tijdelijke doorlaatcode b.v. aahfcondiging buiten het gebouw verbreken, zoals door het bedienen van de schakelaar 60, of blokkeren dat de alarmtoestandsignalen van de sensoren 2Q worden overgedragen naar de regeleenheid, zoals aangeduid 30 door de schakelaar 62. Bovendien kan een plaatselijke aankondiging van een alarmtoestand worden geblokkeerd door b.v. de schakelaar 6U, waarbij alle voornoemde schakelaars zijn bediend voor het openen van de hijhehorende ketens wanneer de tijdelijke doorlaatcode in de regeleenheid is gevoerd.

35 Qp welke wijze een dergelijk stelsel verkzaam zou kunnen zijn, 8203334 - 8 - is verduidelijkt in fig.2, waarin dezelfde vervijzingscijfers zijn ge-bruikt voor bet aanduiden van gelijke elementen in fig. 1.. In deze fi-guur bevat,. zoals afgebeeld, de regeleenheid 10 bet toetsenbord h2 en de functietoetsen kk. Een van de functietoetsen kaa een zogenoemde 5 "codetoets" zijn, die samen met de ingang van een blijvende doorlaatco-de, de uitgang van het toetsenbord leidt naar een tijdelijk adrescode-gehepgen voor bet zodoende programmeren daarvan met een tijdelijke door-laatcode. In de afgebeelde nitvoeringsvorm is bet toetsenbord gekoppeld. aan een tijdelijke doorlaatcodedetector 66 en een blijvende doorlaat-10 code- en fuactiedetector 68, vaarbij de functietoetsen zijn gekoppdd aan de blijvende doorlaatcode en functiedetector 68. In bet in fig.2 afgebeelde stelsel zijn terugstelbare grendelsensoren 70 gekoppeld aan een veeldraadsoverdrachtleiding 72, die b.v. vordt gebruikt voor bet leveren van gelijkstroomkracbt van een gelijkstroomkracbtbron 7k aan 15 de sensoren via een gelijkstroomkracbtverbrekingsketen 76. Regelsigna-len voor de sensoren bevattende het in en buiten verking stellen daarvan, worden opgewekt door een sensorregeleenbeid 78»· die van een ge-bruikelijke soort kan zijn voor bet verscbaffen van regelsignalen langs een van de draden van de veeldraadskabel aan de sensoren. Aan aarde 20 draad is ook, zoals afgebeeld, een van de draden van de veeldraadskabel 72. De regeleenheid 10 heeft verder een sensortoestanddetector 79, gekoppeld aan een signaalleiding, die een van de leidingen is van de veeldraadskabel, en waarvan bet doel bestaat uit bet vaststellen van een alarmtoestandssignaal, komende van een van de aan· de veeldraads-25 kabel bevestigde sensoren. In een uitvoeringsvorm (niet getoond) kan het alarmsignaal in de signaalleiding in de vorm zijn van een van deze leiding genomen stroom, vaarbij bet stroomemen de alarmaanduiding ver-scbaft. De uitgang van de toestanddetector 79 is een signaal, dat over deleiding 80 vordt gelegd aan de lokaalaankondigingseenheid k6. In de 30 getoonde uitvoeringsvorm kan deze eenheid een paneel met licbten of andere aanvijzers 82 bevatten, die niet alleen de aanvezigheid van een alarmtoestand aanduiden, maar ook de plaats van de alarmtoestand. De plaats kan worden vastgesteld door gebruikelijke onderzoektechnieken, vaarbij een geklokfce sensoronderzoekplaatsbepaler 8k is gekoppeld aan 35 de sensorregeling 78 voor bet verscbaffen van bet in een in tijd ge- —B 2 0 3 314 - 9 - { ; t · . ·.

stuurde volgorde-aftasten of onderzoeken van. de verschillende sensoren. De terugkomst van een alarmtoestand aanduidend signaal op het moment, dat een sensor wordt onderzocht, wordt waargenomen aan de sensoronder-zoekplaatsbepaler 8U, die een bijbehorende aankondigingsaanwijzer 82 5 bedient.

De plants- en toestandsignalen kunnen ook worden gelegd aan de sleutel ^8, die een kiezer kan be vat ten, die automatisch wordt bediend overeenkomstig een trekkersignaal van een trekkerketen 86 voor het b.v. kiezen van een brandweer- of politiebureau, en het naar de plants bui-10 ten het gebouw overdragen van de toestand- en plaatssignalen.

Een van de uitgangen van de blijvende doorlaatcode en functie-detector is een signaal, dat wordt geleverd aan een beproevingsprogram-ma-eenheid 87» die is gekoppeld aan de veeldraadsoverdrachtleiding voor het starten van een beproevingsprogrammar waarbij tezelfdertijd de sen-15 sorregeling j8 wordt geblokkeerd. Tijdens het beproeven neemt de eenheid 87 alle sensorregelfuncties over om zodoende in staat te zijn de sensoren te bedienen overeenkomstig een vooraf bepaald beproevingsprogramma. Het beproevingsprogramma kan een "langsloop"-toets bevatten of andere gebruikelijke beproevingstechnieken.

20 Een wisselstroomkrachtbron 88 kan zijn gekoppeld aan de sensor- regeling 78 voor het verschaffen van wisselstroomkracht voor een van de sensoren, die dit nodig heeft, of voor het verschaffen van hoogfrequen-te draagsignalen, indien dit gewenst is.

In de afgebeelde uitvoeringsvorm is een. keten 9¼ voor het onder-25 kennen van knoeien gekoppeld over de leidingen van de veeldraadskabel, waarbij het onderkennen van het knoeien een alarmtoestand is, waarvoor een signaal via de leading 96 wordt gelegd aan de sensortoestanddetec-tor 79.

Tijdens bedrijf wordt de ingang van een tijdelijke doorlaatcode 30 waargenomen door de tijdelijke doorlaatcodedetector 66, die een blok-keersignaal ontwikkelt, dat, zoals afgebeeld, wordt gelegd aan de lo-kaalaankondiger ^6 en de trekkerketen 86 voor het blokkeren van lokaal-aankondiging en verbinding buiten het gebouw. Het blokkeren van de lo-kaalaankondiging kan ook het blokkeren bevatten van een hoorbare aandui-35 ding van een alarmtoestand, zoals wordt verschaft door een luidspreker B 2 0 TT3 4~ ~.......“ ^ - 10 - 98. Het is duidelijk, dat de bli'jvende doorlaatcode en functiedetector t bij· de ingang van.een blijvende doorlaatcode ook een blokkeersignaal verschaft voor dezelfde doeleinden. De ingang van een blijvende doorlaatcode verschaft echter aanvullende toegangsniveaus tot bet stelsel, 5 waarbij de tijdelijke doorlaatcode ban worden geprogrammeerd, bet stelsel kan worden beproefd, in welk stelsel verscbillende lussen kunnen worden omzeild, zoals aangeduidddoor de lijn, die loopt vanaf de permanent e doorlaatcode en functiedetector naar de sensorregeling 78 of tot gevolg kunnen bebben het aanleggen van het terugstelsignaal voor 10 bet terugstellen van alle terugstelbare gr endels ens or en.. Zoals gebrui-kelijk, kunnen terugstelbare sensoren worden teruggesteld door het eenvoudig verbreken van de gelijkstroomkracht naar de grendelende re-laiswikkeling,. gewoonlijk gebruikt in de sensor, 'betgeen op de afge-beelde wijze tot stand wordt gebracbt.

15 De functies van bet onderzoek van de sensoren, bet waarnemen van de soorten alarmsignalen, verschaft door de sensoren, de beproe-vingsprocedures en de mogelijkheid een lusomzeilfunctie te verschaf-fen, zijn gebruikelijk en worden hier niet bescbreven. Het is echter duidelijk, dat bet een kenmerk is, dat bet gebruik van een tijdelijke 20 doorlaatcode slecbts een beperkte toegang tot bet stelsel mogelijk maakt, doordat, zoals verduidelijkt in de uitvoeringsvorm van fig.2, de enige mogelijkheid daarvan bestaat uit het blokkeren van lokaal-aankondiging en aankondiging buiten het gebouw. Aan de andere kant maakt de inga.ng van de blijvende doorlaatcode aanvullende functies 25 mogelijk, zoals bet blokkeren, bet programmeren, bet omzeilen van een ... . lus., het beproeven en het terugstellen. Hoewel bet betrekkelijk vereen- voudigde stelsel van fig.2 werkzaam is voor het beschrijven van de gevolgen van toegang op een aantal niveaus, is het aantal functies, dattoegankelijk moet zijn voor een gebruiker met een bepaald niveau, 30 veranderlijk met de bepaalde stelseltoepassing. Hoewel slecbts twee toegangsniveaus zijn bescbreven in samenhang met de uitvoeringsvorm van fig.2, is bet duidelijk dat een willekeurig aantal toegangsniveaus dat verscbillende aantallen functies meebrengt, kan zijn opgenomen in een veiligheidsstelsel en binnen bet kader van- de uitvinding vallen.

35 Bij bet bescbrijven van eien soort stelsel voor bet op een aantal sr20‘3T3r··.............'....................................- i - 11 - » .

j ^ niveaus doorlaten van een code en thans vervij zende naar fig»3, vordt ; een toetsenbord 100 gebruikt voor bet sturen van een decodeerketen 102, die de uitgang van bet toetsenbord decodeert, In bet algemeen zijn toet-senborden nimierieke ingangsinricbtingen in tegenstelling tot het ver-5 schaffen van functietoetsen 10U, die ook kunnen zijn voorzien. Het toetsenbord beeft dus als hoofdfunctie het verschaffen van een doorlaatcode, tervijl de functietoetsen bet bedienen verschaffen van verschillende stelselfuncties, zoals het in werking stellen, het verschaffen van vo-ningbescherming wanneer de voning bezet is <Sf leeg, beschenning wanneer 10 het terrein niet vordt bevaakt, het beproeven van het veiligheidsstelsel , het dichtdrukken van ingangs- of uitgangsvertragingen, het terug-stellen of het uitschakelen. De decodeereenheid decodeert de uitgangen van het toetsenbord of de functietoetsen en verschaft gedecodeerde func-ties op de leiding 106, tervijl de gedecodeerde getallen, ingevoerd 15 bij het toetsenbord, via de leiding 108 worden gekoppeld aan een schuif-register 110» Een te programmeren dood geheugen 112 (PROM) is vooraf geprogrammeerd met een uit vier cijfers bestaande blijvende doorlaatcode. De PROM is verbonden met een vergelijkerketen Ilk, die de blijvende doorlaatcode vergelijkt met de in het schuifregister 110 gevoer-20 de code. Teneinde toegang te verkrijgen tot het stelsel vanaf het hoofdniveau, vordt de blijvende doorlaatcode ingetoetst op het toetsenbord 100 en zodanig bij 102 gedecodeerd, dat de getallen, b.v. 1,. 3, 2 en· l; in volgorde in het schuifregister 110 worden gevoerd. Bij het op-treden van de aangeduide code, produceert de vergelijker 11H een uit-25 gangssignaal over de leiding Ιΐβ, dat als een volledig openend signaal dient voor het gehele stelsel. Met ’’volledig openend’’ vordt bedoeld, dat toegang kan vorden verkregen tot elke stelselfunctie. Dit is veer-gegeven door het openen van een stelselregeleenheid 117, die terugstel-ling verschafb, het in verking stellen van een lus en beproevingspro-30 gramma's, aangegeven door de functietoetsen en gedecodeerd bij de decodeereenheid 102. Het signaal op de leiding ll6 vordt aanvullend gelegd aan een door een trekkerimpuls gestuurde multivibrator 118 voor het verschaffen van een tijdbepalend venster voor het programmeren van een tijdelijke doorlaatcode... In lea uitvoeringsvorm produceert de multivi- 35 hrator een uitgangsimpuls met een tijdsduur van h-5 seconden en overeen- 1_"820“3 33.·47"'' “ ; -12 - komende met een openende impuls van 1*5 seconden. De uitgang van de met een trekkerimpuls gestuurde multivibrator vordt verschaft aan een direct toegankelijk geheugen 120 (SAM) als een openende impuls» die het in de RAM schrijven van de tijdelijke doorlaateode mogelijk maakt,. in 5 dit geval gedurende 1*5 seconden. De decodeereenheid 102 decodeert een van de functietoetsen, t.v. de codetoets, voor het openen van de toege-vezen drie RAM-segmenten, toegewezen aan het tveede niveau of de tijdeli jke doorlaateode, die in dit geval een drie-cijfercode is. Indien daarna gedurende de openende impuls van 1*5 seconden vanaf de door een 10 trekkerimpuls gestuurde multivibrator 118, het toetsenbord 100 vordt bediend, vordt de gedecodeerde tijdelijke doorlaateode in de aange-duide segmenten in de RAM 120 gevoerd voor het zodoende verschaffen van een tijdelijke doorlaateode van 7» 3, 5, zoals aangeduid. Indien tijdens het venster van 1*5 seconden, verschaft door de door een 15 trekkerimpuls gestuurde multivibrator geen tijdelijke doorlaateode vordt ingevoerd, vorden nullen gevoerd in de gekozen RAM-segmenten.

Het stelsel is zodanig ingericht, dat het niet aanspreekt op nullen, en het tijdelijke doorlaatcodestelsel dus vordt dichtgedrukt. Indien een functietoets vordt bediend na de codetoets, dient bovendien een 20 signaal op de leiding 106 voor het terugstellen van de door een trekkerimpuls bestuurde multivibrator 118 voor het voorkomen van het in de RAM schrijven van de geen-codetoetsfuncties.

Als een aanvullende voorzorgsmaatregel tegen ongemachtigde toe-gang, is een tveede door een trekkerimpuls gestuurde multivibrator 119 25 geplaatst in de leiding ll6 voor het verschaffen van een ander tijd-bepalend venster, vaarin een functietoets met vorden bediend. Dit voorkomt veer het bedienbaar zijn van de functietoetsen gedurende b.v. een uur nadat een blijvende doorlaateode is ingevoerd. In een uitvoe-ringsvorm is de tijdsduur van het venster 1*5 seconden, hetgeen betekent, 30 dat een functietoets binnen 1*5 seconden moet vorden bediend of de be-diening daarvan vordt door het stelsel niet aanvaard.

Nadat een. tijdelijke doorlaateode in de RAM 120. is gevoerd, kan secundaire toegang tot het veiligheidsstelsel vorden verkregen door de ingang· hij het toetsenbord 100 van de tijdelijke doorlaateode. Bij het 35 in.de eerste drie segmenten van het schuifregister 110 voeren van de f "820 334 ' - 13 - i · * ί ι doorlaatcode en bij een bijpassende uitgang van de drie RAM-segmenten, I produceert een vergelijker 122 een openend signaal van het tweede ni- veau over de leiding 124, welk signaal wordt gebruikt voor bet blokke- ren van een alarmtoestandwaarneemketen 126 en een aahkondigingsketen 5 12T, die kan bestaan uit een gebiedaanwijzer of een willekeurige soort audio- of visuele alarmaanduiding. Wanneer een sleutel wordt toegepast, blokkeert het signaal op de leiding 124 bovendien alle nachtlusingangen naar een vertragingseehheid 128, overgedragen via een poort 129, die is gekoppeld aan een sleutel 130. De sleutel 130 wordt gestart door ont-10 vangst bij de trekker 132 van nachtlus- of 24 uurs-lussignalen, waar-bij aan het stelsel de mogelijkheid is gegeven van het blokkeren van .de overdracht buiten het gebouw van 24 uurs-lussignalen alleen door de invoer van een blijvende doorlaatcode. Dit is in tegensteliing tot het stelsel van fig.2, waarbij beide doorlaatcodes de overdracht buiten het 15 gebouw blokkeren. Verder is op te merken, dat in de uitvoeringsvoim van fig.3 het gebruik van de tijdelijke doorlaatcode nachtlussignalen verbreekt, zodat de trekkerketen alleen voor deze signalen wordt ge-blokkeerd. Het is duidelijk, dat de 24 uurs-lussignalen niet worden ver-broken dank zij het verschaffen van een tijdelijke doorlaatcode, zodat 20 de 24 uurs-lussen doorlopend worden bewaakt dank zij de sleutel. Ook is op te merken, dat het verbreken van de overdracht van de 24 uurs-lussignalen alleen plaats vindt wanneer de blijvende doorlaatcode is ingevoerd. Waarin kan worden voorzien, is bovendien dat indien de sleutel tijdens de ingang van een doorlaatcode in lijn is, de sleutel de 25 overdracht daarvan gedurende de gehele overdrachtperiode kan voort-zetten.

Wat duidelijk is, is dat zowel de signalen met volledige opening als signalen met opening van het tweede niveau werkzaam zijn voor het blokkeren van alarmtoestandwaarneming en aankondiging, en bepaalde 30 overdrachten btdten het gebouw. De signalen voor het openen van het tweede niveau zijn echter niet in staat 24 uurs-lussignaaloverdracht te blokkeren of een gegrendelde sensor terug te stellen, zoals een rookdetector, terwijl de doorlaatcode van het hogere niveau het terug-stellen imgelijk maakt van het gehele stelsel.

' 35 Het is ook duidelijk, dat hoewel twee toegangsniveaus zijn ver- 3203334

. I

\ : - - i ' , * i schaft, uitgedrukt.in een afnemende ingewikkeldheid van doorlaatcodes, een aantal toegangsniveaus kan zijn verschaft met toenemend of afnemend . ! ingevikkelde doorlaatcodes.

Set is een kenmerk van het onderhavige stelsel, dat de uitgang 5 van het schuifregister vordt gelegd aan een toetsenborduitschakelketen 132,. vaarvan het doel bestaat uit het tellen van het aantal ingangen in het schuifregister. In. een uitvoeringsvorm b.v. vordt bij l6 afzon-derlijke opeenvolgende ingangen in het schuifregister, de decodeereen-heid 102 gedurende een minuut dichtgedrukt voor het zodoende althans ‘ 10 tot op zekere hoogte uitsluiten van verder knoeien met het veiligheids-stelsel in een poging alle mogelijke codes te verschaffen. De decodeer-eenheid 102 kan vorden dichtgedrukt door het eenvoudig invoeren van een reeks nullen, waarop de rest van het stelsel niet aanspreekt.

Hetgeen derhalve is verschaft, is een betrekkelijk eenvoudig 15 stelsel voor het voorzien van bepaalde niveans van het personeel met beperkte toegang tot een veilige accomodatie, vaarhij het mogelijk is de tijdelijke doorlaatcode te veranderen door het gebruik van een door-laatcode met een hoger niveau en verschillende functietoetsen. Hierdoor vordt het veiligheidsniveau voor de accomodatie verhoogd tegen althans 20 ongemachtigde toegang op een voorheen met stelsels met een enkel niveau niet mogelijke vijze.

Na het hiervoor aangeven van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, zal het hij deskundigen op dit gebied opkomen, dat wij-zigingen en veranderingen kunnen worden toegepast binnen de strekking 25 van de uitvinding. Het is derhalve de bedoeling de omvang van de uitvinding uitsluitend te hepalen zoals aangegeven in de volgende conclusies.

.........8 20 3 3 3 4 ........“.............................................. ·

Claims (12)

1. Veiligheidsstelsel, gekenmerkt door doorlaatcode-ingangsmidde-len in de vorm van een toetsenbord (k2), en door middelen (10) voor bet regelen van verschillende functies van bet veiligheidsstelsel in aan-spreking op de invoer van verschillende doorlaatcodes (5^, 56) op het 5 toetsenbord voor bet zodoende uitrusten van bet veiligheidsstelsel met een aantal toegangsniveaus.

2. Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door terugstelbare detec-toren (12) en verschillende Inssen (22 of 30) met deteetoren, waarbij de functieregelmiddelen, middelen (66) bevatten voor bet blokkeren van 10 gekozen stelselfuncties, middelen (68) voor bet omzeilen van gekozen lussen en middelen (66, 68, 100, 102, 120) voor aanspreking op een in-gevoerde doorlaateode (5^)met een eerste niveau op bet toetsenbord [b2) voor bet tijdelijk programmeren van bet stelsel met een doorlaateode (56) met een tweede niveau.

3. Stelsel volgens conclusie 2, met bet kenmerk, dat de doorlaat- code (5b) van bet eerste niveau toegang (117) mogelijk maakt voor het terugstellen, omzeilen van een lus, blokkeren van bet stelsel en het programmeren van een doorlaateode (56) van een tweede niveau. !+. Stelsel volgens conclusie 1, met bet kenmerk, dat de functieregel-20 middelen, middelen (66, 68, 100, 102, 118, 120) bevatten, die aanspre-ken op een ingevoerde doorlaateode (5^) met een eerste niveau bij bet toetsenbord (½) voor bet tijdelijk programmeren van bet stelsel met een doorlaateode (56) van een tweede niveau.

5· Stelsel volgens conclusie 4, met bet kenmerk, dat de doorlaatco-25 des (5^, 56) van bet eerste en tweede niveau verschillen in bet aantal cijfers· (llQ, 120) van de doorlaateode.

6. Stelsel volgens conclusie bt met bet kenmerk, dat de functieregelmiddelen, functieregeltoetsen (l0k) bevatten, die een codetoets bevatten, waarbij de tijdelijke programmeermiddelen (120) aansprekend 30 zijn op de invoer van de code (5^, 111·, 116, 118) van bet eerste niveau, en bet indrukken van de codetoets (lQl·, 10,6} voor het programmeren van een daaropvqlgende reeks cijfers, ingevoerd bij bet toetsenbord (lOO) 8203334 : .-16- als de doorlaatcode (56) van het tweede niveau. T. Stelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de functiere-gelmiddelen, middelen. (ll8) bevatten voor bet tot stand brengen van een tijdvenster, beginnende vaaaf de ingang van de eerste doorlaatcode ; 5 (5k) van het eerste niveau, binnen welk venster de doorlaatcode (56) van het tweede niveau kan worden geprogrammeerd,. waarbij de tijdelijke programmeermiddelen (120) alleen gedurende dit tijdvenster worden be-diend. ·

8. Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door lokaalaankondigers 10 (12T), waarbij de functieregelmiddelen, middelen (110, 112, Ilk, 116, 120, 122, 12¼) bevatten voor het blokkeren van de lokaalaankondiger, aansprekende op de ingang van een doorlaatcode.

9. Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door een sleutel (130) buiten het gebouw, waarbij de functieregelmiddelen,- middelen (110, 112, 15 11¼, 116, 119, 132) bevatten voor het blokkeren van de sleutel, aan sprekende op de ingang van een vooraf bepaalde doorlaatcode.

10. Stelsel volgens conclusie 1, gekenmerkt door terugstelbare sen-soren (12), waarbij de functieregelmiddelen,. middelen (117) bevatten voor het alleen terugstellen van de terugstelbare sensoren in aanspre- 20 king op de ingang van een van de doorlaatcodes.

11. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de functieregelmiddelen, middelen (120) bevatten voor het programmeren van het stelsel met een tijdelijke doorlaatcode in aanspreking op de ingang (lQO) van een doorlaatcode met een vooraf bepaald eerste niveau (102, 25 108, 110, 112, llil, Il6, 118)..

12. Stelsel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de tijdelijke doorlaatcode en de doorlaatcode van het eerste niveau een verschillende ingewikkeldheid hebben,

13. Ferkwijze voor het vergroten van de veiligheid van een met een 30 toetsenbord toegankelijk veiligheidsstelsel, gekenmerkt door de stap van het verschaffen van verschillende toegangsniveaus tot het stelsel door het gebruik van verschillende met een toetsenbord ingevoerde doorlaat codes, die de regeling mogelijk maken van verschillende stelsel-functies. 35 1¼. Ferkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de ver- “8203334 - IT - , schillende doorlaatcodes verschillende ingewikkeldheidsniveaus hebben. 15» Werkvijze volgens conGlusie lh, met het kenmerk, dat de met een ; ; beperktere toegang samendangende doorlaatcode een minder ingewikkelde doorlaatcode is.

16. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk,. dat de aantal- len verschillende toegangsniveaus en verschillende doorlaatcodes, twee ; overschrijdt. IT. Werkwijze volgens conclusie 13, gekehmerktndeor doorlopend bewaakte lussen met sensoren, en met tussenpozen bewaakte lussen met sen-10 soren, waarbij de door een van de doorlaatcodes verschafte toegang, toegang uitsluit voor het regelen van de doorlopend bewaakte lussen met sensoren. l8. Werkwijze volgens conclusie 13, gekenmerkt door de stap van het voorkomen van toegang tot gekozen functies van het stelsel op andere 15 momenten dan binnen een tijdvenster, beginnende met de invoer van een vooraf bepaalde doorlaatcode, * ’ 3203334