NL8202539A

NL8202539A - Lastdrager.

Info

Publication number: NL8202539A
Application number: NL8202539A
Authority: NL
Original assignee: Alfa Laval Ab
Priority date: 1981-06-23
Filing date: 1982-06-23
Publication date: 1983-01-17
Also published as: SE441436C; FI822228A0; CA1189804A; FI70856B; IT1151656B; CA1258241B; DK151248C; AU8510182A; US4478156A; DK151248B; NL189852B; AU559256B2; JPS5811653A; FR2508005B1; ZA824206B; AT377547B; FI822228L; CH656855A5; ATA243682A; BE893597A

Description

.---- r - <.

--. . ' " * L A

\ · - \ · - ‘ , \ S . · . - \ ." ~ : —------;-- — " j- . ' 5 · * -' ’ , . . · r .-- ; * ' ‘ . · . ; ’ -1- ' ‘ Ί ) VO 3469 . + :.

Lastdrager.

De uitvinding heeft’betrekking op eeh lastdrager, yoorzien .. van. een aan de bovenkant open doosdeel met" eeh Bodem en met zijwanden voor het transporteren en" lever en" van voorwerpen, die op de Bodem zijn 5 geplaatst. _

Bekende lastdragers leiden aan verschillende tekortkomingen,

Zij zijn: ontwozpen" als laadborden met of zonder" zijwanden" en laten" niet" ; . het stabiel stapelen toe in zowel de vertikale als de zijdelingse rich.— | ting of'zijn ontworpen'als kratten of platforms, die in gestapelde yorm .

10 · niet kunnen worden getransporteerd door middel" van bijv. hahdbediende· hefwagens zonder het gebruik van laadborden, waarop de stapel" kan rusten".

Bovendxen veroorloven bekende lastdragers van de krattensoort dikwijls " , ·· » . niet een* j.uiste uitstalling van de daarop gedragen voorwerpen, die dan uit de kratten moeten worden verwijderd om-op eeh nitstallingsplaats 15 te- worden geplaatst, bijv^ een plank. Een tekortkaming van met poten uitgeruste lastdragers is, dat zij het transport van de lastdrager" op _ een rollentransporteur niet" toelaten. " ! ^ - Set doel. van. de uitvinding is het" opheffen"· van de voomoemde tekortkomingen, die eigen" zijn aan de bekende lastdragers.. Overeehkomstig 20 de uitvinding is dit bereikt door het verschaffen van eeh" lastdrager, voorzien van een. raam, dat is verbonden met en zich haar beneden uit- strekt vanaf de bodem, en enerzijds twee gelijke tegenover elkaar liggeri— I ··· - de uitsparingen amvat, die zich uitstrekken vanaf het" onderste rand- ' oppervlak van het raam. in hoofdzaak tot aan de bodem en zodanig zijn 25 bemeten, dat zij het daarin plaatsen mogelijk maken van althans een- vork vein een handbediende hefwagen of de lastdragende iniddelen van een zakken— wagen onder de bodem en anderzijds twee gelijke tegenover elkaar liggende vensters, die zijdelings op afstand. liggen van de uitsparingen" en zodanig zijn bemeten, dat zij het daarin steken mogelijk maken van althans een 30 vorkhefwagen of de lastdragende middelen yan eeh zakkenwagen onder de bodem, waarbij een eerste schouder zich bevindt op de Buitenwand van de lastdrager boven of op een hoogte met de bovenste randen van de vensters,. en de binnenamtrek van het raam groter is dan de buitenomtrek van de zij— wanden over althans een hoogte vanaf de onderste rand van het raam, die 35 overeenkomt met de afstand tussen de schouder en de- bovenste rand van de-zijwanden, welke schouder dient als een aanslag voor onderste randopper— vlaktegedeelten van het raam van een" telescopisch opgenomen lastdrager.

'82 02TP

Γ * * - ' - / } · : - . -‘λ .·;/ν·- -2- ' \ " ' ! ι · : · - : . ' . ' : -;; ' · . , · | i . 7 ; ! . —~ De lastdrager kan in verschillende hoogten zijn vervaardigd en kan stapelbaar zijn. De onderste randoppervlaktegedeelten van het raam, die zich trader de vensters bevinden, dienen als lopers, die het : transporteren van de lastdrager of een stapel daarvan op een rollentrans-5 porteur mogelijk maken. Enkelvoudige lastdragers of stapels daarvan kunnen. direkt vanuit verschillende richtingen worden gehanteerd door middel van vorkhefwagens, handbediende wagens, zakkenwagens en dergelijke· .. zonder dat gebruikelijke· laadborden nodig zijn. De uitsparingen en ven- sters makeii een uitstekende uitstalling van de gedragen goederen moge--10 lijk. Het. hoge raam maakt het mogelijk hoge voorwerpen in een volgende lastdrager in een stapel te plaatsen voor het zijdelings stabiel dragen van het. naar boven aangrenzende deel van de stapel > ;

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand, van de teke— ! ning,. waarint ' 15 figuur 1 de lastdrager toont in de vozm van een platform, figuur 2‘gedeeltelijk in doorsnede, een stapel lastdragers toont, en f · ' ' figuur 3 een gewijzigde lastdrager toont in de vorm van een . ’ . i krat.· , ·.·.·_ , . · · ' 20 Zbals afgebeeld in. de figuur 1 en 2, heeft de lastdrager, die is vervaardigd door het spuitgieten van een kunststof, een doosdeel 1 met een vierkante dwarsdoorsnede, die aan de bovenkant open is en een van openingen voorziene bodem 2 en zijwanden' 3 heeft. Vanaf de· orntrek van de bodem 2 strekt zich naar beneden een raam 4 uit met een aanzien— 25 lijke hoogte en een vierkante orntrek. In de middengedeelten van twee tegenover elkaar liggende raamzijwanden 5 bevindt zich een uitsparing of poort 6>· die zich uitstrekt vanaf het randoppervlak van de zijwand 5 tot bij voorkeur de bodem 2. De uitsparingen 6 zijn naar elkaair gericht en van een zelfde on twerp, waarbij hun afmetingen zodanig zijn, dat zij t 30 het steken mogelijk maken van een vork van een op wielen gedragen hand bediende hefwagen of het lastdragende deel van een zakkenwagen onder de bodem 2 van het doosdeel 1. De vork wordt ingebracht door een uitsparing 6 en kan door de tegenover liggende uitsparing naar buiten worden bewogen.

Met gebruikelijke vorkwagens voor het hanteren van laadborden, is een 35 geschikte hoogte van de uitsparing en het raam ongeveer 90 mm. Een ge— schikte breedte van de uitsparing bij de bodem 2 is ongeveer 310 mm.

- In elk der andere twee- tegenover elkaar liggende zijwanden 5a van het raam 8202 5 3 9—;------- I* . . * ' 4 . . * ' ' * ί , -..---3- -| ; » -> , * ' ι 4 - - * 4 bevindt zich. een rechthoekig venster 7 in het midden. De vensters zijn naar elkaar gericht en van gelijk ontwerp, waarbij him bovenste .. randen bij voorkeur worden bepaald door het onderoppervlak van de bodem 2, De afmetingen van de vensters 7 zijn. zodanig, dat een vrijdragende 5 vork van een vorkhefwagen of het lastdragende deel van een zakkenwagen onder de bodem 2 kan worden· gestoken door een van de vensters 7. De vork. wordt ihgebraeht door een venster .7 en kan door het tegenover liggende venster 'naar buiten worden bewogen. Met gangbare vorkhefwagens is een · - . : -. - ·»;.· · ' " - · ,! -: geschikte' vensterhoogte ongeveer. 45 mm en een geschikte vensterbreedte 10 ongeveer 310 mm. : s- Een omtreksschouder 8r die evenwijdig loopt met het onderste : randoppervlak van het raam 4r is voorzien aan de buitenzijden van de· dooszijwanden en dient als een aanslag voor het vrije randoppervlak van ; het. raam 4 van een andere, gestapelde lastdrager met hetzeifde ontweirp..

15 Het stapelen is mogelijk gemaakt, doordat de binnenomtreklijn van het raam 4 over althans een hoogte vanaf de onderste rand van hiet raam, die overeenkomt met de afstand tussen de schouder 8 en het bovenste randbpper- % vlak van de zijwanden 3, de buitenomtrekslijn omslnit van de zijwanden vanaf de bovenste rand van de zijwanden tot de schouder 8. Zoals blijkt ; 20; uit figuur 2, bevindt de schouder 8- zich dus boven de· vensters 7 en is de afstand a tussen de schouder 8 en de bovenste rand van de zijwand 3 van een lastdrager lets, kleiner dan de afstand b tussen de onderste rand van de vensters 7 en de onderste rand van het raam 4. Deze uitvoering verdient de voorkeur teneinde te voorkomen, dat de. vensters 7 van een 25 lastdrager *aan de buitenzijde worden overlapt door het naar boven aan-grenzende raamgedeelte 4, en vanaf de binnenzijde door een aangrenzend

A

zijwandgedeelte 3 vein tussengeplaatste lastdragers. Een kleine overlapping kan echter worden toegelaten, maar mag niet zodanig zijn, dat hij een juist hanteren van de lastdragers door de vensters belemmert.

30 In deze uitvoeringsvorm heeft de schouder 8 bij voorkeur een breedte, die overeenkomt met de dikte van-de raamwanden 5, 5a, zodat een stapel lastdragers- regelmatige zijoppeirvlakken heeft. i -

De passing1 tussen de zijwanden 3 van een lastdrager en het raam- 4 van een andere telescopisch daarop gestapelde, zoals hiervoor 35- beschreven, lastdrager, kan een schuifpassing zijn of een passing, zoals afgebeeld, met een. grotere speling, in welk geval ribben 9,. die zich naar binnen ultstrekken vanaf het onderste gedeelte van het binnenoppervlak _ 8202539 “ f . * ' __ _ ____ [ ;· :. / . ' , -4- . - . -. , - 1 * . , ' * 4 . van het raam. of vanaf, zoals afgebeeld, het buitenoppervlak van de zij-wanden 3 aan weerszijden van de hoeken van het' doosdeel', kunnen zijn aangebracht voor het zijdelings steunen van een opgeplaatste lastdrager.

Aan de bovenkant van het binnenoppervlak van het! raam 4 is 5’ .met voordeel een aantal volgens de omtrefc verdeelde en naar binnen nit— stekende elementen 10 aanwezig, welke elementen in de getoonde uitvoe-ringsvorm in de vom zijn van vertikale ribben, die nit een’ stuk zijn gevozmd met de lastdrager en aan hun onderste einden zijn afgeschuind.

. De- ribben worden -veischaft door paren aan weerszijden'van de binnenhoek-10 lijnen van het raam 4 en kunnen rechthoekige voorwerpen L, zoals vier- ; kante melkverpakkingen r, die. in de hoeken van een daarop geplaatste last-drager zijn geplaatst en zich naar boven uitstrekken’ door en voorbij het ‘ bovenste- open, einde van deze lastdrager over een afstand vanaf de bodem ? 2,: die de hoogte van het .raam overschrijdt, zijdelings steunen.. Deze .' ' 15 zijdelingse steun verbetert het vermogen van dergelijke aangrenzende voorwerpen voor het stabiel dragen van een daarop geplaatste last, die daaraan reeds is gegeven door het betrekkelijk hoge raam 4. De ‘ f · " - * i - - . naar binnen gerichte oppervlakken van de ribben bevinden zich in het— .zelfde vlak als de· binnenzijde van de zijwanden 3 of iets achter dit... ' - • - \ 20 vlak, zoals· afgebeeld, en de ribben 10’ strekken zich iiit vanaf de onder^o zijde van de bodem 2 naar beneden over slechts een zodanige af stand, dat zij het aanliggen van het onderste randoppervlak van dezelfde lastdrager tegen de- schouder 8 van een aangrenzende lastdrager in de stapel niet belemmeren, wanneer de laatste leeg is of voorwerpen draagt met eeh 25 kleinere hoogte dan die van het raam.

In de uitvoeringsvorm van figuur 3, waarbij de lastdrager in de vofm is van een vierkante krat, is het raam 4! gelijk aan het raam '4 van de voorgaande uitvoeringsvorm, zodat het krat kah worden gestapeld op de in de'figuur 1 en 2 getoonde lastdrager' in de vorm van een platform.

30 De zij den van het krat, die zijn. aangeduid met vensters 7’ hebben eerste schouders 8' op dezelfde af stand vanaf de bovenste rand van het krat als de schouder 8 in de voorgaande uitvoeringsvorm, en de zij den van het krat, die zijn aangeduid met de uitsparingen 6', zijn voorzien'op een lagere hoogte met tweede schouders 8"'voor aanliggende aangrijping met het onder— 35 ste randoppervlak van de zij den, voorzien van vensters, van een. las t— drager, die is gestapeld na 90° t zijn gedraaid, en' die van dezelfde :--r- soort. is of van de bijv. in de figuur 1 en 2 getoonde soort, hetgeen'een “ 8202559 f # - ' . * ’ .- '! v ./v, v - -5- - . ; . _ : . [ " - t - ' t ; .... \ con©actere stapeling npgelijk maakt van. bijv. lege lastdragers. Ruggeix a,f,v vertikaal verbonden met de schouders 8', zijn zodanig aangebracht, dat zij vrijkomen van de zij.randen van de nitsparingen 6'.

, De thane beschreven tiitvoeringsvorm met een vierkante- door— _ '_i-- . 5 snede· is voordelig voor-zover· het stapelen van.de lastdragers kan worden • -uitgevoerd met vier verschillende orientaties van elke lastdrager-Zoals echter zondermeer voor elke deskundige op dit gebied duidelijkis, is deze vierkante gedaante geen verplichte maatregel. :, , 't -V*-' -- *" ‘ ' > -* * ' ' ^ ' ‘ " 1 : ' . . *r n - ; ' · ’ --..--- * · * * :- * / 4 / /-- : : " 82 0 2 5 39 I'

Claims

1- Stapelbare lastdrager,- voorzien'vaneen aan de bovenkant open, doosdeel met een bodem en zijwanden voor het‘ transporteren en leveren van voorwerpen, die op de bodem zijn geplaatst, met het keninerk, dat een 5· raam (4) is voorzien, dat is verbonden met en zich naar beneden uitstrekt vanaf de bodem. (2) en enerzijds twee gelijke, tegenover elkaar iiggende" uitsparingen (6) omvat, die zich uitstrekken vanaf het onderste rand-oppervlak van het raam in hoofdzaak tot. aan de bodem en zodanig zijn bemeten, .dat zij het daarin steken toelaten van althans eeri vork van een 10‘ handbediende hefwagen of de lastdragende middelen van eeh'zakkenwagen' onder de bodem, en afiderzijds twee gelijke tegenover' elkaar Iiggende vensters (7), die zijdelings op afstand liggen van de uitsparingen en zodanig zijn bemeten^ dat zij het daarin steken mogelijk maken van al— - thans een vork van een vorkhefwagen of de lastdragende middelen van een ' 15 zakkenwagen onder de bodem, waarbij een eerste schouder (8I zich bevindt - ' op de: buitenwand vein de lastdrager boven of op een' hoogte met de bovenste . randen van de vensters, de binnenomtrek van het raam groter' is dan de buitenomtrek van de zijwanden (31 over althans een hoogte vanaf de onderste rand van. het raamr die overeenkomt met de afstand tussen de schouder 20· en de bovenste rand van de zijwanden, en de schouder dient als een aan~ . slag voor onderste randoppervlaktegedeelten van het raam van een' teles— copisch opgenomen lastdrager.

2. Lastdrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand: tussen de eerste schouder (81 en'de bovenste randen van de zij— 25 wanden (3) gelijk is aan of kleiner dan de afstand tussen de onderste randen van de vensters (7) en de onderste rand van het raam (41.

3. Lastdrager volgens conclusie-1 of 2, met het kenmerk,. dat , ribben (10) uitsteken vanaf het binnenoppervlak van het raam (41 voor het zijdelings steunen. van een last, die in voldoende mate uitsteekt uit 30 het doosdeel (1) van een volgende lastdrager in een stapel.

4. Lastdrager. volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de dwarsdoorsnede rechthoekig,. bij voorkeur vierkant is, waarbij de uitsparingen (6) zich bevinden in twee tegenover elkaar Iiggende zijden (5) van het raam (4), en de vensters (7) in de andere twee tegenover elkaar 35: Iiggende zij den (5a) van. het raam.

5. Lastdrager volgens conclusie 4, .met het kenmerk, dat de-ribben (10) nabij en aan weerszijden van de binnenhoeken- van het raam. 82 0 2 5 3 5 “ : " f if ' " . _ , · ' * : . ‘ ' . * λ ^ * ' * i * [ 'v }· -: .' - i - 5 . * * (4) zijn aangebracht, ten. hoogste uitsteken tot aan- het vlak van het binnenoppervlak van de zijwand (3) van het doosdeel (1) en aan hurt onder- ste einde afgeschuind.

6- Lastdrager volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk,. dat 5. de eerste- schouder (8*) zich bevindt aan de zijden van de lastdrager die zijn voorzien van de vensters (7), waarbij een tweede schouder (8*1 is aangebracht op de andere twee zijden van de lastdrager op een hoogte onder de eerste schouder om te dienen als aanslagen voor de vrije raam- ·' .: . i ' randoppervlaktegedeelten, die zich onder de vensters (7') bevinden van 10. een andere gestapelde lastdrager, welke eerste schouder zodanig isaan-’ V gebracht, dat deze kan worden opgenomen in de uitsparingen (6*) voor . het verzekeren van een compact stapelen van lastdragers.

· [ ' * - 7. lastdrager volgens een der voorgaande conclusies, met het : . kenmerk,.dat deze door spuitgieten van kunststof uit een stuk is gevormd^ 15 ' - i - *. * · , * , * , 8202539 ; V