NL8105908A - Mechanisme voor het over een bepaalde hoek draaien van een voorwerp om een vertikale as. - Google Patents

Description

f * » / NO 30652

Mechanisme voor het over een bepaalde hoek draaien van een voorwerp om een vertikale as.

De uitvinding heeft betrekking op een mechanisme voor het over een bepaalde hoek draaien van een voorwerp om een vertikale as, welk voorwerp een nagenoeg vlak ondervlak heeft, welk mechanisme is gelegen in een transportsysteem.

5 Een dergelijk mechanisme is bekend en wel in de vorm van een draai schijf, waar het voorwerp op moet worden geschoven en na draaiing weer vanaf moet worden geschoven. Dit kan slechts langzaam plaatsvinden, zodat dit bekende keermechanisme een beletsel vormt voor snel transport· Bijeen omsnoeringsmachine is het verder bekend aan weerszijden van het 10 omsnoeringsvlak dwars op de transportrichting beweegbare organen aan te brengen waarvan er éên nabij één einde en de ander nabij het andere einde van het voorwerp daarop kunnen aangrijpen en dit een kwart slag kunnen draaien. Dit mechanisme vergt veel plaats, is alleen bruikbaar voor voorwerpen van aangepaste afmetingen en bij het keren treedt wrijving 15 op.

Doel van de uitvinding is een mechanisme te verschaffen dat zeer eenvoudig van konstruktie is en zeer weinig plaats vergt, terwijl de tijd nodig voor het uitvoeren van de draalbeweging gering is. In het bijzonder beoogt de uitvinding een mechanisme te verschaffen voor het 20 draaien van een te omsnoeren objekt in een omsnoeringsmachine teneinde elkaar kruisende omsnoeringen te kunnen maken en wel zodanig, dat het keren geen onderbreking vormt in het omsnoeringsproces.

De beoogde doelen worden in de eerste plaats bereikt doordat het mechanisme bestaat uit tenminste drie om horizontale assen draaibare en 25 gezamenlijk op en neer beweegbare rollen, die zich in de onwerkzame stand onder het werkvlak van het transportsysteem bevinden en in de werkstand daar althans ten dele bovenuit steken, welke rollen in de werkstand aandrijfbaar zijn in eenzelfde. richting die voor alle rollen tangeert aan de cirkel van een cirkelboog behorende bij de te verrichten 30 hoekverdraaiing. Het keermechanisme volgens de uitvinding kan in vele transportsystemen worden toegepast. Moet bijvoorbeeld een voorwerp, dat door een transportband of rollenbaan is toegevoerd aan een plateau in een andere richting daarvan worden afgevoerd, dan is het voldoende dit plateau te voorzien van het keermechanisme volgens de uitvinding, want 35 door de rollen boven het werkvlak van het plateau te bewegen en kortstondig aan te drijven wordt het voorwerp over de gewenste hoek verdraaid en komt dus na terugtrekking van de rollen in een andere stand 8105908 -2- * * v op hét plateau van waaruit het dan In de gewenste richting kan worden verder verplaatst. Het zal duidelijk zijn dat men daarbij verplaatsingen in verschillende richtingen kan teweeg brengen, afhankelijk van de tijdsduur van aandrijving van de rollen.

5 Het mechanisme volgens de uitvinding is echter bij voorkeur zodanig uitgevoerd, dat de rollen zijn geplaatst in openingen van de werktafel, het transportsysteem bestaat uit een aantal in de transportrichting naast elkaar lopende riemen of banden, van welke riemen of banden er tenminste één loopt tot aan een opening en tenminste één langs een rand 10 van elke opening doorloopt. Bij een dergelijke uitvoering vindt praktisch geen onderbreking plaats van het transportsysteem, dat immers tot aan en langs de openingen doorloopt, waarin zich de op en neer beweegbare rollen van het keermechanisme bevinden- Is keren niet nodig dan loopt het voorwerp zonder meer met behulp van het transportsysteem 15 door over de openingen en er is geen plateau nodig om het voorwerp op te vangen. Het bezwaar van een plateau is dat aparte middelen nodig zijn om het voorwerp er weer vanaf te bewegen en te plaatsen op de het voorwerp voortbewegende middelen van het transportsysteem aansluitend op het plateau.

20 Bij voorkeur bestaan de middelen voor het aandrijven van de rollen uit een of meer riemen. Op deze wijze kan worden verzekerd dat alle rollen op eenvoudige wijze in dezelfde richting en met dezelfde snelheid worden aangedreven.

Bij voorkeur vormen de riemen zelf het aangrijpingsvlak van de rol-25 len en bestaan de laatste uit vlakke schijven met een groef voor de riem aan de buitenomtrek. De riem zelf heeft bij voorkeur een cirkelvormige doorsnede, zodat het kontaktoppervlak met de vlakke onderkant van het te draaien voorwerp zo klein mogelijk is.

Volgens een andere uitvoeringsvorm kunnen de rollen kegels zijn met 30 de top gericht naar het midden van de draaicirkel en rakend aan een horizontaal vlak gelegen boven de draaiingsassen van de kegels. De aan-drijfriemen bevinden zich dan op een diameter die buiten aanraking kan blijven met het voorwerp.

Volgens de uitvinding kunnen de aandrijfriem of riemen tevens lopen 35 over riemschijven van een as of van assen, die deel uitmaakt, respektie-velijk uitmaken van het aandrijfmechanisme van het transportsysteem, zodanig dat bij inschakeling van het transportsysteem de rollen voor het draaien van een voorwerp ook worden aangedreven. Een dergelijke aandrijving is eenvoudig en kan gemakkelijk zodanig worden uitgevoerd dat de op 40 en neer gaande beweging van de rollen geen invloed heeft op de spanning 8105908 -3- •g '« van de riemen of banden. Staat het transportsysteem stil dan staat ook het zich eventueel daarop bevindende voorwerp stil.

Beweegt het transportsysteem met de rollen in de teruggetrokken stand dan kan het voorwerp over het omkeermechanisme worden voortbewo-5 gen. Komt het transportsysteem echter in beweging terwijl de rollen tegelijkertijd uit het werkvlak omhoog worden bewogen, dan vindt geen transport plaats maar wel verdraaiing van het voorwerp om de vertikale as totdat het transportsysteem weer stil staat. Bij voorkeur is de inrichting dan zodanig, dat het boven het werkvlak bewegen van de rollen 10 plaatsvindt voordat het transportsysteem in beweging komt. Deze uitvoeringsvormen zijn zinvol in elk transportsysteem waarin een verdraaiing van het voorwerp nodig is. Derhalve ook zinvol bij een omsnoeringsmachi-ne, die elkaar kruisende omsnoeringen moet maken. Bij een omsnoeringsma-chine is een schakel systeem bekend met behulp waarvan automatisch twee 15 omsnoeringen op afstand van elkaar kunnen worden aangebracht, waarbij tussen de eerste en de tweede omsnoering het transportsysteem het te omsnoeren objekt over de vereiste afstand verplaatst onder besturing van een regelorgaan. Dit regelorgaan kan bestaan uit een instelbaar tijdre-lais, maar kan ook worden gevormd door aanslagen of te onderbreken 20 lichtstralen.

Volgens de uitvinding is het nu mogelijk dat het centrum van het mechanisme voor het draaien van een voorwerp is gelegen in of nabij genoemd omsnoeringsvlak en het schakelschema zodanig is aangevuld dat in de fase voor verder transport na de eerste omsnoering en voor de tweede 25 omsnoering kunnen plaatsvinden, het omhoog bewegen van het draaimecha-nisme, het inschakelen van het transportsysteem en het uitschakelen daarvan alsmede het weer laten zakken van het draaimechanisme.

Men bereikt hiermee, dat bij de omsnoeringsmachine de fase tussen de eerste en de tweede omsnoering wordt gebruikt voor het keren van het 30 voorwerp zodat de tweede omsnoering loodrecht op de eerste omsnoering staat. Er gaat dan geen tijd verloren en het tijdrelais kan gemakkelijk zodanig worden afgesteld, dat de tijd gelegen tussen de eerste en de tweede omsnoering korrespondeert met de tijd nodig voor een verdraaiing over 90°.

35 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Fig. 1 toont een omsnoeringsmachine in perspektief voorzien van het mechanisme volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont dezelfde machine als fig. 1 in een andere werkstand.

40 Fig. 3 toont het omkeermechanisme op grotere schaal en in perspek- 8105908 -v 4 tief.

Fig. 1 en 2 tonen een omsnoeringsmachine met een werktafel 1 en een toevoertafel 2. Beide tafels 1 en 2 zijn voorzien van een transportsysteem dat bestaat uit twee banen 3 en 4, elk bestaande uit meerdere even-5 wijdig aan elkaar lopende transportbanden van cirkelvormige doorsnede. De omsnoering smachine heeft een omsnoering sraam 5 en om de omsnoering mogelijk te maken bevindt zich in de werktafel een spleet 6. Het transportsysteem is ter plaatse van deze spleet 6 onderbroken, dat wil zeggen de banen 3 en 4 bestaan uit een voorste gedeelte en een achterste ge-10 deelte waarvan einde en begin aan weerszijden van de spleet 6 zich op korte afstand van elkaar bevinden.

In de werktafel zijn vier rechthoekige openingen 7 aangebracht en de fig. 1 en 2 tonen dat een deel van de banden van het transportsysteem voor de openingen eindigt respektievelijk gezien in de transportrichting 15 na de openingen voortgaat, terwijl een ander deel aan weerszijden van de openingen 7 doorloopt.

In fig. 1 zijn de rollen 8 van het omkeermechanisme getoond in hun stand boven het werkvlak 1.

In fig. 2 zijn dezelfde rollen getoond in de teruggetrokken stand. 20 In de in fig. 2 getoonde teruggetrokken stand kan een te omsnoeren voorwerp zoals een stapel kranten, een doos of ander voorwerp ter plaatse van het omsnoering sraam worden voorzien van een omsnoering, zo gewenst meerdere op afstand van elkaar.

Is een omsnoering ongeveer over het midden van het voorwerp gelegd 25 en komen de omkeerrollen omhoog uit het werkvlak zoals getoond in fig. 1, dan wordt het voorwerp gedraaid waarna een volgende omsnoering kan worden gelegd die de voorgaande kruist. Het mechanisme dat daartoe wordt toegepast is meer in detail getoond in fig. 3.

Dit mechanisme toont vier kolommen 9, 10, 11 en 12 van welke kolom-30 men de kolommen 9 en 10 een geheel vormen met een horizontale balk 13 en de kolommen 11 en 12 met een horizontale balk 14. Deze zijn weer met elkaar verbonden via de naar beneden gerichte verlengingen 15 en 16 van de kolommen 9 en 12 en de horizontale verbindingsbrug 17. Op deze laatste kan een drukcilinder aangrijpen met behulp waarvan het zojuist beschre-35 ven mechanisme in de vertikale richting van de kolommen 9 t/m 12 als een geheel omhoog en omlaag kan worden bewogen.

Elke kolom 9, 10, 11 respektievelijk 12 draagt aan zijn boveneinde een rol 8, die bestaat uit een platte schijf voorzien van een halfcirkelvormige groef.

40 De rollen 8 van de kolommen 9 en 10 worden aangedreven door een in 8105908 * » -5- doorsnede cirkelvormige riem 18, die van een aandrijf schijf 19 op de as 20 loopt, gezien in de aandrijfrichting, over het geleidingswiel 21, het wiel 8 van de kolom 9, het geleidingswiel 22 en het geleidingswiel 23 en vervolgens over de rol 8 boven aan de kolom 10 en vervolgens terug naar 5 beneden over het geleidingswiel 24 naar het aandrijfwiel 19. De wielen 21 en 22, 23 en 24 zijn vrij draaibaar gelegerd op pennen die aan de balk 13 zijn bevestigd.

De as 20 is vast doch draaibaar gelegerd in het gesteld van de machine en wordt synchroon met de banden van het in de fig. 1 en 2 ge-10 toonde transportsysteem aangedreven, bij voorkeur met dezelfde snelheid.

Deze as heeft een tweede aandrijfwiel 25 met behulp waarvan een tweede riem 26 loopt over het geleidingswiel 27 naar het wiel 8 boven aan de kolom 12, vervolgens naar beneden over de geleidingswielen 28 en 29 naar het wiel 8 boven aan de kolom 11 en daarna terug via het gelei-15 dingswiel 30 naar het aandrijfwiel 25. De wielen 8 boven aan de kolommen 9 t/m 12 zijn draaibaar om assen die liggen in een gemeenschappelijk horizontaal vlak en zijn gericht naar een gemeenschappelijk middelpunt. De op deze assen vrij draaibaar gelegerde als platte schijven uitgevoerde rollen 8 tangeren aan een cirkel. Dit betekent dat de bovenste punten 20 van de kromming van de banden die over de rollen 8 lopen bij aandrijving een werkrichting hebben, die ter plaatse van alle rollen tangeert aan de gemeenschappelijke cirkel door deze toppunten 31 met de werklijnen alle in dezelfde omtreksrichting van deze cirkel. Een voorwerp dat op deze toppunten 31 staat zal dus bij aandrijving van de riemen om de hartlijn 25 van de cirkel worden verdraaid.

Bij de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm zijn twee riemen 18 en 26 nodig om bij een gemeenschappelijke aandrijfas 20 en de gekozen opstelling van de geleidingswielen de rollen 8 ook in de juiste richting te bewegen.

30 De as 20 bevindt zich zijdelings naast de vertikaal op en neer be weegbare kolommen waardoor deze beweging mogelijk is zonder nadelige beïnvloeding van de spanning in de banden 18 en 26.

Denkbaar is uiteraard een aandrijving met een enkele riem voor alle rollen of met afzonderlijke riemen voor elke rol.

35 De in de fig. 1 en 2 getoonde omsnoeringsmachine is van een bekend type. Deze machine is zodanig uitgevoerd, dat bij onderbreking van een lichtstraal door een toegevoerd voorwerp een tijdrelais in werking treedt dat ervoor zorgt, dat het voorwerp op de juiste plaats tot stilstand komt voor het aanbrengen van een eerste omsnoering. Dit tijdrelais 40 is zodanig instelbaar, dat een eerste omsnoering kan worden gelegd op 8105908 6 een plaats In het middenvlak van het voorwerp, maar ook op een plaats op afstand van dit middenvlak, In welk geval een tweede tijdrelais na het leggen van de eerste omsnoering ervoor zorgt, dat het voorwerp over een bepaalde afstand wordt verplaatst door het transportsysteem, waarna de 5 tweede omsnoering wordt gelegd.

Dit tweede tijdrelais kan nu in deze bestaande machine nuttig worden gebruikt voor de besturing van de omkering. Het eerste tijdrelais is dan in de stand nodig voor het leggen van een eerste omsnoering ongeveer in het middenvlak van het voorwerp. Na het leggen van deze eerste om-10 snoering treedt het transportsysteem, bestuurd door het tweede tijdrelais opnieuw in werking, maar tegelijkertijd of bij voorkeur iets eerder is het omkeermechanisme omhoog bewogen, zodat alleen de toppen 31 van de riemen op de rollen 8 op het voorwerp aangrijpen. Dit wordt dan gedraaid in dezelfde tijd, die anders zou worden gebruikt voor het 15 axiaal verder verplaatsen van het voorwerp. Na terugtrekking van het omkeermechanisme rust het voorwerp weer op het transportsysteem, dat weer in beweging komt zodra de tweede omsnoering is gelegd, die de eerste kruist.

Op deze wijze kan men zeer snel elkaar kruisende omsnoeringen te-20 weeg brengen, van bijzonder belang daar waar het gaat om het omsnoeren van kranten, pakketten of dergelijke.

Het zal verder duidelijk zijn, dat het mechanisme volgens de uitvinding op eenvoudige wijze in het bestaande ontwerp van een omsnoering smachine kan worden ondergebracht.

8105908

Claims (8)

1. Mechanisme voor het over een bepaalde hoek draaien van een voorwerp om een vertikale as, welk voorwerp een nagenoeg vlak ondervlak heeft, welk mechanisme is gelegen in een transportsysteem, met het 5 kenmerk, dat het mechanisme bestaat uit tenminste drie om horizontale assen draaibare en gezamenlijk op en neer beweegbare rollen, die zich in de onwerkzame stand onder het werkvlak van het transportsysteem bevinden en in de werkstand daar althans ten dele bovenuit steken, welke rollen in de werkstand aandrijfbaar zijn in eenzelfde richting die voor alle 10 rollen tangeert aan de cirkel van een cirkelboog behorende bij de te verrichten hoekverdraaiing.

2. Mechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rollen zijn geplaatst in openingen van de werktafel, het transportsysteem bestaat uit een aantal in de transportrichting naast elkaar lopende riemen 15 of banden, van welke riemen of banden er tenminste één loopt tot aan een opening en tenminste êên langs een rand van elke opening doorloopt.

3. Mechanisme volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het aandrijven van de rollen worden gevormd door een of meer riemen.

4. Mechanisme volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de riemen zelf het aangrijpingsvlak vormen van de rollen en deze bestaan uit vlakke schijven met een groef voor de riem aan de buitenomtrek.

5. Mechanisme volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rollen kegels zijn met de top gericht naar het midden van de draaicirkel en ra- 25 kend aan een horizontaal vlak gelegen boven de draaiingsassen van de kegels.

6. Mechanisme volgens een of meer der conclusies 3 t/m 5, met het kenmerk, dat de aandrijfriem of riemen tevens lopen over riemschijven van een as of van assen, die deel uitmaakt, respektievelijk uitmaken van 30 het aandrijfmechanisme van het transportsysteem, zodanig dat bij inschakeling van het transportsysteem de rollen voor het draaien van een voorwerp ook worden aangedreven.

7. Mechanisme volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het boven het werkvlak bewegen van de rollen plaatsvindt voordat het transport- 35 systeem in beweging komt.

8. Mechanisme volgens conclusie 6 of 7, in het bijzonder voor een omsnoeringsmachine met een zodanig schakelsysteem, dat deze automatisch twee omsnoeringen op afstand van elkaar kan aanbrengen, waarbij tussen de eerste en de tweede omsnoering een transportsysteem het te omsnoeren 40 objekt over de vereiste afstand verplaatst onder besturing van een 8105908 -8- regelorgaan, zoals een instelbaar tijdrelais, welk transportsysteem een onderbreking heeft ter plaatse van het vlak waarin de omsnoering plaatsvindt, met het kenmerk, dat het centrum van het mechanisme voor het draaien van een voorwerp is gelegen in of nabij genoemd omsnoeringsvlak 5 en het schakelschema zodanig is aangevuld dat in de fase voor verder transport na de eerste omsnoering en voor de tweede omsnoering kunnen plaatsvinden, het omhoog bewegen van het draaimechanisme, het inschakelen van het transportsysteem en het uitschakelen daarvan alsmede het weer laten zakken van het draaimechanisme. 8105908