NL8104952A

NL8104952A - Werkwijze voor het scheiden van gemengd oud papier in verschillende papiersoorten.

Info

Publication number: NL8104952A
Application number: NL8104952A
Authority: NL
Original assignee: Babcock Krauss Maffei Ind
Priority date: 1980-11-13
Filing date: 1981-11-02
Publication date: 1982-06-01
Also published as: GB2087266A; ES507064A0; ES8300158A1; BE891090A; IT8149697A0; DE3042849A1

Description

*

Werkwijze voor het scheiden van gemengd oud papier in verschillende papiersoorten.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het scheiden van gemengd oud papier in verschillende papiersoorten» waarbij het papier verkleind, gezeefd en geordend wordt.

5 Werkwijzen van deze soort zijn bijvoorbeeld bekend uit het Duitse Auslegeschrift 25.^2.571. In deze werkwijzen worden voor het winnen van hoogwaardige oud papiersoorten na het verkleinen en voor het scheiden in soorten met een windklasseerder aggregaten voor het deagglomereren toegepast.

10 De met de bekende werkwijzen verkregen scheiding in soorten voldoet echter niet aan de eisen van de papierindustrie, die aan hoogwaardige oud papiersoorten met betrekking tot opbrengst en zuiverheid worden gesteld.

Derhalve ligt aan de uitvinding de opgave ten 15 grondslag de bekende werkwijzen zodanig te verbeteren, dat uit gemengde oud papiersoorten soorten van hoge kwaliteit met grote opbrengst en grotere zuiverheid afgescheiden kunnen worden. Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost floor de kenmerken van conclusie 1, 20 Volgens de uitvinding wordt het oud papier eerst onderworpen aan een grove verkleining. Door een dergelijk proces blijven, zoals reeds opgemerkt, de natuurlijke onderscheidingskenmerken van de afzonderlijke papiersoorten in sterke mate behouden. Bij deze grove verkleining, die bij voorkeur plaats 25 heeft door een snijproces, ontstaat in het algemeen een brede korrelgrootteband. In het bijzonder vlak materiaal, zoals papier, wordt tenminste in êén dimensie zeer weinig begrensd.

Het uit de verkleiner komende, gemengde oud papier wordt toegevoerd aan een zeef. Hier heeft een scheiding 30 plaats in een fijne fraktie, dat wil zeggen in de zeefdoorgang, die in wezen bestaat uit verkleinde papieren en in een grove fraktie, dat wil zeggen in de zeefoverloop. Deze grove fraktie 8104352 - 2 - "bestaat uit niet verkleinde afzonderlijke papieren alsook niet verkleinde gevouwen papieren. De niet verkleinde gevouvde papieren, bijvoorbeeld dagbladen, geïllustreerde bladen, zouden in het klasseerproces niet overeenkomstig het soortelijk papier-5 gewicht (g/cm ), dat wil zeggen de papierkwaliteit gescheiden worden, maar overeenkomstig de toevallige gevouwen vorm. Ze moeten daarom teruggevoerd worden naar de verkleiner. Een deel van de in de grove fraktie aanwezige afzonderlijke papieren heeft daarentegen ook met de grotere korrelgrootte reeds de 10 geschikte seheidingseigenschap om bij een klasseerproces als afzonderlijke lichte papiersoorten afgescheiden te kunnen worden. Dit lichtpapiergedeelte wordt daarom volgens de uitvinding (bijvoorbeeld met een op zich bekende stenensorteerder) uit de grove fraktie afgezogen. Hierdoor wordt de aan de verkleiner 15 terug te voeren hoeveelheid sterk verminderd. Het is voordelig de afzuiging van de lichte fraktie reeds tijdens het zeven te doen plaats hebben.

Het afzuigproces maakt gelijktijdig de lichbe fraktie losser, waardoor een volgende scheiding van de ten dele 20 in het gemengde oud papier aanwezige foelies wordt vergemakkelijkt. Ter versterking van het losser maken is het voordelig de afgezogen lichte fraktie eerst achter het zuigblaastoestel uit de transportlücht af te scheiden.

Bij het doorvoeren van het materiaal door het 25 blaastoestel zelf, waarvoor een gebruikelijk hooiblaastoe stel geschikt is, worden de door de hoge afschuif stromen in de lucht en de mechanische werking van de blaastoestelschoepen de meeste vouwen verwijderd. De scheiding van de afgezogen fraktie in papier en foelies heeft bij voorkeur di-rekt bij de afschei-30 ding van de lichte fraktie uit de transportlücht plaats. Men kan zich echter ook voorstellen, dat de lichte fraktie tezamen met de transportlücht wordt toegevoerd aan de klasseerder of dat de lichte fraktie wordt afgescheiden en voor het scheiden in papier en foelies nogmaals aan de klasseerder wordt toege-35 voerd.

8104952 > - 3 -

Wanneer het uit het gemengde oud papier afgescheiden papier moet vorden toegevoerd aan een papiertechnische verwerking, is het voordelig reeds voor de verkleining en, indien nodig, nogmaals na de verkleining de ferro-magnetische 5 schroot "bestanddelen magneti sch af te scheiden.

Ter toelichting van de uitvinding wordt in het nu volgende eerjgeprefereerde uitvoering van de werkwijze voor het scheiden van gemengd oud papier beschreven aan de hand van een in de tekening weergegeven stromingsschema.

10 Het gemengde oud papier wordt continu toegevoerd aan een snijwalsverkleiner 1. Het komt daarna op een zeef 2.

Het fijne gedeelte van de zeving wordt toegevoerd aan een zig-zag-klasseerder U, die het in een lichte en zware fraktie verdeelt. De lichte fraktie kan bijvoorbeeld bestaan uit dunne 15 papieren van dagbladen, terwijl de zware fraktie bestaat uit kartonnage. Uit de grove fraktie van het zeven wordt met een afzuiginrichting 3 het deel, dat gemakkelijk kan vliegen, hoofdzakelijk weer papier van kranten, afgescheiden en de rest wordt teruggevoerd naar de verkleiner 1.

8104952

Claims

1. Werkwijze voor het scheiden van gemengd oud papier, baarbij het papier verkleind, gezeefd en geordend wordt, met het kenmerk,dat het oud papier de volgende procestrappen 5 doorloopt: a) grove verkleining van het oud papier met belaud van de natuurlijke onderscheidingskenmerken; b) afzeven van een grove fraktie, die in wezen niet verkleinde papieren bevat; 10 c) af zuigen van de lichte bestanddelen uit de in trap b) afgescheiden grove fraktie; d) terugvoeren van de zware bestanddelen van de in trap b) afgescheiden grove fraktie naar de verkleiner; e) klasseren van de in trap b) verkregen fijne 15 fraktie in een gasstroom in minstens twee frakties met verschillende dichtheid.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verkleinen in wezen plaats heeft dooreen snijproces.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 20 dat de in procestrap c) afgezogen lichte fraktie eerst achter het zuigtoestel weer uit de transportlucht wordt afgescheiden. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij het afscheiden van de lichte fraktie van trap d) uit de transportlucht een scheiding in een papier- en foeliefraktie 25 plaats heeft.

5. Werkwijze volgens conclude 1, met het kenmerk, dat de trappen b) en c) gelijktijdig verlopen.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lichte fraktie van trap c) met de fijne fraktie van 30 trap b) wordt samengebracht en toegevoerd aan de klasseerden. T. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat eventueel in het oude papier aanwezige ferro-magnetisc hs schrootbestanddelen voor de verkleiner magnetisch worden afgescheiden.

8. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk. t 8104952 - 5 - dat voor het afzeven van de grove fraktie volgens trap b) een verdere zeving plaatsheeft, die een fijne fraktie afscheidt bij een korrelgrootte, die 30 tot 70 % onder de scheidings-grootte van trap b) ligt.

9. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, datvoor transport van het fijne produkt van de zeving (volgens trap b) naar de klassering (trap e) een pneumatisch transport wordt toegepast, waarbij het transportprodukt door de ventilator wordt gezogen. 8104952