NL8104683A - Cirkelhooier. - Google Patents

Description

./ I ϊ C. van der Lely H.V., Maasland "Girkelhooier"

De uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine met één of meer door een trekker aandrijf bare bewerkings-organen, die aan een door tussenschotten verstijfde gestelbalk zyn gelegerd, en de bewerkingsorganen door middel van op 5 ten minste één binnen de gestelbalk gelegen as aangebrachte tandwielen aandrijf baar zijn, welke as met behulp van om de as gelegen legers op een of meer der tussenschotten afsteunt en tussenschotten zijn voorzien van openingen, waar de as doorheen steekt.

10 Een der gelijke landbouwmachine bekend uit de aanvrage 299.2751 omvat een gestelbalk die aan een einde van zijn lengteafmeting open is, resp. tijdens de montage van de machine open is en aan zijn lange zijden nagenoeg gesloten is uitgevoerd. Door deze open zijde wordt een samenstel van 15 aandrijfas, tandwielen en tussenschotten in de richting van de lengteafmeting van de gestelbalk in deze balk geschoven totdat een plaats is bereikt waarbij in de schotten aangebrachte gaten ter hoogte van montagegaten zijn gekomen die zich in van te voren in de gestelbalk aangebrachte steun-20 middelen bevinden. De voortgang van de handelingen is in belangrijke mate afhankelijk van toleranties tussen de schotten en de steunmiddelen terwijl een beoordeling van al of niet juist inschuiven van genoemd samenstel zich aan het oog onttrekt.

25 Het is een doel van de uitvinding om de constructie van de landbouwmachine zodanig uit te voeren, dat een werkwijze voor het monteren kan worden uitgevoerd die deze nadelen ondervangt.

Volgens de uitvinding is de gestelbalk aan één, evenwijdig 30 aan de as gelegen zijde open en zijn de openingen als in het materiaal van de schotten uitgespaarde uithollingen uitgevoerd die in de naar de open zijde van de gestelbalk gekeerde randen van de schotten zijn aangebracht.

De werkwijze voor het monteren van een landbouwmachine, 35 voorzien van een holle gestelbalk waarin een aandrijfas wordt gebracht, die is voorzien van ten minste één leger en ten minste één tandwiel, waarbij een samenstel van as, leger en 8104683 * 2 * t tandwiel als één geheel door een open zijde van de gestel-balk in de balk wordt geschoven en aansluitend ten opzichte van de gestelbalk wordt bevestigd, wordt gekenmerkt doordat het samenstel ongeveer in een richting loodrecht op de lengte-5 afmeting van de as door een open langszijde van de balk heen in de balk wordt gebracht, waarbij de as in naar de open zijde toegekeerde uithollingen in de omtrek van reeds aan de balk bevestigde tussenschotten treedt en de legers aan de tussenschotten worden bevestigd.

10 Op deze wijze kan worden bereikt dat de schotten gemakkelijk in de aan één lange zijde open balk kunnen worden gebracht en vastgezet en dat het samenstel van as, leger en tandwiel eveneens door deze open zijde kan worden uitgebracht waarbij de juiste plaatsing van samenstel ten opzichte, van de 15 schotten direkt zichtbaar en voor verdere montage toegankelijk is.

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende figuren toegelicht.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van de cirkelhooier in de •20 werkstand en in de transportstand,

Fig. 2 is een zijaanzicht van de cirkelhooier,

Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III - III in

Fig. 1,

Fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV - IV in 25 Fig. 1,

Fig. 5 is een doorsnede volgens de lijn V-V in fig. 4,

Fig. 6 is een doorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 5>

Fig. 7 is een onderaanzicht van een deel van het harkwiel volgens de lijn VII - VII in Fig. 4.

30 De cirkelhooier bestaat in hoofdzaak uit twee hoofd— gesteldelen 1 en 2, die onderling verzwenkbaar en in meerdere standen vastzetbaar zijn, waarvan het hoofdgesteldeel 1 aan de hefinriehting van een trekker bevestigbaar is met behulp van een gesteldeel 3» terwijl het hoofdgesteldeel 2 een 35 profiel 4 omvat waaraan in tegengestelde draairichting draaibare harkwielen 5 en 6 zijn bevestigd (fig. 1 en 2).

Het profiel 4 is over een groot deel van zijn lengte 8104683 % 3 f * in doorsnede althans in hoofdzaak U-vormig (fig. 3) en bestaat uit geperst plaatstaal. Onder een geperst plaatstalen voorwerp wordt een voorwerp verstaan dat uit een stuk plaat is gevormd door middel van zetten, dieptrekken, explosief 5 vervormen en dergelijke.

Het profiel 4 is zodanig in de cirkelhooier gemonteerd resp. zodanig gevormd, dat in de. langsriehting van het profiel 4 lopende open zij'de van de U-vormige doorsnede zich aan de onderzijde bevindt en zich in de lengterichting van het 10 profiel 4 uitstrekt. Volgens het uitvoeringsvoorbeeld bezit de U-vormige doorsnede aan het bovendeel afgeplatte kanten 7 (fig. 3), zodat de doorsnede meer dan vier hoeken bezit.

Alleen nabij de uiteinden van het profiel heeft het profiel 4 een gesloten doosvormige doorsnede (fig. 4 en 6) waarbij de 15 overigens open zijde van de U-vormige doorsnede wordt af gedicht door een afschermplaat 8, die met behulp van bouten 9 aan aan het profiel 4 aangebrachte omgezette randen 10 is bevestigd.

Het profiel 4 is aan zijn uiteinden afgedicht met 20 eindschotten 11, die door middel van lassen zijn bevestigd, terwijl in het profiel 4 verder plaatstalen tussenschotten 12 voor het bevestigen van legers en geperste plaatstalen tussenschotten 13 voor de bevestiging van harkwielassen zijn aangebraeht. De schotten 12 en 13, die in fig. 4 zijn getekend, 25 zijn spiegelbeeldig nabij het andere einde van het profiel 4 bevestigd.

Het tussenschot 13 is L-vormig (fig. 4) waarbij het horizontale been, waarvan een uiteinde aan het eindschot 11 is gelast, van een ronde opening is voorzien, waardoor de 30 opwaarts gerichte harkwielas 14 loopt en tevens aldaar is vastgezet door middel van lassen. Het boveneind van de draai-ingsas 14 van het harkwiel steekt door de bovenzijde van het profiel 4 heen en is ter plaatse vastgelast. Het verticale been van het schot 13 is zo dicht mogelijk bij de as 14 35 opgesteld en is aan de bovenzijde en aan althans een deel van de zijkanten van het profiel 4 vastgelast.

Het tussenschot 12 is eveneens langs zijn bovenzijde aan het profiel 4 vastgelast (fig. 6) en langs althans een 8104683 4 ·>

V

4 *' deel van de zijkanten ervan.

De as 14, die voor een deel onder uit het profiel 4 steekt, is omgeven door een afstandsbus 15, die met behulp van twee op afstand van elkaar opgestelde legers 16 en 17 draaibaar om de as 14 is bevestigd.

De afstandsbus is coaxiaal om de as 14 opgesteld.

Tussen de binnenring van het bovenste leger 16 en het horizontale been van het schot 13 is een vulring 18 aanwezig.

Het bovendeel van de afstandsbus 15 wordt omgeven door een op de afstandsbus 15 bevestigd conisch tandwiel 19· Op afstand van het ondereinde van de afstandsbus 15 is een ringvormige plaat 20 rondom de afstandsbus 15 aangebracht en door middel van lassen bevestigd.

Het tussenschot 12 bezit aan zijn onderzijde een U-vor-mige uitholling 21. Door deze uitholling 21 loopt een aandrijfas 22. Op de as 22 is een leger 23, alsmede een conisch tandwiel 24 Tjevestigd (fig. 4). ïïabij het andere einde van de as 22 is spiegelbeeldig eveneens een conisch tandwiel aangebracht. Het tandwiel 24 is in aangrijping met het op de afstandsbus 15 aangebrachte tandwiel 19· Het tandwiel 24 en het leger 23 zijn beide aan één zijde van het schot 12 bevestigd. Aan de andere zijde van het schot 12 is op de as 22 een conisch tandwiel 25 vastgezet. Het tandwiel 25 komt alleen nabij één uiteinde van het profiel 4 voor. Aan het . schot 12 is een plaat 26 bevestigd. De plaat 26 is, gezien in horizontale richting en loodrecht op de lengteas van het profiel 4, in hoofdzaak U-vormig, waarbij het horizontale deel zich onder het conisch tandwiel 25 uitstrekt, terwijl een opstaand been met dezelfde bouten 27 aan het schot 12 is bevestigd als die waarmee het leger 23 is aangebracht.

ïn het bovenvlak van het profiel 4 is boven het tandwiel 24, en eventueel ook boven het tandwiel 25 een smeemippel 28 gemonteerd.

Nabij de onderzijde van de as 14 is een harkwiel 5 resp. 6 bevestigd. De harkwielen 5 en 6 omvatten elk zes spaken 29· Aan de van de as 14 afgelegen einden van de spaken 29 zijn tanden 30 bevestigd. De spaken 29 zijn aan hun nabij de draaiingsas gelegen einden twee aan twee direct met 8104683 * > » 5 elkaar door middel van lassen verbonden· Be spaken 29 van één harkwiel worden aan de onderzijde en aan de bovenzijde door vlakke platen 31 resp· 32 begrensd· De onderste plaat 31 vormt een onregelmatige zeshoek en de bovenste plaat 32 vormt 5 een regelmatige zeshoek· De bovenste plaat 32 is groter dan de onderste plaat 31· Beide platen 31 en 32 hebben een ronde opening, die elk nauw om de as 14 sluiten en als centrering dienst doen. In de bovenste plaat 32 zijn drie boutgaten aangebracht· Het harkwiel is door middel van drie 10 door deze gaten stekende bouten 33 aan de ringvormige plaat 20, en daarmee tevens aan het gestel bevestigd.

De cirkelvormige afschermplaat 8, welks middelpunt op de hartlijn van de as 14 ligt, bezit aan de omtrek een omgezette rand· Het vrije einde van deze rand ligt ongeveer 15 ter hoogte van de bovenste plaat 32. De diameter van de afschermplaat is groter dan de grootste afmeting van de bovenste zeshoekige plaat 32 (fig. 7)· Be bovenzijde van de spaken 29 liggen op afstand onder de onderzijde van het profiel 4· Deze afstand is ongeveer gelijk aan de hoogte van 20 de omgezette rand 34 (fig. 4).

Aan de onderzijde van de as 14 is een loopwiel 35 (fig.

2) bevestigd. Het loopwiel 35 wordt door een uithouder 36 gedragen. Aan de bovenzijde van de uithouder 36 is een bus 37 aangebracht. De bus 37 is met behulp van een tweetal door in 25 de bus 37 eu de as 14 aangebraehte boringen lopende stiften 38 aan de as 14 bevestigd. Het vlak waarin een loopwiel 35 draaibaar is, is in dit uitvoeringsvoorbeeld ten opzichte van het gestel van de machine niet verzwenkbaar·

De binnenring van het onderste leger 17 is in neerwaartse 30 richting geborgd door een spanring 39 en een vulring 40·

De legers 16 en 17 zijn verder in axiale richting geborgd doordat hun buitenringen op in de afstandbus 15 aangebrachte borsten rusten·

De harkwielen kunnen worden aangedreven met behulp van 35 een aan de af takas van een trekker koppelbare steeksas 41 -(fig. 5 en 6)· Het in het profiel stekende einde van de as 41 . is voorzien van een conisch tandwiel 42, dat met het tandwiel 25 in aangrijping is. De as 41 is door middel van legers 43, 44 gelegerd in een pijpvormig huis 45· Het huis 45 bezit 8104683 6 s * *- een aangelaste rand 4β. Deze rand is met behulp van een viertal bouten 47 aan de nagenoeg verticale zijwand van het profiel 4 vastgebout. De hartlijn van het pijpvormige huis 45 is horizontaal, en staat tevens loodrecht op de hartlijn 5 van de aandrijfas 22.

De legers 43, 44 zijn tegen verschuiving geborgd door in het huis 45 aangebraehte borsten, en tevens door het tandwiel 42 resp. een spanring 48.

Tussen het op de as 22 aangebrachte leger 23 en het 10 tandwiel 24 resp, het tandwiel 25 zijn kleine stelruimten gelaten (fig. 4 en 5)·

Elk eindschot 11 steekt in ten opzichte van de rijrichting A in voorwaartse richting buiten de omtrek van de doorsnede van het profiel 4 uit. Aan dit uitstekende gedeelte 15 van elk eindschot zijn staafvormige koppel elementen bevestigd door middel van lassen (fig. 1). De koppel elementen 49 zijn op afstand van het profiel 4 aan elkaar bevestigd ter plaatse van een scharnier 50. De koppel element en 49 lopen in de bedrijfsstand vanaf het scharnier 50 in achterwaartse richting 20 schuinjnaar beneden.7De koppelelementen 49 en het profiel 4 vormen samen een driehoek, waarbij één van de hoeken van de driehoek stomp is.

Het profiel 4, waaraan de harkwielen zijn bevestigd, bestaat uit een geperste plaat, waarvan een doorsnede 25 ongeveer U-vormig is. De open zijde van het profiel is aan de onderzijde gelegen en strekt zich in de langsrichting van het profiel uit. Ook de tussenschotten zijn van geperst plaatstaal en kunnen op eenvoudige wijze, ook bijv. door middel van puntlassen, in het profiel worden aangebracht. Het gebruik 30 van gietijzeren gesteldelen is vermeden. Op deze wijze onstaat een zeer goedkope profielbalk, die geschikt is om in massaproductie te worden vervaardigd waarbij uitsluitend plaatmateriaal wordt gebezigd. De U-vormige doorsnede bezit afgeplatte kanten 7 en omgezette randen 10 ter verhoging 35 van de buigstijfheid.

De betekenis van de open zijde van het profiel 4 komt in het productieproces van de machine naar voren. De tussenschotten 12 en 13 worden met behulp van een mal in het 8104683 7 profiel 4 gesteld en bevestigd. Op de aandrijfas 22 worden de legers 23 en de tandwielen 24, 25 van te voren, dus buiten bet profiel 4, aangebracht. Daarna wordt de geheel gereedgemaakte as 22 samen met de genoemde delen als één 5 geheel door de open zijde van het profiel 4 in het profiel gebracht, waarbij de as dus loodrecht op de langshartlijn van het profiel 4 beweegt. De as 22 wordt daarbij in de uitholling 21 aau de onderzijde van de schotten 12 gebracht. Hierna worden de legers 23 met de bouten 27 aan de schotten 10 12 bevestigd (fig. 3, 4 en 6).

Doordat de open zijde van het profiel in de langs-richting van het profiel loopt, kan de montage geheel overzien worden en zijn de bevestigingspunten van de legers direkt bereikbaar. Doordat tussen de tandwielen 24 en 25 en het 15 leger 23 een kleine tussenruimte aanwezig is en een leger 23 op de as 22 iets kan worden verschoven, kunnen kleine afwijkingen in de stand of vorm van de tussenschotten 12 worden opgevangen. De open zijde van het profiel 4 geeft de mogelijkheid van een zeer eenvoudige en snelle montage, te 20 me er daar de bevestiging van tandwielen en legers op de as 22 afzonderlijk en met behulp van daarvoor bestemde hulpmiddelen en mallen kan geschieden. De montagesnelheid is groter dan wanneer de as 22 samen met de reeds gemonteerde tandwielen en legers door een opening aan een der einden van het 25 profiel zou worden ingebracht. De wijze van montage volgens de uitvinding kan uiteraard ook voor andere landbouwmachines toegepast worden.

Het harkwiel wordt op zeer eenvoudige wijze met behulp van de drie bouten 33 aan het tandwiel 19 bevestigd, 30 waardoor snelle verwisseling mogelijk is. De maatvoering van de cirkelvormige openingen in de platen 31 en 32 ten opzichte van de afstandsbus 15 waarborgt daarbij een eenduidige centrering. De geperst plaatstalen afschermplaat 8, verstijfd door de rand 34 is enerzijds een afscherming 35 om te voorkomen dat gewas ter plaatse van de tandwielen komt, en vormt anderzijds samen met het profiel 4 een stijve gesloten doos aan elk einde van het profiel 4, waardoor een gunstige krachtsinleiding in het profiel 4 en naar de eindschotten 11 ontstaat.

8104683

V

8 31 te

De plaat 26 vormt een afscherming van de tandwielen 25 en 42 (fig. 4 en 5) tegen het binnendringen van gewas en vormt tevens een vetvang voor de aan deze tandwielen aangebrachte smeermiddelen.

5 . Het middendeel van het profiel 4 dat een open doorsnede' vertoont, is relatief laag op buiging en torsie belast omdat de harkwiel- en loopwielkrachten rechtstreeks via de eindschotten 11 naar de pigpen 49 worden geleid.

— ·— · ( 8104683

Claims (4)

4

1. Landbouwmachine met een of meer door een trekker aandrijf bare bewerkings organen, die aan een door tussenschotten verstijfde gestelbalk zijn gelegerd, en de bewerkings organen door middel van ten minste één binnen de gestelbalk gelegen 5 as aangebrachte tandwielen aandrijfbaar zijn , welke as met behulp van om de as gelegen legers op een of meer der tussenschotten af steunt en tussenschotten zijn voorzien van openingen, waar de as doorheen steekt, met het kenmerk, dat de gestelbalk aan één, evenwijdig aan de as gelegen zijde 10 open is en de openingen als in het materiaal van de schotten uitgespaarde uithollingen zijn uitgevoerd, die in de naar de open zijde van de gestelbalk gekeerde randen van de schotten zijn aangebracht.

2. Landbouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de legers met behulp van bouten aan de tussenschotten bevestigd zijn.

3. Werkwijze voor het monteren van een landbouwmachine, voorzien van een holle gestelbalk waarin een aandrijfas wordt gebracht, die voorzien is van ten minste één leger en 20 ten minste één tandwiel, waarbij een samenstel van as, leger en tandwiel als één geheel door een open zijde van de gestelbalk in de balk wordt geschoven en aansluitend ten opzichte van de gestelbalk wordt bevestigd, met het kenmerk, dat het samenstel ongeveer in een richting loodrecht op de 25 lengteafmeting van de as door een open langszijde van de balk heen in de balk wordt gebracht, waarbij de as in naar de open zijde toegekeerde uithollingen in de omtrek van reeds aan de balk bevestigde tussenschotten treedt en de legers aan de tussenschotten worden bevestigd.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de legers door middel van bouten aan de tussenschotten worden bevestigd. 8104683