NL8104629A - Balhoofd voor een rijwiel. - Google Patents

Description

-1-

Balhoofd voor een rijwiel.

De uitvinding betreft een balhoofd voor een rijwiel, omvatten-de een buitenbuisstuk dat aan het freem van het rijwiel kan worden bevestigd, en een coneentrisch daar binnen gelegen binnenbuisstuk waaraan, bij het ondereind de voorwielvork van het rijwiel kan worden bevestigd en dat bij 5 het boveneind het stuur van het rijwiel kan opnemen, terwijl tussen deze buisstukken, nabij de einden daarvan, twee wentellagers zijn gelegen, die elk bestaan uit een stel rolelementen en een met het binnenbuisstuk respec-tievelijk het buitenbuisstuk in verbinding staand opsluitorgaan, waarbij het bovenste met het binnenbuisstuk in verbinding staande opsluitorgaan kan 10 samenwerken met een om het binnenbuisstuk vast te leggen vastlegorgaan.

Bij het bekende balhoofd zijn de rolelementen in de vorm van kogels van elke lagering zondermeer opgesloten tussen een, met het buitenbuisstuk verbonden schotel en een met het binnenbuisstuk verbonden conus, zodat de kogels tegen elkaar aan kunnen rollen waardoor het lager betrekkelijk snel 15 slijt. Bovendien is de montering van zo'n lagering betrekkelijk lastig, aan-gezien tijdens de montering de kogels weer naar buiten kunnen vallen.

Daarbij is het noodzakelijk -dat het vastlegorgaan is uitgevoerd als een stelorgaan bestaande uit een apart van binnenschroefdraad voorzien, ringvormig orgaan, dat op het van buitenschroefdraad voorziene bovenste 20 deel van het binnenbuisstuk, tegen de bovenste conus is aangeschroefd.

Hierdoor kunnen de kogels, bij het te sterk aanschroeven van het stelorgaan, een te grote belasting krijgen, waardoor ook een grote slijtage kan optreden.

Tot nu toe was men van mening, dat lageringen met een schotel en 25 een conus noodzakelijk waren voor de lagering van een balhoofd, omdat alleen daardoor een goede centrering van het binnenste en buitenste buisstuk ten opzichte van elkaar mogelijk was.

Volgens de uitvinding is ingezien dat alle bovengenoemde nadelen van het bekende balhoofd worden opgeheven wanneer elk lager wordt gevormd 30 door een van tevoren vervaardigde wentellager-eenheid bijvoorbeeld een kogel-lager met een binnen- en buitenloopring en een aantal daartussen gelegen, door een kooi van elkaar gescheiden rolelementen, en de opsluitorganen in aangrijping zijn met respectievelijk de binnen- en buitenloopring van het wentellager, en dat daarbij geen centreringsproblemen optreden, wanneer de 35 opsluitorganen nauwkeurig op maat zijn vervaardigd, wat op eenvoudige en eco-nomische wijze kan plaats vinden, door deze organen door persen te vormen.

Op deze wijze is volgens de uitvinding een balhoofd voor een 8104629 -2- * Ο. ^ · \ rijwiel verkregen, waarbij de rolelementen niet meer tegen elkaar aan kunnen rollen, doordat zij van elkaar zijn gescheiden door een kooi, geen stelor-gaannodig is, zodat de rolelementen niet meer aan te grote belastingen kunnen worden blootgesteld, en‘de slijtage aanzienlijk minder is, terwijl de montering betrekkelijk eenvoudig is en de totale kosten van bet balhoofd zelfs lager zijn dan die van het bekende balhoofd.

Op voordelige wijze kan het met het binnenbuisstuk verbonden onderste opsluitorgaan worden gevormd door een ringvormige verdikking van of aan het binnenbuisstuk.

Het vastlegorgaan kan een geheel met het bijbehorende opsluitorgaan vormen, waarbij het vastlegorgaan kan worden vastgelegd door een omzetting naar buiten van het boveneind van het binnenbuisstuk.

' De uitvinding wordt nader besehreven onder verwijzing naar de tekening, waarin in overlangse doorsnede, in de linker helft, het bekende balhoofd, en in de rechter helft een balhoofd volgens de uitvinding is getoond.

Het bekende balhoofd zoals getoond in het linker deel van de tekening bestaat uit een buitenbuisstuk 1 en een daarbinnen gelegen binnenbuisstuk 2 dat bij het ondereind is bevestigd aan de plaat 3 van een verder niet getoonde voorwielvork van een rijwiel. Bij het ondereind is een lagering toegepast bestaande uit een stel kogels 4 die tussen een schotel 5 en een conus 6 zijn gelegen. Bij het boveneind is een lagering aanwezig bestaande uit een stel kogels 7 die tussen een schotel 8 en een conus 9 zijn gelegen. Verder is op het van schroefdraad voorziene boveneind van het binnenbuisstuk 2 een ringvormig stelorgaan 10 geschroefd, dat tegen de conus 9 is vastge-schroefd.

Zoals getoond in het rechter deel van de tekening bestaat het balhoofd volgens de uitvinding uit een buitenbuisstuk 11 en een daar binnen gelegen binnenbuisstuk 12 dat bij het ondereind aan de plaat 13 van de voorwielvork van het rijwiel is bevestigd. Bij het ondereind is een kogel-lager 14· aangebracht bestaande uit een binnenloopring 14·' en een buitenloop-ring 14'' en een stel, tussen deze ringen gelegen kogels 141'', die door een niet getoonde kooi van elkaar zijn gescheiden. De binnenloopring 14' is in aangrijping met een ringvormige verdikking 15 aan het ondereind van het binnenbuisstuk 12, terwijl een onderlegring 16 aanwezig is. De buitenloop-ring 14' is in aangrijping met een opsluitorgaan 17, dat door een pers-werk-wijze is vervaardigd.

Nabij het boveneind is een kogellager 18 aangebracht bestaande uit een binnenloopring 18', een buitenloopring 18'' en een stel, door een niet getoonde kooi van elkaar gescheiden kogels 18'". De binnenloopring 8104629 -3- 18' is in aangrijping met een opsluitorgaan 19, terwijl de buitenloopring 18’1 in aangrijping is met een opsluitorgaan 20, waarbij beide opsluitor-ganen 19 en 20 door middel van een pers-werkwijze zijn vervaardigd. Het opsluitorgaan 20 is ten opzichte van het binnenbuisstuk 12 vastgezet door-5 dat het boveneind 21 van het binnenbuisstuk naar buiten is omgezet, zoals getoond in de tekening.

8104629

Claims (5)

1. Balhoofd voor een rijwiel, omvattende een buitenbuisstuk dat aan het freem van een rijwiel kan worden bevestigd en een concentrisch daar binnen gelegen binnenbuisstuk waaraan, bij het ondereind de voorwiel-vork van het rijwiel kan worden bevestigd en dat bij het boveneind het 5 stuur van het rijwiel kan opnemen, terwijl tussen deze buisstukken, nabij de einden daarvan, twee wentellagers zijn gelegen, die elk bestaan uit een stel rolelementen en een met het binnenbuisstuk respectievelijk het buitenbuisstuk in verbinding staand opsluitorgaan, waarbij het bovenste, met het binnenbuisstuk in verbinding staande opsluitorgaan karv samenwerken met een 10 om het binnenbuisstuk vast te leggen vastlegorgaan, met het k e n -m e r k , dat elke lagering wordt gevormd door een van tevoren vervaardigde wentellager-eenheid (14·; 18) met een binnen- (14·'; 18') en buitenloopring (14-' ’;18'f) en een aantal daartussen gelegen, door een kooi van elkaar gescheiden rolelementen (14·" ';181''), waarbij de opsluitorganen (15,17; 15 19,20) in aangrijping zijn met respectievelijk de binnen- en buitenloop ring van het wentellager.

2. Balhoofd volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de opsluitorganen bestaan uit stukken die door persen zijn gevormd.

3. Balhoofd volgens conclusies 1 of 2,met het ken- 20. e r k , dat het met het binnenbuisstuk (12) verbonden, onderste opsluitorgaan (15) wordt gevormd door een ringvormige verdikking van of aan het binnenbuisstuk (12),

4·. Balhoofd volgens conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het vastlegorgaan (20) een geheel vormt met het bijbehorende opsluit-25 orgaan.

5, Balhoofd volgens conclusie 4·, met het kenmerk, dat het vastlegorgaan (20) is vastgelegd door een omzetting (21) naar buiten van het boveneind van het binnenbuisstuk (12). o 8104629