NL8102296A - Schroefdop voor het afsluiten van een houder. - Google Patents

Description

* * - 1 - N.0. 29821

Schroefdop voor het afsluiten van een houder.

De uitvinding betreft een schroefdop voor het afsluiten van een houder, omvattende een binnendop met een bovenwand en een met de omtrek daarvan verbonden, naar beneden uitstekende ringvormige mantel, die aan de binnenkant is voor-5 zien van schroefdraad die kan samenwerken met de schroefdraad om de hals van de af te sluiten houder, en een concentrisch om de binnendop gelegen buitendop met een bovenwand en een met de omtrek daarvan verbonden, naar beneden uitstekende ringvormige mantel, welke binnen- en buitendop ten opzichte 10 van elkaar draaibaar en axiaal verschuifbaar zijn, waarbij tussen de tegenover elkaar liggende bovenwanden van deze doppen ten minste êên, als een veer werkend, orgaan is gelegen, dat, in de normale stand van de doppen, deze bovenwanden op een afstand van elkaar houdt, maar kan toelaten dat de 15 bovenwanden naar elkaar toe worden gedrukt, terwijl de binnen-en buitendop zijn voorzien van respectievelijk naar buiten en naar binnen uitstekende elementen, die in de normale stand van de doppen op een afstand van elkaar liggen, zodat de doppen onafhankelijk van elkaar kunnen worden gedraaid en die 20 hij het naar elkaar toe drukken van de bovenwanden van de doppen in elkaar kunnen grijpen, zodat bij het draaien van de ene dop de andere wordt meegenomen. Een dergelijke schroefdop is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 3.863.796.

Een schroefdop van dit type vormt een zogenaamde kinder-25 veilige afsluitdop, aangezien voor het opendraaien van zo'n, met de binnendop op de hals van een houder vastgeschroefde dop, eerst de buitendop axiaal naar beneden moet worden gedrukt, ten einde de uitstekende elementen met elkaar in in-grijping te brengen, en daarna de buitendop in deze naar bene-30 den gedrukte toestand moet worden gedraaid, waardoor de binnendop wordt meegenomen en van de hals wordt afgeschroefd, en het is gebleken, dat kinderen beneden een bepaalde leeftijd niet in staat zijn gelijktijdig een axiale druk op de buitendop uit te oefenen en deze dop te draaien. Het is dus vrij-35 wel uitgesloten dat betrekkelijk jonge kinderen zo'n kinder-veilige afsluitdop van een houder kunnen losschroeven, zodat 8102296 ** Jf -2- het gevaar dat deze kinderen de meestal, schadelijke inhoud van de houder tot zich kunnen nemen, wordt opgeheven.

Bij de bekende schroefop wordt de bovenwand van de binnendop geheel overdekt door de bovenwand van de buitendop, 5 terwijl slechts een betrekkelijk kleine speling aanwezig is tussen de mantels van de binnen- en buitendop, doordat deze mantels de geleiding'voor de doppen vormen bij de relatieve axiale verschuiving.

Het nadeel van deze dop is, dat bij het verpakken van 10 meerdere van deze doppen voorziene houders, waarbij houders op elkaar worden gestapeld, de buitendop van een onderliggende houder gedurende betrekkelijk lange tijd in de ingedrukte toestand kan belanden door de op de* dop uitgeoefende" druk van één of meer der bovenliggende houders, waardoor dit veeror-15 gaan het verend vermogen kan verliezen en de veiligheid van de dop wegvalt, terwijl door de betrekkelijk nauwe ruimte tussen de mantels van de binnen- en buitendop, verontreinigingen of stoffen zich in deze ruimte kunnen ophopen, bijvoorbeeld doordat aldaar kristalvorming optreedt van een deel van 20 de vloeibare inhoud van de houder, dat na het uitschenken aan de buitenkant van de hals blijft kleven en in deze ruimte kan kruipen,, waardoor de binnen— en buitendop niet meer ten opzichte van elkaar kunnen worden verschoven.

Het doel van de uitvinding is een schroefdop van het ge— 25 noemde type te verschaffen die deze nadelen niet heeft.

Dit doel .wordt bereikt doordat bij de schroefdop volgens de uitvinding in de bovenwand van de buitendop een opening is aangebracht die, met. een betrekkelijk kleine speling om een, met de bovenwand van de binnendop verbonden, opstaand deel 30 ligt, zodanig dat in de genoemde normale stand, de bovenwand van het opstaande deel voorbij de bovenwand van de buitendop uitsteekt, of op gelijke hoogte daarmee ligt doch beslist niet' lager, en de uitstekende elementen en het veerorgaan in de om het opstaande deel, tussen de bovenwanden van de binnen- en 35 buitendop aanwezige ruimte liggen.

Op deze wijze vormt het ópstaande deel van de binnendop via de in de bovenwand van de buitendop aanwezige opening, de geleiding voor de buitendop bij de axiale verschuiving, zodat de ruimte tussen de mantels van de binnen- en buitendop 4gbetrekkelijk ruim kan zijn, waardoor geen gevaar bestaat dat zich in deze ruimte verontreinigingen afzetten. Doordat de 8102296 - 3 - * bovenkant van het opstaande deel, ook in de normale stand van de buitendop, voorbij de bovenwand daarvan uitsteekt, zal bij het op elkaar stapelen van meerdere, van doppen volgens de uitvinding voorziene houders, een bovenliggende houder op 5 de bovenkant van het uitstekende deel van de dop van een onderliggende houder rusten, waardoor geen gevaar bestaat dat de buitendop van deze onderliggende houder naar beneden wordt gedrukt.

Bij voorkeur worden de uitstekende elementen van de buiten-10 dop gevormd door êên of meer, in het algemeen zich axiaal uitstrekkende ribben, die aan het, nabij de bovenwand liggende deel van de binnenkant van de mantel zijn aangebracht, en zijn de uitstekende elementen van de binnendop gevormd aan de buitenkant van de mantel nabij de om het opstaande deel gelegen 15 bovenwand.

Op deze wijze vormen de uitstekende elementen van de buitendop een extra geleiding voor de buitendop bij de axiale verschuiving daarvan.

Het veerorgaan wordt bij voorkeur gevormd door ten minste 20 êên, met de bovenwand van de buitendop verbonden, naar binnen gerichte, schuin naar buiten lopende lip van een veerkrachtig materiaal, die tegen de bovenwand van de binnendop aanligt, waarbij volgens de uitvinding deze lip is verbonden met de rand van de opening in de buitendop.

25 Daarbij kan op voordelige wijze de gehele buitendop uit een veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld een kunststof bestaan, waarbij volgens de uitvinding de lip door in wezen, een zich vanaf de rand van de opening voortzettend deel van de bovenwand van de buitendop wordt gevormd.

30 Op voordelige wijze kan het opstaande deel van de binnendop hol zijn en in wezen door een axiaal naar buiten uitgezet deel van de bovenwand van de binnendop worden gevormd.

Doordat de uitstekende elementen van de binnen- en buitendop zich nabij de omtrekken van deze doppen bevinden, kan op 35 voordelige wijze in de om het opstaande deel lopende bovenwand van de binnendop een ringvormig, axiaal naar buiten uitgezet deel zijn gevormd, dat een ringvormige naar beneden open holle ruimte begrenst, waarin de bovenkant van de, door de dop af te sluiten hals van de houder kan worden opgenomen, 40 waarbij de verende lippen tegen de bovenkant van dit uitge 8102296 . - 4 - *» «r zette deel aanliggen.

Op deze wijze wordt een zeer goede afsluiting van de houder door de binnendop verkregen..

De uitvinding wordt nader beschreven onder verwijzing 5 naar de figuur, waarin, in doorsnede, een uitvoeringsvoor-beeld van een dop volgens de uitvinding is getoond.

Zoals getoond in de tekening omvat de dop een buitendop 1, en een coaxiaal daar binnen gelegen binnendop 2. In de binnenkant van de mantel van de binnendop 2 is schroefdraad 3 ge-10 vormd, waarmee de binnendop op de hals van een houder kan worden vastgeschroefd. In de bovenwand van de binnendop 2 is een ringvormige holle ruimte 4 gevormd, waarin de; bovenkant van de hals van de houder kan worden opgenomen, zodat een zeer goede afsluiting van deze houder wordt verkregen.

15 Verder is een opstaand deel 5 in de bovenwand van de binnendop 2 gevormd,, waarvan de bovenkant 6, in de, in het linkerdeel van de tekening getoonde, normale· stand, boven de bovenkant 7 van de buitendop uitsteekt.

In de bovenwand van de buitendop I. is een opening 8 aan— 20 gebracht, die met een kleine speling om het ópstaande deel 6. van de binnendop ligt. Vanaf de rand van de opening 8 lopen de verende lippen 9 schuin naar buiten, die tegen de bovenkant van de uitholling 4 in de bovenwand van de binnendop 2 liggen.

25 Aan de binnenkant van de buitendop 1 zijn axiaal lopende, uitstekende ribben 10 gevormd,- die kunnen samenwerken met de· uitstekende elementen 11 aan de buitenkant van de binnendop 2.

Om de mantel van de binnendop, nabij de onderkant daarvan, is een ringvormige verdikking 12 gevormd, waarachter een 30 flensvormig deel 13 van de mantel van de buitendop 1 grijpt, waardoor de binnendop 2 binnen de buitendop 1 wordt gehouden.

Zoals getoond in het rechter deel van de tekening, zullen, bij het axiaal naar beneden drukken van de buitendop 1, de uitstekende ribben 10 binnen de uitstekende delen 11 grijpen, 35 waardoor bij het draaien van de buitendop 1 de binnendop 2 wordt meegenomen, en deze binnendop van de houder kan worden losgeschroefd. In de, in het linkerdeel van de tekening getoonde, normale stand, liggen de uitstekende ribben-10 op een afstand van de uitstekende delen 11, zodat bij het uit-40 sluitend draaien van de buitendop 1, de binnendop 2 niet 8102296 « * - 5 - wordt meegenomen en derhalve niet van de houder kan worden losgeschroefd.

8102296

Claims (6)

1. Schroef dop voor het afsluiten van een. houder, omvattende een binnendop met een bovenwand en een met de omtrek daarvan verbonden, naar beneden uitstekende, ringvormige mantel die aan de binnenkant is voorzien van schroefdraad 5 die kan samenwerken met de schroefdraad om de hals van de af te sluiten houder, en een concentrisch om de binnendop gelegen buitendop met een bovenwand en een, met de omtrek daarvan verbonden, naar beneden uitstekende ringvormige mantel, welke binnen- en buitendop ten opzichte van elkaar draai-ig baar en axiaal verschuifbaar zijn, waarbij tussen de tegenover elkaar liggende bovenwanden van deze doppen ten minste één, als een veer werkend orgaan is gelegen, dat in de normale stand van de doppen, deze bovenwanden op een afstand van elkaar houdt, maar kan toelaten dat de bovenwanden naar el-15 kaar toe worden gedrukt, terwijl de binnen- en buitendop zijn voorzien van respectievelijk naar buiten en naar binnen uitstekende elementen, die in de normale stand van de doppen op een afstand van elkaar liggen, zodat de doppen onafhankelijk van elkaar kunnen worden gedraaid, en die bij het naar elkaar toe-20 drukken van de bovenwanden van de doppen in elkaar kunnen grijpen, zodat bij het draaien van de ene dop de andere wordt meegenomen, m e t h e· t k e n m e r k, dat in de bovenwand van de buitendop een opening is aangebracht, die, met een betrekkelijk kleine speling,- om een met de bovenwand van de 25 binnendop verbonden opstaand deel ligt, zodanig, dat in de genoemde normale stand de bovenkant van het opstaande deel voorbij de bovenkant van de buitendop uitsteekt of op gelij-.ke hoogte daarmee ligt doch beslist niet lager, en de uitstekende elementen en het veerorgaan in de, om het opstaande 30 deel, tussen de bovenwanden van de binnen- en buitendop aanwezige ruimte liggen.

2. Schroefdop volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de uitstekende elementen van de buitendop worden gevormd door één of meer, in het algemeen zich 35 axiaal uitstrekkende ribben, die aan het nabij de bovenwand liggende deel van de binnenkant van de mantel zijn aangebracht, en de uitstekende elementen van de binnendop zijn gevormd aan de buitenkant van de mantel, nabij de om het opstaande deel 8102296 - 7 - « .-. gelegen bovenwand.

3. Schroefdop volgens conclusies 1 of 2, waarbij het veer-orgaan wordt gevormd door ten minste êên met de bovenwand van de buitendop verbonden, naar binnen gerichte, schuin naar 5 buiten lopende lip van een veerkrachtig materiaal, die tegen de bovenwand van de binnendop aanligt, met het kenmerk, dat de lip is verbonden met de rand van de opening in de buitendop.

4. Schroefdop volgens conclusie 3, waarbij de buitendop 10 uit veerkrachtig materiaal, bijvoorbeeld een kunststof, bestaat, met het kenmerk, dat de lip door in wezen een zich vanaf de rand van de opening voortzettend deel van de bovenwand van de buitendop wordt gevormd.

5. Schroefdop volgens conclusies 1-4, met het 15 k e n m e r k, dat het opstaande deel van de binnendop hol is en in wezen door een, axiaal naar buiten uitgezet deel van de bovenwand van de binnendop wordt gevormd.

6. Schroefdop volgens conclusies 2-5, met het kenmerk, dat in de om het opstaande deel lopende 20 bovenwand van de binnendop een ringvormig, axiaal naar buiten uitgezet deel is gevormd, dat een ringvormige naar beneden open holle ruimte begrenst, waarin de bovenkant van de door de dop af te sluiten hals van de houder kan worden opgenomen, waarbij de verende lippen tegen de bovenkant van 25 dit uitgezette deel aanliggen. 8102296