NL8101819A - Schaal, bestemd voor het verpakken van voorwerpen. - Google Patents

Description

' ,......... * $ 805H5Ae/sn

Korte aanduiding: Schaal, bestemd voor het verpakken van voorwerpen,

De uitvinding heeft betrekking op een schaal, bestand voor het verpakken van voorwerpen, waarbij het geheel van de op een enkele schaal of tussen twee soortgelijke schalen geplaatste voorwerpen omgeven wordt door een krimpfolie, welke schaal in hoofdzaak recht-5 hoekig is, met een opengewerkte bodem, en met ten opzichte van het bodemdeel opstaande omtrekswanden die schuin naar buiten lopen en gegolfd zijn.

Dergelijke schalen zijn in verschillende uitvoeringsvoimen en voor verschillende toepassingen bekend. Ze worden van kunststof 10 vervaardigd, hetgeen in vergelijking met karton ondermeer het voordeel heeft dat het niet beïnvloed wordt door vochtomstandigheden, hetgeen voor bepaalde toepassingen, in het bijzonder in de voedingsmiddelenindustrie, van groot belang is.

Er wordt in het bijzonder gedacht aan vervaardiging van de schaal 15 als een spuitgietprodukt. Het belangrijkste voordeel daarvan in vergelijking met de vervaardiging uit vacuümgevormde kunststof is een grote materiaalbesparing, in het bijzonder ter plaatse van de bodem, omdat daar in het algemeen geen grote hoeveelheid materiaal nodig is. Een als “opengewerkt"aangeduide bodem is voldoende, waaronder 20 wordt verstaan een raam met een aantal smalle strookvormige verbindingen.

Een gemeenschappelijk bezwaar van vrijwel alle bestaande schalen die worden gebruikt om voorwerpen te verpakken met gebruikmaking van krimpfolie is dat de vormgeving van de schaal niet voldoende aangepast 25 is aan het omsnoeren met krimpfolie, waardoor de folie op bepaalde punten te zeer verzwakt of zelfs kan beschadigen.

Kenmerkend voor de schaal volgens de uitvinding is daartoe dat de opstaande omtrekswanden voorzien zijn van een naar buiten gerichte flens die aansluit op de gegolfde bovenrand van de wand en 30 eindigt ter plaatse van de buitenste golftoppen van de wand, zodanig dat een op minimale afstand langs die buitenste golftoppen lopende, 8101819 -2- * ' * strakke buitenomtrekslijn van de schaal als geheel wordt verkregen.

Aldus wordt bereikt dat de verst naar buiten liggende plaatsen van de verpakking, die bepalend zijn voor vervorming en eventueel beschadiging, en waartegen de folie komt aan te liggen, gevormd 5 worden door de over de gehele omtrek doorlopende strakke flensrand waarop dan in hetzelfde vlak de lijnen aansluiten van de buit aiste golftoppen van de wanden. Hierdoor wordt een zo gelijkmatige verdeling van de spanning verkregen dat geen ontoelaatbare vervorming optreedt, en dus zo veel te minder gevaar van beschadiging 10 bestaat.

Door de spanning in de folie zal, wanneer de aard van de verpakte voorwerpen dat toelaat, de schuin naar buiten staande wand van de schaal naar binnen worden gedrukt, waardoor de grootste maten van het gehele blok produkten in de uiteindelijke toestand slechts 15 zeer weinig groter is dan de buitenmaat van de verpakte voorwerpen zelfe

De schalen blijven ondanks dit feit toch nestbaar. Het automatisch ontnesten van een stapel schalen is eenvoudig in een uitvoeringsvorm die gekenmerkt is doordat op langs de omtrek verdeelde 20 plaatsen nokken zijn aangebracht aan de onderzijde van de flenzen op enige afstand binnen de buitenomtrekslijn daarvan„ Op deze manier is het mogelijk dat <§én of meerdere organen van de ontnestinrichting gestoken worden in de ruimte tussen twee boven elkaar liggende flenzen, welke ruimte ontstaan is door het aanbrengen van de genoem-25 de nokken, om zo de bovenste schaal weg te nemen. De nokken liggen op een voldoende afstand binnen de buitenomtrekslijn van de flenzen in verband met het feit dat de opstaande wanden van de schaal, zoals hierboven vermeld, door de spanning in de folie naar binnen gedrukt kunnen worden, De nokken mogen dan vanzelfsprekend geen plaat-30 selijke spanningen in de folie veroorzaken doordat ze zouden gaan uitsteken buiten het vervormde vlak van de flensomtrek en de lijnen van de buitenste golftoppen,

De uitvinding zal hierna worden toegeiicht aan de hand van de 81 018 T9 * t> -a- bijgaande tekening van enkele uitvoeringsvoorbeelden,

Fig, 1 toont perspektivisch een eerste uitvoeringsvorm van de schaal; fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de pijlen II-II in fig.

5 1; fig. 3 is een dwarsdoorsnede volgens de pijlen III-III in fig. 1; fig. 4a en 4b tonen dwarsdoorsneden door dezelfde schaal met verschillende in de schaal geplaatste voorwerpen, in beide gevallen 10 links getekend in de toestand v<5<5r het aanbrengen van de krimpfolie, en rechts met de folie in gekrompen toestand; fig. 5 toont tenslotte perspektivisch een gedeelte van een andere uitvoeringsvorm van een schaal.

De in fig. 1 weergegeven schaal omvat een in hoofdzaak recht-15 hoekig raanwerk 1 waarbinnen zich een zeer grof netwerk bevindt van elkaar kruisende stellen verbindingsstroken 2.

Aan alle vier de zijden sluit op de bodem 1, 2 een schuin naar buiten lopende opstaande wand 3 aan. Die buitenwand is gegolfd.

Ter plaatse van de golvende bovenrand gaat de wand 3 over in een 20 naar buiten gerichte flens 4, die in deze uitvoeringsvorm ook horizontaal loopt, d.w.z. evenwijdig aan het bodemvlak.

Fig. 2 geeft een dwarsdoorsnede door de wand ter plaatse van een binnenste golftop 3*. Men ziet in deze figuur de aanwezigheid van de flens 4.

25 Fig. 3 is een dwarsdoorsnede ter plaatse van een buitenste golftop 3” in de wand. Men ziet dat de flensrand 4 niet meer voorbij die lijn naar buiten steekt. De omtrekslijn 4* van de flens sluit aan op de lijn die de buitenste golftop voorstelt. Op deze wijze worden scherpe uitstekende delen voorkomen die aanleiding kunnen 30 geven tot overbelasting en scheuren van de folie.

In fig. 4a ziet men een dwarsdoorsnede door de schaal met schematisch de omtrekslijnen aangeduid van twee glazen potten zoals 5 die een afgeronde overgang 6 hebben tussen het bodemvlak en de 8101819 * r i» —4— omtrekswand. Voor dit toepassingsgeval zal de door 7 aangeduide plaats van aanraking tussen de gebogen potrand 6 en defgolfde schaalwand 3 vrij hoog liggen, d.w.z. praktisch dichtbij de bovenrand van de gegolfde wand 3, dus de flens. Wanneer er een folie 5 om het geheel wordt gekrompen, zoals schematisch rechts in fig.

4a is aangeduid, vindt ter plaatse van de naar buiten gerichte golf waarin zich een pot bevindt weinig of geen vervorming van de opstaande schaalwand 3 plaats, terwijl toch die folie 8 zich op zeer korte afstand van de pot 5 zal bevinden. In de naar binnen ge-10 richte golven tussen de plaatsen waar zich potten bevinden zal de rand door de folie nog wat naar binnen worden getrokken. De uiteindelijke uitwendige afmetingen van het ingepakte blok zullen slechts zeer weinig groter zijn dan de afmetingen van de eigenlijke groep potten die verpakt is„ 15 In fig. 4b ziet men de toepassing voor het verpakken van twee blikken 9, Daarbij zal de onderste felsrand 10 van elk blik in de onderhoek tegen de schuine opstaande wand 3 liggen. Nabij de bovenrand blijft de wand dan dus op enige afstand van de blikomtrek. Bij het krimpen van de folie 8 zal de wand, zoals schematisch weerge- 20 geven rechts in fig. 4b, onder invloed van de spanning in de folie naar binnen worden gedrukt. De buitenafmetingen van het geheel worden op die manier dus kleiner dan de buitenafmetingen van de onverpakte schaal. Ook in dit geval bereikt men dat de uiteindelijke totale afmetingen van het verpakte blok slechts weinig groter zullen 25 zijn dan de afmetingen van de verpakte blikken zelf.

Terugkerend naar fig. 1 ziet men dat de gegolfde wanden aan de hoeken in elkaar overgaan in de vorm van een afronding 11. De in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm is bestemd voor het verpakken van de betrekkelijk grote voorwerpen zoals die ook in fig. 4a en 4b 30 zijl ingetekend. In die hoekafronding zoals 11 kan dan een dergelijk voorwerp worden geplaatst, waarbij men aan de afronding in hoofdzaak dezelfde middellijn zal geven als de voorwerpen. Aldus kunnen er, bij de getekende uitvoering, aan de korte zijde twee potten of 8101819 ' ψ » -5- blikken naast elkaar worden gezet, en aan de lange zijde drie.

Tussen elke golf waarin zich een voorwerp bevindt is dan steeds nog een golf in de wand aanwezig .

De tweede uitvoeringsvorm, die in fig. 5 gedeeltelijk is ge-5 tekend, is bestemd voor het verpakken van voorwerpen met een kleinere middellijn. Er wordt in het bijzonder gedacht aan voorwerpen die zo klein zijn dat ze passen binnen de eerste naar buiten gekeerde golf 12 resp, 13 aan de lange resp. korte zijde, vervolgens een voorwerp in de derde naar buiten gerichte golf 14 enz. De golven 10 zijn in deze uitvoeringsvorm ook gestileerd tot zigzag heen en weer lopende, op zichzelf in hoofdzaak vlakke wanddelen zoals aangeduid door 15. De uitvoering van de flens 4 voldoet weer geheel aan dezelfde eisen als hierboven omschreven voor de eerste uitvoeringsvorm.

15 De hoekafronding 16 heeft in deze uitvoering echter een veel kleinere kromtestraal, in het bijzonder een kromtestraal die veel kleiner is dan die van de te verpakken voorwerpen, omdat het hier niet de bedoeling is dat de voorwerpen in die hoekafronding worden geplaatst. Wel wordt opgemerkt dat de uitvoering volgens fig. 5 20 niet alleen geschikt is voor het verpakken van een groter aantal kleinere voorwerpen, maar bijvoorbeeld ook voor het verpakken van artikelen zoals boeken. De boeken liggen dan opgesloten tussen de naar binnen gerichte golftoppen in de wand, maar de hoeken, die het meest gevoelig zijn, worden vrijgehouden door de naar buiten gerichte 25 afrondingen zoals 16.

- conclusies - 81018 19 __

Claims (3)

1« Schaal, bestemd voor het verpakken van voorwerpen, waarbij het geheel van de op een enkele schaal of tussen twee soortgelijke schalen geplaatste voorwerpen omgeven wordt door een kximpfolie, welke schaal in hoofdzaak rechthoekig is, met een opengewerkte bodem, 5 en met ten opzichte van het bodemdeel opstaande omtrekswanden die schuin naar buiten lopen en gegolfd zijn, met het-kenmerk dat de opstaande omtrekswanden voorzien zijn van een naar buiten gerichte flens die aansluit op de gegolfde bovenrand van de wand en eindigt ter plaatse van de buitenste golftoppen van de 10 wand, zodanig dat een op minimale afstand langs die buitenste golftoppen lopende, strakke buitenomtreksiijn van de schaal als geheel wordt verkregen.

2. Schaal volgens conclusie 1,met het kenmerk dat de flens ligt in een vlak evenwijdig aan het bodemvlak van de 15 schaal.

3, Schaal volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat op langs de omtrek verdeelde plaatsen nokken zijn aangebracht aan de onderzijde van de flenzen op enige afstand binnen de buitenomtreksiijn daarvan. 8101819