NL8101463A - Pheumatische smoorinrichting. - Google Patents

Description

f * VO 1705

Titel : Pneumatische smoorinrichting.

De uitvinding heeft "betrekking op een pneumatische smoorinrichting, voorzien van een huis met daarin een toestroomleiding, verder van een ffigelmechanisme voor het smoren en van een uitgangsopening achter het regelmechanisme.

5 Het is voor het smoren van een gasstroom, "bijvoorbeeld van pers lucht of lucht, bekend om z.g. smoorschroeven toe te passen. Dergelijke schroeven hebben echter verschillende nadelen. Zo vertonen zij bijvoorbeeld een sterk niet-rechtlijnig gedrag, te veten een sterke verandering bij een kleine doorsnede en een kleine verandering bij een grote door-10 snede. Door de lange, smalle spleet bestaat het gevaar van verstoppingen vanneer het gas bijvoorbeeld verontreinigingen meedraagt. Verder is het nadelig, dat een smoorschroef sterk onderhevig is aan vrijving.

Aan de uitvinding ligt derhalve de opgave ten grondslag om een smoorinrichting te verschaffen, vaarmede bij een eenvoudige constructie 15 en een grote bedrijfsbetrouvbaarheid een nauvkeurig smoren mogelijk is.

Deze opgave vordt volgens de uitvinding opgelost door de in het onderscheiden kenmerk van de conclusie 1 vermelde maatregelen.

In plaats van een smoorschroef vordt volgens de uitvinding een draaibare instelschijf toegepast, vaarbij het smoren plaats vindt via 20 het vorm- of schroefvormige kanaal, vaarvan het verloop, de breedte en/ of de diepte over de lengte daarvan veranderlijk zijn, bijvoorbeeld volgens een logarithmische spiraal. Het smoren vordt hierbij bereikt door de verschillende doorsneden van het kanaal en ook door de verschillende, te door stromen kanaallengt en. Wanneer voor het verder leiden van het 25 stromende gas de grootste doorsnede ter beschikking staat, vindt vrijvel geen smoren plaats. Wanneer echter de instelschijf vordt verdraaid, zodat het gas een "omveg" moet maken via het vernauvende kanaal in de richting van de uitgangsleiding, vindt dienovereenkomstig een smoren plaats.

30 Wanneer de schroeflijnvormige kanaalgeleiding minder bedraagt dan 360°, kan de smoorinrichting geheel vorden afgesloten. Met de uitvinding vordt een kanaallengte voorgesteld, die overeenkomt met ongeveer 3A omdraaiing van de draaiknop.

Omdat thans volgens de uitvinding in plaats van een lange, smal-35 Ie spleet een betere benadering vordt bereikt van een cirkeldoorsnede, 81 01 463 * 'ν' - 2 - is het verstoppingsgevaar aanzienlijk minder. Verder is het in vergelijking tot smoorsehroeven voordelig, dat met de nieuwe smoorinrichting een rechtlijnig gedrag kan worden hereikt. Er vindt een regelmatige toename of afname plaats van de smoorwerking over de draaiboek. Hierbij is de 5 smoordoorsnede in dezelfde instelstand werkelijk altijd gelijk in tegenstelling tot smoorsehroeven. Een verder voordeel van de gevraagde smoor-inriehting is, dat door de bediening van de instelschijf via een schacht, slechts een kleine wrijving ontstaat. Doordat het mogelijk is om met een draaihoek van minder dan 3βθ° toe te komen, kan een goedkope schaal-10 verdeling worden toegepast, waarbij de instelling van de smoorinrichting met de schaalverdeling op eenvoudige wijze is vast te leggen (reproduceerbaar). Het is duidelijk, dat de vervaardiging eenvoudig is.

Een voordelige uitvoering wordt gevormd, doordat het kanaal in doorsnede gezien, een driehoeksvom heeft, waarbij zowel de diepte van 15 de in de onderzijde van de schijf aangebrachte driehoek als de driehoek-zijde aan het oppervlak van de onderzijde vanaf een maximale waarde, wanneer de toestroomboring in de instelschijf en de inlaatopening van de uitgangsleiding in lijn liggen, regelmatig afneemt tot een minimale waarde. De diepte van de driehoek wordt hierbij evenredig aan de draai-20 hoek gekozen. Een dergelijke uitvoering van het kanaal is eenvoudig in vervaardiging. Zo kan bijvoorbeeld een gelijkzijdige driehoek met een 60°-staal worden gedrukt in de onderzijde van de instelschijf.

Het is voordelig wanneer aan de naar de toestroomleiding gekeerde zijde van de instelschijf een vast daarmede verbonden voorschijf 25 aanwezig is, die een boring heeft, die in verbinding staat met de in de instelschijf aangebrachte toestroomboring.

Volgens de uitvinding kan verder zijn voorzien, dat in de toestroomleiding een in het inwendige van het huis openende terugslagklep \ is aangebracht.

30 Een verdere uitvoering wordt gevormd, doordat tussen de toestroom leiding en de uitgangsleiding een kort sluitleiding ligt met een naar de toestroomleiding openende terugslagklep. Door deze maatregel wordt voorkomen, dat de voorschijf bij drukvallen van de instelschijf kan worden gelicht.

35 Een constructief eenvoudige oplossing wordt gevormd, doordat * het huis tweedelig is uitgevoerd, en voor het afdichten van de twee huis-delen de afdekschijf is voorzien van een dichting. Volgens de uitvinding 8101463 S' * - 3 - kan hierbij zijn voorzien, dat de schacht, de instelschijf en de voor-schijf zijn gelegerd in het voorste huisdeel, en dat tussen de voor-schijf en de "binnenste achterwand van het achterste huisdeel een veer dwars door de voorkamer is gespannen.

5 Volgens een verdere uitvoering is voorzien, dat aan de voorzijde van het huis aan de schacht een draaiknop is aangehracht met een schaalverdeling. Via deze draaiknop met deze schaalverdeling kan het versterkt smoren op eenvoudige wijze worden ingesteld.

Volgens de uitvinding kan verder zijn voorzien, dat een nokken-10 schijf is "bevestigd aan de schacht, welke nokkenschijf samenwerkt met een in het huis aangebrachte aanslagpen. Door deze nokkenschijf kan in samenhang met de aanslagpen het begin en het einde van het smoren op eenvoudige wijze worden vastgelegd.

Een verder kenmerk van de uitvinding wordt gevormd, doordat tus-15 sen de voorschijf en de instelschijf een dichtingsring of een diehtings-schijf ligt.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : fig. 1 een lengtedoorsnede is van de smoorinrichting; 20 fig. 2 een doorsnede is volgens de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 een onderaanzicht is van de inrichting bij afgenomen draaiknop; en fig. 1 een ander uitvoeringsvoorbeeld toont.

De smoorinrichting bestaat uit twee huisdelen 1 en 2, waarbij 25 het huisdeel 2 is uitgevoerd als deksel. In het deksel 2 is draaibaar een schacht 3 gelegerd, die aan de buitenzijde een nokkenschijf 4 en een draaiknop 5 draagt. Aan de binnenzijde van het deksel 2 is een af-dekschijf 6 aangebracht en vindt met een dichting 7 een afdichting plaats tussen de delen 1 en 2. De afdekschijf 6 heeft een boring 8, die 30 in lijn ligt met een uitgangsleiding 9*

Een instelschijf 10 en een voorschijf 11 zijn vast verbonden met de schacht 3, waarbij tussen deze twee schijven een dichtingsring 12 ligt.

De voorschijf 11 heeft een boring 13, die in lijn ligt met een 35 toestroomboring 14 in de instelschijf 10, en uitmondt in de ruimte 19.

Zoals bijzonder duidelijk is te zien in fig. 2, mondt de boring 13 via de toestroomboring 1k uit in een kanaal 15 aan de onderzijde van 8101463 - k - de instel schijf 10. Het kanaal 15 is in doorsnede driehoekvormig uitgevoerd, waarbij zijn diepte en zijn breedte of de lengte van de driehoek-zijde aan het oppervlak van de onderzijde van de afdekschijf beginnende op een tegenover de toestroomboring in de uitgangsstand liggende stand, 5 geleidelijk kleiner worden. Het kanaal 15 is in hoofdzaak schroefvormig uitgevoerd en zodanig lang, dat, volgens fig. 2, vanaf de maximale waarde op de plaats 15¾. tot de minimale waarde op de plaats 15¾ vrijwel een 3A-amdraaiïng nodig is van de draaiknop 5· Wanneer de schacht 3 via de draaiknop 5 nog iets verder wordt gedraaid, is de doorgang door de 10 smoorinrichting volledig afgesloten.

Het einde van de draaibeweging wordt hierbij bepaald door de nokkenschijf b. Hiervoor is een nok 16 voorzien aan de schijf 4, welke nok bij het einde van de draaibeweging oploopt tegen een aanslagpen 17» die zich bevindt in het huisdeel 2.

15 Een voor spanning wordt tot stand gebracht door een veer 18, die steunt tegen de binnenwand van het huisdeel 1, en de voorschijf 11 samen met de instelschijf 10 tegen de afdekschijf 6 drukt. De veer 18 strekt zich hierbij uit door de voorkamer 19» waarin een toestroombo-ring 20 met een terugslagklep 21 uitmondt.

20 .Het in de fig. U weergegeven uitvoeringsvoorbeeld heeft dezelf de constructie, waarbij echter tussen de toestrocmleiding 20a en de uitgangsleiding 9a een kortsluitleiding 22 aanwezig is met een in de richting naar de toestrocmleiding 20 openende terugslagklep 23. Op deze wijze moet worden voorkomen, dat de schijf 11 wordt gelicht van de schijf 25 10.

De gevraagde smoorinrichting is dan als volgt werkzaam.

De lucht wordt via de toestroomlèiding 20 gevoerd in de voorkamer 19- De voorschijf 11 en de instelschijf 10 zijn dan vast met elkaar verbonden, bijvoorbeeld via meenemers. Via de boring 13 en de toestroom-30 boring 10 van de instelschijf komt de lucht in het kanaal 15- Wanneer dan de schacht zodanig is ingesteld, dat de toestroomboring 13 nauwkeurig in lijn ligt met de uitgangsboring 8 in de afdekschijf 6, kan de lucht nagenoeg ongesmoord via de uitgangsleiding 9 uit het huis stromen. Voor het smoren wordt de schacht 3 dan dienovereenkomstig verdraaid.

35 Een dergelijke, door verdraaien veranderde schijf stand is bijvoorbeeld weergegeven in fig. k. De lucht stroomt hierbij in dezelfde mate via de boring 13 en de toestroomboring A in het kanaal 15'. Omdat dan de toe- 81014 63 - 5 - stroamboring 1¾ is verdraaid ten opzichte van. de uitgangsboring 8, moet de lucht eerst door het kanaal 15 stromen in de richting van de uitgangsboring 8. Omdat hierbij de doorsnede van het kanaal 15 nauwer wordt, vindt het gewenste smoren plaats van de luchtstroom. De draaiboek, waar-5 over de draaiknop 3 wordt gedraaid, is evenredig aan de kanaaldiepte en -breedte, waardoor dan de mate van het smoren kan worden bepaald.

In plaats van de afdekschijf kan voor het.afdekken van de in-stelschijf, ook een huisdeel worden toegepast.

Overigens kan de gevraagde smoorinrichting ook worden toegepast 10 voor het regelen en sturen van een gasstroam en niet alleen een persluchtstroming.

81 01 463

Claims (10)

1. Pneumatische smoorinrichting, voorzien van een huis met een toestroomleiding daarin, verder van een regelmechanisme voor het smoren, en van een uitgangsopening achter het regelmechanisme met het kenmerk, dat het regelmechanisme bestaat uit een draaibare instel schijf (10), 5 die is bevestigd aan een van buiten het huis (1, 2) verdraaibare schacht (3), verder uit een kanaal (15) in de naar de uitgangsleiding (19) gekeerde onderzijde van de instelschijf, welk kanaal zich nagenoeg schroeflijnvormig uitstrekt rond de draaihartlijn van de instelschijf en over minder dan een omdraaiing, waarbij de doorsnede van het kanaal zich over 10 zijn lengte verandert, uit een vaste afdekschijf (6), die de onderzijde afdekfc van de instelschijf, uit een in het gebied van het kanaal naar de uitgangsleiding (9) voerende uitgangsboring (8) in de afdekschijf of in een de afdekschijf verlengend en hierbij de instelschijf bedekkend huisdeel, en uit een het kanaal in de uitgangsstand op de plaats van de 15 grootste doorsnede in verbinding met de toeströomleiding (20) plaatsende • toestroomboring (1¾) en voorkamer (19)-

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het kanaal (15’) in doorsnede een driehoeksvorm heeft, waarbij de diepte van de in de onderzijde van de instelschijf (10) aangebrachte driehoek en de 20 kanaalbreedte of driehoekzijde aan het oppervlak van de .onderzijde elk vanaf een maximale waarde in de uitgangsstand, wanneer dè toestroomboring (1¾) in de instelschijf (10) in lijn ligt met de uitgangsboring (8), geleidelijk afnemen tot een minimale waarde.

3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat de diepte 25 van de driehoek aan de onderzijde van de instelschijf (10) evenredig ten opzichte van.de draaihoek afneemt. k. Inrichting volgens conclusie 2 of 3 met het kenmerk, dat aan de naar de toestroomleiding (20) gekeerde zijde van de instelschijf (10) een vast daarmede verbonden voor schijf (11) ligt, die een boring (13) 30 heeft, die in verbinding staat met de in de instelschijf (10) aangebrachte toestroomboring (1¾).

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het ken merk, dat in de toestroomleiding (20) een in het inwendige van het huis openende terugslagklep (21) is aangebracht.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het ken- 8101463 - ? - merk, dat tussen de toestrocmleiding (20) en de uitgangsleiding (9) een kortsluitleiding (22) ligt met een naar de toestroomleiding openende terugslagklep (23)·

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het ken-5 merk, dat het huis tweedelig is uitgevoerd, waarbij voor het af dichten van de twee huisdelen (1, 2) de afdekschijf (6) is voorzien van een dichting (7)*

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de schacht (3), de instelschijf (10) en de voorschijf (11) 10 zijn gelegerd in het voorste huisdeel (2), waarbij tussen de voorschijf en de binnenste achterwand van het achterste huisdeel (l) een veer (18) is gespannen door de voorkamer (19)·

9· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat aan de voorzijde van het buis (2) aan de schacht (3) een draaiknop 15 (5) is aangebracht met een schaalverdeling.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat een nokkenschijf (l·) is bevestigd aan de schacht (3), welke nokken-schijf samenwerkt met een in het huis (2) aangebrachte aanslagpen (17)·

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, 20 dat een dichtingsring (12') tussen de voorschijf (11) en de instelschijf (10) ligt. 8101463