NL8005993A - ANIMAL CATCHER. - Google Patents

ANIMAL CATCHER. Download PDF

Info

Publication number
NL8005993A
NL8005993A NL8005993A NL8005993A NL8005993A NL 8005993 A NL8005993 A NL 8005993A NL 8005993 A NL8005993 A NL 8005993A NL 8005993 A NL8005993 A NL 8005993A NL 8005993 A NL8005993 A NL 8005993A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cable
arm
catching device
loop
opening
Prior art date
Application number
NL8005993A
Other languages
Dutch (nl)
Original Assignee
United Kingdom Government
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from CA339,748A external-priority patent/CA1108853A/en
Application filed by United Kingdom Government filed Critical United Kingdom Government
Publication of NL8005993A publication Critical patent/NL8005993A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01MCATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
    • A01M23/00Traps for animals
    • A01M23/24Spring traps, e.g. jaw or like spring traps
    • A01M23/34Spring traps, e.g. jaw or like spring traps with snares

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Insects & Arthropods (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Medicines Containing Material From Animals Or Micro-Organisms (AREA)
  • Medicines Containing Plant Substances (AREA)
  • Farming Of Fish And Shellfish (AREA)
  • Surgical Instruments (AREA)

Description

SH .SH.

* -1- 21598/CV/tl* -1- 21598 / CV / tl

Aanvrager: Her Majesty the Queen in right of Ontario as represented by the Minister of Natural Resources, te Toronto ,Ontario Canada.Applicant: Her Majesty the Queen in right of Ontario as represented by the Minister of Natural Resources, Toronto, Ontario Canada.

5 Korte Aanduiding: Vanginrichting voor dieren.5 Short Designation: Catching device for animals.

De uitvinding heeft betrekking op een vanginrichting voor dieren en in het bijzonder op een vanginrichting ontworpen om een minimum aan ongemak aan het dier te bewerkstelligen.The invention relates to a catching device for animals and in particular to a catching device designed to cause a minimum of discomfort to the animal.

10 Een dergelijke vanginrichting is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.060.623. De in dit octrooischrift beschreven inrichting omvat twee armen met een schroeflijnvormige veer tussen de armen, welke veer ertoe neigt de armen uit elkaar te dringen terwijl aan het van de veer afgekeerde einde van een van de armen middelen zijn aange-15 bracht voor het ondersteunen van een stuurhefboom, welke onderling in ingrijping zijnde delen heeft,welke de andere van de beide armen tegen de eerste arm naar beneden tegenhoudt totdat de stuurhefboom is ingedrukt op welk tijistip de armen van elkaar worden vrijgemaakt en de ene arm ten opzichte van de andere arm omhoog vliegt. Een neusvormige kabeL is 20 opgesteld voor het omgeven van de algemene opstelling van de stuurhefboom en de kabel wordt dan gevoerd over een vanggedeelte van hét van de veer vrij zijnde einde van de omhoog springende arm,terwijl het andere einde van de kabel op een of andere wijze is verankerd,bijvoorbeeld aan een boom. Indien het dier de stuurhefboom naar beneden drukt worden de 25 twee armen van elkaar vrijgemaakt en springen deze armen uit elkaar.Such a capture device is described in U.S. Pat. No. 3,060,623. The device described in this patent comprises two arms with a helical spring between the arms, which spring tends to push the arms apart while means at the end of one of the arms remote from the spring are provided for supporting a steering lever, which has mutually engaging parts, which restrains the other of the two arms against the first arm downward until the steering lever is depressed at which tip the arms are released from one another and one arm is raised relative to the other arm flies. A nose-shaped cable is disposed to surround the general arrangement of the tiller lever and the cable is then passed over a catch portion of the spring-free end of the spring-loaded arm, while the other end of the cable is on one or the other is anchored, for example, to a tree. When the animal presses the control lever downwards, the two arms are released from each other and these arms jump apart.

Door dit te doen wordt de kabel plotseling strak getrokken en de neus vastgezet rondom de voet van het dier.By doing this, the cable is suddenly pulled taut and the nose secured around the animal's foot.

De basisconstructie van het bovengenoemde Amerikaanse octrooi 3.060.623 is eenvoudig en betrouwbaar. Onderhavigej'maalc^glbruik van 30 deze basisvormgeving maar omvat aanvullende constructies,welke een verbetering vormen ten opzichte van de mogelijkheden van de in het bovengenoemde Amerikaanse octrooi beschreven vanginrichting.The basic construction of the aforementioned U.S. Patent 3,060,623 is simple and reliable. The present use of this basic design but includes additional constructions which improve upon the capabilities of the capture device described in the above-mentioned US patent.

Mear in het bijzonder is het een aspect van de uitvinding een humane vanginrfchting voor dieren te verkrijgen,welke zodanig is uitge-35 voerd,dat deze specifiek is voor een bepaald gebied van gewichten van dieren,zodat een dier,waarvan het gewicht hetzij groter of kleiner is 8 0 05 9 9 3 -2- 21598/CV/tl dan dit bepaalde specifieke gebied hetzij er niet in zal slagen om de vanginrichting in werking te stellen,of indien het dier daarin slaagt niet door de vanginrichting zal worden tegengehouden. Op deze wijze wordt een nodeloos vangen van dieren met behulp van de vanginrichting 5 waarvan het vangen niet beoogd wordt,vermeden.More specifically, it is an aspect of the invention to provide a human capture device for animals which is designed to be specific to a particular range of animal weights, such that an animal whose weight is either greater or is less 8 0 05 9 9 3 -2-21598 / CV / tl than this particular area will either fail to operate the capture device or if the animal fails to do so will not be stopped by the capture device. In this way, unnecessary catching of animals with the aid of the catching device 5 of which the catching is not intended is avoided.

Dienovereenkomstig voorziet de uitvinding in een vanginrichting voor dieren,welke specifiek is voor een bepaald gebied van gewichten van déren,waarbij de vanginrichting is voorzien van : een gestel, 10 een aan een einde aan het gestel aangebrachte scharnietb are veer- arm welke aan zijn andere einde is voorzien van middelen voor het mee-* nemen van een kabel,waarbij de verende arm zodanig is opgesteld,dat deze zwaaibaar is in een althans nagenoeg verticale stand tussen een eerste stand waarin de arm althans nagenoeg horizontaal verloopt en een 15 tweede stand waarin de arm zich omhoog uitstrekt, verende middelen,welke de arm naar de tweede stand trachten te dringen, een stuurhefboom, welke is aangepast om te bewegen tussen een bovenste ingestelde stand waarin de hefboom geschikt is om te bewerkstelligen, 20 dat de onder veerbelasting staande arm in de eerste stand wordt tegengehouden tegen de werking van de verende middelen in en een onderste stand, waarin de arm is vrijgegeven, een kabel,welke aan een einde is voorzien van verankeringsmiddelen en aan het andere einde een lus vormt welke is aangepast om zodanig te 25 worden geplaatst,dat de lus de stuurhefboom omgeeft, middelen om het in werking stellen van de vanginrichting door een dier lichter dan het gegeven gebied van diergedichten te vermijden,welke middelen zijn voorzien van een de stuurhefboom naar de bovenste ingestelde stand dringende veer, 30 en middelen voor het vermijden van een in de vanginrichting tegen houden van een dier,dat zwaarder is dan het gegeven gebied van diergedichten, voorzien van een verbindingsorgaan in de kabel, dat een deel van de kabel met een ander deel van de kabel verbindt en in staat is om deze delen van elkaar los te laten bij het aanbrengen van een voldoend grote 35 kracht.Accordingly, the invention provides an animal catching device which is specific to a particular range of weights of the animals, the catching device comprising: a frame, a pivotable spring arm mounted on one end of the frame and its other end is provided with means for carrying a cable, wherein the resilient arm is arranged such that it is pivotable in an at least substantially vertical position between a first position in which the arm runs at least substantially horizontally and a second position in which the arm extending upward, resilient means which attempt to urge the arm to the second position, a control lever adapted to move between an upper set position in which the lever is adapted to effect the spring-loaded arm in the first position is restrained against the action of the resilient means and a lower position, in which the arm is released, a rope bell, which is provided at one end with anchoring means and at the other end forms a loop adapted to be positioned such that the loop surrounds the control lever, means for actuating the catching device by an animal lighter than the given area of animal poems, which means are provided with a spring pushing the control lever to the upper set position, and means for avoiding restraining an animal in the catching device which is heavier than the given area of animal poems, provided with a connecting member in the cable, which connects a part of the cable to another part of the cable and is able to release these parts from each other when applying a sufficiently great force.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand \an 8005993 t -3- 21598/CV/tl £. * bijgaande figuren.The invention will be explained in more detail below with reference to 8005993-3 21598 / CV / tl. * accompanying figures.

Fig. 1 toont in perspectief een vanginrichting volgens de uitvinding ,waarbij de vanginrichting de voor het vangen gereed zijnde of ingestelde stand inneemt.Fig. 1 shows a perspective view of a catching device according to the invention, wherein the catching device assumes the position ready or set for catching.

5 Fig. 2 toont gedeeltelijk in zijaanzicht en gedeeltelijk in doorsne de de in fig.l weergegeven vanginrichting in de ingestelde stand.FIG. 2 shows partly in side view and partly in section the catching device shown in fig. 1 in the adjusted position.

Fig. 3 toont een met fig.2 overeenkomend zijaanzicht,waarbij echter de vanginrichting in de losgesprongen stand is weergegeven.Fig. 3 is a side view corresponding to FIG. 2, but the catch device is shown in the detached position.

Fig. 4 toont een detail van een deel van de vanginrichting.Fig. 4 shows a detail of part of the catching device.

10 Fig. 5 toont een alternatieve uitvoering van het in fig.4 afge- beelde deel.FIG. 5 shows an alternative embodiment of the part shown in FIG. 4.

Fig. 6 toont een detail van een deel van de in fig.l afgeheelde lus.Fig. 6 shows a detail of part of the loop cut in FIG. 1.

In fig.l is een vanginrichting 10 afgeheeld,welke vanginrichting 15 bestemd is voor het vangen van dieren waarvan het gewicht binnen een bepaald gebied ligt. De vanginrichting 10 is voorzien van een gesteldeel 12 en een onder veerbelasting staande arm 14,welke met een einde 15 draaibaar met het gesteldeel 12 is gekoppeld. Aan het andere einde van de arm 14 zijn middelen 17 aangebracht voor het meeslepen van een kabel 19.In Fig. 1, a catching device 10 is inclined, which catching device 15 is intended for catching animals whose weight lies within a certain range. The catching device 10 is provided with a frame part 12 and a spring-loaded arm 14, which is rotatably coupled to the frame part 12 with an end 15. Means 17 for entraining a cable 19 are provided at the other end of the arm 14.

20 Meer in het bijzonder is in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de verende arm 15 uitgevoerd in de vorm van een verhoudingsgewijs dikke draad waarvan het einde 15 L-vormig is afgebogen en is gevoerd door geschikte in lijn met elkaar gelegen openingen,die zijn aangebracht in tegenover elkaar gelegen wanden 20 van een steun 21 die aam het linker 25 einde van het gesteldeel 12 is gelast of op andere wijze daaraan is bevestigd. Een op zichzelf bekende torsieveer 23 strekt zich rondom het behoudens zijn uiterste einde 25 niet zichtbare been van het L-vormige deel uit,waarbij een einde 27 van de veer 23- zich afsteunt op de steun 21, terwijl het andere einde 28 van de veer 23 onder de arm 14 is 30 gehaakt, een en ander zodanig,dat de veer 23 de arm 14 omhoog tracht te dringen.More particularly, in the illustrated embodiment, the resilient arm 15 is formed in the form of a relatively thick wire, the end 15 of which is bent L-shaped and passed through suitable aligned openings which are arranged in opposite located walls 20 of a support 21 welded to or otherwise secured to the left end of the frame portion 12. A torsion spring 23 known per se extends around the leg of the L-shaped part which is not visible except for its extreme end 25, one end 27 of the spring 23 being supported on the support 21, while the other end 28 of the spring 23 has been hooked under arm 14, such that spring 23 tries to push arm 14 upwards.

Het gesteldeel 12 en de onder veerbdasting staande arm 14 worden dus constant uit elkaar gedrongen en aangezien beoogd is,dat het gesteldeel 12 vlak op de grond ligt betekend dit ,dat de arm 14 constant om-35 hoog wordt gedrongen om,gezien vanaf de voorgrond in fig.l te verdraaien in een richting tegen de wijzers van de klok in.De arm 14 is daarbij dus 8 0 05 9 9 3 -4- 2159 8/CV/tl opgesteld voor een zwaaibeweging in een althans nagenoeg verticaal vlak tussen een eerste, in fig.l afgeheelde stand, waarin de arm 14 althans nagenoeg horizontaal verloopt en evenwijdig aan het gesteldeel 12 en een tweede stand,waarin de arm 14 zich onder een hoek omhoog uitstrekt, 5 waarbij de groette van deze hoek afhangt van de sterkte van de torsieveer 23.The frame part 12 and the spring-loaded arm 14 are thus constantly pushed apart and since the frame part 12 is intended to lie flat on the ground, this means that the arm 14 is constantly pushed upwards, as seen from the foreground. in Fig. 1 in a counterclockwise direction, so arm 14 is positioned 8 0 05 9 9 3 -4- 2159 8 / CV / tl for a swing in an at least almost vertical plane between a first position, shown in fig. 1, in which the arm 14 extends at least substantially horizontally and parallel to the frame part 12 and a second position, in which the arm 14 extends at an angle, the size of this angle depending on the strength of the torsion spring 23.

Zoals verder blijkt uit fig.l omvat het orgaan 17 op het einde van de arm 14 voor het meeslepen van de kabel 19 een cilindrisch gedeelte 30,dat naar boven toe convex is en dat de basis vormt van een naar 10 boven open U-vormig "zadel " waarvan de zijkanten worden begrensd door een oor 32 en een plat gedeelte 33 bij het rechter einde van de arm 14.As further shown in FIG. 1, the member 17 on the end of the cable dragging arm 14 comprises a cylindrical portion 30 which is convex upward and which forms the base of an upwardly open U-shaped "saddle", the sides of which are delimited by an ear 32 and a flat portion 33 at the right end of the arm 14.

Bij het platte gedeelte 33 is de arm 14 aan het cilindrische gedeelte 30 gelast of op andere wijze vastgezet.At the flat portion 33, the arm 14 is welded or otherwise secured to the cylindrical portion 30.

De vanginrichting omvat verder een stuurhefboom 33,welke is aan-15 gepast om te bewegen tussen een bovenste ingestelde stand ,zoals weergegeven in fig.l,waarin de stuurhefboom in staat is om de arm 14 in de eerste stand van deze arm tegen te houden tegen de veerkracht van de veer 23 in,en een onderste losmaakstand,welke is afgebeeld in fig.3 en waarin de arm 14 is losgelaten.The capture device further includes a steering lever 33 adapted to move between an upper set position, as shown in Fig. 1, wherein the steering lever is capable of retaining the arm 14 in the first position of this arm against the spring force of the spring 23, and a lower release position, which is shown in Figure 3 and in which the arm 14 is released.

9 20 Meer in het bijzonder is de hefboom L-vormig en voorzien van een verticaal been 37 en een horizontaal been 38. De hefboom strekt zich dus bij het been 37 omhoog uit vanaf een scharnierplaats op het gesteldeel 20 in de richting van een elleboog 39 en dan in de vorm van het been 38 vanaf de elleboog 39 naar voren om te eindigen in een schotelvormig 25 element 40,dat breder is dan de hefboom zelf en in het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld cirkelvormig is uitgevoerd.More specifically, the lever is L-shaped and includes a vertical leg 37 and a horizontal leg 38. Thus, the lever extends upwardly at the leg 37 from a pivot location on the frame 20 toward an elbow 39 and then in the form of the leg 38 forward from the elbow 39 to terminate in a saucer-shaped element 40 which is wider than the lever itself and is circular in the embodiment shown.

De scharnier bij het ondereinde van het been 37 bestaat uit een verlenging 41 van het been 37 (fig.3) welke naar beneden uitsteekt door een geschikt bemeten dwarssleuf in het gesteldeel 12,terwijl in dit 30 verlengstuk 41 een geschikte opening is aangebracht waarin een pen 42 is gestoken ten einde het been 37 in de weergegeven stand ten opzichte van het gesteldeel 12 tegen te houden. Het verlengstuk 42 strekt zich verder uit door het linker einde van een veerelement 43,dat de hefboom 35 naar zijn bovenste in de fig.l en 2 weergegeven stand tracht te dringen.The hinge at the lower end of the leg 37 consists of an extension 41 of the leg 37 (fig. 3) which projects downwards through a suitably sized transverse slot in the frame part 12, while in this extension 41 a suitable opening is provided in which a pin 42 is inserted to retain the leg 37 in the position shown relative to the frame part 12. The extension 42 extends further through the left end of a spring element 43 which attempts to push the lever 35 to its uppermost position shown in Figures 1 and 2.

35 Meer in het bijzonder wordt he?feïement 43 gevormd door een bladveer waarvan het linker einde is voorzien van een dwarsverlopende sleuf waar- 8 0 05 9 9 3 -5- 21598/CV/tl doorheen het bovengenoemde verlagstuk 42 van het been 37 van de hefboom 35 is gevoerd. Het veerelement 43 strekt zich onder een schuine hoek omhoog uit om te eindigen bij een punt gelegen tussen de uiteinden van het been 38 van de hefboom 35,waarbij dit uiteinde van de bladveer ver-5 schuifbaar tegen de onderzijde van het been 38 rust.More particularly, the element 43 is formed by a leaf spring, the left end of which is provided with a transverse slot, through which the aforementioned lowering piece 42 of the leg 37 of the lever 35 is lined. The spring element 43 extends up at an oblique angle to terminate at a point located between the ends of the leg 38 of the lever 35, this end of the leaf spring slidably resting against the underside of the leg 38.

Zoals in het bijzonder uit fig.2 blijkt is een met de hand verstelbare vleugelbout 45 geschroefd in een van schroefdraad voorziene boring van in het gesteldeel 12 in een punt rechts/of voor het been 37 van de hefboom 35,waarbij deze schroef een .scharnierpunt vormt voor het veerele- xs gelegen 10 ment 43 in een punt,dat/tussen de uiteinden van het zich schuin omhoog uitstrekkende deel van dit veerelement 43,waardoor bewerkstelligd wordt, dat dit veeieLement een constant opwaarts gerichte kracht uitoefent op de onderzijde van het been 38 van de hefboom 35. Instelling van de bout 45 zal een instelling bewerkstelligen van de mate van neerwaartse druk, 15 welke op de schotel 40 moet worden uitgeoefend ten einde de schotel naar beneden te bewegen en daarmede de vanginrichting in werking te stellen. Indien dus de vanginrichting bestemd is voor dieren van de afmeting van een wasbeer zal een geschikte instelling van de bout 45 vermijden,dat de vanginrichting in werking wordt gesteld door eekhoorns en andere kleine ψ 20 dieren.As shown in particular in FIG. 2, a manually adjustable wing bolt 45 is screwed into a threaded bore in frame 12 at a point to the right / or in front of leg 37 of lever 35, said screw having a pivot point for the spring member located at a point which forms between the ends of the obliquely upwardly extending portion of this spring member 43 causing this member to exert a constant upwardly directed force on the underside of the leg 38 of the lever 35. Adjustment of the bolt 45 will effect the amount of downward pressure to be applied to the tray 40 in order to lower the tray and thereby actuate the capture device. Thus, if the capture device is for raccoon sized animals, appropriate adjustment of the bolt 45 will prevent the capture device from being operated by squirrels and other small animals.

Zoals weergegeven in fig.3 wordt,indien een dier van de geschikte afmeting en gewicht de schotel 40 naar beneden beweegt het veerelement 43 gedwongen een grotere kromming aan te nemen ten gevolge van de schar-nierwerking van de instelbout 45.As shown in Figure 3, if an animal of the appropriate size and weight moves the tray 40 downward, the spring element 43 is forced to assume greater curvature due to the hinge action of the adjustment bolt 45.

25 Zoals verder is weergegevén in de figuren bedekt een beschermend huis 47 het veerelement 43 gedeeltelijk en beschermt dit huis tevens de bout 45 tegen vuil en dergelijke. Het huis 47 heeft de vorm van een naar beneden open een vierkante vormgeving bezittend U-vormig profiel met een bovenwand 48 en twee zijwanden 49. De bodem van iedere zijwand 30 49 heeft een kleiner naar binnen toe open kanaalvormig profiel 50,dat is aangepast voor het opnemen van de tegenover elkaar gelegen zijranden van het gesteldeel 12 in een wrijvingsingrijping. Een ander doel van het beschermende huis 47 is het verkrijgen van de waarborg,dat de vanginrichting niet in werking wordt gesteld behoudens dat een dier met het ge-35 schikte gewicht op de schotel 40 trapt.As further shown in the figures, a protective housing 47 partially covers the spring element 43 and also protects the bolt 45 from dirt and the like. The housing 47 is in the form of a downwardly open square shaped U-shaped profile with a top wall 48 and two side walls 49. The bottom of each side wall 30 49 has a smaller inwardly open channel profile 50 adapted for receiving the opposite side edges of the frame portion 12 in a frictional engagement. Another object of the protective housing 47 is to ensure that the capture device is not operated except that an animal with the appropriate weight steps on the tray 40.

De middelen,met behulp waarvan de stuurhefbóom in staat is om de 8 0 05 9 9 3 -6- 21598/CV/tl arm 14 in zijn neerwaartse of "ingestelde" stand te houden,zoals afge-beeld in fig.l omvatten een opening 52 in het rechter vlak van het cilindrische gedeelte 30 aan het rechter einde van de arm 14 en een links of rechts van de elleboog 39 van de hefboom 35 uitstekend uit-5 steeksel 54,dat is aangepast om in ingrijping te komen in de opening 52 indien de arm zich in zijn onderste in de fig.l en 2 afgebeelde stand bevindt zodat daardoor de arm 14 in deze stand wordt tegengehouden. Het zal in het bijzonder uit fig.3 duidelijk zijn,dat een neerwaartse druk op de schotel 40,welke een draaiing van de stuurhefboom 35 in de 10 richting van de wijzers van de klok om het door het uitsteeksel 42 bepaalde scharnierpunt veroorzaakt,zal bewerkstelligen,dat de stuurhe'fboom 35 vanuit de in fig.3 in stippellijnen weergegeven stand zal bewegen naar de in fig.3 met getrokken lijnen weergegeven stand,waardoor het uitsteeksel 54 uit de opening 52 in het cilindrische gedeelte 30 wordt ge-15 trokken en zoetende de arm 14 wordt vrijgegeven om omhoog te springen in een richting tegen de wijzers van de klok in ten gevolge van de invloed van de torsieveer 23.The means by which the control lever is able to maintain the 8 0 05 9 9 3 -6- 21598 / CV / tl arm 14 in its down or "set" position, as shown in FIG. 1, includes a opening 52 in the right face of the cylindrical portion 30 on the right end of the arm 14 and a left or right of the elbow 39 of the lever 35 protruding protrusion 54 adapted to engage the opening 52 when the arm is in its lower position shown in FIGS. 1 and 2, thereby holding the arm 14 in this position. In particular, it will be appreciated from FIG. 3 that a downward pressure on the platter 40 which causes a rotation of the control lever 35 clockwise about the pivot point defined by the projection 42 will effect that the control lever 35 will move from the position shown in dotted lines in Figure 3 to the position shown in solid lines in Figure 3, thereby pulling the projection 54 out of the opening 52 in the cylindrical portion 30 and sweating the arm 14 is released to jump up in a counterclockwise direction due to the influence of the torsion spring 23.

Zoals verder is weergegeven is een kabel 60 aangebracht,welke aan een einde is voorzien van verankeringsmiddelen 62 en aan het andere ein-20 de een schuiforgaan 63 bezit dat met een tussen de uiteinden van de kabel 60 gelegen deel van de kabel in ingrijping is,een en ander zodanig,dat een lus of strik 64 wordt gevormd,die op de in fig.l weergegeven wijze kan worden geplaatst,zodanig dat de strik de stuurhefboom 35 , in het bijzonder de schotel 40 van de stuurhefboom 35 omgeeft. Zoals in fig.6 25 is weergegeven is het schuiforgaan 63 voorzien van een opening 63 a- en een zich vanaf de opening 63a naar het einde van het schuiforgaan 63 uitstrekkende sleuf 63b. Dit voorziet in een van een tweetal mogelijke veiligheidsuitvoeringen om te waarborgen,dat een dier groter dan beoogd is met de vanginrichting te vangen, niet in de vanginrichting zal worden 30 worden vastgehouden,maar in staat zal zijn los te breken. Door het uitoefenen van een voldoend grote trekkracht op de lus zal een dier van een voldoende afmeting kunnen bewerkstelligen, dat de kabel 60 door de sleuf 63 wordt uitgetrokken,waarbij het metaal van het schuiforgaan 63 zal worden vervormd.As shown further, a cable 60 is provided, which is provided at one end with anchoring means 62 and at the other end has a sliding member 63 which meshes with a part of the cable located between the ends of the cable 60, all this in such a way that a loop or snare 64 is formed, which can be placed in the manner shown in Fig. 1, such that the snare surrounds the control lever 35, in particular the cup 40 of the control lever 35. As shown in FIG. 6, the sliding member 63 is provided with an opening 63a and a slot 63b extending from the opening 63a to the end of the sliding member 63. This provides one of two possible safety embodiments to ensure that an animal larger than intended to be caught with the catching device will not be held in the catching device, but will be able to break free. By applying a sufficiently great pulling force to the loop, an animal of a sufficient size will be able to cause the cable 60 to be pulled out through the slot 63, whereby the metal of the sliding member 63 will be deformed.

35 Een tweede veiligheidsmaateregel bestaat in een verbindingsorgaan 65,dat is aangebracht op een plaats tussen de uiteinden van de kabel 60 8 0 05 9 9 5 -7- 21598/CV/tl en in feite twee afzonderlijke lengtes 66 en 67,welke tesamen de volledige kabel 60 vormen,met elkaar verbindt. Het verbindingsorgaan 65 is op zodanige wijze uitgevoerd,dat het mogelijk is dat de twee kabellengtes 66 en 67 vrij van elkaar komen en van elkaar worden gescheiden bij het aan-5 brengen van een voldoend grote trekkracht tussen de twee kabellengtes 66 en 67.A second rule of safety consists in a connector 65, which is arranged between the ends of the cable 60 8 0 05 9 9 5-7 21598 / CV / tl and in fact two separate lengths 66 and 67, which together form the complete cable 60, interconnect. The connecting member 65 is designed in such a way that it is possible for the two cable lengths 66 and 67 to become free from each other and to be separated from each other when a sufficiently great tensile force is applied between the two cable lengths 66 and 67.

Meer in het bijzatter is,zoals ook blijkt uit de fig.l ,2 en 4,het verbindingsorgaan 65 vervaardigd uit een metalen staafvormig element 69, dat is gebogen voor het begrenzen van een gesloten lus met een althans 10 nagenoeg rechthoekige vormgeving. Het staafelement 69 is nabij een van zijn einden 71 voorzien van een sleuf 70,die in de normale gesloten vormgeving van het verbindingseLement,zoals afgebeeld in de fig.l, 2 en 3 is afgesloten door het andere einde 72 van het staaféfement 69. Het staafelement is verder voorzien van een tweetal tegenover de sleuf 70 aange-15 brachte openingen 73 en 73a (fig.4). De sleuf 70 en de openingen 73 en 73a zijn dus gelegen in tegenover elkaar gelegen zijden van de door de staaf 69 gevormde "rechthoek",indien deze rechthoek een gesloten lusvorm aanneemt. Het einde 73 van de kabellengte 66 is gevoerd door een van de openingen 73 of 73a en aan de binnenzijde van de lus bevestigd aan een bus- 20 of oogvormig orgaan,dat niet door de desbetreffende opening kan bewegen.More particularly, as also shown in FIGS. 1, 2 and 4, the connector 65 is made of a metal rod-shaped element 69, which is bent to define a closed loop with an at least substantially rectangular shape. The bar element 69 is provided with a slot 70 near one of its ends 71, which is closed in the normal closed configuration of the connecting element, as shown in Figs. 1, 2 and 3, by the other end 72 of the bar element 69. the bar element is further provided with two openings 73 and 73a arranged opposite the slot 70 (fig. 4). Thus, the slot 70 and the openings 73 and 73a are located on opposite sides of the "rectangle" formed by the bar 69 if this rectangle takes a closed loop shape. The end 73 of the cable length 66 is passed through one of the openings 73 or 73a and attached on the inside of the loop to a sleeve or eye-shaped member which cannot move through the respective opening.

In het in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat het bus- of oogvormige orgaan een tweetal ringen 76. Het einde van de kabel kan na door de ringen te zijn gevoerd zijn geknoopt, gelast of op andere wijze zijn bewerkt om een uit de ringen bewegen van de kabel tegen te gaan.In the exemplary embodiment shown in the figures, the sleeve or eye-shaped member comprises two rings 76. The end of the cable may, after being passed through the rings, be knotted, welded or otherwise processed to move the rings out of the rings. cable.

25 Het einde 77 van de andere kabellengte 67 is gevoerd door de sleuf 70 en aan de binnenzijde van de lus bevestigdaan een bus- of oogvormig orgaan,dat niet door de sleuf 70 kan bewegen. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld omvat dit laatstgenoemde bus- of oogvormige orgaan eveneens ringen 69 waardoorheen het einde van de desbetreffende kabel is gevoerd, 30 terwijl dit einde door knopen, lassen of andere middelen zodanig is bewerkt, dat een losraken van de ringen 79 wordt voorkomen.The end 77 of the other cable length 67 is passed through the slot 70 and attached to a sleeve or eye-shaped member on the inside of the loop which cannot move through the slot 70. In the exemplary embodiment shown, the latter sleeve or eye-shaped member also comprises rings 69 through which the end of the relevant cable has been passed, while this end has been processed by knots, welding or other means in such a way that the rings 79 are not loosened.

De door de staaf 69 gevormde lus kan worden geopend tot in'de in fig.4 weergegeven vormgeving bij het aanbrengen van een voldoend grote trekkracht tussen de kabellengtes en een dergelijk openen zal het uitein-35 delijk mogelijk maken, dat de kabellengte 67 vrij komt van het verbindingsorgaan door uitschuiven uit het open einde van de sleuf 70.The loop formed by the rod 69 can be opened to the shape shown in Figure 4 when applying a sufficiently great tensile force between the cable lengths and such opening will ultimately allow the cable length 67 to become exposed of the connector by sliding out of the open end of the slot 70.

8005993 -8- 21598/CV/tl8005993 -8- 21598 / CV / tl

In fig.4 is de kabellengte 67 weergegeven nadat deze vrij is gekomen van het verbindingsorgaan ,terwijl de kabellengte 66 in dit uitvoerings-voorbeeld is gevoerd door de onderste opening 73. De keuze van de opening in het geval van het in fig.4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van het 5 verbindingsorgaan zal van invloed zijn op de grootte van de trekkracht, welke moet worden uitgeoefend ten einde de door de staaf 69 gevormde lus open te buigen tot in de in fig.4 weergegeven vorm.In figure 4 the cable length 67 is shown after it has become free from the connecting member, while the cable length 66 in this exemplary embodiment has been passed through the lower opening 73. The choice of the opening in the case of the one shown in figure 4 Embodiment of the connector will affect the magnitude of the tensile force which must be applied in order to bend open the loop formed by the rod 69 into the shape shown in FIG. 4.

Een alternatief onderdeel voor het vervangen van het in fig.4 weergegeven onderdeel 65 is het in fig.5 weergegeven onderdeel. Het in fig.5 10 weergegeven onderdeel 81 is uitgevoerd als een holle,open eindé*bezittende rechthoekige gesloten lus met vier onderling verbonden zijkanten 82- 85 ,waarbij in de tegenover elkaar gelegen zijkanten 83 en 85 openingen 86 resp. 88 zijn aangebracht. Door de openingen 86 en 88 strekken zich de kabels 67 resp. 66 uit terwijl de binnenste vrije einden van deze kabels 15 zijn bevestigd aan ringen,op dezelfde wijze als hierboven beschreven aan de hand van het in fig.4 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.An alternative part for replacing the part 65 shown in Figure 4 is the part shown in Figure 5. The part 81 shown in FIG. 5 is constructed as a hollow, open-ended rectangular closed loop with four interconnected sides 82-85, with apertures 86 and 85 in the opposite sides 83 and 85, respectively. 88 are provided. The cables 67 and 52 respectively extend through the openings 86 and 88. 66 with the inner free ends of these cables 15 secured to rings in the same manner as described above with reference to the exemplary embodiment shown in FIG.

Door het vervangen van het in fig.4 weergegeven onderdeel door het in fig.5 weergegeven onderdeel wordt slechts de verdraaimogelijkheid gehandhaafd,dat wil zeggen de verdraaiing van een kabel ten opzichte 20 van de andere terwijl het verbreken van de verbinding tussen de kabel bij het aanbrengen van een voldoend grote trekkracht niet plaatsvindt. Door echter de veiligheidsmaatregel voor het vrijlaten van het dier zoals beschreven aan de hand fig.6 aan te brengen is het nog steeds mogelijk om te waarborgen,dat een dier,dat groter is dan beoogd is te vangen met de 25 vanginrichting niet in de vanginrichting zal worden vastgehouden.By replacing the part shown in Fig. 4 with the part shown in Fig. 5, only the twisting capability is maintained, i.e. the twisting of one cable relative to the other while breaking the connection between the cable at the application of a sufficiently great tensile force does not take place. However, by applying the safety measure for releasing the animal as described with reference to fig. 6, it is still possible to ensure that an animal which is larger than intended is to be caught with the catching device not in the catching device will be detained.

Zoals verder nog uit fig.l blijkt is het schuiforgaan 63 gekromd terwijl het schuiforgaan aan het einde tegenover het in fig.6 afgeheelde einde is voorzien van een sleuf 81 waarin het einde van de strik 64 kan passen. Het schuiforgaan 63 heeft verder een opening 83 nabij de 30 sleuf 81 waardoorheen het vrije einde van de kabel kan worden ingestoken en dan hetzij worden gebonden in een knoop, gelast, gesoldeerd of op een of andere andere wijze worden bewerkt om te voorkomen,dat de kabel kan terugbewegen door de opening 83.As will be further shown in Fig. 1, the sliding member 63 is curved, while the sliding member is provided at the end opposite the end cut off in Fig. 6 with a slot 81 in which the end of the snare 64 can fit. The slider 63 further has an opening 83 near the slot 81 through which the free end of the cable can be inserted and then either tied in a knot, welded, soldered or otherwise worked to prevent the cable can move back through opening 83.

35 8 0 05 9 9 335 8 0 05 9 9 3

Claims (11)

1. Vanginrichting voor het vangen van dieren waarvan het gewicht binnen een bepaald gebied is gelegen,met het kenmerk,dat de vanginrichting is voorzien van : een gestel, 5 een veerbelaste arm,die aan een einde scharnierend met het gestel is verbonden en aan het andere einde is voorzien van middelen voor het meeslepen van een kabel,waarbij de arm voor een zwaaibeweging in een althans nagenoeg verticaal vlak tussen een eerste stand waarin de arm zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekt en een tweede stand,waarin de arm 10 zich omhoog uitstrekt,is opgesteld, de arm naar de tweede stand dringende verende middelen, een stuurhefboom,welke beweegbaar is tussen een bovenste ingestelde stand waarin de hefboom is aangepast om de arm in de eerste stand tegen te houden tegen de inwerking van de verende middelen,en een bovenste 15 vrijgeefstand waarin de arm wordt vrijgegeven, een kabel, welke aan een einde is voorzien van verankeringsmidde-len en aan het andere einde een lus vormt,die is aangepast om zodanig te worden geplaatst,dat de lus de stuurhefboom omgeeft, middelen om te vermijden,dat de vanginrichting in werking wordt 20 gesteld door een dier, waarvan het gewicht kleiner is dan een binnen het genoemde gebied gelegen gewicht ,welke middelen een veer omvatten,die de stuurhefboom dringt naar de bovenste ingestelde stand, en van middelen voor het vermijden van een in de vanginrichting vasthouden van een dier,waarvan het gewicht groter is dan een in het ge-25 noemde gebied gelegen gewicht,welke middelen zijn voorzien van een verbindingsorgaan in de kabel, welk verbindingsorgaan een deel van de kabel met een ander deel van de kabel verbindt een en ander zodanig,dat het verbindingsorgaan in staat is om de verbinding tussen beide delen te verbreken bij het aanbrengen van een voldoend grote kracht.1. Catching device for catching animals the weight of which lies within a certain area, characterized in that the catching device is provided with: a frame, 5 a spring-loaded arm which is hingedly connected to the frame at one end and to the frame. the other end is provided with means for dragging a cable, the arm for a swinging movement in an at least substantially vertical plane between a first position in which the arm extends substantially horizontally and a second position, in which the arm 10 extends upwards, is arranged, the arm urges resilient means to the second position, a control lever movable between an upper adjusted position in which the lever is adapted to retain the arm in the first position against the action of the resilient means, and an upper 15 release position in which the arm is released, a cable, which is provided at one end with anchoring means and at the other end forms a loop, which is a adapted to be positioned such that the loop surrounds the control lever, means to prevent the capture device from being operated by an animal whose weight is less than a weight within said range, said means comprising a spring which urges the control lever to the uppermost set position, and means for avoiding holding an animal in the catching device, the weight of which is greater than a weight located in the said area, which means are provided with a connecting member in the cable, which connecting member connects a part of the cable to another part of the cable, such that the connecting member is able to break the connection between both parts when applying a sufficiently great force. 2. Vanginrichting volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het verbin dingsorgaan twee aparte kabellengtes met elkaar verbindt,welke kabellengtes tesamen de volledige kabel vormen.Catching device according to claim 1, characterized in that the connecting member connects two separate cable lengths, which cable lengths together form the complete cable. 3. Vanginrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat het ver-bindingsorgaan het einde van de kabel verbindt met een tussen de uitein- 35 den van de kabel gelegen eind van de kabel voor het vormen van de lus.Capture device according to claim 1, characterized in that the connector connects the end of the cable to an end of the cable located between the ends of the cable to form the loop. 4. Vanginrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat een verder r n nu o o 7 -10- 21598/CV/tl verbindingsorgaan is aangebracht,dat twee tesamen de volledige kabel vormende kabellengtes met elkaar verbindt.Catching device according to claim 3, characterized in that a further connecting element is provided, which connects two cable lengths forming the entire cable together. 5. Vanginrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de kracht van de veer ,welke de stuurhefboom naar de bovenste 5 ingestelde stand dringt,met de hand instelbaar is.Catching device according to any one of the preceding claims, characterized in that the force of the spring, which urges the control lever to the upper set position, is manually adjustable. 6. Vanginrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de stuurhefboom is voorzien van een vrij uitstekend schotelvormig element waarop een dier kan stappen.Catching device according to any one of the preceding claims, characterized in that the steering lever is provided with a relatively protruding dish-shaped element on which an animal can step. 7. Vanginrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het ken-10 merk,dat de stuurhefboom L-vormig is uitgevoerd en zich vanaf esn scharnierpunt op het gestel omhoog uitstrekt naar een elleboog en vanaf de elleboog naar voren in de richting van een schotelvormig element,dat breder is dan de hefboom,een en ander zodanig,dat een neerwaartse beweging van het schotelvormige element een horizontale beweging van de elle- 15 boog veroorzaakt,terwijl een deel van de arm is voorzien van een opening en de elleboog een uitsteeksel bezit, dat is aangepast om in te steken in de opening en de arm in zijn eerste stand tegen te houden totdat een naar beneden gerichte beweging van het schotelvormige element wordt veroorzaakt waardoor het uitsteeksel uit de opening wordt teruggetrokken ten einde 20 het mogelijk te maken,dat de arm naar zijn tweede stand zwaait.Catching device according to any one of the preceding claims, characterized in that the control lever is L-shaped and extends upwards from an articulation point on the frame to an elbow and forward from the elbow in the direction of a dish-shaped element. wider than the lever, such that a downward movement of the saucer-shaped element causes a horizontal movement of the elbow, while part of the arm is provided with an opening and the elbow has a projection, adapted to insert into the opening and retain the arm in its first position until a downward movement of the saucer-shaped member is caused causing the protrusion to be withdrawn from the opening to permit the arm swings to its second position. 8. Vanginrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de op de arm aangebrachte middelen voor het meeslepen van een kabel een naar boven open U-vormig orgaan waarin de kabel kan rusten,omvatten.Catching device according to any one of the preceding claims, characterized in that the means for carrying a cable carried on the arm comprise an upwardly open U-shaped member in which the cable can rest. 9. Vanginrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het verbindingsorgaan wordt gevormd door een metalen staafvormig element,dat is gebogen voor het vormen van een gesloten lus,waarbij het staafvormige element aan een van zijn einden is voorzien van een sleuf, — welke wordt gesloten door het andere einde van het staafvormige element, 30 dat verder is voorzien van een opening welke bij de gesloten vormgeving van de lus tegenover de sleuf is gelegen,en het einde van een kabellengte door de opening is gevoerd en binnen de lus is bevestigd aan bus- of oogvormige middelen,die niet door de opening kunnen passeren,terwijl het einde van de andere kabellengte zich door de sleuf uitstrekt en binnen 35 de lus aan een ander bus- of oogvormig orgaan,dat niet door de sleuf kan bewegen ,is bevestigd, en verder de lus kan worden opengebogen bij het 80 05 9 9 3 -11- 21598/CV/tl aanbrengen van een voldoend grote kracht tussen de kabellengtes ten einde het mogelijk te maken,dat de desbetreffende kabellengte uit de sleuf van het verbindingsorgaan kan schuiven.Catching device according to any one of the preceding claims, characterized in that the connecting member is formed by a metal rod-shaped element, which is bent to form a closed loop, the rod-shaped element being provided with a slot at one of its ends, - which is closed by the other end of the rod-shaped element, which further comprises an opening which faces the slot in the closed shape of the loop, and the end of a cable length is passed through the opening and within the loop is attached to sleeve or eye-shaped means, which cannot pass through the opening, while the end of the other cable length extends through the slot and within the loop to another sleeve or eye-shaped member, which cannot move through the slot , is attached, and further the loop can be bent open when applying a sufficient force between the cable lengths to make it possible, that 80 05 9 9 3 -11- 21598 / CV / tl t the appropriate cable length can slide out of the connector slot. 10. Vanginrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk,dat tegenover 5 de sleuf in de gesloten lus een verdere opening is aangebracht zodanig dat de beide openingen op verschillende afstanden van het andere einde van het staafvormige element zijn gelegen gemeten langs het staafvormige element ten einde een keus te verkrijgen met betrekking tot de grootte van de trekkracht die moet worden uitgeoefend op het verbindingsorgaan om een 10 losmaken te bewerkstelligen.10. Catching device according to claim 9, characterized in that a further opening is arranged opposite the slot in the closed loop, such that the two openings are situated at different distances from the other end of the rod-shaped element, measured along the rod-shaped element obtain a choice as to the magnitude of the tensile force to be applied to the connector to effect release. 11. Vanginrichtingvlgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat een scharnierorgaan is opgesteld tussen twee afzonderlijke kabellengtes en deze kabellengtes met elkaar verbindt voor het vormen van een complete kabel. 15 8 0 05 9 9 3Catching device according to any one of the preceding claims, characterized in that a hinge member is arranged between two separate cable lengths and connects these cable lengths together to form a complete cable. 15 8 0 05 9 9 3
NL8005993A 1979-11-13 1980-11-01 ANIMAL CATCHER. NL8005993A (en)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CA339,748A CA1108853A (en) 1979-11-13 1979-11-13 Humane animal trap
CA339748 1979-11-13
US15387380 1980-05-28
US06/153,873 US4329805A (en) 1979-11-13 1980-05-28 Humane animal trap

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8005993A true NL8005993A (en) 1981-06-01

Family

ID=25668998

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8005993A NL8005993A (en) 1979-11-13 1980-11-01 ANIMAL CATCHER.

Country Status (12)

Country Link
AT (1) AT379054B (en)
AU (1) AU533916B2 (en)
CH (1) CH638659A5 (en)
DE (1) DE3042663C2 (en)
DK (1) DK149542C (en)
FI (1) FI66719C (en)
FR (1) FR2469121A1 (en)
GB (1) GB2063042B (en)
NL (1) NL8005993A (en)
NO (1) NO149161C (en)
NZ (1) NZ195435A (en)
SE (1) SE436824B (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4751790A (en) * 1982-07-12 1988-06-21 Woodstream Corporation Snare trap
CA1263234A (en) * 1986-01-07 1989-11-28 Ray Olecko Cable trap
AU596944B3 (en) * 1989-11-15 1990-04-17 Gregory John Baker Return spring operated crustacean and fish catching loop
FR2758239B1 (en) * 1997-01-10 1999-04-23 Gibis Etablissements Guillioud LACE TRAP FOR CAPTURING AN ANIMAL
US8079174B1 (en) * 2007-09-27 2011-12-20 The United States Of America As Represented By The Secretary Of Agriculture Animal leg snare device

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1993010A (en) * 1932-11-16 1935-03-05 Rue Richard L La Lariat
US2178256A (en) * 1938-06-23 1939-10-31 Animal Trap Co America Animal trap
US2530031A (en) * 1948-09-09 1950-11-14 Faucette S Rudolph Honda breakaway
US2696063A (en) * 1950-11-24 1954-12-07 James R Hounsell Spring-actuated animal snare
US3060623A (en) * 1960-07-18 1962-10-30 Jack R Aldrich Animal trap

Also Published As

Publication number Publication date
NO149161B (en) 1983-11-21
SE8007576L (en) 1981-05-14
CH638659A5 (en) 1983-10-14
DE3042663C2 (en) 1982-04-29
DE3042663A1 (en) 1981-06-04
NO149161C (en) 1984-02-29
AU6402780A (en) 1981-05-21
DK149542C (en) 1987-02-02
NZ195435A (en) 1983-07-15
FR2469121A1 (en) 1981-05-22
GB2063042A (en) 1981-06-03
GB2063042B (en) 1983-03-16
FI66719B (en) 1984-08-31
SE436824B (en) 1985-01-28
FI803538L (en) 1981-05-14
AT379054B (en) 1985-11-11
AU533916B2 (en) 1983-12-15
NO803292L (en) 1981-05-14
DK482480A (en) 1981-05-14
ATA556480A (en) 1985-04-15
FR2469121B1 (en) 1985-02-08
DK149542B (en) 1986-07-21
FI66719C (en) 1984-12-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4389807A (en) Shock-absorbing animal trap
US4751790A (en) Snare trap
US4574519A (en) Mouse trap
US4329805A (en) Humane animal trap
US4212128A (en) Animal trap
NL8005993A (en) ANIMAL CATCHER.
US5157863A (en) Humane leghold coiled spring trap
US4856225A (en) Gopher trap
US5109624A (en) Automatic fishing device
US5010682A (en) Animal trap
AU649127B2 (en) Anchor release mechanism
US2562417A (en) Animal trap
US4109407A (en) Animal trap
US4555863A (en) Snare trap
CA1126511A (en) Animal trap
US4780984A (en) Animal trap
US3100361A (en) Animal trap
US4918855A (en) Trap for catching animals
CA1225830A (en) Spring-actuated animal snare
US2713745A (en) Bracket latch dog pan trigger assembly for jaw traps
US4622774A (en) Animal trap
US4117620A (en) Release device for deadfall traps
US1495607A (en) Cage trap
US2526826A (en) Bird trap
US547539A (en) Animal-trap

Legal Events

Date Code Title Description
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed