NL8004808A

NL8004808A - Voertuiglampstelsel.

Info

Publication number: NL8004808A
Application number: NL8004808A
Authority: NL
Original assignee: Westfaelische Metall Industrie
Priority date: 1979-10-09
Filing date: 1980-08-26
Publication date: 1981-04-13
Also published as: AU547309B2; ATA500280A; DE2940866A1; AT378049B; AU6264380A; DE2940866C2

Description

f , ^ 1 . ......

VO 902

Betr.: Voertuiglampstelsel. *

De uitvinding heeft betrekking op een voertuiglampstelsel voorzien van een., het licht opzamelende reflector en een lichtplaat, die zowel het door de reflector teruggekaatste alsook het direct uit de lichtbron afkomstige licht richt, waarbij de lichtbron in of tenminste in de buurt ^ van het brandpunt van de reflector en de lichtplaat is opgesteld.

Bij de bekende lampstelsels vaidit type is de reflector als een bolreflector uitgevoerd. Daardoor worden de door de reflector teruggekaatste stralen in of nagenoeg in de gloeidraad opgezameld en verwarmen deze stralen, deze gloeidraad extra. Daardoor wordt de levensduur van de gloeilamp aanmerkelijk gereduceerd. Op grond hiervan is reeds voorgesteld de gloeidraad iets buiten het brandpunt van de bolreflector op te stellen.

Deze·;-uitvoeringsvorm heeft evenwel het bezwaar, dat de direct uit de gloeidraad in een bepaald punt van de lichtplaat invallende stralen deze onder een andere hoek treffen dan de door de reflector teruggekaatste stra-len, waardoor de lichtplaat niet optimaal op de beide typen licht kan zijn gecentreerd. Aan het gebruik van een bolreflector is verder nog het bezwaar verbonden, dat de uit de gloeidraad uittredende en door de reflector teruggekaatste stralen driemaal de uit glas bestaande ballon van de gloeilamp moeten passeren, waardoor in de eerste plaats de nauw-2q keurigheid van de stralengang wordt gereduceerd en in de tweede plaats de ballon van de gloeilamp sterker wordt verwarmd.

Ondanks deze bekende bezwaren van reflectoren, die het licht in of in de buurt van de lichtbron opzamelen, worden deze dikwijls gebruikt, meer in het bijzonder in die gevallen wanneer het lichtuittreed-2^ oppervlak van het lampstelsel zeer klein is en het lampstelsel.een grote verlichtingsintensiteit dient te bezitten.

De uitvinding stelt zich ten doel een lampstelsel van het bovenbeschreven type te verschaffen, waarbij zowel Het: door de reflector teruggekaatste alsook het direct uit de gloeilamp de lichtplaat treffende licht wordt gebruikt zonder dat het door de reflector teruggekaatste licht weer door de gloeidraad of de ballon van de gloeilamp wordt gezonden. Daartoe is volgens de uitvinding de reflector trogvormig uitge-voerd en voorzien van een groot aantal reflecterende oppervlakken, die het licht in een door de lichtbron gaande brandlijn opzamelen, waarbij y. de lichtplaat is voorzien van prisma's, die het licht naar een zich langs 8004808 -2- > de trendlijn uitstrékkend vlak afbuigen. Een op een dergelijke wijze uitgevoerd voertuiglampstelse1 zendt een in één richting sterk gebundeld en in een loodrecht daarop staande richting sterk verstrooid licht uit.

Dit komt sterk tegemoet aan. de bij voertuiglampstelsels gewenste licht-5 verdeling.

Bij een bepaalde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding zijn de prisma's in de lichtplaat als cylindrische staven uitgevoerd,, die evenwijdig aan de brandlijn van de reflector verlopen. Deze prisma's veranderen de stralengang van het licht slechts in de loodrecht op de brandlijn 10 van de reflector staande doorsnedevlakken doch niet in de evenwijdig aan de brandlijn van de reflector verlopende doorsnedevlakken.

Voor het gebruik van het lampstelsel als signaallampstelsel verdient het de voorkeur de reflector zodanig uit te voeren en op te stellen, dat de brandlijn horizontaal verloopt. Daardoor bezit het lampstelsel een 15 lichtverdeling, die in horizontale richting de vorm heeft van een brede waaier, terwijl deze in verticale richting sterk is gebundeld.

Een volgens de uitvinding toe te passen reflector kan bestaan uit een metallisch materiaal en volgens een drukgietmethode zijn vervaardigd.

De reflector kan echter ook bestaan uit een transparante kunststof en . 20 volgens een spuitgietmethode zijn vervaardigd. Bij het gebruik van- een reflector uit transparante kunststof verdient het de voorkeur de reflecterende werking door prisma's met totale reflectie te verkrijgen.

Deze zijn uitgevoerd als in horizontale richting verlopende dakkant-prisma's die beschouwd vanuit de lichtbron naar buiten toe versmallend 25 verlopen en derhalve een, het licht naar de optische as toe richtende prismatische, werking bezitten. Opdat de dakkantprisma's tengevolge van de zojuist beschreven prismatische werking geen grote dikte moeten bezitten, zijn deze volgens de uitvinding op de wijze van een getrapte lens in kleine secties onderverdeeld. Door deze prismatische werking van de 30 dakkantprisma's wordt het door de reflector gerichte licht ook in de langs de brandlijn van de reflector verlopende doorsnedevlakken gebundeld. Deze bundeling van het licht heeft als voordeel, dat het in de richting van de optische as uit het lampstelsel tredende licht wordt versterkt.

35 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwij- 8004808 ? Λ 9 * -3- ϊ zing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een vooraanzicht in de reflector; fig. 2 een doorsnede over de lijn A-B van het lampstelsel; en fig. 3 een doorsnede over de lijn C-D van het lampstelsel.

5 De trogvormige reflector 1 vormt een sectie van een cirkelvoimige en uit een transparente kunststof vervaardigde holle cylinder, die aan de 'buitenzijde is voorzien van prisma's 2 met totale reflectie. Deze prisma's 2 zijn dakkantprisma’s, die in de lengterichting van de holle cylinder verlopen. De reflector 1 bezit derhalve geen brandpunt doch een 10 brandlijn 3. Ih de onmiddellijke nabijheid van deze brandlijn 3 is de gloeilamp met de gloeidraad Ij- daarvan opgesteld. De in een steeds loodrecht op de brandlijn 3 verlopende doorsnedevlakken van door de reflector gereflecteerde stralen snijden elkaar· in de brandlijn 3 en treffen onder in hoofdzaak dezelfde hoek t.o.v. het horizontale vlak 15 de lichtplaat 6, zoals de direct uit de gloeidraad k afkomstige lichtstralen. Deze lichtplaat 6 is voorzien van cylindervormige, in de richting van de brandlijn 3 verlopende prisma's 7, die het licht naar het langs de brandlijn 3 verlopende doorsnedevlak richten.

De dakkantprisma’s 2 vernauwen zich vanuit, de optische as 8 naar 20 buiten toe beschouwd, zodat zij het licht ook naar de loodrecht op de brandlijn 3 verlopende doorsnedevlakken richten. Omdat de reflector in Üefc centrale gebied geen te grote wanddikte moet bezitten, hetgeen zou kunnen leiden tot spuittechnische problemen, zijn de dakkantprisma's 2 langs de lengteafmeting daarvan in afzonderlijke kleine secties 9 25 op de wijze van een getrapte lens onderverdeeld. Deze prismawerking zorgt ervoor, dat het lampstelsel in de richting van de optische as 8 een grotere verlichtingsintensiteit bezit. De prisma's 7 in de lichtplaat 6 buigen het deze plaat treffende licht 10, 11 in horizontale richting niet af. Om in het langs de brandlijn 3 verlopende doorsnedevlak, 30 dat bij signaallampstelsels in de regel horizontaaal verloopt, een grotere strooiwerking te verkrijgen, bevindt zich achter de lichtplaat 6 een verdere lichtplaat 12, welke is voorzien van lenzen 13. De lenzen 13 veroorzaken een strooiing in horizontale richting, zoals aangegeven bij Ik.

35 8004808

Claims

1. Voertuiglampstelsel voorzien van een, het licht qpzamelende reflector en een lichtplaat, die zowel het door de reflector teruggekaatste alsook het direct uit de lichtbron invallende licht richt, waarbij de lichtbron in of tenminste in de buurt van het brandpunt van de reflector 5 en de lichtplaat is opgesteld, met het kenmerk, dat de reflector. (l) trogvormig is uitgevoerd en is voorzien van een aantal reflecterende vlakken (2, 9), die het licht (5) in een tenminste bij benadering door de lichtbron (k) gaande brandlijn (3) opzamelt, waarbij de lichtplaat (6) is voorzien van prisma's (7)» die het licht (5) naar een langs de brandlijn 10 (3) verlopend vlak (15) afbuigen.

2. Voertuiglampstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de prisma's (7) in de liqhtplaat(6) cylindrisch zijn uitgevoerd en evenwijdig aan de brandlijn (3) van de reflector verlopen.

3. Voertuiglampstelsel volgens conclusie met het kenmerk, dat 15 de reflector (l) zodanig is uitgevoerd en opgesteld, dat de brandlijn (3) horizontaal verloopt. • U. Voertuiglampstelsel volgens een der voorgaande conlusies, met het kenmerk, dat de reflector (l) uit transparante kunststof is vervaardigd en van prisma's (2) met totale reflectie is voorzien.

5. Voertuiglampstelsel vólgens conclusie k, met het kenmerk, dat de prisma's (2) met totale reflectie uit in horizontale richting verlopende dakkantprisma's bestaan.

6. Voertuiglampstelsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de dakkantprisma's (2) beschouwd vanuit de optische as (8) zich versmal-25 lend naar buiten uitstrekken en derhalve een, het licht naar de optische as (8) toe richtende prismatische werking bezitten.

7. Voertuiglampstelsel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de dakkantprisma's (2) op de wijze van een getrapte lens in kleine secties (9) zijn onderverdeeld.

8. Voertuiglampstelsel volgens een-der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat zich achter de prismaschijf (6) een lensschijf (12) bevindt, die het licht verstrooit. 35 800*808