NL8004340A

NL8004340A - Inrichting voor het in een aantal rijen verdelen van houders, en machine, voorzien van een dergelijke inrichting.

Info

Publication number: NL8004340A
Application number: NL8004340A
Authority: NL
Original assignee: Remy & Cie E P
Priority date: 1979-09-21
Filing date: 1980-07-29
Publication date: 1981-03-24
Also published as: DE2948589A1; FR2465665B1; GB2061213A; IT1154072B; IT8046872A1; JPS5661224A; GB2061213B; US4287980A; IT8046872A0; FR2465665A1

Description

* /? y l VO 081-1

Titel : Inrichting voor het in een aantal rijen verdelen van houders, en machine, voorzien van een dergelijke inrichting.

De uitvinding heeft in hoofdzaak als onderwerp een inrichting voor het in een aantal rijen verdelen van houders met het oog op het vormen van groepen houders, die vervolgens in kisten worden gedaan.

Er· zijn reeds verschillende inrichtingen bekend, die het ver-5 delen van een enkele rij flessen in een aantal rijen mogelijk maken teneinde groepen flessen te verschaffen, die vervolgens worden behandeld.

In het algemeen omvatten dergelijke inrichtingen geleidingen, aangebracht boven een aanvoertransporteur voor de houders, welke gelei— 1Q dingen worden onderworpen aan heen-en-weer bewegingen in dwars- of lengterichting, of ook aan trillingen teneinde de enkelvoudige rij houders of flesen in twee of meer rijen te verdelen. Dit doel kan worden bereikt door het toepassen van een verdeeltransporteur, aangebracht boven de flessen.

15 Alle tot nu toe toegepaste stelsels zijn bevredigend wanneer het gaat om stijve houders of flessen, die een duidelijk bepaalde vorm hebben. Wanneer het echter gaat cm breekbare houders met een ingewikkelde vorm, kan worden vastgesteld, dat het in een aantal rijen verdelen van de houders met behulp van de bekende stelsels niet op juiste wijze 20 plaats vindt. Verder is totaan vandaag nimmer voor houders van deze soort een verdeelinrichting voorgesteld, die het positief aangrijpen verzekert van de houders voor het op een voorzichtige wijze in een aantal rijen verdelen daarvan en zonder dat enige moeilikheid optreedt tijdens het verdelen.

25 De uitvinding heeft tot doel in deze lengte te voorzien door het voorstellen van een inrichting voor het verdelen van houders, zoals bijvoorbeeld flessen of flacons, welke inrichting ongeacht de breekbaarheid en de vorm van de houders, in hoofdzaak dankzij het vermogen daarvan tot positief aangrijpen van de houders, een zeer goede voor-30 zichte werking heeft.

Hiervoor heeft de uitvinding als onderwerp een inrichting voor het verdelen van voorwerpen, zoals houders, in een aantal rijen met het oof op bijvoorbeeld het vormen van groepen houders, die vervolgens worden behandeld, bijvoorbeeld in kisten gepakt, welke inrichting een trans- 800 4 3 40 2 porteur omvat, aangebracht boven een rij houders, met welke transporteur middelen samenhangen, die de verdeling verzekeren van deze rij in althans twee rijen houders, en is gekenmerkt, doordat deze middelen worden gevormd door klemmen,, die het positief en tijdelijk aangrijpen verze-5 keren van de houders en beweegbaar zijn gemonteerd aan de transporteur dwars op de lengterichting daarvan, verder door middelen voor het bedienen van het openen en het sluiten van de klemmen, aangedreven door de transporteur, en door middelen voor het bedienen van de dwarsverplaatsing van de klemmen tijdens hun aandrijving door de transporteur in de lengte-10 richting.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding zijn de middelen voor het bedienen voor het openen en het sluiten van de klemmen aange-. bracht aan twee uiteinden van de transporteur, waarbij de middelen voor het bedienen, van de dwar sverplaat s ing van de klemmen in hoofdzaak even-15" wij dig aan de bovenste en onderste parten van de transporteur zijn aan— gebracht.

Met voordeel zijn de middelen voor het bedienen van het openen, het sluiten en de dwar sverplaat sing van de klemmen vast verbonden met een draaggestel van de transporteur, welk draaggestel vertikaal beweeg-20 baar is gemonteerd aan een vast gestel.

De transporteur, die de klemmen draagt, kan gemakkelijk worden aangepast aan een willekeurige hoogte van te verdelen houders.

Volgens nog een ander kenmerk van de onderhavige inrichting, worden de middelen, voor het bedienen van het openen en het sluiten 25 van de klemmen gevormd door halve-maanvormige nokken aan de uiteinden van de gevormde rijen, welke nokken zijn aangebracht binnen de twee parten van de transporteur, waarbij hun krammingsstraal in hoofdzaak overeenkomt met die van de uiteinden van de transporteur.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm, zijn deze nokken door een 30 van hun uiteinden vast verbonden met de middelen voor het bedienen van de dwarsverplaatsing van de klemmen, waarbij een van deze nokken eveneens wordt gedragen door een deel, dat de naaf vormt voor de aandrijfas van de transporteur.

Volgens nog een ander kenmerk worden de middelen voor het bedie-35 nen van de dwarsverplaatsing van de klemmen in het bijzonder gevormd door een tafel, vast verbonden met het genoemde beweegbare gestel en di-rekt boven het onderste part van de transporteur aangebracht, waarbij de 800 4340 3 onderzijde yan. de tafel goten omvat met draaibare aanslagen, die een geleiding vormen voor de klemmen.

Ook moet nog -worden opgemerkt, dat de draai-as van de aanslagen, •wanneer deze ziek in de uiterste draaistand bevinden, wordt vastgehou-5 den door permanente magneten, gemonteerd aan de bovenzijde van de tafel.

Hieraan is nog toe te voegen, dat althans een gedeelte van deze tafel verwijderbaar is gemonteerd aan het beweegbare gestel.

Zodoende kan de tafel, althans gedeeltelijk, worden vervangen door een andere tafel in afhankelijkheid van het aantal rijen houders, 10 dat moet worden verkregen.

'Volgens een ander kenmerk omvatten de middelen voor het bedienen van de dwarsverplaatsing van de klemmen,, verder een nok, die nabij en direkfc onder het bovenste part van de transporteur is aangebracht en een in het algemeen V-vormige gedaante heeft.

15 Deze nok maakt het veer uitlijnen mogelijk van de klemmen op het bovenste part van de transporteur, nadat zij hun rol van het verdelen van de houders hebben vervuld.

-Volgens· een ander kenmerk van de uitvinding, omvatten de genoemde klemmen, die vrij verschuifbaar zijn gemonteerd aan dvarsstaven 20 tussen twee kettingen, die de genoemde transporteur vormen, elk twee klauwen, waarbij een van de klauwen een leimiddel omvat, zoals een rol en dergelijke, die samenwerkt met de goten en de draaibare aanslagen van de genoemde tafel, en de twee klauwen van elke klem elk een ander leimiddel omvatten, zoals een rol en dergelijke, die samenwerkt met de 25 genoemde nokken.

Hier wordt aan toegevoegd, dat de klauw van elke klem, welke klauw· samenwerkt met de goten en de draaibare aanslagen, vast is verbonden met een huls, verschuifbaar op de staven van de transporteur, waarbij de andere klauw van elke klem verschuifbaar is gemonteerd aan 30 deze huls.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding, is een terugstel-middel, zoals een veer, gemonteerd tussen de huls en de genoemde andere klauw voor het voortdurend naar elkaar jn de sluitstand drukken van de twee klauwen.

35 De uitvinding beoogt tevens een machine, waarbij gebruik wordt gemaakt van een inrichting volgens de hiervoor genoemde kenmerken, welke machine is gekenmerkt, doordat onder een van de uiteinden van de genoem- 800 4340 k de transporteur een wormschroef is aangebracht, die de houders volgens een enkele rij en een vastgestelde onderlinge afstand voortbeweegt, waarbij onder het andere uiteinde van de transporteur een transportband is voorzien voor de houders in een aantal rijen, welke transportband sa— 5 menhangt met een transporteur· voor het aandrijven van staven, die automatisch tot in aangrijping kunnen kamen op het oppervlak van de transportband..

Hieraan is toe te voegen, dat de als laatste genoemde staventransporteur samenhangt met een hokkenbaan, die de uiteinden van de 10 staven opneemt.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin ; fig. 1. schematisch een aanzicht toont van de onderhavige ver-deelinriehting, waarmede verschillende elementen samenbangen voor het 15. kunnen voortbewegen van een rij houders, afvoeren van de houders in een aantal rijen en het groeperen daarvan, alsmede het aangrijpen van de gegroepeerde houders; fig., 2 schematisch, een bovenaanzicht, toont van het in fig. 1 weergegeven samenstel; 20 fig. 3 een aanzicht is op grotere schaal en gedeeltelijk open— gebroken van de onderhavige verdeelinrichting; fig. k een doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig. 3; fig. 5 een onderaanzicht is van de tafel voor het verdelen van de houders in een aantal rijen; 25 fig. 6 een doorsnede is volgens de lijn VI-VI in fig. 3; en fig. T een doorsnede is volgens de lijn VII-VII in fig. 3.

Volgens het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, omvat de onderhavige verdeelinrichting in beginsel een verdeeltransporteur 1, die een aantal klemmen 2 draagt, welke klemmen het positief en tijdelijk aan-30 grijpen kunnen -verzekeren van de houders 3, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit flessen of flacons met een bijzondere vorm, met het oog op het in een aantal rijen verdelen daarvan.

Meer in het bijzonder omvat de transporteur 1 een paar kettingen U9, welke kettingen zich uitstrekken rond de twee paren tandwie-35 len k en 5, en zijn verbonden door dwarsstaven 6, waaraan vrij verschuifbaar klemmen 2 zijn gemonteerd. Zoals is te zien in fig. 1 - k, worden de klemmen 2 elk gedragen door een steun 7, waarbij elke steun 800 4340 5 7 verschuifbaar is gemonteerd aan twee naburige staven 6.

Het openen en sluiten van de klemmen 2 wordt verzekerd door nokken 8 en 9» die, zoals is te zien in fig. 1, 3 en k» een halve-maan-vormige gedaante vertonen met dunne uiteinden 8a en 9a, en waarvan de 5 krommingsstraal in hoofdzaak overeenkomt met die van de uiteinden 1a en 1b van de transporteur 1. Overeenkomstig het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld, is de nok 8, voorzien aan het uiteinde 1a van de transporteur 1, enkelvoudig, waarbij aan het andere uiteinde 1b van de transporteur 1 vier in de vorm van een halvemaan aangebrachte nokken zijn 10 voorzien, zoals 9· De nokken 8 en 9 zijn aangebracht binnen de transporteur 1zoals duidelijk is te zien in de figuren.

Een van de uiteinden 8a, 9a van respectievelijk & nokken 8 en 9 is. bij 10 vast’ verbonden met een tafel 11, die de dwarsverplaatsing verzekert van de klemmen 2 langs de. staven 6, zoals hierna.wordt beschreven. 15 De nok 8 wordt, zoals goed is te zien in fig. 3,-verder gedragen door armen 1U, die radiaal vast zijn verbonden met een deel, dat een naaf 12 vormt voor de aandrijfas. 13 van de transporteur 1. Bij 1? in fig. b is een aandrijfrondsel weergegeven van de transporteur 1, welk rondsel is vastgespied aan de as 13.

20 De transporteur 1, alsmede zijn bijbehorende organen, die in hoofdzaak de klemmen 2, de tafel 11 en de nokken 8 en 9*omvatten, zijn vast verbonden met een eerste gestel 16, welk gestel vertikaal beweegbaar is gemonteerd aan een vast gestel 17' (fig. 3 en U). Bij 16a zijn platen weergegeven, voorzien aan weerszijden van de eigenlijke trans-25 porteur, welke platen deel uitmaken van het beweegbare gestel 16 en waarin draaibaar de assen 13 en 18 van de transporteur zijn gemonteerd. Mechanische vijzels 19, bijvoorbeeld bediend door middel van een wiel^ 20 en een kettingoverbrenging 21, maken het vertikaal verplaatsen mogelijk van het beweegbare gestel 16 in het vaste gestel 17.· Een derge-30 lijke verplaatsing maakt het plaatsen van de transporteur 1 en zijn samenhangende middelen mogelijk op de gewenste hoogte in afhankelijkheid van de vertikale afmeting van de flessen 3.

De tafel of het platform 12 is direkt boven het onderste part 1c van de transporteur 1 en evenwijdig aan dit part aangebracht. Zoals 35 beter is te zien in fig. 5, omvat de onderzijde van de tafel 11 een aantal goten 22, bijvoorbeeld verwezenlijkt door middel van ribben 23 en dergelijke, die uit steken vanaf de tafel 11. Op de plaats, vaar de 8004340 6 goten 22 zich. verdelen in twee goten, zijn aanslagen 2b en dergelijke voorzien, die hij 25 draaibaar zijn gemonteerd onder de tafel 11. De draaibare aanslagen 2k vertonen de vorm van een driehoek met de punt gekeerd naar de nok 8. Zij vormen derhalve een wissel voor de klemmen 5 2, zoals hierna wordt beschreven.

Het zijn de flessen 3 of juister gezegd de klemmen 2, die deze flessen· vasthouden, die tijdens hun voortbeweging in de goten 22 het kantelen in de ene of andere richting bedienen van de aanslagen 2k, waarbij de draai-as 25 van elke aanslag zich uitstrekt door de tafel 11 10 en, zoals in fig. U is te zien, een arm omvat, waarvan de kop 26 kan aanliggen tegen een .permanente magneet 27, vast verbonden met de bovenzijde van de tafel.11. Meer in het bijzonder zijn twee permanente magneten 27 voorzien voor elke aanslag, zodat elke aanslag in de uiterste draaistand wordt vastgehouden.

'15' Volgens de weergegeven uitvoeringsvorm, omvat de tafel 11 een ingangsgoot 22a, die zich verdeelt in twee goten 22b, welke zich weer verdelen in twee goten voor het vormen van de vier goten 22c. Er kan echter zeer wel een kleiner dan vier of groter dan dit aantal goten zijn voorzien zonder· het kader van de uitvinding te verlaten. Hiervoor 20 kan de tafel 11 verwisselbaar zijn aangebraeht, en overeenkomstig de weergegeven.uitvoeringsvorm een vast gedeelte 11b vertonen, dat vast is verbonden met het beweegbare gestel 16 en een gedeelte 11a, dat verwijderbaar is gemonteerd aan dit beweegbare gestel. Verder is bij 28 in fig. U de losmaakbare bevestiging weergegeven van het gedeelte 11a. van 25 de tafel 11 aan een dwarsbalk van het beweegbare gestel 16.

Verder is in deze fig. b schematisch nog een nok 29 te zien, vast verbonden met het beweegbare gestel 16, aangebracht nabij en direkt onder het bovenste part 1d van de transporteur 1 en met een algemene • V-vormige gedaante met de punt gericht naar het dunne uiteinde 8a van 30 de nok 8. De nok 29 dient, zoals hierna nog wordt vermeld, voor het naar de nok 8 leiden van de klemmen 2 van het bovenste part 1d van de transporteur 1, waar zij worden bediend.

Thans worden gedetailleerd de klemmen 2 beschreven, in het bijzonder aan de hand van de fig. 6 en 7· 35 De klemmen 2 omvatten elk twee klauwen 30 en 31 of dergelijke, welke klauwen een gedeelte 32 omvatten, van een kunststof of rubber materiaal bijvoorbeeld, welk gedeelte de kop van de houders 3 kan aan- 800 4 3 40 Λ 7 grijpen, en die beide, zoals reeds vermeld, vrij kunnen schuiven aan twee naburige dvarsstaven 6, waarvan de einden vast. zijn verbonden met kettingschalmen. 49, welke ketting verschuifbaar kan rusten op een leng-tegeleiding 33, gesteund door zijplaten 16a van het beweegbare gestel 5 16.

Een,- 32 van de. twee klauwen van elke klem 2 crnvat een glij- of rolmiddel, zoals bijvoorbeeld een rol 34, die kan samenwerken met de goten 22 en de draaibare aanslagen 24 van de tafel 11. Deze klauw 31 omvat evenals de andere klauw 30 een rol 35» die kan samenwerken met 10 de nokken 8 en 9« Zoals goed is te zien in de fig. 6 en 7» bevinden de . -rollen 35» die respectievelijk behoren bij de klauwen 30 en 31, zich in een.vlak, dat zich onder de rol 34 van de klauw 31 bevindt.

De klauw* 31 is bijvoorbeeld door lassen bevestigd aan een huls 36, die kan verschuiven aan de staven 6, waarbij de klauw 30 door zijn 15 gedeelte 3T verschuifbaar is gemonteerd aan de huls 36. Het verwijzings— cijfer 38' duidt- een terugstelveer aan, die bij 39 vast is verbonden met de huls 36 en bij 4ü met het gedeelte 37, dat de klauw 30 draagt en bijvoorbeeld een rolleger 41 bevat, zoals goed is te zien in fig. 7· De veer 38 drukt de twee klauwen 30 en 31 voortdurend naar elkaar, d.w.z.

20 in de gesloten stand tegen de kop van de fles of flacon 3·

Hierna wordt de werking beschreven van de onderhavige verdeel-transporteur 1, die overeenkomstig het weergegeven voorbeeld is samengevoegd met een bepaald aantal aanvulmiddelen, die het aanvoeren mogelijk maken van de houders volgens een rij, het afvoeren daarvan volgens een 25 aantal rijen, het groeperen daarvan, alsmede het aangrijpen van de gegroepeerde houders voor het in kisten plaatsen daarvan.

Derhalve wordt de werking van de transporteur 1 beschreven tegelijk met die van de genoemde, aanvullende middelen.

De houders 3 worden aangevoerd volgens een rij op een ingangs-30 transporteur 50» waarop een wormschroef 51 volgt, die onder het uiteinde 1a is geplaatst van de verdeeltransporteur 1 en het mogelijk maakt de houders volgens een onderlinge afstand te plaatsen, die verenigbaar is met die van de klemmen 2. Zoals is te zien in fig. 1, 4 en 6, zijn de klemmen 2, voorafgaande aan het aankomen in dezelfde vertikaal van 35 de koppen van de houders 3, geopend, dankzij de nok 8, die de rollen 35 en dus de klauwen 30 en 31 van de klemmen uit elkaar beweegt. Aangekomen in dezelfde vertikaal van de houders 3» sluiten de klauwen van de klemmen 800 4 3 40 :/ ' 8 weer op de kop van de houders 3, aangezien zij zich op deze plaats ter -----· * hoogte van het dunne uiteinde 8a Tan de nok 8 bevinden, en als gevolg daarvan de Teer 38' de klauwen van de klemmen tegen elkaar, drukt. D.v.z. dat de houders 3 positief worden aangegrepen door de klemmen.

5 Vervolgens gaan de klemmen, d.v.z* meer in het hijzonder de rol len 3^, in de goten 22a, 22h en 22e teneinde op deze wijze de enkelvoudige rij houders 3 verdelen in een aantal rijen, d.v.z. vier volgens het veergegeven voorbeeld. (zie de fig. 5 en 7).

• Aangekomen in dit stadium,, gaan de klemmen 2 op de nokken 9» 10 die opnieuw het uit elkaar bewegen veroorzaken van de klauwen 30 en 31, zoals is de zien in fig. 6. Zodoende laten de klauwen de volgens vier rijen geplaatste houders los op een transportband 6θ, voorzien van geleidingen 61en waarboven een draaitafel is aangebracht met aangrijp-koppen 62 (fig. 1}, die een groep houders kunnen aangrijpen voor het 15 vervolgens in een kist plaatsen daarvan.. Met de transportband 60 hangt zijdelings een andere transporteur 70 samen, die staven 71 aandrijft, die dankzij een nokkenbaan 72, waarin het uiteinde van de staven J1 beweegt, 'het aangrijpen of voeren van de staven op de onderzijde van de band 60 mogelijk maakt, zoals is te zien in fig. 2.

20 Hierbij is op te merken, dat de klemmen 2 na het op de band 60 hebben losgelaten van de flessen 3, de nokken 9 verlaten, weer sluiten en. in hoofdzaak volgens een lijn worden hergegroepeerd, dankzij de V-vormige nok 29, die uitloopt op de nok 8, zodat de klauwen van de Memmen opnieuw· worden geopend, dankzij deze nok (fig. 6), en vervolgens 25 weer gesloten, zoals hiervoor opgemerkt, voor het aangrijpen van flessen, aanwezig in de wormschroef 51. Haar gelang hun aandrijving door de transporteur 1 ondergaan zodoende de klemmen, alsmede de klauwen van elke klem, verschillende dwarsbewegingen ten opzichte van de lengterichting van de transporteur 1 door de werking van de nokken 8, 9, 30 29 en de goten 22 onder de tafel 11.

De door de houders 3 in de verschillende goten 22 uitgevoerde bewegingshaan kan beter worden gevolgd aan de hand van fig. 2. In deze figuur zijn immers door 3a, 3b, 3c en 3d de bij respectievelijk de vier op de transportband 60 geplaatste rijen behorende houders aangeduid.

35 In fig. 5 is op overeenkomstige wijze door 3^a, 3^b, 3^c en 3^d de plaats aangeduid van de rol 3^, die overeenkomt met de plaats van de houders 3a, 3b, 3c en 3d onder de tafel 11. Hierbij is op te merken, 800 4 3 40 9 dat liet de rollen 3^ zijn, die de draaibare aanslagen 2k doen Kantelen. Meer in liet bijzonder is bet duidelijk, dat de rollen 3^ opeenvolgend gaan in de goten 22 voor bet verzekeren van het in een richting, vervolgens in de andere kantelen van de aanslagen, teneinde de houders 5 naar een rij te leiden, en vervolgens naar een andere.

Tenslotte is op te merken, dat de transporteur 1, d.w.z. de klemmen 2, met.dezelfde snelheid lopen als de ingangstransporteur 50, • en de transportband 60. Deze snelheid is overeenkomstig een voorkeurs-uitvoeringsvoorbeeld gelijk aan ongeveer 1,5 maal de snelheid van de 10 transporteur T0, d.w.z. de voortbewegingssnelheid van de staven 71 "boven de band 6Q. De staven 71 remmen met andere woorden, de vier rijen houders 3, verdeeld over de transportband. βθ af teneinde een groep flessen te vormen, die kan worden aangegrepen, door de aangrijpkop 62, die natuurlijk is aangevoerd met. een voortbewegingssnelheid, gelijk aan 15 die van de transporteur 70. Dankzij de staven 71, die, zoals is te zien in fig. 2, opeenvolgend boven de band βθ worden gebracht, worden zodoende duidelijk bepaalde groepen flessen verkregen.

'Yolgens de uitvinding is dus een inrichting of verdeeltrans-porteur verwezenlijkt, die een bijzonder eenvoudige en behoedzame me-20 chanische oplossing vormt, en het positief aangrijpen mogelijk maakt van breekbare houders, zelfs met een ingewikkelde vorm., voor het in 2, 3, ^ rijen of meer verdelen daarvan teneinde deze bijvoorbeeld te groeperen en aan te grijpen voor het in kisten of dozen plaatsen. ψ

Natuurlijk is de uitvinding niet beperkt tot de beschreven en 25 weergegeven uitvoeringsvorm, die slechts bij wijze van voorbeeld is gegeven. Derhalve kunnen de vorm en het materiaal van de klauwen van de klemmen, de uitvoering van de goten onder de verdeeltafel, alsmede de geometrie en het aantal goten zelf, willekeurig zijn zonder het kader van de uitvinding te verlaten.

30 D.w.z., dat de uitvinding alle technische equivalenten omvat van de beschreven middelen, alsmede hun samenvoegingen, indien deze zijn uitgevoerd volgens de strekking van de uitvinding en worden toegepast binnen het kader van de conclusies.

8004340

Claims

1. Inrichting voor het verdelen van voorwerpen, zoals houders, in een aantal rijen met het oog op het "bijvoorbeeld vormen van groepen houders, die vervolgens worden behandeld, bijvoorbeeld in kisten geplaatst, welke inrichting is voorzien van een transporteur, die boven 5 een rij houders is opgesteld en is voorzien van dwarsstaven, waaraan middelen verschuifbaar zijn, die de verdeling van de rij in althans twee rijen houders kunnen verzekeren, met het kenmerk, dat de middelen worden gevormd door klemmen (2), die het positief en tijdelijk aangrijpen verzekeren van de houders (3), welke, klemmen worden geopend en ge— .10 sloten door bedieningsmiddelen (8, 9), aangebracht aan.de uiteinden (1a, Tb] van de transporteur (tj, en voor een dvarsverplaatsing aan de staven (6] worden bediend door middelen (22, 2^), aangebracht in hoofdzaak evenwijdig aan de parten (1c, 1d) van de transporteur (1).

2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de bedie-13 ningsmiddelen voor het openen en sluiten van de klemmen (2) worden gevormd door nokken (8, 9) met een halve-maanvormige gedaante met dunne uiteinden (8a, 9a), welke nokken zijn aangebracht binnen de twee parten van de transporteur (1), en waarvan de krommingsstraal in hoofdzaak overeenkomt met die van de uiteinden (1a, 1b) van de transporteur. 20 3· Inrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de nokken door een van hun uiteinden (8a, 9a) vast zijn verbonden met de bedieningsmiddelen (22, 2h) van de dvarsverplaatsing van de klemmen, waarbij een (8) van de nokken tevens wordt gedragen door een deel, dat een naaf (12j vormt voor de aandrijfas van de transporteur (1).

25 Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen voor de dvarsverplaat sing van de klemmen worden gevormd door een tafel (11), vast verbonden met een beweegbaar gestel (16), aangebracht direkt boven het onderste part (1c) van de transporteur (l), en waarvan de onderzijde goten (22) omvat met draaibare 3Q aanslagen (2^), die een geleiding vormen voor de klemmen (2).

5. Inrichting volgens conclusie L- met het kenmerk, dat de draai-as (25ï van de aanslagen {2h), wanneer deze zich in de uiterste draaistand bevinden,, wordt vastgehouden door permanente magneten (27), gemonteerd aan de bovenzijde van de tafel (11).

6. Inrichting volgens conclusie L- of 5 met het kenmerk, dat althans 800 4340 een gedeelte(lla) van de tafel (11') verwijderbaar is gemonteerd aan het beweegbare gestel (16).

7· Inrichting volgens- een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de klemmen elk twee klauwen (30, 31) omvatten, waarvan er êên (31) 5 een leimiddel omvat, zoals bijvoorbeeld een rol (3*0 en dergelijke, samenwerkende met de goten (22) en de draaibare aanslagen (2*0, waarbij de twee klauwen van elke klem elk een ander leimiddel omvatten, zoals bijvoorbeeld een rol (35) en dergelijke, samenwerkende met de nokken (8, 9).

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies met het ken merk, dat de klauw (3T) van elke klem (2), samenwerkende met de goten (22) en de draaibare aanslagen (2*0, vast is verbonden met een huls (36), die vrij’verschuifbaar is aan de staven (6) van de transporteur (11, waarbij de andere klauw (30) van elke klem verschuifbaar is ge— 15 monteerd aan deze huls·.

9. Inrichting volgens conclusie T of 8 met het kenmerk, dat een terugstelmiddel, zoals bijvoorbeeld een. veer (38), is gemonteerd tussen de huls (36) en de andere klauw (30) voor het voortdurend naar elkaar in de sluit stand drukken van de twee klauwen.

10. Machine, waarbij gebruik, wordt gemaakt van de verdeelinrich- ting volgens een van de voorgaande, conclusies met het kenmerk, dat onder êên (:1a) -van de uiteinden van de transporteur (1) een worrn-schroef (51) is aangebracht, die houders (3) aanvoert volgens êên enkele rij en een onderlinge afstand, die overeenkomt met die van de klemmen 25 (2), waarbij onder het andere uiteinde (1b) van de transporteur (1) een transportband (60) is voorzien voor houders in een aantal rijen, met welke band een transporteur (70) samenhangt, die staven (71) aandrijft, die automatisch tot in aangrijping kunnen komen op het oppervlak van de band.

11. Machine volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de transpor teur (70) met staven (71) samenhangt met een nokkenbaan (72), die de uiteinden opneemt van de staven (71). 800 43 40