NL8003362A - Schaarinstallatie voor het toppen van de einden en/of het afscheiden van proefstukjes van op de rol gewikkeld walsband of dergelijke. - Google Patents

Schaarinstallatie voor het toppen van de einden en/of het afscheiden van proefstukjes van op de rol gewikkeld walsband of dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL8003362A
NL8003362A NL8003362A NL8003362A NL8003362A NL 8003362 A NL8003362 A NL 8003362A NL 8003362 A NL8003362 A NL 8003362A NL 8003362 A NL8003362 A NL 8003362A NL 8003362 A NL8003362 A NL 8003362A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
scissors
installation according
swing
roller
scissor
Prior art date
Application number
NL8003362A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Siemag Transplan Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Siemag Transplan Gmbh filed Critical Siemag Transplan Gmbh
Publication of NL8003362A publication Critical patent/NL8003362A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D31/00Shearing machines or shearing devices covered by none or more than one of the groups B23D15/00 - B23D29/00; Combinations of shearing machines
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D15/00Shearing machines or shearing devices cutting by blades which move parallel to themselves
    • B23D15/04Shearing machines or shearing devices cutting by blades which move parallel to themselves having only one moving blade
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B23MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23DPLANING; SLOTTING; SHEARING; BROACHING; SAWING; FILING; SCRAPING; LIKE OPERATIONS FOR WORKING METAL BY REMOVING MATERIAL, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B23D33/00Accessories for shearing machines or shearing devices
    • B23D33/02Arrangements for holding, guiding, and/or feeding work during the operation

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Winding, Rewinding, Material Storage Devices (AREA)
  • Shearing Machines (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Metal Rolling (AREA)

Description

I .
i * -1- vo 0560
Schaarinstallatie voor het toppen van de einden en/of het afscheiden van. proefstukjes van op de rol gewikkeld walshand of dergelijke.
De uitvinding "betreft een schaarinstallatie voor het toppen van de einden en/of het afscheiden van proefstukjes van op de rol gewikkeld, gewalst band of dergelijke, met een op enige afstand van de schaar aangebrachtè steun- en aandrijfbok voor afzonderlijke 5 bandrollen, waarvan het steunvlak in hoofdzaak horizontaal gericht is en welke bijv. uit een rollenbok met twee met de assen evenwijdig lopende steun- en aandrijfrollen bestaat, welke een onderlinge afstand hebben, welke kleiner dan de kleinst voorkomende diameter van de bandrol is en waarop de bandrol met zijn omtrek gezet; 10 kan worden.
Door continu walsen vervaardigd bandmateriaal uit metaal wordt thans regelmatig, d.w.z. in de meeste gevallen, na het verlaten van het walswerk op een direkt daarop aansluitende haspel-installatie tot bandrollen, zogenaamde spoelen, gewikkeld. Deze 15 bandrollen, resp. spoelen hebben daarbij naargelang de laagdikte en/of lengte van het gereed gewalste bandmateriaal een zeer verschillende diameter. Zo is het doorgaans gebruikelijk, dat de diameter voor gereed gewikkelde bandrollen, resp. spoelen bijv. tussen 1000 mm en 2300 mm variëren.
20 Voor de opslag en het transport worden om de bandrollen, resp. spoelen normaliter zogenaamde spanbanden gelegd en gesloten, opdat deze tot aan de verdere behandeling, resp. verwerking van het bandmateriaal in de juiste wikkelstand blijven. Direkt op het wikkelen aansluitende of ook ook later plaatsvindende verdere be-25 handeling van het bandmateriaal kan daarin bestaan, dat nogmaals een walsproces dient plaats te vinden, resp. koud gewalst moet worden, dan· wel de banden in schaarinstallaties, behandelingsinstallaties en buisvervaardigingsinriehtingen verder verwerkt worden.
Voor al deze gevallen bestaat enerzijds de noodzakelijk-30 heid, dat de om de bandrollen, resp. spoelen gelegde en gesloten spanbanden weer geopend moeten worden, opdat het bandmateriaal voor een verdere behandeling, resp. verdere verwerking weggetrokken kan worden. Anderzijds is het vaak noodzakelijk voor het begin van het afwikkelproces op het bandmateriaal een topsnede toe te passen, op- 35 800 3 3 62 £ -2- r dat in elk geval gewaarborgd is, dat het ter beschikking staande bandeinde in goede toestand is.
Tenslotte bestaat veelal de eis, dat in aansluiting op de topsnede op het ter beschikking staande bandeinde een proefstuk-5 je wordt afgescheiden, dat in het geval van een daarop aansluitende verdere behandeling resp. verdere verwerking van het bandmateriaal, resp.. voor een kwaliteitscontrole ter beschikking staat.
Het doel van de uitvinding is, de voor de verdere behandeling, resp. verdere verwerking van het bandmateriaal op de rollen, 10 resp. spoelen uit te voeren werkzaamheden zoveel mogelijk te mecha niseren, resp. zo mogelijk ook te automatiseren. Het probleem van de uitvinding is, een schaarinstallatie voor het toppen van de einden.en/of voor het afscheiden van proefstukjes van op rollen gewikkeld gewalst band of dergelijke te verschaffen, welke niet al-15 leen bij elk voorkomende diameter van de bandrol, resp. spoel zeker werkt, doch ook het openen van de spanbanden en in aansluiting daaraan het op de juiste wijze invoeren van het bandeinde in de · snij spleet van de schaar voor het toppen of het afsnijden van een proefs t ukj e, waarborgt.
20 Een ander doel van de uitvinding is, een schaarinstallatie van het bedoelde type zodanig uit te voeren, dat met behulp daarvan, resp. in het geval van een onderbreking van het verder verwerkingsproces het van de bandrol, resp. spoel afgewikkelde band-gedeelte weer op de juiste wijze op de band, resp. de spoel terug-25 gewikkeld en daarop aansluitend door het omleggen van een spanband weer geborgd kan worden.
Een schaarinstallatie voor het oplossen van dit probleem is daartoe op een nog te bespreken wijze uitgevoerd.
Het bijzondere voordeel van een op deze wijze opgebouwde 30 schaarinstallatie bestaat daarin, dat het van de bandrol, resp.
spoel van elke praktisch voorkomende diameter aflopende bandmateriaal-einde uitsluitend op grond van hun zwaartekracht automatisch in de snijspleet van de schaar loopt. Ook het verwijderen van het voorstukje resp. het proefstukje uit het werkbereik van de schaar 35 is probleemloos, omdat onder het snijvlak voldoende vrije ruimte aanwezig is, waarin voorstukje en/of het proefstukje als gevolg van de zwaartekracht kan vallen.
800 33 62 +t -3-
N
Bijzonder voordelig is het daarbij om nog te bespreken verhoudingen aan te houden.
' In vele gevallen kan het voordelig zijn nog te bespreken maatregelen te treffen, omdat hierdoor niet alleen het invoeren 5 van het van de bandrol, resp. spoel afgewikkelde bandeinde door de zwaartekracht in het zijvlak van de schaar gewaarborgd wordt, doch belangrijke funktionele groepen van de schaarinstallatie zondermeer bedrijfszeker, ruimtebesparend en milieuvriendelijk onder de vloer aangebracht kunnen worden.. Bij het onder de vloer aanbren-10 gen van de schaar kunnen bijv. geluiddempende maatregelen aanzienlijk eenvoudiger en gunstiger getroffen worden dan bij een plaatsing op de vloer.
Met het oog op een goed funktionerende opbouw van de schaarinstallatie zijn ook belangrijke maatregelen van toepassing.
15 Deze kunnen afzonderlijk of in combinatie gelijktijdig toegepast worden.
Het is volgens de uitvinding ook mogelijk te verhinderen, dat de voor het afwikkelen van het bandbegin noodzakelijke en los— gemaakte spanband in het werkbereik van de schaar voor het toppen 20 en/of het afscheiden van een proefstukje, komt.
Voor een milieuvriendelijke, namelijk geluiddempend werken van de schaarinstallatie is het tenslotte ook van belang, dat daartoe nog te bespreken maatregelen worden getroffen.
De uitvinding wordt onder verwijzing naar de tekening nader 25 toegelicht. Daarna toont: figuur 1 een vertikale doorsnede voor een funktionele bouwgroepschakelinstallatiey figuur 2 een bovenaanzicht van een schaarinstallatie volgens figuur 1, en 30 figuur 3 een doorsnede over de lijn III-III van figuur 1.
In een continu werkende walsverkinstallatie gewalst bandmateriaal en wel in het bijzonder zogenaamd breed band, wordt aan de uitloopzijde van de betreffende walsinstallatie regelmatig door haspels tot bandrollen 1, zogenaamde spoelen, gewikkeld, opdat 35 relatief grote gewichten ruimtebesparend opgeslagen en getranspor teerd kunnen worden. Het bandmateriaal wordt daarbij uit verschillend oogpunt tot bandrollen resp. spoelen 1 van verschillende dlame- 800 3 3 62 * -liter gewikkeld. Daarbij kunnen de diameters van de bandrollen 1, resp. tussen een kleinste afmeting van 1000 mm en een maximale afmeting van 2300 mm liggen.
Voor een ordelijke opslag en een gewaarborgd transport 5 van de bandrollen, resp. spoelen is bet van belang, dat deze in bun door de wikkelbaspel bepaalde, dicbte, opgewikkelde toestand blijft. Daartoe worden op de bandrollen direkt na bet beëindigen van de baspelwerking of in bet geval van een verdere verwerking direkt na een onderbreking van het behandelingsproces, zogenaamde span-10 banden om de rollen gelegd en gesloten.
Thans is bet gewenst of zelfs een wezenlijke eis, dat aan het einde van bet tot een bandrol, resp. spoel 1 opgewikkeld bandmateriaal voor de verdere behandeling of verdere verwerking of aflevering topsneden worden gemaakt, om een goede toestand 15 van bet bandeinde te waarborgen en/of proef stukjes vanjiet band-einde af te scheiden, ingeval een kwaliteitscontrole noodzakelijk is.
Voor dit doel dient de in de tekening weergegeven schaar-instaliatie 2 voor bet toppen van de einden en of voor bet afschei-20 den van proef stukjes van op de bandrol, resp. spoel 1 gewikkeld walsband of dergelijke.
De bandrollen 1 worden naar deze schaarinstallatie 2 toegevoerd met behulp van een dwarstransporteur, resp. een hefbalk-transportinrichting 3, en wel stapsgewijze en in de richting 25 evenwijdig aan de wikkelas, alsmede door deze afzonderlijk op een steun- en aandrijfbok k van de schaarinstallatie 2 gezet. Deze steun- en aandrijfbok U is bij voorkeur als rollenbok met twee evenwijdig assige steun- en aandrijfrollen 5' en 5” uitgevoerd, waarbij deze steun- en aandrijfrollen 5', 5" een onderlinge af-stand 6 hebben, 30 welke kleiner is dan de kleinst voorkomende diameter van de bandrol, resp. spoel 1. Anderzijds is de afstand 6 echter zodanig bemeten, dat tussen de beide steun en aandrijfrollen 5' et 5" van de steunen aandrijfblok ^ een dwarstransport, in het bijzonder een hefbalk-transportinrichting 3 aanwezig kan zijn.
35 Uit figuur 1 blijkt, dat het steunvlak van de steun- en aandrijfrollen 5’ en 5" van de steun- en aandrijfbok k in hoofdzaak. horizontaal gericht is.
800 3 3 62 -5-
In aansluiting aan de steun- en aandrijfbok b voor de bandrol, resp. spoel 1 is de top- en proefschaar 7 aanwezig, waarvan het snijvlak 8 verschillend is van het steunvlak van de steunen aandrijfbok U. Daarbij is het snijvlak8 van de top- en snij-5 inrichting 7 hij voorkeur eveneens in hoofdzaak horizontaal gericht, waarbij dit doelmatig onder het steunvlak van de steun- en aandrijfbok 1 ligt.
Een belangrijk kenmerk van de schaarinstallatie moet daarin worden gezien, dat de snijkant 7’ van het vaste mes van de 10 top- en proef schaar 7 - betrokken op de betreffende wikkelas 1' van de op de steun- en aandrijfbok b gezette bandrol 1 een zo groot mogelijke hoekafstand van de het verst verwijderde steun- en aan-drijfrol 5’ van de steun- of aandrijfbok b heeft.
Deze hoekafstand tussen de steun- en aandrijfrol 5' en 15 de snij-kant 7’ van het vaste mes van de top- en snijinrichting 7 moet ongeveer tussen 270° en 300° liggen, zoals dit in figuur 1 door de dubbele pijlen is aangeduid.
Deze opstelling van de top en snijinrichting 7 heeft het voordeel, dat het van de afzonderlijke bandrollen, resp. spoelen 1 20 door aandrijving van de steun- en aandrijfrollen 5', 5" van de steun- en aandrijfbok k afgewikkelde bandeinden bij elk voorkomende diameter van de bandrol, resp. spoel 1 onder invloed van de zwaartekracht automatisch in de richting van het zijvlak 8 van de topen snijinrichting 7 loopt.
25 Opdat de waarborg bestaat, dat het bandeinde voor het uit voeren van het toppen en/of snijden van proefstukjes probleemloosen veilig in de snijspleet van de top- en snijinrichting 7 inloopt, is een extra, de afstand tussen de steun- en aandrijfbok U alsmede de top- en snijinrichting 7 overbruggende bandgeleidingsinrichting 30 9 aanwezig. Deze kan niet alleen op de verschillende diameters van de handrol resp. spoel 1 en/of op de wisselende hand-buigi'ngsstralen ingesteld worden, doch kan ook bij elke voorkomende diameter van de bandrol met betrekking tot de bandomtrek in een secantiale stand gebracht worden.
35 Deze bandgeleidingsinrichting 9 wordt door een door middel van een schommel 10 door een stelaandrijving 12, bijv. een door een drukmiddelcylinder verplaatsbare geleidingstafel 13 gevormd, 800 3 3 62 >r * -6- r waarbij de schommel 10 op een horizontale as 11" gelegerd is, welke door scharnierarmen 10' wordt vastgehouden, welke wederom om een evenwijdig aan de as 11' verlopende vaste as 11" verschoven kunnen worden.
5 Om de as 11' kan de hellende stand van de geleidingstafel 13 tussen een horizontale en een vertikale stand variëren, terwijl door de planeetachtige beweging van de as 11' om de as 11" een afstandsverandering van de geleidingstafel 13 van het vertikale asvlak van de bandrol, resp. de spoel 1 plaatsvinden. Het samen-10 werken van deze beide bewegingen is een waarborg, dat de geleidingstafel 13 met zijn beitel- resp. mesvormige aanlegkant 1U steeds secantiaal ten opzichte van de betreffende omtrek van de bandrol, resp. spoel 1 ingesteld en gedrukt kan worden.
Bij de geleidingstafel 13 zijn in de schommel 10 nog 15 twee op enige afstand achter elkaar liggende, elk om een vaste as draaibare rollen 15 en 16 aangebracht, waarbij de spleet tussen de beide rollen 15 en 16 door een tussenplaat 17 wordt overbrugd, welke doelmatig ten opzichte van het - door de met streeppuntlijnen aangeduide - gemeenschappelijke vlak 18 van de beide rollen 15 en 20 16 terugverzet ligt.
Figuur 1 toont, dat de legerassen 11' en 11" voor de schommel 10 onder het steunvlak van de steun- en aandrijfbok b liggen en dat de as 11' in hoofdzaak boven het snijvlak 8 van de top en snijinrichting 7 gelegen is, terwijl de as 11" onder het 25 snijvlak 8 van de top en snij-inrichting 7 is aangebracht.
Op grond van deze planeetachtige verplaatsbaarheid van de schommel 10 is de geleidingstafel 13 in de werkzame verbinding met de beide rollen 15 en 16 zondermeer voldoende om bij alle voorkomende diameters van de bandrol, resp. spoel 1 als bandgeleidingsinrichting 30 9 te werken om het bandeinde zeker in de top- en snijinrichting 7 te doen inlopen.
Bij kleinere diameters van de bandrol, resp. spoel 1 kan het zinvol zijn, voorhet zeker invoeren van het bandeinde in de top- en snijinrichting 7 de bandgeleidingsinrichting 9 nog aan te 35 vullen met een extra leirol 19» welke zich boven de top- en snij-inrichting 7 bevindt en door middel van zwenkarmen 20 om een onder de schaar zich bevindende, horizontale as verschuifbaar is. De bewe- 300 33 62 Λ -7- ging van de leirol T9 wordt daarbij door een stel-aandrijving 22 resp. een drukmiddelcylinder bewaerkstelligd, -waarbij deze uit de getekende stand verder naar links, d.w.z. dichter hij de snijkant 7' van het vaste mes versteld kan worden. Door het samenwerken van 5 de leirol 19 met de geleidingstafel 13 alsmede de rollen 15 en 16 van de bandgeleidingsinrichting 9» welke het bandeinde ook bij kleine diameters van de bandrol, resp. spoel t zeker in de snij-spleet van de top- en snijinrichting 7 voert.
Een bijzonderheid van de bandgeleidingsinrichting 9 he-10 staat volgens figuur 1 nog daarin, dat in de schommel 10 een derde rol 23 aanwezig is, welke bijv. via steunarmen 2k om een as: 25 zwenkbaar in de schommel is opgehangen en door een stelaandrijving 26, doelmatig een dnukmiddelcylinder, geplaatst kan worden. Daarbij kan de derde rol 23 in de spleet tussen de beide rollen 15 en 16 15 dwars op de draaiingsas worden ingesateld, en wel zodanig, dat de drie rollen 15, 16 en 23 onderling een richtmachine voor het bandeinde vormen.
Het uitoefenen van een richteffekt op het naar de top- en snijinrichting toe te voeren bandeinde is dan zinvol, wanneer voor 20 de op de top- en snijinrichting aansluitende verdere behandeling resp. verdere verwerking van het bandmateriaal een recht invoer-einde vereist wordt.
Tijdens bedrijf van de schaarinstallatie 2 wordt na het opzetten van de bandrol resp. spoel 1 op de steun- en aandrijfbok 25 de geleidingstafel 13 met behulp van de stelaandrijving 12 via de schommel 10 en de steunarmen 10 zodanig ingesteld, dat zijn mesvormige aanlegkant 1U ongeveer secantiaal tegen de omtrek van de bandrol, resp. spoel komt te liggen. Vervolgens worden de steunen aandrijfrollen 5 in bedrijf gezet en de handrol, resp. de spoel 30 1 in de zin van de wijzers van een uurwerk gedraaid. De mesvormige aanlegkant 1¼ van de geleidingstafel 13 opent dan allereerst de om de omtrek van de handrol, resp. spoel 1 gelegde spanband en schuift onder het bandeinde. Daardoor wordt het bandeinde via de geleidingstafel 13, de rollen 15 en 16,- alsmede eventueel door de 35 leirol 19 in de top- en snijinrichting 7 gevoerd. Daar kunnen dan na elkaar allereerst een toppende werking en vervolgens daarop-aansluitend een proefstukje worden afgesneden. Na het toppen en/of 8 0 0 3 3 o2 ff -8- het afsnijden worden de steun- en aandrijfrollen 5 in tegengestelde draaizin bewogen, zodat de bandrol, resp. de spoel 1 tegengesteld aan de wijzers van het uurwerk beweegt en wel zover, tot het band-einde uit het bereik van de top- en snij inrichting 7 alsmede op de 5 bandgeleidingsinrichting 9 tot aan de steun- en aandrijfrol 5' te ruggelopen is. Vervolgens kan, eventueel na het vooraf aanbrengen van een spanband - met behulp van de als dvarstransporteur werkende hefbalk-transportinrichting 3, de bandrol, resp. de spoel 1 uit het bereik van de snijinstallatie 7 gebracht en de volgende band 10 rol, resp. spoel 1 op de steun- en aandrijfbok h gezet worden, zoals dit uit figuur 2 blijkt.
Een bijzonderheid van de schaarinstallatie 2 is in figuur 3 weergegeven. Daarin.is namelijk getoond, dat de leirol 19 van de bandgeleidingsinrichting 9 uit een aantal op een gemeenschappe-15 lijke as zich bevindende roldeelstukken 19', 19"» 19"' bestaat.
Daarbij heeft het middelste roldeelstuk 19 een” kleinere diameter en ook een kleinere lengte dan de beide andere roldeelstukken 19’ en 19". Bovendien bestaat dit hetzij uit permanent . magneuic.cn materiaal dan wel kan dit door een elektromagneet ge- 20 magnetiseerd worden.
Wanneer deze leirol 19 tegen het naar de top- en snij-inrichting 7 toegevoerde bandeinde opgesteld wordt, dan komen slechts de beide roldeelstukken 19' en 19" daarmee in contact.
Het roldeelstuk 19"' werkt als gevolg van de daarin aan-25 wezige magneetkracht echter op de afgescheiden spanband, trekt deze aan en verhindert aldus, dat dit met het bandeinde in de top- en snijinrichting 7 meeloopt.
Het is ook van belang, de schaarinstallatie 2 van een aandrukinrichting 27 te voorzien, welke door middel van een zwenk-30 arm 28, welke door een stelaandrijving 29, bijv. een drukmiddel- cylinder beweegbaar is, een aandrukrol 30 tegen de omtrek van de bandrol resp. spoel 1 aanlegt en daardoor verzekert, dat bij het draaien daarvan door de steun- en aandrijfrollen 5 een voorafbepaalde wikkelstand behouden blijft.
35 Onder de top- en snijinrichting 7 kunnen geschikte trans portmiddelen aanwezig zijn, welke het mogelijk maken, de afgesneden en de proefstukjes gescheiden van elkaar uit het werkbereik 800 3 3 62 -9- van de schaarinstallatie te transporteren.
Uit figuur. 1 "blijkt, dat de top- en snij inrichting 7 in een op de steun- of aandrijfbok b aansluitend frame 31 rust, en in een groef 32 van de fundering kan zijn aangebracht. In het 5 bereik van het frame 31 blijft daarbij onder de top— en snijinrichting 7 sen voldoende grote ruimte vrij, om daarin een uitsluitend naar boven open afvalbak 33 resp. met behulp van een wagen 3^ te kunnen rijden. De afvalbak heeft daarbij behalve zijn bodem nog drie zijwanden en kan zodanig op de wagen 3¼ worden gezet, dat 10 de voorwand de vierde zijwand voor de afvalbak 33 vormt.
De naar boven gerichte opening van de afvalbak wordt bij de snijdende slag van de top- en snijinrichting 7 door de bewegende messendrager en/of een daarmee verplaatsende dekwand tijdelijk afgesloten en wel zodanig, dat op het tijdstip van het beëindigen 15 van de snijwerking de afvalbak nagenoeg hermetisch naar buiten is afgesloten. Daardoor ontstaat een geruisdempende werking bij het naar omlaag vallen van het afval en het proefstukje in de afvalbak 33.
Een bijzonder voordeel van de söhaariristallacie 2 moet, 20 veroorzaakt door de horizontale stand van het snijvlak 8 voor de top- en snijinrichting 7 daarin gezien worden, dat een bijzonder eenvoudig wisselen van de meesenblokken 35’ en 35" kan plaatsvinden. De het meesenblok 35" dragende, beweeglijke messenbalk behoeft slechts zover onder het vaste messehblok 35' gebracht te worden, 25 dat het messenblok 35" geheel om het vaste messenblok 35' grijpt.
Na het lossen van de bevestigingen komt het messenblok 35' op het messenblok 35" s waarna de beweeglijke messenbalk terugbewogen wordt. Beide messenblokken 35’ en 35" kunnen, nadat de bevestigingen voor het messenblok 35" losgemaakt zijn, gemeenschappelijk uit de · 30 schaar geheven worden. Het ^bruik van omslachtige en dure wissel-inrichtingen voor de messen is bij de top- en snij inrichting 7 met horizontaal snijvlak 8 niet noodzakelijk.
800 3 3 62

Claims (9)

  1. 2. Schaarinstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de hoekafstand van de steun- en aandrijfplaats (5’) wan de snijkant (ï') ongeveer tussen 270° en 300° ligt.
  2. 3. Schaarinstallatie volgens conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het snijvlak (8) van de schaar (7) onder het asvlak van de kleinst voorkomende bandrol (1) en doelmatig onder het steunvlak van de steun- en aandrijfbok (U) ligt. k. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-3, met het 25 kenmerk, dat een de afstand tussen de schaar (7) en de steun- en aandrijfbok overbruggende bandgeleidingsinriehting (9) aanwezig is, welke op verschillende bandroldiameters en/of wisselende bui-gingsstralen instelbaar is (10, 10', 12, 22).
  3. 5. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-U, met het ken-30 merk, dat de bandgeleidingsinriehting (9) uit een door middel van een schommel (10) om een horizontale as (11') ten opzichte van de rollenbok {k) verplaatsbare, een beitel- of mesachtige aanlegkant (1U) bezittende, geleidingstafel (13) bestaat.
  4. 6. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-5 , met het ken-35 merk, dat de horizontale as (11') van de schommel (10) door steun- armen (10') vastgehouden wordt, welke om een andere, evenwijdig aan de as (11') verlopende, vaste as (11") verplaatsbaar is. 8 0 0 3 3 627‘ ^chaar^nsÏallafc^e volgens conclusies 1-6, met het ken- -11- merk, dat onder de geleidingstafel (13) in de schommel (10) twee op enige afstand achter elkaar liggende, .elk om een vaste as draaibare rollen (15, 16) aangebracht zijn, en in de spleet tussen deze rollen (15j 16) een derde, dwars op hun as en ten opzichte van de 5 schommel (10) verplaatsbare rol (23) instelbaar 25s 26) is, waarbij de drie rollen (15, 16 en 23) onderling een bandrichtma-chine rozrmen. 8.Schaarinstallatie volgens'conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de spleet tussen de beide om vaste assen draaibare rol-10 len (15S 16) door een tussenplaat (17) overbrugd is.
  5. 9. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de verplaatsbare rol (23) door steunen (2^·) zwenkbaar (25) in de schommel (10) is opgehangen en via een stelaandrijving (26) ten opzichte van de beide andere rollen (15S 16) resp. ten 15 opzichte van de tussenplaat (17) instelbaar is.
  6. 10. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-9, met het kenmerk, dat de legeras (11') van de schommel (10) onder het steun-vlak van de rollenbok (U) of boven het snijvlak (8) van de schaar (7) ligt, terwijl de legeras (11") voor de de legeras (111) dra- 20 gende steunarmen (10’) onder het snijvlak (8) van de schaar (7) ligt en dat tussen de geleidingstafel (13) en de schaar (7) een leirol (19) aanwezig is, welke boven de schaar (7) in zwenkarmen (10) steunt, welke onafhankelijk an de schommel (10) om een onder het snijvlak (8) van de schaar (7) liggende as (21) verplaatsbaar 25 zijn.
  7. 11. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de schommel (10) steunarmen (10') steunen (2l) en zwenkarmen (20) door drukmiddelcylinders (12, resp. 26, resp. 22) verstelbaar en vastzetbaar zijn.
  8. 12. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de leirol (19) uit een aantal, op een gemeenschappelijke as zittende deelstukken (19’, 19" 5 19"') bestaat, waarvan er tenminste een (19"*) een kleinere diameter heeft en uit magnetisch materiaal bestaat.
  9. 13. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de schaar in een op de steun- of aandrijfbok (!+) aansluitende, bij voorkeur in een groef (32) van de fundering aan- 800 3 3 62 -12- gebracht frame (31) rust, dat onder de schaar (7I een uitsluitend aan de "bovenzijde open afvalbak (33) gebracht kan worden' (3b) en dat de opening van de afvalbak (33) bij de snijdende slag van de schaar (7) door de beweeglijke messendrager en/of een daarmee ver-5 plaatsende dekwand, tijdelijk afsluitbaar is-, 1¾. Schaarinstallatie volgens conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de afvalbak (13) behalve de bodem nog drie zijwanden heeft en op een wagen (3*0. gezet kan worden, welke met een voorwand de vierde zijwand voor de afvalbak vormt. 10 15· Schaarinstallatie volgens conclusies 1-1 b', met het kenmerk, dat de beweeglijke messendrager met zijn messenblok (35") geheel onder het messenblok (35') van de vaste messendrager van de schaar (7) gebracht kan worden en na het lossen van de bevestigingen voor het messenblok (35) als wisselinrichting weer in de 15 beginstand teruggebracht is, waarbij het messenblok (35) op bet messenblok (35") rust en tezamen daarmee, bijv. door een kraan, uit de schaar (7) gelicht kan worden. 800 33 62
NL8003362A 1979-06-16 1980-06-09 Schaarinstallatie voor het toppen van de einden en/of het afscheiden van proefstukjes van op de rol gewikkeld walsband of dergelijke. NL8003362A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19792924379 DE2924379A1 (de) 1979-06-16 1979-06-16 Scherenanlage zum schopfen der enden und/oder zum abtrennen von probenstuecken an auf bunde gewickeltem walzband o.dgl.
DE2924379 1979-06-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8003362A true NL8003362A (nl) 1980-12-18

Family

ID=6073399

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003362A NL8003362A (nl) 1979-06-16 1980-06-09 Schaarinstallatie voor het toppen van de einden en/of het afscheiden van proefstukjes van op de rol gewikkeld walsband of dergelijke.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS564315A (nl)
BE (1) BE883838A (nl)
DE (1) DE2924379A1 (nl)
ES (1) ES492450A0 (nl)
FR (1) FR2459100A1 (nl)
IT (1) IT1131331B (nl)
NL (1) NL8003362A (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3028538A1 (de) * 1980-07-28 1982-02-25 Siemag Transplan Gmbh, 5902 Netphen Scherenanlage zum schopfen der enden und/oder zum abtrennen von probenstuecken an auf bunde gewickeltem walzband o.dgl.
DE3247705A1 (de) * 1982-12-23 1984-07-05 Siemag Transplan Gmbh, 5902 Netphen Scherenanlage mit inspektionsrollgang
IT1248124B (it) * 1991-01-28 1995-01-05 Danieli Off Mecc Macchina per il taglio testa e prelievo campioni da rotoli di nastri (coils)
US9149848B2 (en) 2011-01-20 2015-10-06 Primetals Technologies USA LLC Method and apparatus for trimming a sample from a coiled metal web
DE102011077461A1 (de) 2011-02-23 2012-08-23 Sms Siemag Ag Vorrichtung und Verfahren zur Entnahme einer Probe von einem Coil
PL2688691T5 (pl) 2011-03-23 2019-07-31 Sms Logistiksysteme Gmbh Urządzenie i sposób pobierania próbek z grubej taśmy
EP3067127B1 (de) * 2015-03-12 2019-10-09 Primetals Technologies Austria GmbH Vorrichtung zum inspizieren und beproben eines gehaspelten bundes aus metallband
DE102016124372A1 (de) * 2016-12-14 2018-06-14 Bwg Bergwerk- Und Walzwerk-Maschinenbau Gmbh Vorrichtung und Verfahren zur Bearbeitung eines Bandendes

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2525254A (en) * 1947-01-15 1950-10-10 Aluminum Co Of America Coil opening apparatus
AT225505B (de) * 1961-07-31 1963-01-25 Voest Ag Zusatzvorrichtung für Tafelscheren
BE631046A (nl) * 1962-04-20
GB1145268A (en) * 1965-07-27 1969-03-12 United Eng Foundry Co Handling strip material
FR1499337A (fr) * 1966-09-09 1967-10-27 Somenor Soc Metallurg Du Nord Dispositif perfectionné pour le déroulement d'une bande de métal en bobine
JPS533739A (en) * 1976-06-30 1978-01-13 Sharp Corp Driving device of display unit
US4117989A (en) * 1977-08-31 1978-10-03 Mesta Machine Company Method and apparatus for coil handling at mill entry

Also Published As

Publication number Publication date
FR2459100A1 (fr) 1981-01-09
BE883838A (fr) 1980-10-16
IT8022797A0 (it) 1980-06-13
JPH048127B2 (nl) 1992-02-14
ES8101433A1 (es) 1980-12-16
ES492450A0 (es) 1980-12-16
IT1131331B (it) 1986-06-18
DE2924379A1 (de) 1981-01-08
JPS564315A (en) 1981-01-17
DE2924379C2 (nl) 1987-12-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5038901B2 (ja) 圧延ストリップの検査の方法及び装置
RU2339476C2 (ru) Способ и устройство для прокатки и последующего сматывания металлической полосы, в частности стальной полосы
NL8003362A (nl) Schaarinstallatie voor het toppen van de einden en/of het afscheiden van proefstukjes van op de rol gewikkeld walsband of dergelijke.
EP2277640A1 (en) Carousel reel facility
US4055313A (en) Apparatus for exchanging rewound rolls in a roll slitting and rewinding machine
JPH0255164B2 (nl)
US6082659A (en) High speed transfer of strip in a continuous strip processing application
US20090158692A1 (en) Wrapping Device and Method for Operating a Wrapping Device
JP3995295B2 (ja) 帯板巻取機の運転装置
CA2083836C (en) Method and device for automatic sleeve feed in roll-cutting machines of the backup roller type
FI62511B (fi) Rullutbytesanordning i banupprullningsmaskiner
US7516915B2 (en) Double driving roll winding device for continuous rolling machine with controlled application load of the driving rolls
RU2752617C2 (ru) Транспортное устройство и способ транспортировки рулона полосового металла
FI124956B (fi) Välirullain ja menetelmä kuiturainan rullaamiseksi
DE4002715C1 (nl)
ITUD980191A1 (it) Linea di rocchettatura per prodotti laminati
FI110318B (fi) Menetelmä paperi- tai kartonkirainan rullauksessa ja paperi- tai kartonkirainan rullain
CN221295564U (zh) 一种分切机旋转转换式分卷切断机构
US3804151A (en) Plant for producing sheet metal blanks from liquid metal
RU2396138C2 (ru) Устройство для наматывания и разматывания катаных полос
JPH0698391B2 (ja) パス切換式ベルトラツパ
JPH0824921B2 (ja) 鋼帯製造装置
JP3030753B2 (ja) 延反機
JPH02132046A (ja) ウェブ巻取装置
JPH06277736A (ja) 圧延装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed