NL8002906A - Scharnier. - Google Patents

Description

4 <> d T/tj/lh/2

Scharnier.

Al naar gelang de draairichting wordt een deur rechts of links genoemd. Wanneer een deur in de gesloten stand tegen de richting van de klok in draait om geopend te worden, wordt de deur links genoemd. Aan de andere kant 5 wordt een rechtse deur in de richting van de klok gedraaid wanneer deze wordt geopend. Een linkse deur wordt met behulp van een linkse scharnier in een kozijn gehangen en een rechtse deur met een rechtse scharnier, tenzij een dubbelzijdig bruikbaar scharnier wordt gebruikt.

10 In het geval van een scharnier met twee scharnier- büssen, waarbij een paar scharnierbladen elk één scharnier-bus heeft die aan de nabij elkaar liggende randen van twee scharnierbladen zijn gevormd, terwijl één blad bevestigd is aan het kozijn en het andere blad aan de deur, moet het' 15 bij de onderste scharnierbus behorende scharnierblad zodanig aan het kozijn worden bevestigd, dat het de rest van het scharnier kan ondersteunen. Het vlak tussen de onderste scharnierbus en de scharnierbus aan het andere scharnierblad, dat bovenop de aan het kozijn bevestigde scharnier-20 bus rust, vormt een axiaal- of taats-lager dat de deur kan dragen en een oppervlak vormt waarom de bovenste scharnierbus en het blad kunnen scharnieren. Wanneer men echter zou trachten een scharnier verkeerdom te gebruiken, dat wil zeggen, bijvoorbeeld wanneer een rechts scharnier 25 met twee scharnierbussen gebruikt zou worden op een linkse deur, zou de deur verbonden moeten worden met het scharnierblad dat behoort bij de onderste scharnierbus, en het gewicht van de deur zal de scharnierbussen van elkaar doen scheiden, waardoor het axiale lager nutteloos wordt ge-30 maakt.. '

Het feit dat linkse of rechtse scharnieren met twee scharnierbussen, die ook wel pauwmelles worden genoemd, onderling niet verwisselbaar zijn is een algemeen nadeel, en een dubbelzijdig bruikbare pauwmelle zou de voorkeur 800 2 9 06 -2- hebben. Een dergelijk scharnier is ontwikkeld door Charles R. Suska en is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage no. 905.778. In deze octrooiaanvrage wordt een dubbelzijdig bruikbare veerpauwmelle getoond en beschreven met een paar 5 vertikale lagers, één tussen de aan elkaar grenzende schar-nierbussen, en het andere lager in de boring van de andere scharnierbus, die om de scharnierpen scharniert. Een gedeelte van het andere lager is op de scharnierpen gevormd.

Eén van de twee lagers zal dus altijd worden gebruikt voor 10 het ondersteunen van de deur, afhankelijk van of het scharnier gebruikt wordt voor een rechter of een linker deur.

Om de voordelen te benutten die dubbelzijdig bruikbare scharnieren, dat wil zeggen scharnieren die zowel 15 voor linker als rechter deuren gebruikt kunnen worden, hebben boven uitsluitend rechter of linker scharnieren, wordt volgens de uitvinding een ander soort pauwmelle verschaft die zowel voor een rechter als een linker deur aan de deurpost bevestigd kan worden. Het scharnier omvat een 20 paar axiaal op één lijn liggende scharnierbussen die resp. gevormd zijn aah aan elkaar grenzende randen van twee scharnierbladen, en een door de boring van de eerste scharnierbus en in de boring van de tweede scharnierbus uitstekende scharnierpen. De eerste scharnierbus en het eerste 25 scharnierblad kunnen om de scharnierpen scharnieren, terwijl de scharnierpen in de tweede scharnierbus is bevestigd bijvoorbeeld door een borgschroef of een samenwerkend van schroefdraad voorzien gedeelte op de scharnierpen en een vast van schroefdraad voorzien gedeelte in de boring, die 30 ook de axiale positie van de scharnierpen in de tweede scharnierbus fixeert. De plaatsen van de 'aan elkaar grenzende randen van de scharnierbussen is een eerste lager aangebracht dat als axiale lager' werkt wanneer de deur aan het bij de bovensté scharnierbus behorende scharnier-35 blad is bevestigd. Een tweede lager tussen de kop van de scharnierpen en de eerste scharnierbus werkt als axiaal lager wanneer de bus aan de onderste van de twee scharnier-bladen is bevestigd. Het scharnier kan dus zowel voor 300 2 9 06 «c -3- linker als voor rechter deuren worden gebruikt enwel in beide toepassingsgevallen in een ten opzichte van elkaar omgekeerde stand, zonder de werking van het scharnier ongunstig te beïnvloeden.

5 Door deze constructie zal, wanneer het van de bovenste scharnierbus voorziene blad aan een deur is bevestigd van bijvoorbeeld een conventionele rechter deur-installatie, het lager in het kontaktvlak van de bovenste en onderste scharnierbus de vertikale belasting opnemen -10 In een linker deurinstallatie, waar het aan de bovenste scharnierbus gevormde blad aan de deurpost is bevestigd, komt de kop van de scharnierpen in kontakt met een lager oppervlak in de eerste scharnierbus voor het vormen van een andere 'lager voor het ondersteunen van de vertikale belas-15 ting en het loskomen van elkaar van de scharnierbussen te voorkomen.

Elk van de axiale lagers kan voorzien worden van anti-wrijvingselementen om het koppel te verminderen dat nodig is voor het openen en sluiten van een aan de deurpost 20 opgehangen deur, wanneer de nieuwe en verbeterde dubbelzijdig bruikbare scharnier-wordtgebruikt, waardoor de verwachte duur van het scharnier wordt vergroot.

In één uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft de scharnierpen een ringvormige groef nabij het einde, 25 en wordt deze in de tweede scharnierbus vastgehouden door middel van een borgschroef in die tweede scharnierbus welke in de groef aangrijpt. De pen kan vrij roteren in de eerste scharnierbus in twee in de boring van de eerste scharnierbus aangebrachte lagerbussen, bij voorkeur van kunststof, 30 waarbij één van deze lagerbussen naar de tweede scharnierbus toegekeerd is en de andere naar de kop van de scharnierpen. De scharnierpen en de twee lagerbussen worden permanent in de eerste scharnierbus vastgehouden door een andere ringvormige groef in de pen en een borging in de groef.

35 Ook is een axiale lagerring opgesloten tussen de borgring en het daartegenover liggende oppervlak van de aangrenzende lagerbus. De borgring en de lagerring worden in het gemonteerde scharnier aan het gezicht onttrokken door een ver- s 0 ö 2 & 3 s -4- zonken uitsparing in de tweede scharnierbus. Een tweede axiale lager, voor een tegengesteld gerichte belasting, wordt door de tweede lagerbus en de kop van de scharnierbus gevormd.

5 In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft het einde van de schroefpen een schroefdraad die in aangrijping is met een samanwerkende schroefdraad in de boring van de tweede scharnierbus. De pen kan vrij roteren ten opzichte van de eerste scharnierbus op twee in de 10 eerste scharnierbus aangebrachte anti-wrijvingslagerbussen, die overeenkomen met die welke hierboven werden beschreven in verband met de voorgaande uitvoeringsvorm. Het aangrenzende vlak van de tweede scharnierbus kan uitgevoerd worden als een axiaallageroppervlak door een ring, een flens, 15 of een bus in de tweede scharnierbus welke tegen de bus in de eerste scharnierbus aan kan liggen. De tweede scharnierbus kan ook van een boring of schroefdraad zijn voorzien om een borgschroef op te nemen die de pen, wanneer deze eenmaal in de bus geschroefd is, tegen ongewenste rotatie 20 te borgen. De cilindrische lichaamsgedeelten van de twee bussen zorgen voor dwarsbelasting opnemende lagers voor de scharnierpen.

Voor een beter begrip van de uitvinding wordt verwezen naar de volgende beschrijving van twee voorbeelden 25 van uitvoeringsvormen aan de hand van de bijgevoegde tekeningen .

Figuur 1 is een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van één uitvoeringsvorm van een dubbelzijdig bruikbare pauwmelle volgens de uitvinding.

30 Figuur 2 is een zijaanzicht van een andere uit voeringsvorm van een dubbelzijdige bruikbare pauwmelle volgens· de uitvinding.

In figuur 1 wordt een scharnier 10 volgens de huidige uitvinding getoond. De scharnier 10 omvat een eerste 35 scharnierblad 12 en een eerste scharnierbus 14, een tweede scharnierblad 16 met een tweede scharnierbus 18, en een scharnierpen 20. De respectieve scharnierbladen 12 en 16 zijn voorzien van een aantal verzonken montagegaten 44 die 300 2 9 06 ij -5- schroeven op kunnen nemen.'

De scharnierpen 20, waar de eerste scharnierbus 12 om scharniert, strekt zich uit door de axiaal op één lijn liggende boringen van de eerste en tweede scharnier-5 bussen 14 en 18, en is bevestigd in de tweede scharnierbus 18. De scharnierpen 20 heeft een· uitsparing 22 van nabij het insteekeinde 21 daarvan en wordt in de tweede scharnierbus 18 tegen rotatie vastgehouden door de borgschroef 24 in de tweede scharnierbus 18, waarbij de scharnierbus 18 10 voorzien is van een boring en schroefdraad daarin om de borgschroef 24 op te nemen. De schroef 24 borgt niet alleen de scharnierpen 20 tegen rotatie in de tweede scharnierbus 18, maar verhindert ook een axiale beweging daarvan. De scharnierpen omvat ook een scharnierpen 26 met een vergrote 15 cirkelvormige dwarsdoorsnede aan het einde tegenover het insteekeinde 21.

Om een vrij scharnieren van de scharnierbladen 12 en 16 mogelijk te maken, zijn beide einden van de eerste scharnierbus 14 van de verzonken boring voorzien om de bus-20 sen 28 en 40 op te nemen die vervaardigd zijn van een anti-wrijvingsmateriaai zoals kunststof, bijvoorbeeld Stanite of Delrin AF/ welke de scharnierpen 20 omgeven. Een ring 30 die van metaal of kunststof kan zijn is aangebracht om met het eindoppervlak van de bus 28 in kontakt te komen.

25 De bus 28 is· in wezen een buisvormig orgaan met aan het ondereinde een radiaal buitenwaarts stekende flens 32, die tegen de ring 3Q aanligt en aldus een glad lager-oppervlak vormt tussen de twee scharnierbussen 14 en 18. Behalve voor een axiaal lageroppervlak van de scharnierpen 30 20 te zorgen, in het geval dat een deur aan het blad 12 wordt opgehangen, vormt de bus 28 ook een eerste dwars-lageroppervlak iri de scharnierbus 12 voor de scharnierpen 20.

De tweede scharnierbus 40 heeft ook een radiaal 35 buitenwaarts stekende flens 42 die naar de scharnierpen-kop 26 toegekeerd is, en de eerste scharnierbus 14 is van de verzonken boring voorzien voor het opnemen van zowel de tweede lagerbus 40 (en de flens 42) als de scharnierpen- 800 2 9 06 -6- kop 26. Een tweede lageroppervlak is daarom tussen het flensgedeelte 42 van het tweede lager 40 en de scharnierpen-kop 26 gevormd. In een rechter deurinstallatie, waarin bijvoorbeeld het onderste scharnierblad 16 aan de deur is 5 bevestigd, zal de scharnierpenkop 26 voorkomen dat de twee scharnierbladen 12 en 16 los van elkaar komen en deze zal een belasting opnemend oppervlak vormen waarop de schar-nierbus 14 en het scharnierblad 12 kunnen roteren. Deze tweede lagerbus 40 verschaft ook een tweede dwarslageropper-10 vlak in de scharnierbus 14 voor de scharnierpen 20.

Zoals ook in figuur 1 wordt getoond, bestaat de gehele constructie die bedoeld is om. opgenomen te worden in de eerste scharnierbus 14 uit de scharnierpen 20, en de eerste en tweede bussen 28 en 40 plus de ring'30, die be-15 doeld is om opgenomen te worden in de tweede scharnierbus 18, kunnen in de gemonteerde toestand permanent worden vastgehouden door een ringvormige groef aan te brengen in de scharnierpen 20, nabij de ring 30, en een borgring 34 aan te brengen. Hierdoor zal de montage en demontage van 20 het scharn-ier worden vergemakkelijkt wanneer de deur ingehangen wordt, daar het scharnier in slechts twee onderdelen uiteen genomen zal worden.

In figuur 2 is een ander uitvoeringsvorm van de uitvinding te zien. Het scharnier omvat een eerste schar-25 nierblad 12 en een tweede scharnierblad 16 en bijbehorende eerste en tweede scharnierbussen 14 resp. 18. Een scharnierpen 20 met een scharnierpenkop 26, overeenkomend met die welke werd beschreven in verband met figuur 1, is ook aangebracht en strekt zich uit door de axiaal op één lijn 30 liggende boring van de eerste en tweede scharnierbussen.

Evenals in het geval van de uitvoeringsvorm van figuur 1, heeft de eerste scharnierbus 14 een eerste axiale lagerbus 28 met een naar de tweede scharnierbus 18 toegekeerd, van een flens voorzien einde 32, en een tweede, 35 naar de scharnierpenkop 26 toegekeerd axiale lagerbus 40.

De tweede scharnierbus 18 is van een verzonken boring voorzien aan het einde dat naar de eerste scharnierbus 14 toegekeerd is, teneinde een ring 30 op te nemen. Zowel de 390 2 9 06 -7- ring 30 als de scharnierbus 28 zijn vervaardigd van een materiaal met lage wrijving bijvoorbeeld van kunststof, voor het vergroten van de levensduur. Op dezelfde wijze is het andere einde van de eerste scharnierbus 14 van een 5 verzonken boring voorzien voor het opnemen van de tweede lagerbus 40, die een naar de scharnierpenkop 26 toegekeerd flensgedeelte 42 heeft. De tweede scharnierbus 40 is ook gevormd van een materiaal met lage wrijving voor het verminderen van het veerkoppel dat nodig is voor het openen 10 en sluiten van de deur, en voor het vergroten van de verwachte levensduur van het scharnier. Net zoals in het geval van de uitvoeringsvorm van figuur 1, werken de lagerbussen 28 en 40 als een paar op een afstand van elkaar liggende axiale lagers in de scharnierende lagerbussen 14, teneinde 15 de scharnierpen 20 te ondersteunen.

In deze uitvoeringsvorm is echter een gedeelte van het uitsteekeinde 21 van de scharnierpen voorzien van schroefdraad 25, en heeft het inwendige van de boring van de tweede scharnierbus 18 een daarmee samenwerkende, van 20 schroefdraad voorziene metalen bus 27, voor het opnemen van de schroefdraad 25 van de scharnierpen. Bovendien is in de tweede scharnierbus een gat geboord en daarin een schroefdraad aangebracht voor het opnemen van een borg-schroef 24, teneinde de scharnierpen 20 en de bus 27 te 25 borgen tegen ongewenste rotatie, wanneer het scharnier eenmaal gemonteerd is. Deze uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt samengesteld door de scharnierpen 20 in de boring van de eerste scharnierbus 14 te steken en daarna in de boring van de tweede scharnierbus 18, de scharnier-30 pen 20 in de van het flens voorziene bus 27 te schroeven totdat de scharnierbussen tegen elkaar aangedrukt zijn, en daarna de scharnierpen 20 over een. klein gedeelte van slag los te schroeven en de borgschroef aan te halen om de scharnierpen in de ingestelde stand vast te houden.

35 Toegepast in een linker deurinstallatie wordt het tweede scharnierblad 16 bevestigd aan een deurpost en het eerste scharnierblad 20 aan een deur, op een zodanige wijze dat de eerste scharnierbus 14 zich boven de tweede 300 2 9 06 -8-.

scharnierbus 18 bevindt. De tweede scharnierbus 18 en de scharnierpen 20 ondersteunen dus de eerste scharnierbus 14 en het blad 12, waarbij de lagerbus 28 en de ring 30 een axiale lager vormen. Indien daarentegen het scharnier omge-5 keerd is maar nog steeds wordt gebruikt in een linker deur-installatie, is het scharnierblad 12 met de eerste scharnierbus 14 aan de deurpost bevestigd, en wordt de deur opgehangen aan het tweede scharnierblad 16. De eerste scharnierbus 14 die nu dus de onderste zal zijn, draagt de tweede 10 scharnierbus 18 en het blad 16, en de bus 28 en de ring 3Ó vormen een vertikaal taats-lager in tegengestelde richting.

Voor toepassing in een rechter deurinstallatie, zal het aan de deur bevestigde scharnierblad altijd het onderste scharnierblad zijn. Wanneer bijvoorbeeld het 15 scharnierblad 16 met de tweede scharnierbus 18 bevestigd wordt aan de deur en het andere scharnierblad 12 aan de deurpost in een rechter deurinstallatie, zal de tweede scharnierbus 18 zich onder de eerste scharnierbus 14 bevinden. Het scharnier zal nu echter loskonen omdat de scharnier-20 penkop 26 tegen de flens 42 van de bus 40 aanligt voor het vormen van een vertikaal taatslager waardoor het onderste scharnierblad dus wordt ondersteund. Wanneer het scharnier 10 daarentegen wordt omgekeerd maar nog steeds in een rechter deurinstallatie wordt toegepast, zal het schar-25 nierblad 16 met de tweede scharnierbus 18 worden bevestigd aan de deurpost en het andere scharnierblad 12 aan de deur.

Op deze wijze gemonteerd bevindt de eerste scharnierbus 14, waar de deur aangehangen is, zich onder de tweede scharnierbus 18. De flens 42 van de bus 40 en de scharnierpenkop 26 30 vormen een vertikaal taatslager in de tegengestelde richting waardoor het blad 12 weer kan scharnieren en het loskomen van het scharnier wordt voorkomen.

De tweede scharnierbus 18 kan natuurlijk ook aan het onderste gedeelte van het scharnierblad 12 worden 35 bevestigd in plaats van aan het scharnierblad 16 zoals getoond in figuur 1 en 2, waarbij de eerste scharnierbus 14 bevestigd is aan het bovenste gedeelte van het scharnierblad 16, in plaats van het scharnierblad 12. Met deze soort 800 2 9 06 *x -9- scharnierconstructie zullen de ring 30 en de flens 32 van de bus 23 een vertikaal taatslager vormen in een rechte deurinstallatie, terwijl de flens 42 van de bus 40 en de scharnierpenkop 26 een taatslager vormen in een linker 5 deurinstallatie.

Het zal duidelijk zijn dat de bovenbeschreven uitvoeringsvormen slechts voorbeelden zijn en dat vele variaties en modificaties binnen de geest en het kader van de uitvinding mogelijk zijn. In plaats van de borgschroef 10 24 en de uitsparing 22 (figuur 1) of de van schroefdraad voorziene bus 27 en de schroefdraad 25 op de scharnierpen (figuur 2), kunnen andere middelen worden toegepast voor het vastzetten van de schroefpen 20 in de tweede scharnier-bus 18. Bijvoorbeeld kan een zich door de scharnierbus 18 15 uitstrekkende dwarspen de scharnierpen 20 aangrijpen doordat deze zich uitstrekt door een gat in de scharnierpen dat loodrecht is aangebracht op en zich uitstrekt door de langsas van de scharnierpen.

300 2 9 06

Claims (16)

1. Dubbelzijdig bruikbaar scharnier met twee veerbussen omvattende een paar axiaal op één lijn liggende, resp. aan tegenover elkaar liggende randen van twee schar-nierbladen gevormde scharnierbussen, waarbij het eerst 5 scharnierblad zowel aan een deur als aan een deurpost bevestigd kan worden en het tweede scharnierblad aan de andere van de twee kan worden bevestigd, waarbij een scharnierpen zich door de boring van de eerste scharnierbus aan het eerste scharnierblad en in de boring van de tweede scharnier-10 bus aan het tweede scharnierblad uitstrekt, en waarbij de . scharnierpen een scharnierpenkop met een grotere diameter heeft, om welke scharnierpen de eerste scharnierbus scharniert, en omvattende middelen voor het in de tweede scharnierbus bevestigen van de scharnierpen, 15 gekenmerkt door, wanneer een deur aan het eerste scharnierblad is bevestigd als een vertikaal taatslager tussen de scharnierbussen werkende eerste lagermiddelen, en wanneer een deur aan het tweede scharnierblad is bevestigd als een vertikaal taatslager tussen de scharnierpenkop en de eerste 20 scharnierbus werkende tweede lagermiddelen, waarbij het scharnier zowel in linker als in rechter deurinstallaties gebruikt kan worden en omgekeerd kan worden bij de soorten installaties, zonder de werking van het scharnier ongunstig te beïnvloeden.

2. Scharnier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede lagermiddelen opgenomen zijn in de boring van de eerste scharnierbus.

3. Scharnier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de scharnierpen een ringvormige groef 30 heeft in het gedeelte dat zich in de tweede scharnierbus bevindt, en dat de tweede scharnierbus een borgschroef heeft die de scharnierpen in de groef aan kan grijpen om deze scharnierpen in de tweede scharnierbus te borgen.

4. Scharnier volgens conclusie 1, 35 met het kenmerk, dat de scharnierpen voorzien is van schroefdraad, en dat in de boring van de tweede scharnierbus samenwerkende schroefdraad is aangebracht die de schroef- 800 2 Θ 06 -11- > dr a ad van de scharnierpen aan kan grijpen.

5. Scharnier volgens conclusie 4, gekenmerkt door een van schroefdraad voorziene bus in de boring van de tweede scharnierbus, waarbij de schroefdraad 5 van de van de schroefdraad voorziene bus de samenwerkende schroefdraad omvat, en verder door borgmiddelen voor het verhinderen van rotatie van de scharnierpen in de van schroefdraad voorziene bus.

6. Scharnier volgens conclusie 4 of 5, 10 gekenmerkt door een de scharnierpen aangrijpende borgschroef in de tweede scharnierbus.

7. Scharnier volgens conclusie 1, verder gekenmerkt door middelen voor het opsluiten van de scharnierpen in de eerste scharnierbus.

8. Scharnier volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de opsluitmiddelen een ringvormige groef in de scharnierpen en een borgring in de groef omvatten.

9. Scharnier volgens conclusié 1, 20 met het kenmerk, dat de boring van de eerste scharnierbus een dwarsringvormig schoudergedeelte omvat, en dat de scharnierpenkop verzonken is in de boring van de eerste scharnierbus en in kontakt is met het schoudergedeelte.

10. Scharnier volgens conclusie 1, 25 met het kenmerk, dat de eerste lagermiddelen een eerste anti-wrijvingslagerbus omvatten om de scharnierpen in de eerste scharnierbus, waarbij de lagerbus naar de tweede scharnierbus tcegekeerd is en een zijdelings lageroppervlak voor de scharnierpen kan vormen.

11. Scharnier volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tweede lagermiddelen een anti-wrijvingslagerbus omvatten om de scharnierpen in de eerste scharnierbus, die met de kop van de scharnierpen in kontakt is, waarbij de lagerbus een zijdelings lager-oppervlak voor 35 de scharnierpen kan vormen.

12. Scharnier volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tweede lagermiddelen een tweede om de scharnierpen in de eerste scharnierbus aangebrachte anti- 300 2 9 06 r -12- wrijvingslagerbus omvatten, waarbij de tweede lagerbus met de scharnierpenkop in kontakt is en een tweede zijdelings lageroppervlak voor de scharnier kan vormen.

13. Scharnier volgens conclusie 10,11 of 12, 5 met het kenmerk, dat de lagerbussen cilindrische lichaams-gedeelten hebben, die inwendige belastingopnemende lagers voor de scharnierpen vormen.

14. Scharnier volgens conclusie 12, verder gekenmerkt door een anti-wrijvingsring in de tweede 10 scharnierbus, die naar de eerste lagerbus toegericht is voor het vormen van een anti-wrijvingsoppervlak daarvoor.

15. Scharnier volgens conclusie 14, met het kenmerk', dat de eerste scharnierbus van een verzonken boring voorzien is aan elk einde daarvan van het 15 opnemen van de lagerbussen, en dat de tweede lagerbus van een verzonken boring voorzien is voor het opnemen van een ring.

16. Scharnier volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de eerste en tweede lagerbussen elk een 20 van een flens voorzien gedeelte omvatten dat naar resp. de tweede scharnierbus en de scharnierpenkop toegekeerd is, en dat de eerste scharnierbus aan elk einde daarvan van een verzonken boring is voorzien voor het opnemen van de lagerbus. 800 2 9 06