NL8000847A - Samengestelde hooimachine. - Google Patents

Samengestelde hooimachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8000847A
NL8000847A NL8000847A NL8000847A NL8000847A NL 8000847 A NL8000847 A NL 8000847A NL 8000847 A NL8000847 A NL 8000847A NL 8000847 A NL8000847 A NL 8000847A NL 8000847 A NL8000847 A NL 8000847A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
parts
teeth
machine according
axis
arm
Prior art date
Application number
NL8000847A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Belrecolt Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Belrecolt Sa filed Critical Belrecolt Sa
Publication of NL8000847A publication Critical patent/NL8000847A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/12Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis the tines having an additional movement superimposed upon their rotary movement
    • A01D78/125Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis the tines having an additional movement superimposed upon their rotary movement by a guiding track

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
  • Guiding Agricultural Machines (AREA)
  • Harvester Elements (AREA)
  • Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)

Description

t·' Λα vo 0114
Titel: Samengestelde hooimachine.
De uitvinding heeft betrekking op een samengestelde hoomachine, die zowel het "bij zwaden uitspreiden kan uitvoeren als het hooien.
Er is een aantal van dergelijke machines bekend, welke machines 5 in het bijzonder, althans êén rond de as daarvan draaibaar harkwiel omvatten. Dit harkwiel is voorzien van werktuighouderarmen, die zich naar buiten uitstrekken en worden geleid in legers, waarvan de as. samenvalt met die van de armen. Aan het, het verst verwijderd van het midden van elk harkwiel liggende einde van de armen 10 zijn tanden bevestigd, die dienen, voor het hooien, waarbij aan het, het dichtst bij het midden van elk harkwiel liggende einde van elk der armen een stuurkruk is voorzien. Elke stuur kruk omvat een leirol, die loopt in een vaste nok voor het doen draaien van elke werktuighouderarm rond de lengte-as daarvan teneinde de 15' genoemde tanden op bepaalde punten van de cirkelvormige baan, beschreven door de armen tijdens het draaien van het hooiwiel of de hooiwielen, op te lichten. Dit oplichten van de tanden tegen de draairichting van de harkwielen in maakt het mogelijk het hooi bij zwaden uit te spreiden.
20 Voor het hooien met een dergelijke machine, die meestal een even aantal harkwielen omvat, is het nodig de beweging te vereffenen, die het de tanden mogelijk maakt te worden opgelicht op bepaalde punten van de beweging daarvan, opdat de tanden in hoofdzaak loodrecht blijven op de grond voor de machine uit gezien in 25 de yoortbewegingsrichting daarvan. Het is eveneens voordelig om tijdens het hooien de baan van de tanden ten opzichte van die, welke de tanden volgen tijdens het bij zwaden uitspreiden, te vergroten.
Hiervoor bestaat een eerste oplossing, bestaande uit het uitvoeren van elke werktuighouderarm in twee gedeelten, die in onder-30 linge aanraking zijn voor het bij zwaden uitspreiden, en die worden gescheiden voor het hooien.
Deze oplossing geeft het ongemak, dat het voeder oprolt tussen 8000847 2 de twee gedeelten van elke arm. Verder moet een inrichting zijn voorzien voor het tegen draaien grendelen van de armen, vanneer de machine zich in de hooistand bevindt. Deze laatstgenoemde inrichting moet voor elke arm worden bediend, hetgeen tijd-verlies ver-5 oorzaakt bij de omzetting van de machine van de ene in de andere verkstand daarvan en omgekeerd, dit deste-meer omdat de twee einden van elke arm, welke einden zich tegenover elkaar bevinden, in het algemeen verstopt zijn met voeder.
Eveneens zijn machines bekend, waarvan de twee gedeelten van 10 elke werktuighouderarm altijd in onderlinge aanraking blijven bij zowel het bij zwaden uitspreiden als bij het hooien. Deze soort machines geeft het voordeel, dat de genoemde grendelinrichting kan worden weggelaten. Met deze soort machines echter, blijft de diameter, volgens welke de tanden, bestemd voor het bewerken van het 15 voeder, rondwentelen, dezelfde bij zowel het bij zwaden uitspreiden als bij het hooien. Voor het verkrijgen van een doeltreffend hooien moet de harkafstand van twee naburige harkwielen worden verkleind, opdat er bij voorkeur een in elkaar dringen plaats vindt van de banen van de werktuighouderarmen. Dit maakt het ontwerp ingewikkeld 20 en de machine log.
Een derde soort machine, waarvan de werktuighouderarmen eveneens zijn uitgevoerd in twee gedeelten, maakt het mogelijk de tanden te doen omwentelen volgens een diameter, die groter is voor het hooien dan voor het bij zwaden uitspreiden, en bezit tevens een 25 inrichting voor het gelijktijdig grendelen van de werktuighouderarmen van elk harkwiel, wanneer deze zich in de hooistand bevinden. Deze soort machines, die vele beweeglijke verbindingen omvatten van in het bijzonder de kruiskoppelingssoort, geeft het nadeel van het betrekkelijk gevoelig zijn. Verder is het nodig het van tanden 30 voorziene gedeelte van elke. arm te verplaatsen van een vlak in een ander.
De uitvinding maakt het mogelijk deze nadelen op te heffen door het voorstellen van een machine met een eenvoudig en sterk ontwerp, waarvan de elementen met betrekkelijk grote spelingen machinaal 35 kunnen worden vervaardigd, en waarvan de werktuighouderarmen, uit- 8000847 3 gevoerd in twee gedeelten, zijn uitgerust met tanden en dergelijke voor het tot stand brengen van het bij zwaden uitspreiden of het hooien onder het rondwentelen volgens een diameter, die groter is bij het hooien dan het bij zwaden uitspreiden.
5 Volgens de uitvinding bevinden de twee gedeelten van elke werktuighouderarm zich in de twee werkstanden van de machine, voortdurend in eenzelfde vlak, waarbij zij tevens blijvend., althans gedeeltelijk in onderlinge aanraking zijn met behulp van middelen, die enerzijds het overbrengen verzekeren van de heen-en-weergaande 10 beweging van een. stuur kruk, naar de tanden van de armen, wanneer de machine zich in de stand bevindt voor het bij zwaden uitspreiden, en anderzijds de tanden in een stand houden ·, waarin deze zich uitstrekken in vlakken in hoofdzaak evenwijdig aan de draai-as van de harkwielen wanneer de machine zich in de hooistand bevindt, onder 1J verplaatsing volgens een baan met een diameter, die groter is dan die van de baan. volgens welke de tanden worden verplaatst wanneer de machine zich in de stand bevindt voor het bij zwaden uitspreiden. Het gemeenschappelijke vlakj waarin zich de twee gedeelten bevinden van elke werktuighouderarm, zowel tijdens het hooien als tijdens 20 het bij zwaden uitspreiden, is bij voorkeur een vlak evenwijdig aan de draai-as van het harkwiel, waaraan de armen zijn bevestigd, of een vlak, dat door deze as gaat. De middelen, die het de twee gedeelten van elke arm mogelijk te maken, voortdurend in onderlinge aanraking te blijven, worden bijvoorbeeld gevormd door lippen en 25 dergelijke, waarvan er een is bevestigd aan een van de gedeelten van een werktuighouderarm en is voorzien van een meenemer. Deze laatste is ontworpen voor het althans gedeeltelijk in aangrijping blijven in de opneemruimte van een tweede lip, bevestigd aan het andere gedeelte van de werktuighouderarm. De meenemer is verder 30 excentrisch ten opzichte van de lengte-as van het gedeelte van de werktuighouderarm, waarmede de meenemer is verbonden door middel van zijn lip.
Haast het feit, dat de twee gedeelten van elke werktuighouderarm worden geleid in legers, waarvan de lengte-as samenvalt met 35 deze twee gedeelten, zijn de van tanden voorziene gedeelten van elke 8000847 1* werktuighouderarm afzonderlijk beweeglijk ten opzichte van de, van de stuurkrukken voorziene gedeelten, rond assen, die zich uitstrekken in een vlak, in hoofdzaak loodrecht op de draai-as van elk harkwiel.
5 Uit deze maatregel vloeit voort, dat wanneer de twee gedeelten van eenzelfde werktuighouderarm volgens dezelfde lengte-as zijn geplaatst, de meenemer de heen-en-weer gaande bewegingen van het van de stuurkruk voorziene gedeelte over draagt aan het van de tanden voorziene gedeelte. De tanden van dit laatste gedeelte draaien dus 10 naar achter tegen de draairichting van het betrokken harkwiel teneinde de tanden op bepaalde punten van de cirkelvormige baan daarvan op te lichten voor het bij zwaden uitspreiden van het voeder, bijeengeharkt over het gedeelte van de baan., gedurende welke de tanden niet zijn opgelicht, maar zich in hoofdzaak loodrecht op de 15' grond uitstrekken. In de hooistand blijft, na het hebben gegeven van een licht uitsteken naar voren ten opzichte van de draai-as van elk harkwiel en na de van tanden voorziene gedeelten van elke werktuighouderarm te hebben geplaatst in een stand, waarin de lengte-assen daarvan een hoek maken van minder dan 180° door draaien 20 rond assen, die zich in hoofdzaak uitstrekken in een vlak, loodrecht op de draai-as van de harkwielen, de meenemer, verbonden met een van de gedeelten van elke werktuighouderarm, althans gedeeltelijk in de opneemruimte, voorzien in de lip, verbonden met het andere gedeelte van de werktuighouderarm. De vorm van de meenemer en 25 die van de opneemruimte zijn zodanig, dat de heen-en-weergaande bewegingen van het van de stuurkruk voorziene gedeelte niet worden overgedragen aan het van de tanden voorziene gedeelte, en dat de samenwerking van de meenemer met de opneemruimte het van tanden voorziene gedeelte grendelt in een stand, waarin de tanden zich 30 uitstrekken in vlakken, in hoofdzaak evenwijdig aan de draai-as van het harkwiel of de harkwielen over het geheel van de cirkel-vormige baan van de tanden.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin : 35 fig. 1 een bovenaanzicht is van de onderhavige machine in de 8000847 * % 5 stand daarvan voor het zijdelings bij zwaden uitspreiden; fig. 2 een bovenaanzicht is van de onderhavige machine in de stand daarvan voor het in het midden hooien; fig. 3 een doorsnede is volgens de lijn III-III in fig. 1; 5 fig. H een doorsnede is volgens de lijn IV-IV in fig. 2; fig. 5 een aan fig. 3 gelijke doorsnede is van een tweede uitvoeringsvorm; fig. 6 een aan fig. ^ gelijke doorsnede is van de in fig. 5 weergegeven uitvoeringsvorm; 10 fig. T een doorsnede is volgens de lijn VII-VII in fig. 5; en fig. 8 een doorsnede is volgens de lijn VIII-VIII in fig. 6.
Zoals weergegeven in fig. 1 en 2, omvat de onderhavige machine twee harkwielen 1 en 2, onderling verbonden door een balk 3. De machine kan zijn gekoppeld met een niet-weergegeven trekker met 15 behulp van koppelorganen, aangebracht aan een gestel U, dat zich aan de voorkant van de machine bevindt, gezien in de voortbewegings-riehting A daarvan. Een balk 5 verbindt het gestel k met de balk 3.
De balk 5 is verbonden met de balk 3 door middel van een algemeen bekend mechanisme 6, dat het de balk 3 mogelijk maakt te draaien 20 ten opzichte van de balk 5 rond enerzijds een vertikale as 7 en anderzijds een horizontale as 8. Dit mechanisme 6 maakt het mogelijk de balk 3 enerzijds zodanig te plaatsen, dat de balk een andere dan een 90°-hoek maakt met de balk 5, en de assen 9 en 10 van de. hakwielen 1 en 2 in hoofdzaak loodrecht zijn op de grond, zoals 25 weergegeven in fig. 1, volgens welke de machine zich in de stand bevindt voor het zijdelings bij zwaden uitspreiden. Het mechanisme 6 maakt het anderzijds mogelijk de balk 3 zodanig te plaatsen, dat deze een in hoofdzaak aan 90° gelijke hoek maakt met de balk 3, en dat de assen 9 en 10 van de harkwielen Ί en 2 iets schuin naar voren 30 staan, opdat de in fig. 1 weergegeven machine het hooien in het midden tot stand kan brengen. De helling van de assen 9 en 10 van de harkwielen 1 en 2 wordt verkregen door middel van een kruk 11.
Verder vindt het omkeren van de draairichting van het harkwiel 1 voor het gaan vanuit een stand voor het bij zwaden uitspreiden van 35 de machine, in welke stand de twee wielen 1 en 2 in dezelfde rich- 8000847 6 ting f draaien, tot in de hooistand, plaatst door het bedienen van de hefboom 12. De harkwielen 1 en 2 draaien dan in tegengestelde richtingen, zoals aangegeven door de richting van de pijlen f en f1 in fig. 2. Voor het verplaatsen van de machine vanuit de stand voor 5 het bij zwaden uitspreiden daarvan in de hooistand daarvan, worden nog de tanden 13 van het harkwiel 1 zodanig omgekeerd, dat de tanden 13 zijn opgetrokken, rekening houdende met de draairichting ff van dit harkwiel 1, tijdens het hooien.
Voor het verplaatsen van de machine vanuit de hooistand daar-10 van in de stand daarvan voor het bij zwaden uitspreiden, wordt op een aan het voorgaande tegengesteltde manier tewerk gegaan.
De fig. 3 en h tonen bij wijze van voorbeeld een eerste uitvoeringsvorm. In deze figuren is êén enkele werktuighouderarm 1h weergegeven, evenals het bedieningsmechanisme daarvan van het hark-15 wiel 2, hetgeen gelijk is aan dat van het harkwiel 1.
Volgens de fig. 3 en h wordt het wiel 2 gedragen door een vaste stijl 15, gemonteerd aan een niet-weergegeven rol, die het mogelijk maakt de machine op de grond te verplaatsen. Het harkwiel 2 is draaibaar rond deze stijl 15 met behulp van een kegelvormige 20 koppeling 16, waarvan het rondsel vast is verbonden met een as 17', geleid door rollegers 18 en zich uitstrekkende in de balk 3, welke as 17 zelf-draaibaar is door overbrengorganen, bijvoorbeeld opgenomen in de balk 5 en verbonden met de aftakas van de trekker. De tandkrans van de kegelvormige koppeling 16 is bevestigd aan het 25 bovenste gedeelte 19 van een uitwendige kast, samenwerkende met het onderste gedeelte 20 daarvan met het oog op het verzekeren van de bescherming van het bedieningsmechanisme van de werktuighouderar-men 1 h-. De tandkrans. van de kegelvormige koppeling 16 en de gedeelten 19 en 20 van de uitwendige kast zijn vast verbonden met een 30 inwendige kast 21, die draaibaar wordt geleid aan de stijl 15 met behulp van rollegers 22. In het inwendige van de kast 21 is een vaste, cirkelvormige nok 23 voozien, vast verbonden met de stijl 15 . De kast 21 omvat legers 2k, die zich radiaal naar buiten uitstrekken in een vlak in hoofdzaak loodrecht op de as 25 van de stijl 35 15- 8000847 τ
In elk leger 2k -wordt draaibaar het gedeelte 26 geleid van elke verktuighouder 1U. Dit gedeelte 26 is aan het, het dichtst "bij de stijl 15 liggende einde daarvan voorzien van een stuurkruk 27, voorzien van een leirol 28. Deze leirol loopt in de nok 23s waar-5 van de loopbaan 29 een zakking omvat. Tijdens het draaien van het harkwiel 2, ondergaat de stuurkruk 27 heen-en-weergaande bewegingen, die het gedeelte 26 van de arm 1H doen draaien volgens een cirkelvormige, afwisselende beweging rond. de as 30 daarvan.
Het gedeelte 26 is aan zijn andere einde voorzien van een lip 10 31, die zich uitstrekt in een richting, in hoofdzaak loodrecht op de as 30. Deze lip omvat een opneemruimte 32 met een in het algemeen langwerpige vorm, die zich uitstrekt vanaf de as 30 van het gedeelte 26 in de richting van het bovenste gedeelte 19 van de uitwendige kast. In deze opneemruimte 32 is een meenemer 33 aange-15 bracht, vast verbonden met een lip 3^, bevestigd aan het tweede gedeelte 35 van de werktuighouderarm 1^·. Deze meenemer 33 is eveneens escentrisch. ten opzichte van de lengte-as 36 van het gedeelte 355 dat is voorzien van tanden 13, aangebracht aan het, het verst verwijderd van de stijl 15 liggende einde.
20 Het gedeelte 35 wordt geleid in een leger 37, draaibaar rond een as 38, vast verbonden met de bovenste en onderste gedeelten 19 en 20 van de uitwendige kast. Bij het uitvoeringsvoorbeeld van de fig. 3 en U, bevinden de assen 38 zich tussen de einden van het gedeelte 35 van elke arm 12+.
25 Zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, kan elk gedeelte 35 eveneens draaibaar zijn aan een as, die is verbonden met de inwendige kast 21 en zich. bevindt tussen de einden van de gedeelten 26, voorzien van een stuurkruk 27· De assen 38 strekken zich met voordeel uit in eenzelfde vlak, in hoofdzaak loodrecht op 30 de as 25 van de stijl 15·
De werking van de hiervoor beschreven uitvoering is als volgt. Wanneer de machine zich in de stand bevindt voor het bij zwaden uitspreiden, zoals weergegeven in de fig. 1 en 3, en de harkwie-len 1 en 2 draaien in de richting van de pijlen f, brengen de 35 stuurkrukken 27 de heen-en-weergaande bewegingen, die zij ondergaan 8000847 8 als gevolg van het draaien van de leirol 28 in de loopbaan 29 van de nok 23, over aan de lip 31. De meenemer 33, die zich bevindt in de opneemruimte 32 van de lip 31, ondergaat zodoende soortgelijke heen-en-weer gaande bewegingen, die worden over gedragen aan het ge-5 deelte. 35, voorzien van de tanden 13, van de werktuighouderarm 1U, waarmede dit gedeelte is verbonden. Het gedeelte 35 ondergaat een . afwisselende draaibeweging rond zijn as 36, die evenwijdig is aan en bij voorkeur samenvalt met de as 30 van het gedeelte 26 van elke werktuighouderarm 1^. Dit heeft het oplichten tot gevolg van 10 . de tanden 13 op bepaalde punten van de cirkelvormige baan daarvan tegen de draairichting van de harkwielen 1 en 2, telkens wanneer de looprol 28 zich verwijdert vanuit de stand, die deze rol inneemt in fig. 3-
Voor het tot stand brengen van het hooien en na de stand van de 15 harkwielen ten opzichte van de balk 5 te hebben gewijzigd, wordt het gedeelte 35 van elke werktuighouderarm 1U verplaatst door het naar boven laten draaien daarvan in de richting van de pijl v (fig.
3) rond de as 38 daarvan. Hiertoe wordt de lip 39 opgelicht voor het losmaken van de grendel bo teneinde deze te doen aangrijpen 20 in een stand, waarin de as 36 van het van de tanden 13 voorziene gedeelte 35 een kleinere hoek maakt dan 180° met de as 30 van het van de stuurkruk 27 voorziene gedeelte 26. Deze omvorming is de enige, die ter hoogte van de twee gedeelten 26 en 35 van elke werktuighouderarm ik tot stand wordt gebracht, waarbij de gedeelten 25 26 en 35 altijd in eenzelfde vlak. blijven, in hoofdzaak evenwijdig aan de as 25 van de stijl 15, waaromheen de harkwielen 1 en 2 draaien of gaande^ door de as 25· Verder blijven de gedeelten 26 en 35 altijd in onderlinge aanraking. Zodoende worden de moeilijkheden voorkomen van het weer doen aangrijpen, welke moeilijkheden kunnen 30 worden ondervonden bij machines, die voor het hooien te ontkoppelen, uit twee gedeelten bestaande werktuighoud er armen hebben.
Tijdens het draaien van het harkwiel 2, wordt het gedeelte 26 van elke werktuighouderarm 1U op dezelfde wijze, zoals hiervoor aangegeven, verplaatst, wanneer de machine zich in de stand voor 35 het bij zwaden uitspreiden bevindt. Als gevolg van het feit, dat 8000847 9 het gedeelte 35 van de arm 1U is gedraaid rond de as 38 daarvan, is daarentegen de meenemer 33 daarvan op de as 30 geplaatst van het gedeelte 26, dat heen-en-weer beweegt. De meenemer 33 heeft de vorm van een draailichaam, zoals hijvoorbeeld een leirol, waarbij 5 het afwisselend draaien van het gedeelte. 26 rond de as 30 daarvan niet wordt overgebracht op de meenemer 33, zodat het gedeelte 35, voorzien van de tanden 13, onbeweeglijk blijft ten opzichte van het gedeelte 26 van de werktuighouderarm 1U. Het is derhalve van voordeel, dat de richting, waarin elke meenemer 33 zich uitstrekt, de 10 bewegingsas 38 snijdt, waaromheen het gedeelte 35 beweegbaar is, voorzien van de tanden 13.
Verder grendelt de meenemer 33,- die excentrisch is ten opzichte van de lengte-as 36 van het gedeelte 35, dit gedeelte door het verhinderen van het draaien in het leger 37 daarvan.
15 Verder vergroot het feit van het hebben gedraaid, van de gedeel ten 35' van elke werktuighouderarm 1^ naar buiten rond de as 38 daarvan, de diameter, volgens welke de tanden 13 ronddraaien. Omdat de diameter d2 groter is tijdens het hooien dan de diameter d1 tijdens het bij zwaden uitspreiden, ondergaat het voor een goede 20 beluchting, omdat het wordt omgeschud door de werktuighouderarmen 1U, die dichter bij elkaar liggen tijdens het hooien dan tijdens het bij zwaden uitspreiden.
Bij het in de fig. 3 en h weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het van voordeel, dat de lippen 31 van elk gedeelte 26 van de werk-25 tuighouderarmen 1U, gekromd zijn volgens een straal r, overeenkomende met de afstand, die de bewegingsas 36 van het van de tanden 13 voorziene gedeelte 35 scheidt van het gebied, waarin de twee einden van de gedeelten 26 en 35 van eenzelfde werktuighouderarm 1¾ tegenover elkaar liggen.
30 De fig. 5-8 geven een uitvoeringsvariant weer.
Volgens deze variant brengt de kegelvormige koppeling 16, waarvan alleen de krans zichtbaar is, een draaibeweging over aan een steun 51, die door rollegers b2 wordt geleid rond de stijl 15· Deze steun Ui omvat enerzijds legers 2k voor elk der gedeelten 26, 35 voorzien van een stuur kruk 2J van elke werktuighouderarm lU, en 8000847 10 anderzijds een schijf 1*3, waaromheen bij 38 armen hk beweegbaar zijn, die de legers 37 dragen van elk der van de tanden 13 voorziene gedeelten 35. Ten opzichte van. de onder verwijzing naar fig. 3 en ^ beschreven variant, is op te merken, dat de bewegingsassen 38 van 5 de van de tanden 13 voorziene gedeelten 35, zich boven het vlak bevinden, bepaald door de gedeelten 26, voorzien van de stuur krukken 27, en tussen de einden van de gedeelten 26. Volgens de uitvinding is het voordelig te voorzien, dat de assen 38 zich zover mogelijk naar buiten bevinden. Het verschil tussen de diameters d1 en d2 10 is zodoende het grootst, waarbij tijdens het hooien een in elkaar dringen kan worden verkregen van de banen van de werktuighouder-, armen met het oog op een beter omschudden van het voeder en een sterkere beluchting.
Sik der gedeelten 26 is voorzien van een meenemer 33, die een 15 in hoofdzaak driehoekige gedaante heeft, waarvan het einde met voordeel bolvormig is. Deze meenemer 33 werkt samen met een opneemdeel ^5 met een camplimentaire vorm, welk deel vast is verbonden met elk der van de tanden 13 voorziene gedeelte 35 van elke werktuighouder-arm A.
20 Tijdens het draaien van de harkwielen 1 en 2 rond de as 25 daarvan, ondergaan de gedeelten 26 van de werktuighouderarmen 1U een afwisselende draaibeweging rond de as 30 daarvan. Omdat het opneemdeel k5 van elk gedeelte 35 van de werktuighouderarmen it volledig aangrijpt op de meenemer 33 van het bijbehorende gedeelte 26, .. .
25 wordt de afwisselende draaibeweging overgebracht op het van de tanden 13 voorziene gedeelte 35, dat telkens wanneer de stand van de leirol 28 van hoogte verandert door het lopen in de loopbaan 29 van de nok 23,wordt opgelicht.
Voor het brengen van de machine in de hooistand daarvan, is het 30 volgens de variant van de fig. 5 en 6 mogelijk gelijktijdig alle werktuighouderarmen 1^ in een stand te plaatsen, waarin de as 36 van de van de tanden 13 voorziene gedeelten 35 een kleinere hoek dan 180° maakt met de as 30 van de gedeelten 26, voorzien van de stuur -krukken 27, waarbij elk der gedeelten 26 en 35 van eenzelfde verk-35 tuighouderarm in eenzelfde vlak in onderlinge aanraking blijven.
8 G 0 0 8 4 7 11
Deze gelijktijdige verplaatsing van de van de tanden 13 voorziene gedeelten 35j vertegenwoordigt een voordeel ten opzichte van de variant van de fig. 3 en ^ waarbij het nodig is elke arm 1¼ afzonderlijk te bedienen voor het bewegen daarvan vanuit de stand voor het bij zwaden 5 uitspreiden in de hooistand en omgekeerd.
Deze omvorming vindt plaats met behulp van de centrifugaal-kraeht. Hiervoor is het voldoende de grendel k6 (fig. 7) los te maken, welke grendel is verbonden met een beschermingskast ^-7, die het bedieningsmechanisme bedekt van de werktuighouderarmen 1^ , 10 en de harkwielen 1 en 2 te doen draaien. Door de werking van de centrifugaalkracht, worden de van de tanden 13 voorziene gedeelten 35 naar buiten verwijderd, hetgeen het oplichten daarvan tot gevolg heeft in de richting van de pijl v. Omdat de gedeelten 35 van eenzelfde harkwiel 1 of 2 elk zijn verbonden door een stang k8, be-15' weeglijk verbonden met een schijf lj-9» gaat deze draaien in de richting van de pijl t (fig. 7), zodat de grendel k6 tot aangrijping kan karnen in de plaatsingsplaat 50, verbonden met de schijf k9 door een lip 51, opdat alle van de tanden 13 voorziene gedeelten 35 zijn gegrendeld in de hooistand (fig. 6 en 8).
20 In deze stand is het opneemdeel 15 van elk gedeelte 35 slechts gedeeltelijk losgekoppeld van de meenemer 33, waarvan de punt, die met voordeel bolvormig kan zijn, blijft aangrijpen in het opneemdeel U5. Dit maakt het mogelijk het gedeelte 35 van elke werktuig-houderarm 1b tegen draaien vast te zetten in een stand, waarin de 25 tanden 13 zich bevinden in vlakken in hoofdzaak evenwijdig aan de as 25 van de harkwielen 1 en 2 of in vlakken, die door deze as 25 gaan, gedurende de totale cirkelvormige baan van de werktuighouderarmen 1¼.
Voor het tot stand brengen voor het omzetten van de machine van-30 uit de hooistand daarvan in de stand daarvan voor het bij zwaden uitspreiden, is het voldoende de grendel b6 los te maken en te steunen op het gedeelte 35 van een van de werktuighouderarmen 1^-, die onder het draaien rond de as 38 daarvan de schijf kg nadert onder het draaien rond de as 25, hetgeen als gevolg het naderen 35 heeft van de andere van de tanden 13 voorziene gedeelten 35, van 8000847 12 het midden van elk harkwiel 1 of 2, en het mogelijk maken, dat de grendel b6 weer kan aangrijpen in de plaatsingsplaat 50, verbonden met de schijf b9 door een lip 51·
Een ander kenmerk van de uitvinding ligt in het feit, dat de ^ middelen 31, 32, 33, 3^, ^5, die enerzijds het sturen verzekeren van de tanden 13 wanneer de machine zich in de stand bevindt voor het bij zwaden uitspreiden, en de tanden onbeweeglijk maken wanneer de machine zich in de hooistand bevindt , zijn opgenomen tassen het bovenste gedeelte 19 en onderste gedeelte 20 van de uitwendige kast 1 o of onder de kast Vf. De middelen 31 - 3^· en k5 worden zodoende beschermd, waarbij geen gevaar bestaat, dat voederafval daarin kan rollen.
Het is duidelijk, dat verschillende verbeteringen, wijzigingen of toevoegingen kunnen worden aangebracht bij de hiervoor beschreven 15 ...
varianten zonder het kader van de uitvinding te verlaten, vooropgesteld, dat bij de verplaatsing van de gedeelten 26 en 35 van elke werktuighouderarm 1U, deze gedeelten in eenzelfde vlak blijven in onderlinge aanraking, zowel wanneer de machine zich bevindt in de hooistand als in de stand voor bij zwaden uitspreiden.
20 8000847

Claims (11)

1. Samengestelde machine voor het hooien en het "bij zwaden uitspreiden van voeder, welke machine althans een draaibaar harkviel omvat, dat is voorzien van verktuighouderarmen, die zich naar buiten. uitstrekken, waarbij elk der armen is uitgevoerd in twee ge-5 deelt en, waarvan het ene is voorzien van een stuurkruk, die samen-werkfc met een nok en wordt geleid in een vast leger, en het andere gedeelte is voorzien van tanden en kan worden verplaatst ten opzichte van het eerste gedeelte, met het kenmerk, dat de twee gedeelten (26, 35) van elke arm OM zich voortdurend in eenzelfde vlak bevin-10 den. en althans gedeeltelijk blijvend in onderlinge aanraking zijn met behulp van middelen (31, 21, 33, 3M M), die enerzijds het overdragen verzekeren van een heen-en-weergaande beweging van de stuurkruk (27) aan de tanden (13) wanneer de machine zich in een eerste werkstand bevindt, en anderzijds de tanden in een tweede 13 werkstand houden, waarin deze zich uitstrekken in vlakken, in hoofdzaak evenwijdig aan de draai-as (25) van de harkwielen (1, 2), waarbij de tanden zich verplaatsen volgens een baan met een diameter, die groter is dan die, volgens welke zij zich verplaatsen, wanneer zij de éérste werkstand innemen.
2. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat in de twee werkstanden, de gedeelten (26, 35) van elke werktuighouderarm (1M zich uitstrekken in vlakken, evenwijdig aan de draai-as (25) van het harkwiel (1, 2), waaraan de armen zijn verbonden, of 'in vlakken, die door deze as gaan.
3. Machine volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk, dat de midde len, die de aanraking verzekeren tussen de gedeelten (26 en 35) van eenzelfde arm OM worden gevormd door een lip (3M, bevestigd aan een van de gedeelten (35) en voorzien van een meenemer (33), die aangrijpt in de opneemruimte (32) van een tweede lip (31), 30 bevestigd aan het andere gedeelte (26) van de werktuighouderarm. M Machine volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de meenemer (33) excentrisch is ten opzichte van de lengte-as (36) van het gedeelte (35)3 waarmede hij is verbonden. 8000847 1U
5. Machine volgens conclusie 3 of met het kenmerk, dat het einde van de meenemer (33)» verbonden met een van de gedeelten (35) van elke werktuighouderarm (14) en altijd in aanraking blijvende met het andere gedeelte (26) van de arm, althans gedeeltelijk de vorm 5 heeft van een draailichaam.
6. Machine volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de gedeelten (35) van de werktuighouderarmen (1M draaibaar zijn ten opzichte van de andere gedeelten (26) van de armen rond assen (38), die zich uitstrekken in een vlak in hoofdzaak loodrecht op 10 de draai-as (25) van elk harkwiel (1, 2).
7. Machine volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de draai-as (38), rond "welke elk der van de tanden (13) voorzien gedeelte draaibaar is, zich bevindt tussen de einden van elk der gedeelten (35).
8. Machine volgens conclusie 6 met het kenmerk, dat de draai-as (38), rond welke elk der van de tanden (13)voorziene gedeelten (35) draaibaar is, zich bevindt tussen de einden van elk der van een stuurkruk (27) voorziene gedeelten (26).
9. Machine volgens conclusie 7 of 8 met het kenmerk, dat de draai-20 assen (38) van de van de tanden (13) voorziene gedeelten (35)» zich bevinden boven het vlak, bepaald door de van een stuurkruk (27) voorziene gedeelten (26).
10. Machine volgens een der conclusies 3-9 met het kenmerk, dat de richting, volgens welke elke meenemer (33) zich uit strekt, de 25 draai-as (38) snijdt, rond welke het bijbehorende, van de tanden (13) voorziene gedeelte (35) draaibaar is.
11. Machine volgens een der conclusies 3-9 met het kenmerk, dat de lippen (31) gekromd zijn volgens een straal (r), die overeenkomt met de afstand, die de draai-as (38) van het van de tanden (13) 30 voorziene gedeelte (35) van elke arm (1U) scheidt van het gebied, waarin de twee einden van de gedeelten (26, 35) van dezelfde arm tegen elkaar liggen.
12. Machine volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de middelen (31, 32, 33, 3^, ^5) zich bevinden tussen de boven- 35 ste (19) en onderste (20) gedeelten van een uitwendige kast, of onder een kast (hj). ___ 8000847
NL8000847A 1979-03-09 1980-02-11 Samengestelde hooimachine. NL8000847A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7906913A FR2450554B1 (fr) 1979-03-09 1979-03-09 Perfectionnement aux machines de fenaison combinees
FR7906913 1979-03-09

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000847A true NL8000847A (nl) 1980-09-11

Family

ID=9223282

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000847A NL8000847A (nl) 1979-03-09 1980-02-11 Samengestelde hooimachine.

Country Status (4)

Country Link
US (1) US4281506A (nl)
FR (1) FR2450554B1 (nl)
GB (1) GB2052939B (nl)
NL (1) NL8000847A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3123790A1 (de) * 1981-06-16 1982-12-30 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Heuwerbungsmaschine mit gesteuerten und ungesteuerten rechwerkzeugen
DE3133843A1 (de) * 1981-08-27 1983-03-17 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Heuwerbungsmaschine
FR2613177B1 (fr) * 1987-04-01 1991-06-28 Kuhn Sa Machine de fenaison
DE4232768A1 (de) * 1992-09-30 1994-03-31 Claas Saulgau Gmbh Kreiselkörper für Heumaschinen, insbesondere für Kreiselschwader
DE29512347U1 (de) * 1995-08-01 1995-10-12 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co KG, 48477 Hörstel Heuwerbungsmaschine
DE29609870U1 (de) * 1996-06-05 1996-09-19 H. Niemeyer Söhne GmbH & Co KG, 48477 Hörstel Heuwerbungsmaschine
DE10216474A1 (de) * 2002-04-12 2003-10-23 Claas Saulgau Gmbh Kreiselschwader
FR2987223B1 (fr) * 2012-02-29 2014-03-28 Kuhn Sa Rotor d'une machine de fenaison muni de bras en deux parties reliees par un dispositif de liaison perfectionne
CN106818507B (zh) * 2017-02-07 2022-07-19 中国农业大学 一种基于摩擦随动回转的饲草推送装置
WO2024057298A1 (en) * 2022-09-14 2024-03-21 Leface Engineering Limited Trading As Clarke Agri Engineering A cut-crop treating implement and a cut-crop treating rotor
FR3145078A1 (fr) * 2023-01-24 2024-07-26 Kuhn Sas Machine de fenaison améliorée

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR95078E (fr) * 1966-07-09 1970-06-19 Stoll Walter Faneuse.
CH474940A (de) * 1967-05-05 1969-07-15 Bucher Guyer Ag Masch Heuerntemaschine
FR2010323A1 (nl) * 1968-06-07 1970-02-13 Stoll Walter
AT306424B (de) * 1969-12-04 1973-04-10 Poettinger Ohg Alois Kreiselrechen
AT318965B (de) * 1972-01-11 1974-11-25 Poettinger Ohg Alois Kreiselschwadrechen
DE2357049A1 (de) * 1973-11-15 1975-05-22 Fella Werke Gmbh Heuwerbungsmaschine
DE2517202A1 (de) * 1975-04-18 1976-10-28 Stoll Maschf Gmbh Wilhelm Heuwerbungsmaschine
FR2329185A2 (fr) * 1975-05-05 1977-05-27 Reber Walter Machine de fenaison pour le fanage et l'andainage de fourrage
FR2339330A1 (fr) * 1976-01-30 1977-08-26 Kuhn Sa Machine de fenaison pour le fanage et pour l'andainage
DE2711158A1 (de) * 1977-03-15 1978-09-28 Stoll Maschf Gmbh Wilhelm Heuwerbungsmaschine

Also Published As

Publication number Publication date
US4281506A (en) 1981-08-04
FR2450554B1 (fr) 1985-07-05
FR2450554A1 (fr) 1980-10-03
GB2052939A (en) 1981-02-04
GB2052939B (en) 1982-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
SU1019987A3 (ru) Сельскохоз йственное орудие
NL8000847A (nl) Samengestelde hooimachine.
JPS6054611A (ja) とうもろこし取入れ機
JPS608B2 (ja) 干し草作りの機械
CN103607877B (zh) 带有改进型折叠装置的农业机械
US4914901A (en) Haymaking machine with at least one raking wheel equipped with controlled tool-carrying arms
AU2003214356A1 (en) Agricultural machine for bundling products lying on the ground
US7100350B2 (en) Haying machine
US4194348A (en) Haymaking machine with rotary rake heads
US5862659A (en) Haymaking machine with at least one windrowing rotor
CA1088762A (en) Agricultural mower
US3841073A (en) Implements for the displacement of crop lying on the ground
US4346549A (en) Agricultural machine for tedding and windrowing fodder crops
US6467249B2 (en) Hay making machine comprising at least one raking wheel articulated to a carrying arm
NL8006925A (nl) Landbouwmachine voor het keren of verder behandelen van gewas.
US5586421A (en) Haymaking machine
US6050076A (en) Haymaking machine
US4288972A (en) Haymaking machines for tedding and windrowing
EP0524668A2 (en) A machine for processing haulm-like crops
JPS6125329B2 (nl)
CA1107083A (en) Implement for working crop lying on the ground
CN108419510A (zh) 一种多功能灌木收获机
DE2001374A1 (de) Maehwerk
ATE112444T1 (de) Heuwerbungsmaschine.
US4161860A (en) Haymaking machine

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BT A notification was added to the application dossier and made available to the public
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed