NL8000836A - Spuitmondstuk met afgeschermd aangebrachte spuitopening, bestemd voor een spoelloze weefmachine. - Google Patents

Description

P & C Λ W 947-272 Ned. ^

Spuitmondstuk met afgeschermd aangebrachte spuitopening, bestemd voor een spoelloze weefmachine.

De uitvinding heeft betrekking op een spuitmondstuk in de vorm van een holle naald met een, uit een enkele opening of uit een aantal elementairopeningen bestaande, in de zijwand aangebrachte spuitopening, meer in het bijzonder bestemd voor het leveren van een fluidumstraal als 5 transportdrager voor een draad in een textielmachine.

Een dergelijk spuitmondstuk met enkele spuitopening is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7005782, terwijl een dergelijk spuitmondstuk met een aantal elementairopeningen bekend is uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7406857.

10 Door de zeer kleine diameter van de openingen, bijvoorbeeld een fractie van een millimeter, is kans op verstoppen aanwezig door draad-pluis of door van langs de openingen bewegende kettingdraden afgeschraapt kleurstof- of dergelijk bekledingsmateriaal, door de rand van de mond van een opening. Het is duidelijk dat dan, in het bijzonder bij een 15 mondstuk met enkele openingm de richting van het uit het mondstuk stromende transportmedium kan gaan afwijken van de juiste richting. In de bovengenoemde aanvrage 7406857 is uiteengezet dat richtingsafwijkingen niet toelaatbaar zijn, daar zij onder andere de impulsoverdracht van het medium op de draad minder effectief maken.

20 Bovendien worden door schraapwerking van de scherpe rand van de mond op de kettingdraden deze beschadigd, d.w.z. verzwakt en opgeruwd.

De door het opruwen gevormde, van de kettingdraden uitstekende haardraadjes hinderen de inslagdraad bij zijn doorgang door het weefvak, waardoor weeffouten kunnen ontstaan. Ook zijn ruwe draden op zichzelf reeds 25 ontoelaatbaar bij bepaalde filamentgarens.

De uitvinding beoogt het opheffen van de genoemde nadelen.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de mond van de spuitopening verzonken is gelegen ten opzichte van een rondom de opening gelegen oppervlak.

30 Door de verzonken opstelling is er minder kans dat vezels of bekledingsmateriaal van de draden in de uitmondingsopening dringen.

Verder kan de overgang van het rondom de spuitopening gelegen oppervlak naar deze opening worden afgerond zodat de schraapwerking op de draden wordt opgeheven. De mond van de opening ofwel van de elementairopening mag 35 namelijk vrijwel niet worden afgerond daar dit de spreiding van de medium-straal vergroot en daardoor ook weer het effect van de straal wordt verminderd. De invloed van de afronding is gezien de verhouding van 8 0 0 0 8 3 6 - 2 - O «Rh lengte tot diameter van het gat (1/d) groot (vooral bij één gat).

In een bepaalde uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de mond van de spuitopening verzonken gelegen doordat het rondom de spuitopening gelegen oppervlak, ten opzichte waarvan de spuitopeningmond verzonken is, 5 wordt gevormd door het oppervlak van de zijwand waarin de spuitopening is aangebracht.

In een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt het rondom de spuitopening gelegen oppervlak gevormd door een ten opzichte van het zijwand oppervlak verhoogde, naast de spuitopening verlopende rug. 10 Wanneer er meer spuitopeningen aanwezig zijn of de spuitopening bestaat uit een aantal elementairopeningen kan de verzonken opstelling ook worden verkregen doordat zich naast elke opening resp. groepen daarvan telkens een aantal verhoogde ruggen bevinden.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand 15 van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van het spuitmondstuk volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een langsdoorsnede op vergrote schaal door het spuitmondstuk met een enkele uitstroomopening.

Fig. IA toont op nog meer vergrote schaal het gedeelte van het 20 mondstuk ter plaatse van de uitstroomopening.

Fig. 2 is een langsdoorsnede door een mondstuk met een aantal elementairopeningen, waarbij de mond van de openingen verzonken is gelegen ten opzichte van de buitenzijde van het zijwandoppervlak waarin de opening is aangebracht.

25 Fig.3 toont een andere uitvoeringsvorm met een aantal elementair- openingen waarbij de mond van deze openingen gelijk ligt met het zijwandoppervlak maar rondom de opening een verhoogde rand is aangebracht.

Fig. 4 tenslotte toont een aanzicht op het uitstroomoppervlak van de naald die twee elementairopeningen heeft met naast elke opening 30 verhoogde ruggen.

Het spuitmondstuk volgens fig. 1 bestaat uit een holle naald 1, die in de zijwand la nabij de "punt" 1b is voorzien van een enkelvoudige opening 2. Aan de buitenzijde van de naald eindigt de opening 2 op een vlak 3, dat verzonken is gelegen ten opzichte van het zijwandoppervlak 4 35 van de zijwand la. Een en ander is in fig. IA op grotere schaal weergegeven. De overgang van het verzonken oppervlak 3, dat ringvormig rondom de opening 2 verloopt, naar het zijwandoppervlak 4, is hier uitgevoerd met een vrij sterke afronding.

Fig. 2 toont een uitvoeringsvorm van het spuitmondstuk, eveneens 8000836 'J*· -C.

- 3 - bestaande uit een holle naald 1, in de zijwand la waarvan de uitstroom-opening is gevormd. Deze bestaat hier uit een groot aantal regelmatig over de doorsnede van de opening verdeelde elementairopeningen 5. Het tussenwandmateriaal tussen deze elementairopeningen 5 vormt aan de uit-5 stroomzijde van het mondstuk een oppervlak 6 dat verzonken is gelegen ten opzichte van het buitenoppervlak 4 van de zijwand la. Ook hier kan de overgang tussen het vlak 4 en de boring waarin het mondstuk verzonken is aangebracht, afgerond zijn uitgevoerd.

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm, waarbij de naald 1 in de 10 zijwand la eveneens is voorzien van een groot aantal elementairopeningen 5. Het tussenwandmateriaal tussen de openingen 5 vormt een vlak 6 aan de uitstroomzijde van het mondstuk dat hier in hetzelfde vlak ligt als het buitenoppervlak 4 van de wand la. Echter is rondom de uit de openingen 5 bestaande mondstukopening een verhoogde rug 7 rondom de mondstukopening 15 op het oppervlak 4 aangebracht, waardoor de mond van de mondstukopening verzonken ligt ten opzichte van een daaromheen verlopend oppervlak. Bij voorkeur is de rug 7 met afrondingen verbonden zowel met het vlak 6 als met het vlak 4.

Bij een klein aantal elementairopeningen, bijvoorbeeld twee stuks, 20 kan de verhoogde rand van fig. 3 ook zijn aangebracht als afzonderlijk verhoogde randen S, aangebracht naast elke elementairopening 9 (zie fig. 4). Het binnenvlak van elke rug 8 moet hierbij op een wat grotere afstand van het middelpunt van het gat 9 liggen dan de straal van het gat 9 daar anders, zoals boven reeds is gezegd, de mediumstraal, die de opening 25 verlaat, een te grote spreiding vertoont, d.w.z. niet geconcentreerd genoeg op de inslagdraad inwerkt. Dit komt overeen met de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 waarbij tussen de aldaar toegepaste "verhoogde rand" en de opening 2 eveneens een vlak 3 is aangebracht.

Het is duidelijk dat bij andere aantallen elementairopeningen 30 per mondstuk het verloop van de ruggen naast deze openingen andere vormen kan hebben dan in de tekening getoond zijn.

8000836

Claims (4)

1· Spuitmondstuk in de vorm van een holle naald met een, uit een enkele opening of uit een aantal elementairopeningen bestaande, in de zijwand aangebrachte spuitopening, meer in het bijzonder bestemd voor het leveren van een fluidumstraal als transportdrager voor een draad in een 5 textielmachine, met het kenmerk, dat de mond van de spuitopening (2) verzonken is gelegen ten opzichte van een rondom de opening gelegen oppervlak (4, 7, 8).

2. Spuitmondstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het rondom de spuitopening (2) gelegen oppervlak, ten opzichte waarvan de 10 spuitopeningmond verzonken is, wordt gevormd door het oppervlak van de zijwand (4) waarin de spuitopening is aangebracht.

3. Spuitmondstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het rondom de spuitopening (2) gelegen oppervlak wordt gevormd door een ten opzichte van het zijwandoppervlak (4) verhoogde, naast de spuitopening 15 verlopen rug of ruggen (7, 8).

4. Spuitmondstuk volgens conclusie 3, waarin meer spuitopeningen aanwezig zijn of waarbij de spuitopening bestaat uit een aantal elementairopeningen, met het kenmerk,dat zich naast elke opening (9) respectievelijk groepen van telkens een aantal openingen (5) verhoogde ruggen (8, 7) 20 bevinden. 8000836