NL8000777A - Inrichting en werkwijze voor het ontpluizen van katoen- zaad. - Google Patents

Description

ï i VO 124

Inrichting en werkwijze voor het ontpluizen van katoenzaad.

De uitvinding heeft betrekking op het ontpluizen van katoenzaad, in het bijzonder katoenzaad, dat uit de katoenzuiveringsmachine is gekomen, en heeft in het bijzonder betrekking op een nieuwe inrichting en werkwijze, waarmee het katoenzaad wordt ontdaan van plui-5 zen in samenhangende bewerkingen van het vooraf schoonmaken en het behandelen met zuur.

In de voarkeursuitvoeringsvorm heeft de uitvinding betrekking op een nieuwe Inrichting en werkwijze voor het met zuur- ontpluizen van katoenzaad, waarbij geschuimd zwavelzuur op een nieuwe wijze 10 wordt aangebracht op het te ontpluizen katoenzaad, hetgeen een hoofddoel is van de uitvinding. Gebleken is, dat schuim een doeltreffender drager is voor het zuur dan een waterverdunning, waarop tot nu toe wordt vertrouwd,, en dat een regelmatiger verdeling en werking van geschuimd zuur kan worden verkregen bij een geregeld roeren van 15 de massa te ontpluizen zaad.

Het met zuur ontpluizen van katoenzaad wordt, reeds lang toegepast. Het is bekend vloeibaar zwavelzuur in verschillende concentraties op het te ontpluizen katoenzaad te sproeien of op soortgelijke wijze aan te brengen, en dan het zaad te drogen en de pluizen te 20 verwijderen, die als cellulose snel worden vernietigd wanneer zij het zuur absorberen. In de meeste gevallen is het van belang de zaad-bolster niet te beschadigen, maar tegelijkertijd toch pluizen te verwijderen, die een lengte kunnen hebbenjin de orde van 3,2 - 6,4 mm en langer in bosjes, en zodanig stevig vastzitten aan de bolster, 25 dat bekende mechanische pogingen tot ontpluizen onbevredigend zijn gebleken. Het verwijderen van pluizen van katoenzaad, bestemd voor b.v. het planten, is bijzonder belangrijk, doordat met de pluizen bekleed zaad automatisch werkzame zaadplantmachines in de war kunnen brengen en verstappen. Bepaalde planters geven echter om verschil-30 lende redenen de voorkeur aan gedeeltelijk cntpluisd zaad, hetgeen 80 0 0 7 77 - 2 - met de uitvinding Kan worden bereikt.

De relevantste bekende stand van de techniek is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.064.636, en de daarin genoemde literatuur, in hoofdzaak de Amerikaanse octrooischriften 299.378 en 5 307.190, en het Canadese octrooischrift 3.0859.

Bij de grootste moeilijkheden, ondervonden op dit gebied, zijn de tijdsduur en de kosten van het drogen van het met zuur behandelde zaad, in hoofdzaak als gevolg van de grote hoeveelheden water, gebruikt voor het verdunnen van het zwavelzuur, en de daarbij behoren-10 de energietoevoer, nodig voor het verwijderen van het water bij het drogen van het behandelde zaad. Ook kan de niet schoongemaakte zaad-massa in eerste instantie grote hoeveelheden verontreinigingen bevatten, zoals takken, bladeren en stukken onkruid, waarvan het meeste het gevolg is van het machinaal plukken van katoen, hetgeen leidt 15 tot vergrote moeilijkheden bij het schoonmaken.

In de praktijk vormt de uitvinding een verbetering van de inrichting volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.064.636, in het bijzonder doordat het zwavelzuur op geregelde wijze in een geschuimde toestand wordt aangebracht op het zaad, bij voorkeur na een ingevoer-20 de behandeling van het vooraf schoonmaken, waarbij hoofdverontreinigingen warden verwijderd, en omvangrijke, bovenmatig lange en in bosjes aanwezige pluizen althans gedeeltelijk worden verwijderd door b.v. verbranden, hetgeen een belangrijk doel van de uitvinding is.

Volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.064.636 b.v., wordt 25 verdund, vloeibaar zwavelzuur aangebracht op geroerd, te ontpluizen katoenzaad. Hoewel dit in het algemeen bevredigend is gebleken, duurt het enige tijd voordat het vloeibare zuur regelmatig is verdeeld en de pluizen heeft verzadigd en de vernietiging voltooid. De uitvinding heeft als belangrijk doel het opvoeren van de snelheid van deze be-30 werkingsfase, hetgeen tot stand wordt gebracht door het in geschuimde toestand aanbrengen van het zwavelzuur. Door het gebruiken van geschuimd zuur is het mogelijk gebleken sterker geconcentreerd zwavelzuur te gebruiken, hetgeen betekent dat minder water moet worden verwijderd in de laatste droogfasen. Belangrijke voordelen van de vermin-35 derde droogtijd zijn een verminderd energieverbruik en een vereenvou- 800 0 7 77

f I

- 3 - diging van de drooguitrusting.

Het is een belangrijk doel van de uitvinding het achter elkaar tot stand brengen van de zuurbehandeling, het drogen en het borstelen voor het verwijderen van vernietigde pluizen in althans twee opeen-5 volgende soortgelijke fasen, waarbij de inrichting voor het uitvoeren hiervan bij voorkeur is voorzien van een omloopmechanisme, waardoor b-v- de. af voer uit de eerste fase direct kan worden omgeleid naar het uiteindelijk behandelen, b.v. wanneer alleen gedeeltelijk ont-pluisd zaad gewenst is.

10 Vastgesteld is, dat bepaalde ladingen uit de katoenzuiverings- machine komend katoenzaad betrekkelijk lange en soms bovenmatige en zelfs in bosjes aanwezige vezels vertonen, die langere tijden zouden nodig kunnen hebben om te worden verzadigd, waarbij het een belangrijk doel van de uitvinding is vlak voorafgaande aan de zuurbe- 15 handeling een bewerking in te voeren voor het vooraf schoonmaken of vooraf conditioneren van het zaad, bij voorkeur een behandeling, waarbij het katoenzaad door een vlamgebied wordt geleid, waar de takken, bladeren en stukken onkruid worden verbrand, en de bovenmatig vezelige pluizen worden ontstoken en althans gedeeltelijk afgebrand.

20 Een verrassend gevolg van de geregelde behandeling met ge schuimd zuur, en in het bijzonder bij toepassing in een ononderbroken werkwijze of een uit een aantal fasen bestaande werkwijze samen met het vooraf schoonmaken met een vlam, is, dat in het totaal aanzienlijk minder energie nodig is voor het voltooien van de werkwijze.

25 Het is een doel van de uitvinding een nieuwe werkwijze en in richting te verschaffen voor het ontpluizen van katoenzaad, waarbij geschuimd zwavelzuur met een geregeld, vooraf bepaald watergehalte, wordt aangebracht op een bewegend, geroerd bed, kolom of dergelijke massa, te ontpluizen katoenzaad.

30 Een ander doel van de uitvinding ligt in bijzondere mechanis men en regelingen voor het gekozen verdelen van zwavelzuur, een schuimmiddel, lucht en soms water, en het mengen daarvan voor het produceren van geschuimd zuur, dat onafgebroken moet worden aangebracht op een bewegend bed met zaad voor het optimaal verwijderen 35 van pluizen.

800 0 7 77 - 4 -

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig.l schematisch een aanzicht toont van een uitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting; 5 Fig.2 een vereenvoudigd drogen toont, dat kan worden toegepast in da inrichting vanffig.l;

Fig.2A schematisch een tweefasige voorkeursuitvoeringsvorm toont;

Fig.3 een zijaanzicht is van een detail van de inrichting 10 voor het met vlammen behandelen van het zaad gedurende het vooraf schoonmaken;

Fig.4 een aanzicht is van een uitvoering van een getande rol in de ingang van de inrichting voor de vlambehandeling;

Fig.5 een zijaanzicht is van de brander- en luchtsluiterplaat-15 sen in de inrichting voor de vlambehandeling;

Fig.6 een doorsnede is volgens de lijn VI-VI in fig.3;

Fig.7 een doorsnede is volgens de lijn VII-VII in fig.3; en

Fig.8 een doorsnede is volgens de lijn VIII-VIII in fig.5.

Onder verwijzing naar fig.l omvat de inrichting een voorraad 20 en zaadtoevoer I, waar het te ontpluizen zaad wordt ingebracht en onafgebroken op een vooraf bepaalde wijze wordt toegevoerd aan een gedeelte II voor het vooraf schoonmaken. Na het vooraf schoonmaken wordt het zaad toegevoerd aan een zuurbehandelingsgedeelte III, en vervolgens aan een polijst- en drooggedeelte IV. Zoals duidelijk wordt, 25 kunnen de bewerkingen van de zuurbehandeling en het drogen opeenvolgend worden herhaald in twee of meer fasen'voorafgaande aan het neutraliseren en andere uiteindelijke behandelingen.

Voorraden van het zaad, dat moet worden ontdaan van de opper-vlaktevezels daarvan, worden aangebracht in een toevoertrechter of 30 bak 11. Het zaad kan al of niet vooraf zijn gedroogd en/of vooraf gedroogd tot een gewenst vochtigheidsgehalte. De bak' 11 is bij voorkeur van de b eweegbare bodemsoort, waarbij een of meer toevoerschroeven 12 op de bodem worden aangedreven, b.v. door een elektromotor 13 voor het verzekeren van een geregelde, gedoseerde afgifte van het zaad in 35 de inrichting. De bak 11 kan van een willekeurige passende soort zijn, 800 0 7 77

9 I

- 5 - an b.v. zoals geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.064.636.

De snelheid van de motor 13 bepaalt de toevoersnelheid van het zaad aan de inrichting, zodat dus schoon te maken zaad onafgebroken uit de bak wordt afgevoerd met een geregelde snelheid door de uit-5 laat 14 op het bovenste, part van een transportband 15 zonder einde, die met een gelijkblijvende snelheid wordt aangedreven door.een motor [niet weergegeven). Op de band 15 wordt dus een onafgebroken bewegende, in doorsnede gelijkblijvende, horizontale kolom te behandelen en bewerken zaad aangebracht.

10 Zoals weergegeven wordt een gedeelte van de band, die het zaad' draagt, geleid over een weegschaalplatform 16, dat is verbonden met een equator 17, draaibaar op een draaipunt 18, en door een arm 19 verbonden met een regeleenheid 20 voor een hierna te beschrijven doel.

15 Het voorgaande weegstelsel meet dus onafgebroken het gewicht van een vooraf bepaald volume van het daar overheen bewegende zaad, en meet zodoende onafgebroken de gewiohtsstromingssnelheid van het zaad in de behandelingsgedeelten van de inrichting, waarbij het stelsel gelijk kan zijn aan het stelsel, geopenbaard in het Amerikaanse 20 octrooischrift 4.064.636.

De uitvinding sluit elk equivalent stelsel in, dat een onafgebroken toevoer verschaft van zaad aan het gedeelte voor het vooraf schoonmaken daarvan.

De kolom zaad, die het einde van de band 15 verlaat, wordt af-25 ‘geleverd aan het gedeelte II voor het vooraf schoonmaken bij het onderste einde van de hefconstructie 21, die een elevator bevat in de vorm van een verticale transporteur 22, die de zaadkolom naar boven beweegt naar het bovenste einde van een vlambehandelingsinrichting 23.

30 Deze vlambehandelingsinrichting, die gedetailleerder is weer gegeven in de fig.3 - 8, omvat een ingangsrol 24, die op het oppervlak daarvan een aantal spiraalvormige rijen uitstekende tanden 24’ heeft, en rond een horizontale hartlijn draaibaar is. De rol 24 strekt zich uit door een huis met een overeenkomstige gedaante, zodat de rol 35 de mond inneemt van het huis en zodoende door nagenoeg al het binnen- 800 0 7 77 - 6 -

Komende zaad wordt getroffen. De rol 24 wordt onafgebroKen gedraaid door een motorsamenstel ΙΊ, waarbij de motorsnelheid Kan worden veranderd. Beneden de rol 24 bevindt zich een in het algemeen verticaal,· vuurvast rooKKanaal 25 met een open bodem, welK Kanaal aan tegenover 5 elKaar liggende zijden, gasbranders 28 heeft, die een vlam uitstoten in en door het inwendige van de doorgang, bepaald door het rooKKanaal, voor het vormen van een vuurgordijn, door welK gordijn de naar beneden bewegende zaden vrij vallen na het verlaten van de rol. De rol 24 heeft de neiging de zaden te scheiden en deze naar beneden te stu-10 wen door het rooKKanaal onder het regelmatig verdelen daarvan over de doorgang.. Alle' zaden worden dus regelmatig met vlammen behandeld.

De rol 24 wordt bij voorKeur gedrageni.in tegenover elkaar liggende eindlegers in het in het algemeen rechthoeKige huis, en heeft bij voorKeur een zodanige afmeting, dat het ingebrachte zaad doel-15 treffend wordt behandeld. Bij een werKvoorbeeld is de rol ongeveer 30 cm in diameter en met een lengte van 120 cm, welKe rol draait met 200 omw./min. De spiraalvormige opstellihg van de tanden is bijzonder doeltreffend gebleKen.

Aan het bovenste einde daarvan en beneden de rol 24 heeft het 20 rooKKanaal. 25 een Kap 27, waardoor een zuiging Kan worden uitgeoefend, zoals aangegeven, zodat lucht door de rooKKanaaldoorgang Kan worden gezogen in tegenstroom ten opzichte van het vallende zaad, en verwarmde lucht en de verbrandingsproduKten bij de Kap 27 naar buiten Komen om te worden weggezogen door een met een zuigventilator verbonden lei-25 ding.

Verdere details van deze vlambehandelingsinrichting worden beschreven in samenhang met de fig.3 - 8.

Het gedeelte II voor het vooraf schoonmaken Kan ook een tril-zeefsamenstel 28 bevatten, voorzien van een ingangseinde 29, door welk 30 einde de met vlammen behandelde zaden op het trillende horizontale zeefsamenstel vallen en daar doorheen gaan, welk samenstel bij wijze van voorbeeld is weergegeven als twee zeven 31 en 32 op verschillende hoogten en voorzien van openingen, die slechts voldoende groot zijn voor het doorlaten van zaden, en heen en weer worden getrild door 35 excentrieken 33 en 34, waarbij de zaden, die uit deze eenheid Komen, 800 07 77 - 7 - het onderste einde binnengaan van een Koker 35, die een schroeftrans-porteur 35’ bevat en voert naar het zuurbehandelingsgedeelte. In het trillende zeefsamenstel worden ongewenste zaden en verbrande, gedeeltelijk verbrande en niet verbrande stukken verontreinigingen, zoals 5 takken, bladeren, as, enz., verwijderd, waarbij de vooraf schoongemaakte zaden als een kolom naar boven worden bewogen langs een onafgebroken bewegende transporteur naar een afvoerpunt 36 bij de ingang van het zuurbehandelingsgedeelte III.

De bij 36 afgevoerde zaden vallen in een zaadbehandelingsge-10 deelte, dat een huis 37 omvat, voorzien van een onderste horizontale trog 38, waarin een transporteur-roerder 39 is aangebracht, die het zaad roert onder het toevoeren van de zaadmassa naar rechts in fig.l. De as 41 van de transporteur-roerder 39 wordt aangedreven door een elektromotor 42, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 15 4.064.636.

Gedurende de. doorgang van het zaad door de trog 38 wordt gelijktijdig geschuimd zwavelzuur aangebracht over een vooraf bepaalde lengte van de horizontale-kolom in de trog 38. Een aantal horizontaal op onderlinge afstanden liggende mondstukken 43 is aangebracht in het 20 huis 37 boven de hoogte van de bewegende, geroerde zaadmassa, zodat een vooraf bepaalde lengtevan de kolom geroerd zaad grondig en regelmatig wordt behandeld gedurende de doorgang. De mondstukken 43 zijn bij voorkeur niet van de sproeisoort. Zoals duidelijk wordt, wordt de hoeveelheid geschuimd zuur, aangebracht op het zaad, zodanig gere-25 geld, dat al het zuur wordt geabsorbeerd in de vezels of zich bevindt op de oppervlakken van de vezels, waarbij er tijdens de bewerking geen ophoping van vloeibaar verdund zuur plaats vindt; in de trog 38.

Gedurende de doorgang door de trog, wordt het zaad regelmatig behandeld, hetgeen wordt verzekerd door het onafgebroken roeren en 30 het gehandhaafde afzetten van geschuimd zuur.

Met uitzondering van de mondstukken 43 kan deze constructie in het algemeen dezelfde zijn als geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.064.636. De mondstukken 43 zijn verbonden met een gemeenschappelijk verdeelstuk 44.

35 Gebleken is, dat in vergelijking met de bekende behandeling 800 0 7 77 - 8 - met ^vloeibaar zwavelzuur, de onderhavige roerder 39 langzamer Kan worden gedreven, waarbij de lengte van het bewegende bed, dat wordt behandeld in de trog 38, korter kan zijn, waardoor energie wordt bespaard en tegelijkertijd een goede verdeling wordt verkregen van het 5 schuim in de bewegende zaadmassa.

Bij deze uitvoeringsvorm valt het zaad uit de trog 38 in en beweegt het door een menger 62, waarin de zaadmassa een bewegend bed is,, dat wordt getransporteerd en geroerd door een transporteur-roer-der 63, aangedreven door een motor 64. Het zaad uit de menger 62 gaat 10 het. draoggedeelte III binnen via een draaibare luchtsluisklep 65.

Zwavelzuur met een passende concentratie kan worden geleverd vanaf een bron 45 door een leiding 46 in een toevoerregelklepinrich-ting 47, die verstelbaar is, zoals weergegeven bij 48, voor het regelen van de stromingssnelheid van het zuur in de leiding 49. Water kan 15 worden toegevoegd vanaf een bron 50, voorzien van een toevoerklep-regeling 50'.

Voor het op juiste wijze vernietigen van het/featoenzaad, moet volgens de uitvinding voldoende zwavelzuur en bijbehorende waterhoe-veelheden per ton zaad worden aangebracht voor de beste resultaten 20 bij het met geschuimd zuur ontpluizen.

De hoeveelheid zwavelzuur ligt tussen een minimum van ongeveer 9 kg zuur (100% concentratie) per ton zaad en een maximum van ongeveer 27 kg zuur (100% concentratie) per ton zaad, dat wordt behandeld. Gebleken is b.v. dat zuur met een concentratie van 100% niet 25. kan worden gebruikt, omdat het geen water bevat en de vezels niet in voldoende mate kan verzadigen.

Derhalve is het nodig water op te nemen of te mengen met het zuur voor het voldoende bevochtigen en verzadigen van de vezels voor het verkrijgen van een volledig vernietigen. De hoeveelheid van dit 30 water ligt tussen een minimum van ongeveer 45 kg water per ton zaad, dat wordt behandeld, en een maximum van ongeveer 135 kg water per ton zaad, dat wordt behandeld.

Een optimum minimum samenstel is dus een mengsel van 9 kg zuur (100% concentratie) en 45 kg water per ton zaad, dat wordt behandeld.· 35 De hoeveelheid water kan met voordeel worden opgenomen in de 800 07 77 - 9 - f 0 mate van concentratie van het zuur. Indien b.v. 11,54 Kg zwavelzuur met een concentratie van 78%, welk zwavelzuur in de handel verkrijgbaar is, wordt gebruikt, welk zuur 22% of 2,54 kg water per ton zaad bevat, is het nodig een minimum van niet meer dan 42,46 kg water toe 5 te voegen voor het hiervoor genoemde optimale samenstel. Deze verhoudingen gelden over de voorgaande bereiken van zuur en water.

De voorgaande onderlinge verhoudingen kunnen in de praktijk niet altijd bereikbaar zijn, maar gelden niettemin in het algemeen.

Teneinde in de praktijk het juiste water-zuur-mengsel te kie-10 zen, worden de zuur- en waterstroomafgiften bij 48 en 50 ingesteld op een berekende minimum waarde in afhankelijkheid van de feitelijke concentratie van het ter beschikking staande zuur, waarna de werking wordt begonnen. Wanneer dan wordt vastgesteld, dat het antpluizen onvolledig is, worden de stromingsregelingen gebruikt voor het ver-15 hogen van het zuurgehalte totdat een bevredigend ontpluizen is bereikt. Wanneer er op een willekeurig moment een verkoolde, zwarte vezelrest aanwezig is op het behandelde zaad, is dit een teken van een overmaat zuur, welke toestand kan worden gecorrigeerd door het gebruiken van de stromingsregelingen voor het verhogen van het watergehalte en/of 20 het verminderen van het zuurgehalte. De mate van ontpluizen van het zaad kan op deze wijze nauwkeurig worden geregeld, b.v. wanneer alleen gedeeltelijk ontpluisd zaad gewenst is. *

De feitelijke concentratie van het zuur als zodanig is dus niet bijzonder kritisch, waarbij de concentratie echter natuurlijk 25 voldoende moet zijn om te verzekeren, dat voldoende zuur aanwezig is gedurende de behandeling. In de praktijk is gebleken, dat concentraties van ongeveer 25% en hoger van het zwavelzuur- de voorkeur verdienen. Er moet voldoende water aanwezig zijn in het schuim voor het verzekeren van een volledig vezelbevochtigen en -verzadigen. De uitvin-30 ding maakt het veilig gebruik mogelijk van zwavelzuur met een hogere concentratie onder het zo laag mogelijk houden van de hoeveelheid opgenomen of gemengd water. Het voordeel hiervan is het verlagen van de droogenergie en de kosten, nodig voor het verwijderen van water voor het drogen van het behandelde zaad.

35 Het schuimmiddel, dat met voordeel een niet-ionisch appervlakte- actief middel kan zijn, wordt ingebracht vanaf een bron 51 door een 800 0 7 77 - 10 - leiding 52 naar een toevoerregelklepinrichting 53, die bij 54 verstelbaar is voor het regelen van de stromingssnelheid van het schuimmid-del naar de leiding 49. Het oppervlakteaotieve middel moet een middel zijn, dat door het zwavelzuur niet wordt aangetast. Het kan b.v.

5 een geëthoxyleerde alcohol zijn of een vetamide-, dat bij voorkeur een reactieprodukt is van kokosvetzuur of kokosolie en diethanolamine of mengsels daarvan. Het oppervlakteaotieve middel kan aanwezig zijn in de hoeveelheid van 2-20 gew.% van het mengsel van zuur, water en oppervlakteactief middel, bij voorkeur 3-10 gew.% wanneer 10 hogere zuurconcentraties worden gebruikt. Hoewel volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.064.S3B een kleine hoeveelheid van een oppervlakteactief middel wordt toegepast als een vezelbevochtigingsmiddel, wordt het niet invvoldoende hoeveelheid toegevoegd om een schuimmid-del overeenkomstig de aanvrage te zijn. Zoals weergegeven in fig.l 15 voert de leiding 49 af in een schuimvorminrichting 55, waarin een menginrichting 56 wordt aangedreven door de motor M.

Gebleken is, dat de verbeterde verdeling van zuur als gevolg van de schuimaanbrenging en het langzamer voortbewegen van de geroerde massa, waardoor een volledige verzadiging van de vezels zelfs 20 kan plaats vinden in kortere trog 38, zodanig voldoende zijn, dat in bepaalde gevallen het menggedeelte 62 kan worden weggelaten, en het bevochtigde zaad uit de trog 38 direct kan worden afgevoerd in de droogfase.

Het drooggedeelte IV kan een willekeurige passende uitvoering 25 hebben voor het roeren van zaad, voorzien van vernietigd en/of behandeld pluis daarop, en het gelijktijdig verschaffen van verwarmde lucht, die door het geroerde zaad gaat voor het drogen daarvan, het verschaffen van warmte voor het helpen bij de vernietigende reactie en het verwijderen van vernietigd pluis, dat van de zaadbolsters is 30 gepolijst of gewreven of anderszins daarvan gescheiden.

Bij een praktij kuitvoering, omvat het drooggedeelte IV een transportkoker 66, die voert in de bodem van een verticale kamer 67 met een vergroot kokergedeelte, van welke kamer het onderste einde open is naar een verwarmer 68, waardoor lucht in het kokerstelsel 35 direct wordt gezogen of, zoals hierna duidelijk wordt, uit een bron 800 0 7 77 ' - 11 - met voorverwarmd gas. De koker 66 bevat een toevoerschroef 86’ voor het voortbewegen van de te drogen zaden. Het bovenste einde van de kamer 67 is door de koker 69 verbonden met het bovenste einde van een cycloonscheider 70, voorzien van een draaibare, luchtsluisafvoer-5 klep 71 in de bodem daarvan voor de gescheiden zaden. Een luchtver-wijderkoker 62 strekt zich uit vanaf het bovenste einde.van de schelder 70 door een kamer 73 voor het weer verwarmen van lucht en met een -vergroot kokergedeelte, naar de bodem van de scheider 70, waar deze de zaden ontvangt, afgevoerd door de klep 71, en deze naar boven 10’ leidt naar ctebovenkant van een tweede cycloonscheider 74. Een derde kamer 75 met een vergrote koker is opgenomen in de koker 72. Een luchtverwijderkoker 76 voert vanaf het bovenste einde van de scheider / 74 naar een zuigventilator 77. De gescheiden zaden, die door de scheider 74 vallen, worden afgevoerd door een draaibare luchtsluis-15 klep 76 op een transporteur, die de zaden transporteert door een stelsel van met een ventilator uitgeruste droogpolijsters 79, waarin de vernietigde pluizen fysisch worden gescheiden van het zaad, en tenslotte een neutraliseergebied 79', waarin een alkalisch medium wordt toegevoerd voorset neutraliseren van sporen zuur, achtergebleven op 20 het zaad. Het stelsel polijsters/drogers en neutraliseerders kan bij voorkeur hetzelfde zijn als geopenbaard in het Amerikaanse octrooi-schrift 4.064.636,

De onstuimig door elkaar wentelende massa zaden, welke massa naar boven gaat door de cycloonscheider 70, wordt onderworpen aan 25 een in hoofdzaak in een flits plaatsvindend drogen. De uit de scheider 70 afgezogen lucht wordt bij 73 weer verwarmd voor het herstellen varr warmteverlies tot aan dat punt, waarbij de massa zaden weer wordt onderworpen aan het in een flits drogen bij het leiden daarvan door de verwarmerkamer 75 en ds cycloonscheider 74. Op deze wijze worden 30 de zaden, die in een hete luchtstroom worden getransporteerd door in hoofdzaak het gehele drooggedeelte IV, onderworpen aan een zeer doeltreffend drogen voorafgaande aan het laatste borstelen bij 79.

In fig.l is de luchtstroming aangegeven met onderbroken lijnen, waarbij de zaadstroming is aangegeven met getrokken lijnen. De tata-35 le beweging van lucht en een deel van de zaadbeweging door de werkwijze worden gedreven door de zuigventilator 77.

80 0 0 7 77 - 12 -

Te zien is, dat de zaden, vergezeld van lucht, ingezogen en verwarmd bij 68, naar boven gaan door de verwarmerKamer 67 in de cy-cloonscheider 70. Hoewel omgevingslucht in de verwarmer 68 Kan worden gezogen, zoals weergegeven-door de leiding 81, is de zuigzijde van 5 de Kap 27 van de vlambehandelingsinrichting bij voorKeur verbonden met de luchtingangszijde van de verwarmer 68. Dit verzeKert eerst, dat de zuiging van de ventilator 77 doeltreffend is voor het naar boven zuigen van lucht door de vlambehandelingsinrichting, en ten tweede dat althans een deel van de lucht, die het droogstelsèl binnen-10 gaat, wordt voorverwarmd door de vlambehandelingsinrichting bij 23 voor het met voordeel tot een minimum beperKen van de hoeveelheid warmte, die moet worden toegevoegd bij 68 of bij een willeKeurige volgende bewerKing, zoals b.v. blijKt in samenhang met de fig.2 en 2A..

15 De verbrandingsproduKten van de vlambehandelingsinrichting en het zuur en andere dampen, worden alle naar buiten gezogen door de gemeenschappelijKe zuiguitlaat bij 77, en Kunnen daar worden behandeld af geneutraliseerd voor het voorKomen van verontreiniging van de omgevingslucht.

20 Onder verwijzing naar de fig.3 - 8 heeft het rooKKanaal 25 een rechthoeKige dwarsdoorsnede, zoals weergegeven in fig.6, waarbij. de gasbranders26 in lijn met bijbehorende openingen 80 in de rooKKanaalzijwand, zich uitstreKKen langs de tegenover elKaar liggende langere zijden. Andere dwarsdoorsnedegedaanten voor het rooK-25 Kanaal Kunnen naar wens worden gebruiKt. De branders Kunnen dus na • ontsteKing een horizontaal vlammengordijn F tot stand brengen -over het gehele inwendige van het rooKKanaal 25. Scharnierbare en verstelbare schuiven 82 zijn aangebracht over bijbehorende openingen 82’ in de rooKKanaalwand beneden de gasbranders voor het regelen van de t 30 luchttoelaat in het rooKKanaal.

Boven de gasbranders 26 is het rooKKanaal met inbegrip van het trechtervormig wijder wordende bovenste einde daarvan, rondom voorzien van een inwendige wand 83, die een ononderbroKen ringvormige ruimte 84 rondom de rooKKanaaldoorgang verschaft. De ruimte 84 is 35 aan het bovenste einde daarvan open naar de Kap 27, waarbij een bodem- 80 0 0 7 77 . - 13 - wand 85 (fig.8) het onderste einde van de ruimte 84 afsluit. De buitenwand van het rookkanaal nabij het onderste einde van de ruimte 84 is voorzien van althans een langwerpige opening 88, over welke opening met wrijving verschuifbaar een luchtregelafsluiter 87 is gemon- * 5 teerd door b.v. pennen 88 en sleuven 89 in de afsluiter. Deze afsluiter is in fig.5 gesloten weergegeven, en kan naar boven worden bewogen voor het gekozen openen van de opening 86 voor het regelen van lucht, die naar boven gaat in de ruimte 84. Omdat de ruimte 84 aan het onderste einde daarvan boven de branders is afgesloten, 10 komen geen verbrande gassen in de ruimte 84. Het doel van de ruimte 84 is in hoofdzaak het verschaffen van een geregeld koelen van het rookkanaal.

De kap 27 is verbonden met de leiding 81, waardoor de door de ventilator 77 uitgeoefende zuiging, omgevingslucht naar boven kan 15 zuigen in het rookkanaal 25 in tegenstroom met betrekking; tot de dalende zaadmassa, en tegelijkertijd koellucht naar boven kan zuigen door de ruimte 84 voor het zodoende onafgebroken verwijderen van verbrandingsprodukten en tegelijkertijd onafgebroken koelen van de rookkanaalwanden en het regelen van de vlambehandelingsomstandighe-20 den.

Een verstelbare luohttoelaatafsluiter 91 is verschuifbaar gemonteerd over een opening 92 in de wand van de kap 27 voor het regelen van de afvoertemperatuur, geleverd aan de zuigleiding 81.

Om te verzekeren, dat de door de kap 27 uitgeoefende zuiging 25 op gelijke wijze en gelijkblijvende wijze werkzaam is op de achterwanden van het rookkanaal, is een verdeelstuk 93 (fig.7) bevestigd over een sleuf 94 in de buitenwand van het rookkanaal bij het bovenste einde van de ruimte 84, welk verdeelstuk door een omlooppijp 95 is verbonden met de zuigleiding 81 nabij de verbinding daarvan met de 30 kap 27.

Bij bepaalde uitvoeringsvormen is het onderste einde van het rookkanaal 25 beneden de branders zijdelings voorzien van openingen, en omgeven door een drukruimte P, verbanden met een persluchtbron S, die lucht in het rookkanaal naar boven perst gedurende de werking in 35 samenwerking met of in plaats van de op de leiding 81 uitgeoefende 800 0 7 77 - 14 - zuiging.

Indien gewenst kan het rookkanaal zijdelings zijn voorzien van openingen boven de branders,, waarbij een luchttoevoerdrukruimte, zoals P, is verbonden voor het leveren van perslucht in de ruimte 84 5 voor het koelen.

De binnenkomende zaadmassa gaat door de vlambehandelingsinrich-ting en komt eerst de zaadtoevoerrol 26 tegen. Met voordeel wordt de rol, die zich werkzaam uitstrekt over het bovenste eindgebied van de rookkanaaldoorgang en dit gebied inneemt, onafgebroken aangedreven 10 door een motorsamenstel 13, welke rol werkzaam is voor het van elkaar scheiden en verdelen van de -afzonderlijke zaden en van losse pluizen en afval, zoals takken en bladeren, zodat wanneer het zaad volgens een regelmatige verdeling en met een gelijkblijvende snelheid naar beneden valt in de rookkanaaldoorgang door de hete gassen en 15 het vlammengordijn, er een optimum oppervlakteblootstelling aanwezig is. Wanneer de zaadmassa valt, worden losse vezels en brandbaar af-val ontstoken en verbruikt. De pluizen aan de zaden worden ontstoken en althans gedeeltelijk afgebrand voorafgaande aan het afvoeren. Passende regelingen (niet weergegeven] zijn aangebracht voor het re-20 gelen van de branders 26 voor het handhaven van de temperatuur in het rookkanaal op het optimum voor een juiste verbranding van de vezels en afval zonder beschadiging van het vallende zaad.

Een tweeledig kijkpaneel 96 van warmtebestendig glas is aangebracht in de rookkanaalwanden voor het waarnemen van de werking in 25 het rookkanaal.

De vlambehandelingsinrichting kan de inrichting zijn, die is beschreven in de samenhangende Amerikaanse octrooiaanvrage 957.817 van 6 november 1978. Binnen het kader van de uitvinding kunnen andere vlambehandelingsinrichtingen worden gebruikt.

30 Tijdens bedrijf wordt de regelmotor 13 ingeschakeld voor het toevoeren van niet schoongemaakt zaad aan de transporteur 15, waarbij het verstelbare regelelement 101 van de regeleenheid 20 is ingesteld voor het tot stand brengen van een gewenste snelheid van de motor 13, welke snelheid een stroming van het zaad tot gevolg heeft door de 35 bakuitlaat 14 met een gewenste gewichtssnelheid. De gewichtstoevoer- 80 0 0 7 77 - 15 - snelheid van het zaad vanuit de bak wordt gestabiliseerd onder de regeling van een signaal, uitgezonden door het weegstelsel 16 - 19.

In dit verband kan de regeling 20 van de soort zijn, die door aanspreken op een beweging van de arm 19, langs de lijn 102 een lage-5 druksignaal zendt naar een drukgevoelig, regelbaar weerstandsorgaan . 103 in een keten met een regelaar 104 voor de motor 13 met als gevolg, dat wanneer het weegstelsel 16 - 19 aangeeft, dat de gewenste toevoergewichtssnelheid is bereikt, de snelheid van de motor 13 ge- x lijkblijvend wordt. Deze gelijkblijvende toestand van de motor 13 10 wordt gehandhaafd tenzij er of totdat een verandering optreedt in de gewichtssnelheid, welke verandering wordt waargenomen door het weegstelsel, dat dan de regeleenheid bedient voor het versnellen of vertragen van de motor 13 voor het op de betrokken hoogte herstellen van de gewichtstoevoersnelheid. Het voorgaande is beschreven in het Ame-15 rikaanse octrooischrift 4.064.636.

Zoals hiervoor opgemerkt, is deze regeling voor het merendeel van de omstandigheden van de toevoergewichtssnelheid van het katoen-zaad in samenhang met de met de hand tot stand gebrachte instellingen van de stromingssnelheden van zwavelzuur en het schuimmiddel, gewoon-20 lijk voldoende nauwkeurig voor een gehandhaafde doeltreffende werking.

Het kan echter wenselijk zijn zelfs kleine veranderingen in de toevoergewichtssnelheid van het zaad nauwkeuriger te correleren met de stromingssnelheden van zuur en schuimmiddel. Voor het tot stand brengen hiervan wordt een signaal, zoals een spanningssignaal, 25 vanaf de regeleenheid 20 langs een lijn 105 gezonden naar een span-ningsvergelijker 106, waarin het signaal wordt vergeleken met een gelijkblijvende spanning, ingesteld door een instelling bij 107, en • de verkregen uitgang via de lijn 108 woedt gezonden naar aansprekende middelen in zowel de klepregelinrichting 47 als de klepregelinrichting 30 52, en naar keuze naar de waterregeling bij 50, waardoor er bij het plaatsvinden van een verandering in de toevoergewichtssnelheid, bijbehorende evenredige veranderingen plaatsvinden in de stromingssnelheden van het zwavelzuur, het water en het schuimmiddel.

In gevallen, waarbij het zuur een hoge concentratie heeft en/of 35 de pluizen aan het zaad zelfs een zeer laag vochtigheidsgehalte kun- 800 0 7 77 - 16 - Π8Π hebben, waardoor dus slechts een minimum aan water in de behandeling aanwezig is, Kan- de drooginrichtlng verder worden vereenvoudigd.

Zoals weergegeven bij de uitvoeringsvorm van fig.2, Kan het 5 natte zaad uit de trog 33 onafgebroken worden geleverd in een eendelige droog- en polijstinrichting, die Kan bestaan uit een draaibare, holle trommel 111» Warmte voor het drogen kan worden verschaft door het verbinden van de uitlaatleiding 81 voor het direct in aanraking met het zaad brengen van hete lucht en de gassen. Zoals weergegeven 10 in fig.2 wordt de trommel gedraaid rond een in het algemeen horizontale hartlijn, b.v. door een motorisch gedrsven eenheid 112. Het zaad wordt gedroogd en pluis wordt verwijderd door de polijst- of borstelwerking als gevolg van het tegen elkaar wrijven van de zaden en/of tegen de trommelwanden. Het zaad beweegt uit het uitgangseinde 15 van de trommel, op een transporteur 113, die het direct levert aan de neutralisatar 79’- Bij voorkeur is de leiding 81 voorzien van een lucht-lucht-warmtewisselingseenheid 114, waardoor kan worden voorkomen dat brandend afval de verwarmersenheid 68 of de trommel 111 binnengaat. Zoals weergegeven in fig.2 kan deze eenheid een inwendige 20 zeef 115 bevatten, evenals een bodemdeur 116, die voor het schoonmaken kan worden geopend.

Fig.2A toont een tweefasige uitvoeringsvorm, die in de praktijk de voorkeur verdient.

Het stelsel kan hetzelfde zijn als in fig.l voor het leveren 25 van een ononderbroken voorraad, vooraf schoongemaakt katoenzaad, dat moet worden getransporteerd door de trog 38, en kan daarna gedeeltelijk gelijk zijn aan fig.2, doordat het met zuur behandelde zaad door de trog 38 wordt geleverd in de draaiende trommel 111, waarin hete drooglucht wordt geperst door de leiding 81.

30 Volgens fig.2A is echter nog een behandelingsfase toegevoegd, doordat gedroogd zaad, afgevoerd uit de trommel 111, kan worden omgeleid door een plaat 121 in een tweede transporteur-roerder 122, waarin het zaad wordt bewogen door een trog 123 door een boerworm 124, aangedreven door een motor 125.

35 Boven de trog 123 is een verdeelstuk 126 aangebracht, voorzien 80 0 0 7 77 : - 17 - van langs de trog verdeelde afvoermondstukKen 127. Een aftakinlaat-lelding 128 verbindt de toevoerleiding 57 voor geschuimd zuur met het verdeelstuk 126 via een in opening regelbare klep 129. Wanneer dus de klep 129 open is, wordt geschuimd zuur geleverd langs het be-5 wegende, geroerde zaadbed, evenals in de trog 38. De hoeveelheid geschuimd zuur, aangebracht op het zaad, kan worden geregeld door de klep 129.

Bij het afvoereinde daarvan levert de transporteur-roerder 122 het zaad in een uit een draaiende trommel bestaande droog- en 10 polijstinrichting 131, aangedreven door een eenheid 132, en soortgelijk aan de trommel 111. Na het door de trommel 131 gaan wordt het zaad afgevoerd op een transportband 133 zonder einde, die het levert aan de neutralisator 79'.

Hete drooglucht wordt geleverd aan de trommel 131, b.v. door 15 een aftakleiding 81', voorzien van een klep 134 bij de verbinding daarvan met de leiding 81, zodat wanneer de klep 134 open is, verwarmde drooglucht in beide trommels wordt geleverd.

Bij de tweefasige werking wordt dus vooraf schoongemaakt zaad bij 38 behandeld met zuur, bij 111 gepolijst en gedroogd, bij 122, 20 waarin het wordt omgeleid door de plaat 121 verder behandeld met zuur en dan bij 131 gepolijst en gedroogd voorafgaande aan het neutraliseren en uiteindelijk behandelen. Deze manier van werken is verrassend doeltreffend gebleken, doordat b.v. het eerste zaad slechts gedeeltelijk behoeft te worden ontpluisd en derhalve kan worden ver-25 sneld, en de zaadmassa vollediger wordt ontpluisd in de tweede fase.

Weinig of niet meer zuur is nodig voor de twee fasen, hetgeen in de hiervoor beschreven regelingen kan worden ingesteld. De betrekkelijke hoeveelheden zuur, aangebracht in de twee fasen, kunnen worden geregeld door de klep 129 omdat gewoonlijk minder zuur nodig is 30 in de tweede fase.

In bepaalde gevallen, b.v. wanneer alleen gedeeltelijk ontpluisd zaad nodig is, kan worden voorbijgegaan aan de twee fasen van fig.2A. De plaat 121 is draaibaar bij 134, zodat de plaat vanuit de met getrokken lijnen weergegeven stand voor de twee fasen kan worden 35 gedraaid naar de met een onderbroken lijn weergegeven stand voor de 80 0 0 7 77 ✓ . -18- enkelvoudige fase, waarin de plaat het uit de trommel 111 afgevoerde, gedroogde zaad omleidt op een transporteur 135, die daalt naar de transporteur 133, waardoor het zaad direct naar de neutralisator en het uiteindelijk behandelen wordt afgevoerd. De kleppen 129 en 134 5 kunnen tijdens deze enkelfasige werking gesloten zijn.

Volgens de uitvinding wordt het katoenzaad door het vooraf schoonmaken vooraf geconditioneerd voor een optimale doelmatigheid van de zuurbehandeling. Door het gebruiken van geschuimd zwavelzuur met een zo hoog mogelijke concentratie, is minder zuur nodig, waar-10 door het gevaar wordt verkleind van het beschadigen van zaad, alsmede de kosten en een mogelijke eventuele luchtverontreiniging, en minder water aanwezig is, hetgeen de tijdsduur en de energie, nodig voor het drogen van het zaad, vermindert, een belangrijke verdere kostenvermindering, en het met zuur ontpluizen doeltreffender is, 15 doordat het schuim regelmatig wordt verdeeld door al het zaad, zodat tegen de tijd, dat het schuim afbreekt voor het vrijmaken van het vloeibare zwavelzuur, het regelmatig vernietigen van pluizen snel plaatsvindt door de gehele zaadmassa heen.. Door het doeltreffend vooraf schoonmaken wordt de toestand voor het met zuur behandelen 20 verbeterd. De voorgaande verbeteringen dragen alle bij aan een opmerkelijk verbeterde en doeltreffende werkwijze voor het met zuur ontpluizen, en een inrichting voor het uitvoeren daarvan, die sneller is, doeltreffender en aanzienlijk minder kostbaar dan de bekende.

De uitvinding kan voor wat betreft bepaalde onderdelen, ver-25 schillende vormen hebben. In plaats van het aanbrengen van het schuim gedurende het roeren van het zaad, kan het schuim b.v. worden aangebracht op het zaad voorafgaande aan het roeren. Dit kan worden gedaan bij een uitvoeringsvorm door het uitspreiden van het vooraf schoongemaakte zaad in een laag of in lagen op een bewegende transportband, 30 en het aanbrengen van het schuim op het bewegende zaad, en het dan samen afvoeren van het zaad en het schuim in roermiddelen voor een regelmatige verdeling.

Bij een andere uitvoering kan een voorkeursplaat zijn aangebracht boven de roertrog of de bewegende band, die de zaden draagt, 35 waarbij een mengsel van zuur en een schuimmiddel druppelt op het bovenoppervlak van de plaat en een stroom lucht onder een lage druk 800 0 7 77 -"19- over dat appervlaK wordt geblazen. Dit produceert schuim, dat onafgebroken naar beneden wordt afgevoerd door de plaat voor aanbrenging op het zaad.

In bepaalde gevallen kunnen het zuur en het schuimmiddel, en 5 indien nodig water, vooraf worden gemengd in een houder, waarbij het mengsel direct wordt geleverd aan de schuiminrichting 55.

Water kan ook worden toegevoegd door b.v. het sproeien daarvan op geroerd zaad voordat of nadat het zuurschuim is aangebracht op het zaad voor het helpen bij de verdeling van het schuim.

10 De uitvinding kan worden uitgevoerd in andere bijzondere vor men zonder de strekking of de essentiële eigenschappen daarvan te verlaten. De onderhavige uitvoeringsvormen moeten derhalve in alle opzichten als illustratief en niet beperkend worden beschouwd, waarbij de omvang van de uitvinding wordt aangegeven door de conclusies in 15 plaats van door de voorgaande beschrijving, waarbij alle veranderingen, die binnen de strekking en de reikwijdte van equivalentie van de conclusies vallen, derhalve worden geacht daardoor te worden om- vat.

80 0 0 7 77

Claims (23)

1. Inrichting voor het ontpluizen van katoenzaad, gekenmerkt door middelen voor het verschaffen van een onafgebroken bewegende massa, te ontpluizen katoenzaad, verder geregelde middelen voor het opwekken van geschuimd zwavelzuur en het aanbrengen van geschuimd 5 zwavelzuur in de zaadmassa tijdens het roeren daarvan voor het verdelen van het schuim door de gehele zaadmassa heen, welk zuur in voldoende mate aanwezig is voor het volledig vernietigen van de pluizen en voldoende water bevat voor het verzekeren van een volledig bevochtigen en verzadigen van de pluizen, en door middelen voor het leiden 10 van het zaad door een werkzaam samenhangend droog-polijststelsel voor het verwijderen van pluis.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het zwavelzuur onafgebroken wordt aangebracht in de zaadmassa, die een positief onafgebroken roeren ondergaat.

3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het bewegen van de zaadmassa volgens een bepaalde baan, en middelen voor het roeren van de bewegende zaadmassa in de baan, waarbij het geschuimde zuur wordt aangebracht op de bewegende geroerde zaadmassa in de baan.

4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de massa bestaat uit een in lengterichting bewegend, in dwarsdoorsnede in hoofdzaak gelijkblijvend bed van het zaad, waarbij het geschuimde zuur in hoofdzaak regelmatig wordt aangebracht langs een vooraf bepaalde lengte van het bed, dat langs deze gehele vooraf bepaalde 25 lengte wordt geroerd.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken en aanbrengen van het geschuimde zuur een middel omvatten voor het mengen van onafgebroken geleverde, afgepaste hoeveelheden zwavelzuur met een werkzame concentratie en een schuim- 30 middel, en het dan in de zaadmassa aanbrengen van het mengsel.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het gekozen afzonderlijk instellen van afgepas- 80 0 0 7 77 .2-1 . te hoeveelheden zwavelzuur en schuimmiddel voor het mengen.

7. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat. middelen zijn aangebracht voor het in het mengsel brengen van lucht of een dergelijk gas onder druk voor het helpen schuimen. 5 8, Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het onafgebroken mengen van afgepaste hoeveelheden water met het zuur en het schuimmiddel voorafgaande aan het aanbrengen.

9·. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat middelen 10 zijn aangebracht voor het vooraf schoonmaken van het zaad voorafgaande aan het aanbrengen van het geschuimde zuur.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de middelen voor het vooraf schoonmaken een middel omvatten voor het leiden van het schoon te maken zaad door een vlamgebied, waarbij althans 15 een gedeelte van de pluizen wordt ontstoken en verbrand.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het zeven van het zaad, dat door het vlamgebied is gegaan.

12. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat lucht 20 wordt bewogen door het vlamgebied in tegenstroom met de zaadbeweging voor het verwijderen van verbrandingsprodukten.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de door het vlamgebied voor het vooraf schoonmaken bewogen lucht daardoor wordt verwarmd, waarbij middelen zijn aangebracht voor het transpor- 25 teren van deze verwarmde lucht in het droog/polijststelsel.

14. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het drogen van het zaad een koker omvatten voor het transporteren van een stroom verwarmde lucht voor het transporteren van het zaad door eerste en tweede cycloonscheiders, welke koker is voor- 30 zien van een kamer voor het weer verwarmen van de lucht tussen het bovenste einde van de eerste cycloonscheider en het onderste einde van de eerste cycloonscheider, waar de zaden zich weer verenigen met de weer verwarmde luchtstroom.

15. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de midde-35 len zijn aangebracht voor het vooraf schoonmaken, welke middelen een 80 0 0 7 77 - 22 - vlamgebied bepalen, door welk gebied de schoon te maken zaden gaan voorafgaande aan de zuurbehandeling, evenals middelen voor het leveren van voorverwarmde lucht aan de droogmiddelen, welke middelen een middel omvatten voor het uit de middelen voor het vooraf schoon-5 maken verwijderen van verwarmde lucht en het leveren daarvan aan de droogmiddelen. IS. Inrichting voor het ontpluizen van katoenzaad, gekenmerkt door middelen voor het tot stand brengen van een toevoer van katoenzaad in een bewegend lichaam met een vooraf bepaalde gewichtssnelheid, 10 door middelen voor het vooraf schoonmaken en het leiden van het zaad door vlambehandelingsmiddelen, waarin althans een gedeelte van de vezels, op het zaad wordt ontstoken en verbrand, en door middelen voor het behandelen van het vooraf schoongemaakte zaad met geschuimd zwavelzuur en- het roeren van het zaad voor het daar doorheen verdelen 15 van het schuim, evenals middelen voor het drogen van het zaad en het verwijderen van de met zuur vernietigde vezels.

17. Inrichting voor het ontpluizen van katoenzaad, gekenmerkt door middelen waarmee geschuimd zwavelzuur wordt opgenomen in een bewegend bed van het zaad, door middelen voor het vooraf conditioneren van het 20 zaad voor de zuurbehandeling door het onderwerpen daarvan aan een vlambehandeling voorafgaande aan het aanbrengen van het zuur, en door middelen voor het transporteren van het zaad na het aanbrengen van het zuur door droog- en polijstmiddelen voor het verwijderen van pluizen.

25 IS. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht waarmee warmte als gevolg van de vlambehandeling, wordt teruggewonnen en geleverd aan de droog- en polijstmiddelen.

19. Werkwijze voor het vooraf conditioneren van katoenzaad voor een behandeling met geschuimd zwavelzuur, gekenmerkt door het onder- 30 werpen van het zaad aan een vlambehandeling voorafgaande aan het opnemen van het geschuimde zuur.

20. Inrichting voor het ontpluizen van katoenzaad, gekenmerkt door middelen voor het verschaffen van een massa te ontpluizen katoenzaad, verder door middelen in een eerste behandelingsfase voor het aanbren- 35 gen van geschuimd zwavelzuur in de zaadmassa en het roeren van de 800 0 7 77 - 23 - zaadmassa voor het verdelenf van het zuur door de gehele zaadmassa, en het dan onderwerpen van de met zuur behandelde zaadmassa aèn het polijsten-drogen, middelen voor het conditioneren van de zaadmassa uit de eerste fase voor een tweede behandelingsfase, en door middelen 5 in de tweede behandelingsfase voor het aanbrengen van geschuimd zwavelzuur in de zaadmassa, het roeren daarvan en het dan onderwerpen daarvan aan het polijsten-drogen.

21. Inrichting volgens conclusie 20, met het Kenmerk., dat middelen zijn aangebracht voor het geKozen omleiden van zaad, dat uit de eer-10 ste behandelingsfase Komt, om de tweede behandelingsfase heen.

22- Inrichting volgens conclusie 21, met het KenmerK, dat middelen zijn aangebracht waarmee.het zaad door een vlambehandelingsgebied wordt geleid voorafgaande aan het binnengaan van de eerste behandelingsfase.

23. Inrichting voor het ontpluizen van katoenzaad, geKenmerKt • door een eerste behandelingsfase, die middelen bevat voor het verschaffen van een geroerd bewegend bed Katoenzaad, verder middelen voor het aanbrengen van geschuimd zwavelzuur in het zaad langs het bed, en middelen voor het door droogmiddelen leiden van het zaad, 20 door een tweede behandelingsfase, die middelen bevat voor het verschaffen van een tweede geroerd bewegend bed van zaad, afgevoerd uit de eerste behandelingsfase, verder middelen voor het aanbrengen van geschuimd zwavelzuur in het zaad langs het t.weede bed, en middelen voor het conditioneren van het zaad voor de droger-polijstermiddelen 25 voor het verwijderen van pluis.

24. WerKwijze voor het ontpluizen van Katoenzaad, geKenmerKt door de stappen van het verschaffen van een bewegende massa te ontpluizen katoenzaad, het aanbrengen van geschuimd zwavelzuur in een eerste behandelingsfase in de bewegende zaadmassa en het roeren daarvan voor 30 het door de gehele massa verdelen van het zuur en het vervolgens onderwerpen van de met zuur behandelde massa aan een polijst-droogbewer-King, het aanbrengen van geschuimd zwavelzuur in de tweede behandelingsfase in zaad, afkomstig van de eerste behandelingsfase, het roeren daarvan en het dan onderwerpen daarvan aan een polijst-droog-35 bewerking. 800 0 7 77 - 2k - \

25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het zaad met vlammen wordt behandeld voorafgaande aan het binnengaan van de eerste behandelingsfase. 80 0 0 7 77