NL8000659A - Inrichting voor het in een keer plaatsen van een groep perspotten in een plantenkwekersbak of dergelijke. - Google Patents

Description

·£ - * N.0. 28.537

Inrichting voor het in één keer plaatsen van een groep perspotten in een plantenkwekersbak of dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in één keer plaatsen van een groep perspotten in een plantenkwekersbak of dergelijke, welke groep overeenkomt met de totale hoeveelheid in de bak op te nemen perspotten, bestaande uit een eerste transportband, 5 waarop de perspotten, gerangschikt in dwars- en langsrijen, worden toegevoerd en uit een tweede transportband, waarop de plantenkwekers-bakken of dergelijke worden toegevoerd.

Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7803261. Hierbij worden plantenkwekersbakken 10 gevoerd naar het einde van de transportband, waarover de perspotten als een aanééngesloten band worden toegevoerd.

Deze perspotten zijn in een pottenpers uit aarde geperst. Na het persen of tegelijk daarmede is in iedere perspot een zaadje of dergelijke aangebracht.

15 Na het aanbrengen van de perspotten in een zgn. plantenkwekers bak, dit is een platte kist, in het algemeen van kunststof, worden de met perspotten gevulde bakken door de plantenkweker opgekweekt tot kleine plantjes.

Daarna worden de bakken vervoerd naar tuinders, die de pers-20 potten met daarin de plantjes uit de bakken halen en in de grond uitzetten.

Het overbrengen van de perspotten in plantenkwekersbakken of in bakken in het algemeen geschiedt in de praktijk veelal met de hand met behulp van een riek. Dit kost veel tijd en is zwaar werk.

25 Er zijn wel pogingen gedaan dit overbrengen te mechaniseren.

Volgens de genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 7803261 bevindt zich aan het einde van de eerste transportband een soort glijbaan, die een groep potten in een plantenkwekersbak laat glijden. De voorste dwarsrij perspotten komt dan aan te liggen tegen een wand 30 van de bak en de bak wordt wegbewogen van de eerste transportband, zodat achtereenvolgens alle dwarsrijen in de bak zakken.

Bij deze inrichting wordt daartoe een soort mes omlaagbewogen achter de achterste dwarsrij van een groep perspotten.

Dit mes beweegt dan in lengterichting van de eerste transport-35 band en schuift de groep perspotten over de glijbaan in de bak.

De perspotten kunnen daarbij in elkaar worden gedrukt, waardoor sommige perspotten beschadigd kunnen worden.

8000659

4 A

De achterste dwarsrijen vallen bovendien over een vrij grote - hoogte omlaag, omdat de wanden van de bak een zekere hoogte hebben. Hier door kunnen perspotten van de achterste dwarsrijen omvallen en eveneens beschadigd worden.

5 De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen, die deze bezwaren mist.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat boven beide transportbanden of dergelijke een loopbaan voor een loopkat is opgesteld voorzien van middelen om de loopkat in horizontale richting te bewegen 10 van een plaats boven de eerste transportband naar een plaats boven de tweede transportband en omgekeerd, en doordat de loopkat aan de onderzijde voorzien is van een opneeminrichting voor de perspotten, die in vertikale richting ten opzichte van het frame van de loopkat beweegbaar is met behulp van daartoe geschikte middelen, welke opneeminrich-15 ting evenwijdige in horizontale richting verlopende strippen of dergelijke bevat, die op een afstand van elkaar zijn opgesteld, welke in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van iedere perspot, waarbij de strippen of dergelijke iets dikker zijn dan de afstand tussen de dwars- en/of langsrijen perspotten.

20 Met deze inrichting worden de perspotten in vertikale richting van de eerste transportband opgenomen, dan in horizontaal verplaatst en in vertikale richting in een bak geplaatst. Beschadiging van de perspotten zal niet optreden, omdat de hele groep in een horizontale laag op de bodem van de bak wordt geplaatst.

25 De uitvinding zal aan de hand van de tekening voor een uitvoerings- voorbeeld nader worden toegelicht, waarin: fig. 1 is een perspektivisch schematisch aanzicht van de inrichting volgens de uitvinding; en fig. 2a t/m 2f tonen de verschillende fazen van het overbrengen.

30 De inrichting volgens de uitvinding bestaat uit een eerste transportband 1 en een tweede transportband 2. Deze transportbanden zijn in dit voorbeeld naast elkaar en evenwijdig aan elkaar opgesteld.

Op een bepaalde plaats boven de transportbanden 1 en 2 zijn rails 3 opgesteld voor een loopkat 4·. Deze loopkat 4· kan met behulp van een 35 zuiger-cilindereenheid 5 bewogen worden tussen twee eindstanden, bepaald door eindschakelaars 6 en 7f of dergelijke.

8000659 _* -3-

In de eindstanden bevindt de loopkat 4 zich boven de transportband 1 of boven de transportband 2.

Aan de onderzijde van de loopkat 4 bevindt zich een horizontale plaat 8 met daaronder evenwijdige strippen 9.

5 In het getekende voorbeeld strekken de strippen 9 zich uit in de bewegingsrichting van de transportbanden 1 en 2. Zij kunnen ook dwars daarop verlopen. Ook is het mogelijk langs- en dwarstrippen toe te passen, zodat een ruitjespatroon ontstaat.

De plaat 8 met de strippen 9 is in vertikale richting beweeg-10 baar ten opzichte van het frame van de loopkant 4. Een zuiger-cilin-dereenheid 10 zorgt voor de vertikale beweging tussen twee eindstanden.

Tussen de strippen 9 zijn uitdrukorganen 11 opgesteld, die weer vertikaal beweegbaar zijn ten opzichte van de plaat 8 en de 15 strippen 9. Ook hiervoor kan op de plaat 8 een niet-getekende zuiger-cilindereenheid zijn aangebracht, die alle uitdrukorganen 11 gelijktijdig omlaag en omhoog beweegt.

De met 12 aangegeven kubusvormige perspotten worden op de transportband 1 toegevoerd vanaf een niet-weergegeven pottenpers of vanaf 20 een opslagplaats.

De perspotten 12 uit aarde worden als een band afgeleverd door de pottenpers, waarbij zij zijn opgesteld in langs- en dwarsrijen los van elkaar. In iedere perspot bevindt zich een zaadje ofdergelijke.

De plantenkwekersbakken, aangegeven met 13, worden aangevoerd 25 op de transportband 2 vanaf een niet-getoonde ontstapelinrichting in de getoonde stand of in een over 90° gedraaide stand.

De transportband 1 is voorzien van een schakelaar 14 en de transportband 2 van een schakelaar 15.

De loopkat 4 bevindt zich bij het begin van de cyclus in de 30 linker eindstand, dus boven de transportband 1. De plaat 8 en de uitdrukorganen 11 bevinden zich in hun bovenste standen. Deze band 1 voert perspotten 12 aan, totdat de voorste dwarsrij aankomt tegen de schakelaar 14, waardoor de band 1 stopt. Afhankelijk van het aantal dwarsrijen, dat past in de bak, beweegt dan een niet-weergegeven mes 35 vertikaal omlaag om de in de bak te plaatsen groep te scheiden van de overige perspotten.De plaat 8 met de strippen komt dan naar omlaag, dus van stand volgens fig. 2a naar 2b.

8000659 > -

De strippen 9 hebben een iets grotere dikte dan de afstanden tussen de langsrijen perspotten 12. De perspotten worden dus enigszins samengedrukt tussen de strippen 9. Verder zijn de benedenranden van de strippen 9 bij voorkeur afgeschuind.

5 De plaat 8 met de strippen 9 bewegen dan omhoog, zie fig. 2c en nemen de groep perspotten 12 mee omhoog'. De loopkat k beweegt dan naar de rechter eindstand, boven de transportband 2, waar inmiddels een plantenkwekersbak 13 is aangekomen tegen de schakelaar 15, waardoor de band 2 is gestopt, zie fig. 2d. De plaat 8 met de strippen 9 10 bewegen dan omlaag in de bak 13, zie fig, 2e. Aan het einde van de neerwaartse beweging komen de uitdrukorganen 11 omlaag, waardoor de perspotten 12 vrij van de strippen 9 komen en terecht komen op de * bodem van de bak.

Bij voorkeur worden echter de strippen 9 tot tegen de bodem van 15 de bak 13 bewogen. De zuiger-cilindereenheid die de strippen 9 beweegt en de zuiger-cilindereenheid, die de uitdrukorganen 11 beweegt, gaan dan in tegengestelde richting even snel in en uit, zodat de perspotten tegen de bodem van de bak blijven gedrukt, wanneer de plaat 8 omhoog beweegt, naar de stand volgens fig. 2f.

20 Door deze laatste voorziening treedt bij het vullen van de bak geen enkel vallen van de perspotten op, waardoor de kans op beschadiging nog verder afneemt. De cyclus wordt dan herhaald.

Na het terugtrekken van de strippen 9 zullen de perspotten weer enigszins expanderen in zijdelingse inrichting en hun oorspronkelijke 25 vorm weer innemen.

Er zijn allerlei veiligheden ingebouwd, wanneer geen bak 13 tegen de schakelaar 15 aanligt, dan wordt ook de neerwaartse beweging van de perspotten niet ingeleid, enzovoort.

Vanzelfsprekend kan de uitvinding ook worden gebruikt om pers-30 potten in iedere willekeurige bak te plaatsen.

8000659

Claims (6)

1. Inrichting voor het in één keer plaatsen van een groep perspotten in een plantenkwekersbak of dergelijke, welke groep overeenkomt met de totale hoeveelheid in de bak op te nemen perspotten, bestaande uit een eerste transportband of dergelijke, waarop de perspotten als een 5 band, gerangschikt in dwars- en langsrijen, worden toegevoerd vanaf een pottenpers en uit een tweede transportband of dergelijke, waarop de plantenkwekersbakken of dergelijke worden toegevoerd, met het kenmerk , dat boven beide transportbanden of dergelijke een loopbaan voor een loopkat is opgesteld, voorzien van middelen om de loopkat 10 in horizontale richting te bewegen van een plaats boven de eerste transportband naar een plaats boven de tweede transportband en omgekeerd, en dat de loopkat aan de onderzijde voorzien is van een opneeminrichting voor de perspotten, die in vertikale richting ten opzichte van het frame van de loopkat beweegbaar is met behulp van daartoe geschikte middelen, welke 15 opneeminrichting evenwijdige in horizontale richting verlopende strippen of dergelijke bevat, die op een afstand van elkaar zijn opgesteld, welke in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van iedere perspot, waarbij de strippen of dergelijke iets dikker zijn dan de afstand tussen de dwars- en/of langsrijen perspotten.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het k en merk, dat de strippen of dergelijke zich uitstrekken in de bewegingsrichting van de transportbanden.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tussen de strippen of dergelijke uitdrukorganen zijn 25 opgesteld, die in vertikale richting ten opzichte van de strippen of dergelijke beweegbaar zijn.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat bij het weer omhoogbewegen van de strippen of dergelijke, de uitdrukorganen met dezelfde snelheid ten opzichte van de strippen omlaag be- 30 wogen worden.

5. Inrichting volgens conclusie 1,2,3 of 4,met het kenmerk, dat de transportbanden of dergelijke naast elkaar en evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld, en dat de loopbaan voor de loopkat dwars boven de beide transportbanden of dergelijke is opgesteld.

6. Inrichting volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een vertikaal beweegbaar mes of dergelijke aanwezig is, dat telkens een groep perspotten afscheidt van de rest van de perspotten. 8000659