NL7920154A - - Google Patents

Description

7 S 2.0 1'

Centrifugaalscheider met neerwaartse stroom.

De uitvinding hangt samen met het Amerikaanse octrooischrift 4.017.275.

Achtergrond van de uitvinding.

De uitvinding heeft betrekking op een gasvloeistof scheider 5 van het centrifugaal soort. Tot nu toe treedt bij schelders van deze soort het mengsel van gas en meegevoerde vloeistof binnen in een lageyleel van het vat en stroomt omhoog terwijl de vloeistof afscheidende processen plaats hebben. Problemen bij deze soort inrichtingen treden op in bepaalde situaties waarbij het moeilijk is 10 om de afgescheiden vloeistof aan de top van het vat in staat te stellen om vrij omlaag te stromen naar de bodem alwaar het kan worden verwijderd. Deze moeilijkheid wordt veroorzaakt door drukvallen welke het normaal omlaag stromen van de vloeistof tegenwerken, zoals bijvoorbeeld wanneer een hoog gelegen afscheidend 15 gedeelte een lagere druk heeft dan de toegang of een lagerdeel.

Deze lagere druk heeft de neiging om de vloeistof in de hogere delen te houden en middelen dienen gevonden te worden om de drukval welke over de scheider wordt geschapen in evenwicht te brengen met de hydrostatische druk welke beschikbaar is voor de vloeistof 20 om omlaag te stromen.

Samenvatting van de uitvinding.

De uitvinding lost de problemen op welke tot nu toe samenhingen met bekende toestellen door toepassen van een opstelling voor neerwaarts stromen waarbij de vloeistof en het gas gelijktijdig 25 met elkaar verplaatst worden. Dit wordt bereikt in een centrifugaal-scheidingsproces waarbij de scheiding primair een functie is van centrifugaalkrachten en niet van gewicht.

Deze en andere doeleinden van de uitvinding zullen blijken door lezen van de verdere aanvrage en conclusies en bijgaande teke-30 ningen.

\ M20154 2

De uitvinding is gericht op een in hoofdzaak vertikaal opgestelde cilindervormig huis welke aan zijn top en bodem gesloten is en door dwarswanden gescheiden is in drie kamers, een top kamer, een centrale kamer en een bodem kamer. De neerwaartse pijp voor de 5 aanvankelijk gescheiden vloeistof reikt vanaf de top kamer naar de bodem kamer. Een tweede neerwaartse pijp vooraf gescheiden vloeistof reikt vanaf de centrale kamer naar de bodem kamer. Een door een drijver bestuurde vloeistofuitlaat reikt vanaf de bodem kamer welke ook voorzien is van een gasuitlaat. Een axiale buis reikt vanaf de 10 top kamer naar de bodem kamer en is voorzien van een bovenste en een onderste gedeelte welke een weinig van elkaar liggen om een spleet te vormen waarbij de spleet is gelegen in het bovenste deel van de centrale kamer. Een tangentiale of centrifugale kracht wordt uitgeoefend op het aangevoerde gas- vloeistofmengsel in de 15 top kamer waardoor een vortex binnen de axiale pijp wordt geschapen. In de top kamer gescheiden vloeistof komt omlaag door de neerwaartse p^p in de centrale kamer en vervolgens naar de bodem kamer langs een tweede neerwaartse pijp. Gas en meegevoerde vloeistoffen binnen het vortex gedeelte stromen omlaag door de axiale buis waar-20 bij de hierin aanwezige vloeistoffen migreren naar de inwendige oppervlakken van de buis en worden gescheiden bij de spleet in de centrale kamer. Het overblijvende gas en meegevoerde vloeistof, indien aanwezig, wordt gevoerd in de onderste kamer tegen een kegelvormig schot, waarvan de top axiaal beneden het ondereinde van de 23 axiale buis is gelegen. Een dwarse plaat en een roosterconstructie beneden de kegel breken de vortex werking op. Het vloeistof niveau wordt geregeld en bedient toestellen, dat wil zeggen kleppen en pompen, om overmaat vloeistof af te voeren. Gereinigd gas wordt uit de bodem kamer afgevoerd.

Fig. 1 is een vertikale dwarsdoorsnede van de uitgevonden scheider.

Fig. 2 is een doorsnede langs de lijn 2-2 van fig. 1.

Fig. 3 is een aanzicht in perspectief van een toestel voor snelle rotatie in de axiale buis.

25 Fig. 4 is een gedeeltelijke doorsnede van een gewijzigde # 7920154 3 vorm van de spleet in de axiale buis.

Fig. 5 is een doorsnede langs de lijn 5-5 van fig. 1.

Voordat de huidige uitvinding in detail zal worden uiteengezet, is het duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is in zijn 5 toepassing op de details in constructie en opstelling van onderdelen als aangegeven in de bijgaande tekening, aangezien bij de uitvinding andere uitvoeringsvormen mogelijk zijn en kunnen worden toegepast of uitgevoerd οχ;> verschillende wijzen, ook is het duidelijk dat de hier gebruikte therminologie dient als beschrijving 10 en niet als beperking.

Met betrekking tot de tekening en in het bijzonder op fig.

1, is de scheider 10 samengesteld uit een vertikaal opgestelde cilindervormig huis 12 welke gesloten is aan zijn top 14 en bodem 16. Het huis steunt op een basis 18. Het inwendige van de scheider 15 is verdeeld door dwarswanden 17 en 19 om een top kamer 20, een centrale kamer 22 en een bodem kamer 24 te vormen. Een eerste neerwaarts pijp 26 reikt in aansluiting met de top kamer 20 in de bodem kamer 24. Een tweede neerwaartse pijp 28 reikt in aansluiting met de centrale kamer 22 in de bodem kamer 24. Een axiale buis, algemeen 20 aangeduid door 30, omvat een bovenste deel 32 en een onderste deel 34 gescheiden in het bovenste deel van de centrale kamer 22 door een spleet 36. Hoewel de axiale buis getekend is met dezelfde inwendige diameter, omvat een gewijzigde uitvoeringsvorm volgens / fig. 4 een lagerdeel 34a met een kleinere inwendige diameter dan / 25 het bovenste deel 32. Kruislingse draagorganen 37 houden de bovenste en onderste delen op de getekende wijze vast.

Een door het vloeistof niveau, dat wil zeggen door een drijver bediende stuurinrichting 40 handhaaft een in hoofdzaak constant niveau van gescheiden vloeistof 41 in de bodem kamer, waarbij over-30 maat vloeistof wordt verwijderd door een willekeurig middel 42 voor verwijderen van vloeistof.

Het te scheiden mengsel van gas en vloeistof stroomt via de pijp 50 hetzij tangentiaal in de top kamer 20, of zoals getekend, wekt een schot 52 een cirkelvormige beweging op in het mengsel van 35 gas en vloei-stof. Een toestel 54 voor snelle draaiing binnen het i 7920154 4 bovengedeelte 32 van de axiale buis draagt bij tot de vortex beweging hierin. In de onder kamer 34 is de kegel 60 opgesteld op een dwarsplaat 62 welke op zijn beurt steunt op een rooster 64 onder de uitgang van het lagere deel 34 van de axiale buis. Een uitgang 5 68 voorafgescheiden gas is aangebracht in het bovenste deel van de bodem kamer 24.

Bij gebruik komen gas en meegevoerde vloeistof binnen langs de buis 50 en, afgebogen door het schot 52, wekken een centrifugaal beweging op in het mengsel van gas en vloeistof in de top 10 kamer 20. Deze beweging vormt een vortex waarbij vloeistof buitenwaarts wordt geworpen alwaar het vanaf de top kamer wegstroomt door de eerste omlaag reikende pijp in de bodem kamer 24. De door het gas gevormde vortex kan worden versterkt voordat het de axiale buis 30 binnenstroomt door een toestel 54 voor snelle draaiing. De 15 vortex in het bovenste deel 32 van de axiale buis doet de meegevoerde vloeistof migeren naar het inwendige oppervlak van de axiale buis waar de .vloeistof wordt af geroomd aan de spleet 36 in de centrale kamer 22. De zich in de centrale kamer 22 verzamelende vloeistof stroomt vervolgens door de tweede neerwaartse pijp 28 in de 20 bodem kamer 24. Het gas gaat voort met stromen door het lagere deel 34 van de axiale pijp welke aanwezig is in de bodem kamer naar de kegelvormige schot 60 waar de vloeistof wordt verzameld door hiertegen te botsen. De vloeistof gaat voort met stromen over de dwarsplaat 62 en stroomt in het vloeistofgedeelte van de bodem 25 kamer 24. De roostervormige drager 64 onder de dwarsplaat 62 draagt bij in het opbreken van de vortex om een rustgevende kamer de vormen waarin het vloeistof niveau stuurtoestel 40 kan werken om verwijdermiddelen 42 te bedienen.

Terwijl de uitvinding beschreven is met bepaalde nauwkeurig-30 heid, is het duidelijk dat vele veranderingen kunnen worden gemaakt in de details van de constructie en de opstelling van de onderdelen zonder de kern en de gedachte van deze aanvrage te verlaten. Het \is duidelijk dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier aangegeven uitvoeringsvormen welke sledis£lienen als voorbeeld, maar 35 slechts is beperkt door de reikwijdte van de bijgaande conclusies 7% 2 O 1 5 4 5 met inbegrip van het volledige bereikt van equivalentie waaraan elk element of onderdeel daarvan recht op heeft.

ff! w 7820154

Claims (5)

1. Centrifugaalscheider voor het scheiden van vloeistof van gas, voorzien van een vertikaal georiënteerd cilindervormig huis 5 met een top en een bodem, waarbij het huis gescheiden is door dwars-wanden in drie kamer, een top kamer, een centrale kamer en een bodem kamer, een eerste neerwaartse pijp voor gescheiden vloeistoffen vanaf de top kamer naar de bodem kamer, een tweede neerwaartse pijp voor gescheiden vloeistof vanaf de centrale kamer naar de 10 bodem kamer, een axiale buis'teikend van de top kamer in de bodem kamer, waarbij de axiale buis gevormd is door twee delen, een bovenste en een onderste deel welke een weinig op afstand van elkaar zijn gelegen om een spleet te vormen welke is gelegen in het bovenste deel van de centrale kamer, door het vloeistof niveau bediende 15 klep voor het verwijderen van vloeistof uit een lagerdeel van de bodem kamer, gekenmerkt door middelen voor het opwekken van een cirkelvormige stroom van het vloeistof- en gasmengsel in de top kamer voor het opwekken van een vortex binnende axiale buis, middelen waardoor de vloeistof eerst wordt gescheiden naar de buitenkant 20 van de top kamer om omlaag te stromen naar de bodem kamer via de eerste neerwaartse pijp, en waardoor in de axiale buis meegevoerde vloeistof in hoofdzaak wordt verwijdefd via de spleet en vloeistof in de centrale kamer wegstroomt via de tweede neerwaartse pijp naar de bodem kamer, een kegelvormig schot opgesteld in de bodem kamer 25 waarbij de top van het schot axiaal onder het ondereinde van de axiale buis is gelegen en de bodem van de kegel een geringere diameter heeft dan de diameter van de bodem kamer en een gasuitlaat in een hoger deel van de bodem kamer.

2. Scheider volgens conclusie 1, gekenmerkt door een dwarse 30 roosterconstructie waarop de bodem van de kegel steunt.

3. Scheider volgens conclusie 2, gekenmerkt door een dwarse V1· ïj plaat tussen de roosterconstructie en de bodem van de kegel, f A.. Scheider volgens conclusie 1, gekenmerkt door een toestel ·- voor snelle iraaiing..in het. bovenste deel van de axiale buis.

5. Scheider volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het lagere 7920154 deel van de axiale buis een kleinere inwendige diameter heeft dan het hogere deel. é ] ,1

79. Q154