NL7907900A - Bedieningshefboom voor een sanitaire waterkraan. - Google Patents

Description

- 1 - flv 8513

Bedieningshefboom voor een sanitaire waterkraan.

De uitvinding heeft "betrekking op een "bedieningshefboom voor een sanitaire waterkraan, zoals speciaal "bij zogenaamde meng-batterijen gebruikelijk. Bij dergelijke mengbatterijen voor bedie-5 ning met één ehkele hefboom,· wordt gewoonlijk met één hand respek-tievelijk met één hefboom zowel de hoeveelheid als de temperatuur van het af te leveren water ingesteld. Voor de temperatuurinstel-ling wordt de hefboom gezwenkt. Bij dwarsbeweging verandert de wa-terhoeveelheid.

10 Voor de bedienïngshefbomen zijn er allerlei uitvoeringsvor men bekend. Deze hebben alle gemeen, dat de hefboomoppervlakken glad, dat wil zeggen niet stroef zijn.

Er zijn reeds bedieningshefbomen bekend, waarvan het vrije * eindbereik wordt gevormd door een dwars op de zwenkrichting van de 15 hefboom geleidelijk dikker wordende verdikking. Het hefboomeinde is daarbij praktisch ribvormig uitgevoerd. Verbetering van de stroefheid kan echter met een dergelijke uitvoering niet worden bereikt. Daar komt nog bij, dat de dwars op de zwenkrichting gerichte, rib-vormige verdikking met dienovereenkomstig hoge zij flanken de ge-' 20 bruiker er eerder toe brengen, de hefboom tussen duim en wijsvinger links en rechts, dat wil zeggen van opzij aan te vatten. Bij een op deze wijze bediende hefboom zijn in de eerste plaats de hefboom-bewegingen voor de instelling van de hoeveelheid niet goed te beheersen, omdat, men met natte en zepige handen gemakkelijk van de 25 zijflanken af kan glijden.

Voorts zijn er bedieningshefbomen bekend, welke aan hun vrije kopzijde zijn voorzien van een dwars op de hefboomlangsas aangebracht buisstuk of dergelijke, met vlakke kopzijdên. Ook bij deze uitvoering krijgt men de neiging, de hefboom via de zijvlakken van 30 het buisstuk op dezelfde, ongemakkelijke wijze te bedienen.

Ook zijn er reeds bedieningshefbomen bekend, welke aan hun vrije einde zijn voorzien van een aan de achterzijde aangebrachte randveröikking, welke dwars op de hefboom-langsas verloopt en praktisch onzichtbaar is. Deze kan de gebruiker geen zichtbare hulp 790 7 9 00 % - 3 - \ ook niet wanneer het uitvoeringen betreft, waarbij aan de hefboom-einden randverdikkingen zijn aangebracht, aangezien deze zich aan de hefboomachterzijde bevinden, dat wil zeggen niet goed in het oog vallen. Zelfs wanneer dergelijke randverdikkingen echter aan de hef-5 boomvoérzijde zouden zijn aangebracht, zouden zij nauwelijks als voor de oriëntering bruikbare, zichtbare hulp bij de bediening geschikt zijn, omdat zij van het hefboomoppervlak nauwelijks zichtbaar afsteken en daarenboven eerder het vrije hefboomeinde markeren, dan een aanwijzing voor de bediening te kunnen geven. Weliswaar 10 zijn er ook. reeds bedieningshefbomen bekend, welke aan hun voörzij— de gootvormige of dergelijke verdiepingen in de langsrichting bevatten, doch dergelijke verdiepingen verhogen nauwelijks de stroefheid, omdat zij door de betrekkelijk geringe wanddikte van de be-.dieningshefboom dienovereenkomstig ondiep zijn, terwijl zij ander-15 zijds min of meer, slechts nauwelijks opvallende versieringen vormen, waardoor zij de gebruiker er evenmin toe uitnodigen, hiervan als oriënteringshulp voor het op de meest doelmatige wijze aanvatten van de hefboom gebruik te maken. Een zekere hulp kunnen tot dusverre praktisch sléchts hefbomen bieden, waarvan het vrije eindbe- -20 reik dwars op de zwenkrichting geknikt en afgeplat is. De gebruiker heeft hier dan e'chter de neiging, dergelijke bedieningshefbomen slechts in dit eindbereik aan te vatten, waardoor de hefboombewe-gingen en speciaal de zwenkbevegingen minder goed beheerst kunnen worden. Door de knikplaats van de bedieningshefboom worden verdere 25 hefboombereiken van de hefboom voor de bediening gewoonlijk niet méde gebruikt, aangezien de knikplaats als storend wordt gevoeld.

Daar komt nog bij, dat deze plaats aan het aanzien van de bedieningshefboom afbreuk doet. Soortgelijke bezwaren hebben bedieningshefbomen, welke aan hun vrije eindbereik verbreed en afgeplat 30 zijn.

Doel van de uitvinding is nu, de in het voorgaande geschetste bezwaren te ondervangen met een bedieningshefboom voor een sanitaire waterkraan, welke er praktisch volledig glad en zonder verspringingen en slank uitziet en rechtlijnig kan zijn uitgevoerd, 7907900 - 2 - 9 y bieden ter oriëntering voor gemakkelijke bediening van de bedie-ningshefboom.

Sr zijn ook bedieningshefbomen bekend, welke aan hun vrije kopzijde van een kogel of bol zijn voorzien. De diameter hiervan 5 is groter, dan de hefboombreedte. Bij deze uitvoeringen wordt voor de bediening van de hefboom dikwijls slechts de bol tussen duim en wijsvinger aangevat. De hefboombewegingen kunnen echter op deze wijze niet optimaal beheerst worden.

Bovendien zijn er metalen bedieningshefbomen bekend, welke 10 over een groot deel van hun lengte zijn omgeven door een kunststof— huls. Een dergelijke voor aanvatten bestemde huls is echter minder goed schoon te houden en betrekkelijk kostbaar.

Opgemerkt dient in dit verband te worden, dat aldus uitgevoerde bedieningshefbomen een aanzienlijk minder fraai aanzien ver-15 krijgen, dat wil zeggen esthetisch duidelijk minder bevredigen, dan bedieningshefbomen welke in hoofdzaak slank en glad en zonder ver-. springingen uitgevoerd zijn. Nadelig bij deze slechts minder stroeve hefbomen is, dat zij de gebruiker onvoldoende oriënteringshulp bieden, hoe de hefboom voor gemakkelijke bediening moet worden aange-20 vat.

Ih de praktijk is gebleken, dat gemakkelijke bediening van minder stroef uitgevoerde hefbomen mogelijk is, wanneer men die hefbomen aan hun voorzijde met de duim en aan hun achterzijde met een of een aantal vingers over een groter deel van de lengte aanvat.

25 Bij aan hun voorzijde van een ribvormige verdikking voorziene be-dieningshefboom zou een dergelijke bediening onlogisch zijn, wanneer men veronderstelt dat de verdikking de gebruiker er toe zou brengen, de bedieningshefboom op de voorgeschreven wijze aan te vatten. Men sou namelijk gemakkelijk met de duim van het schuine ge-30 déelte kunnen af glijden. Bij bedieningshefbomen, die aan hun vrije kopzijden buisstukken, cilinderstukken, kogels, bollen of dergelijke bevatten heeft de gebruiker de neiging, slechts deze delen voor de hefboombediening te gebruiken, zonder de feitelijke hefboom voor de bediening mede aan te vatten. In elk geval nodigen de bekende 35 uitvoeringen de gebruiker niet duidelijk tot juist gebruik uit, 7907900 r > - k - doch voor de gebruiker niettemin een duidelijke oriënteringshulp biedt, hoe hij de bedieningshefboom zo doelmatig mogelijk dient aan te vatten, om de hefboombewegingen gemakkelijk en betrouwbaar te kunnen beheersen.

5 Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding op voordeel bie dende wijze in hoofdzaak bereikt, doordat de bedieningshefboom aan zijn voorzijde is voorzien van een of een aantal zich ten minste door hun kleur als blikvanger onderscheidende aanvat-markeringen.

Bij een aldus uitgevoerde bedieningshefboom verkrijgt deze 10 een praktisch lijstvormig aanzien, waardoor de gebruiker gedwonge-nerwijs de neiging heeft, de hefboom aan zijn voorzijde met de duim en aan de achterzijde met één of een aantal vingers over een groter deel van zijn lengte aan te vatten.

Overeenkomstig een nadere uitwerking volgens de uitvinding 15 vormt de aanvat-markering een aan de voor- en/of achterzijde van de bedieningshefboom uitstekende verhoging. Op deze wijze verhoogt die aanvatmarkering tevens de stroefheid.

Overeenkomstig een verdere, nadere bijzonderheid volgens de uitvinding is de verhoging uitgevoerd als een op de wijze van een 20 knop van het oppervlak van de bedieningshefboom uitstekende verhoging, waarvan de diameter geringer is, dan de breedte van de bedieningshefboom, en welke knop bestaat uit een afzonderlijk element, dat in een uitsparing 6f in een gat van de bedieningshefboom door middel van een ligplaatsklem- of kleefverbinding al dan niet recht-25 streeks - in het laatste geval met tussenvoeging van een bus -vastgehouden wordt.

Een extra verbetering van de stroefheid wordt, overeenkomstig nog een andere bijzonderheid volgens de uitvinding, op eenvoudige wijze bereikt, wanneer het element zodanig gedimensioneerd 30 en in het gat aangebracht wordt, dat het aan weerszijden van dat gat ten opzichte van het oppervlak van de bedieningshefboom uitsteekt.

Voorts wordt volgens de uitvinding voorgesteld, het element op de wijze van een drukknop uit te voeren en er een gewelfde, of 35 bolvormige gedaante aan te geven. Gebleken is, dat een dergelijke 7907900 Λ - 5 - uitvoering enerzijds snelle en betrouwbare montage mogelijk maakt, terwijl anderzijds de stroefheid wordt verhoogd, zonder bij de bediening als storend te worden gevoeld.

Overeenkomstig een verdere bijzonderheid volgens de uitvin-5 ding heelt het element respektievelijk het uitsteeksel een oppers, vlakprofiel als een geslepen diamant, hetgeen zeef in het oog lopend gebleken is en de stroefheid nog verder verhoogt.

Volgens verdere, andere uitwerkingen overeenkomstig de uitvinding is het uitsteeksel respektievelijk het element in het vrije· 10 eindbereik van de bedieningshefboom aangebracht, vervaardigd uit doorschijnend kunststofmateriaal of glas en als loupe uit gevoerd.

Een dergelijke uitvoering vormt in bijzondere mate een "blikvanger”.

De loupe doet, overeenkomstig een voorstel volgens de uitvinding, tevens dienst voor het opnemen van bijvoorbeeld een aanduiding van 15 de firma. Voor dit doel is die loupe, volgens een verdere bijzonderheid overeenkomstig de uitvinding, samengesteld uit een tweetal helften waartussenin zich de firma-aanduidlng bevindt.

Een volgens de uitvinding uitgevoerde bedieningshefboom levert bij de vervaardiging geen moeilijkheden op. De ermee gemoeide 20 kosten zijn betrekkelijk laag. Bedieningshefbomen die zijn uitgerust met volgens de uitvinding voorgestelde aanvat-markeringen verbeteren bovendien de esthetische werking in niet onaanzienlijke mate, aangezien zij een bijzondere, in het oog lopende werking hebben.

25 De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, waarin uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding, een tweetal uitvindingsvormen overeenkomstig de uitvinding is weergegeven, nog nader worden toegelicht.

Fig. 1 is een vooraanzicht van een aan de wand hangende met 30 een enkele hefboom te bedienen mengbatterij, waarbij die hefboom is voorzien van een gat voor het opnemen van een bolvormig element; fig. 2 is een bij fig. 1 behorend zijaanzicht; fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 1; fig. U is eveneens een vcoraanzicht van een bedieningshef-35 boom met een gat voor het opnemen van een element 7907900 * / ~................ ........- β·- overeenkomstig een andere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding; fig. 5 is een "bij fig. U behorend zijaanzicht; en fig. 6 is een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. b.

In de tekening is met het verwi j zingscijfer 1 een mengbat-5 terij en met het verwijzingscijfer 2 een daar bij behorende, enkelvoudige bedieningshefboom aangegeven. Deze hefboom 2 is aan zijn voorzijde voorzien van een zich door zijn kleur als blikvanger onderscheidende aanvat-markering 3, welke een aan de voor- en eventueel ook aan de achterzijde van de bedieningshefboom 2 uitstekende 10 verhoging vormt. De door de markering 3 gevormde verhogingen zijn als knopaehtig buiten, het oppervlak van de bedieningshefboom 2 uitstekende verhevenheden gevormd, waarvan de diameter geringer is, dan de breedte van de bedieningshefboom 2. De uitsteeksels 3 worden door een apart element gevormd, dat in een gat U van de bedienings-15 hefboom 2 al dan niet rechtstreeks vastgehouden wordt en op de wijze van een drukknop is uit gevoerd. Het element bestaat uit doorschijnend kunststofmateriaal of glas. De uitsteeksels 3 zijn gewelfd uitgevoerd.

Bij de eerste uitvoeringsvorm - volgens de figuren 1 -'3 -20 bestaat het element uit een kogel of bol, die rechtstreeks in het gat b door middel van een ligplaats- of klemverbinding wordt vastgehouden. Zoals uit de tekening blijkt is de kogel zodanig bemeten en aangebracht ,.·dat deze aan. weerszijden van het gat b ten opzichte van het oppervlak van de bedieningshefboom 2 uitsteekt en aldus 25 een tweetal uitsteeksels 3 vormt. De kogel is als loupe uitgevoerd en onderverdeeld in twee helften, waartussenin zich een firma-aanduiding 5 bevindt.

Bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld - volgens de figuren U — 6 — is het element eendelig uitgevoerd en wordt, met tussenvoe-30 ging van een schotel vormige bus 6, in het gat U vastgehouden. Zoals uit de tekening blijkt vormt het element slechts aan de vóorzijde van de hefboom 2 een gewelfd uitsteeksel 3, waarvan het oppervlak de gedaante heeft van een geslepen diamant.

Zoals reeds opgemerkt, vormen de weergegeven en in het voor-35 gaande beschreven uitvoeringen slechts voorbeelden voor het 7807900

V

- T - realiseren van de.uitvindingsgedaclate en is de uitvinding niet tot deze uitvoeringsvormen beperkt. Veeleer zijn er, binnen het kader van de uitvindingsgedachte, vat betref inrichting en uitvoering van de aanvat-markeringen tal van andere mogelijkheden.

7907900

Claims (14)

1. Bedieningshefboom voor een sanitaire waterkraan, met het kenmerk, dat die hefboom aan zijn voorzijde is voorzien van êén of een aantal, ten minste door hun kleur als blikvanger afstekende 5 aanvat-markeringen (3).

2. Bedieningshefboom volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aanvat-markering (3) een aan de vóór- en/of achterzijde van de hefboom (2) uitstekende verhoging vormt.

3. Bedieningshefboom volgens conclusies . 1. en 2, met het ken-10 merk, dat de verhoging (3) is uitgevoerd als een, zich op de wijze van een knop van het oppervlak van de bedieningshefboom (2) verheffend uitsteeksel. . b. Bedieningshefboom volgens tenminste een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat de diameter van het knopachtige uit-15 steeksel (3) geringer is, dan de breedte van de bedieningshefboom (2).

5· Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat het.uitsteeksel (3) bestaat uit een afzonderlijk element, dat in een uitsparing of gat (!+) van de be-20 dieningshefboom (2) al dan niet rechtstreeks vastgehouden wordt.

6. Bedieningshefboom volgens tenminste eón der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat het element (3)”met de uitsparing respektievelijk het gat (U) in een ligplaats- of klemverbinding verkeert. 25 7· Bedieningshefboom volgens tenminste een der conclusies 1 - 5s met het kenmerk, dat het element (3) in de uitsparing respektievelijk het gat (U) door middel van een kleefverbinding vast-géhouden wordt.

8. Bedieningshefboom volgens tenminste een der voorgaande con- 30 clusies, met het kenmerk, dat het element (3) met tussenvoeging van een bus (6) in de uitsparing respektievelijk in het gat (U) vastgehouden wordt. 7907900 V - 9 -

9· Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat het élement (3) zodanig gedimensioneerd en in het gat (k) aangebracht is, dat het aan weerszijden van het gat (¼} ten opzichte van het oppervlak van de bedieningshef-5 boom (2) uitsteekt.

10. Eedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het element (3) op de wijze van een drukknop uitgevoerd is.

11. Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (3) gewelfd uitgeveerd is.

12. Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het element (3) bolvormig uitge-voerd is. 15 13- Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (3) respektievelijk het element een oppervlakprofiel als een geslepen diamant heeft, ik. Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (3) respektieve-20 lijk het element uit doorschijnend kunststofmateriaal of glas gevormd is.

15. Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande _ conclusies, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (3) respektievelijk het element als loupe uitgevoerd is.

16. Bedieningshefboom volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat die loupe (3) dienst doet voor het opnemen van een aanduiding, of kentekening (5)·

17. Eedieningshefboom volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat die loupe (3} is samengesteld uit twee helften, waartussenin 30 zich de aanduiding of kentekening (5) bevindt.

18. Bedieningshefboom volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (3) respektievelijk het element in het vrije eindbereik van de bedieningshefboom (2) aangebracht is. 7907900