NL7907250A - Objectaanstuurstelsel. - Google Patents

Description

*· i ΪΓ.Ο. 27-588 1 .+

Objectaanstuurstelsel.

De uitvinding heeft betrekking op een objectaanstuurstelsel omvattende een central^ètuureenheid, een hoogfrequent zendgenera-tor, een aanstuursehakeleenheid, een aantal stralers voor hoogfrequente straling en een aantal op afstand van de stralers zich 5 bevindende aanstuureenheden die elk bij een te controleren object behoren. Dergelijke objeetaanstuurstelsels zijn in de praktijk bekend.

Bij een dergelijke objeetaanstuurstelsels wordt er vanuit de hoogfrequente zendgenerator hoogfrequente energie via de aan-10 stuurschakeleenheid toegevoerd aan een aantal stralers. Deze stralers zenden wanneer zij aangestuurd worden hoogfrequente stralingsenergie uit naar een aantal op afstand van de stralers zich bevindende aanstuureenheden. De door de aanstuureenheid ontvangen hoogfrequente straling zal na overschrijding van de detectiedrempel 15 een reactie teweeg brengen in de aanstuureenheid, waarop deze zijn vooraf opgedragen taak zal uitvoeren.

Een in de praktijk veelvuldig optredend probleem is de over-spraak van hoogfrequente energie tussen de stralers. Deze over-spraak kan in de aanstuursehakeleenheid optreden of tussen de stra-20 Iers als gevolg van het feit dat de stralers zich te dichtbij elkaar bevinden. Door een goede plaatsing van elke straler ten opzichte van de andere kan deze laatste oorzaak van overspraak vermeden worden.

Een selectief objectaanstuurstelsel wordt toegepast om een 25 eenduidige aansturing te verkrijgen en om zo nodig een objeetplaat sbepaling te kunnen maken. Vanneer nu door overspraak of om andere redenen in de centrale aanstuursehakeleenheid de maximaal beschikbare hoogfrequente energie voor een geselecteerde straler verminderd wordt doordat een gedeelte van de hoogfrequente sig-30 naalenergie op andere stralers terecht komt, afhankelijk van de afstand, aansturing plaatsvinden van een aanstuureenheid welke zich tegenover een niet-geselecteerde straler bevindt.

Een dergelijke overspraak kan vermeden worden door een volstrekt eenduidig selecterende aanstuursehakeleenheid tóe te passen 35 of door een onveilige zone rond elke straler in acht te nemen. De laatste maatregel is in vele gevallen niet bruikbaar vooral wanneer de aanstuureenheden verplaatsbaar zijn.

790 72 5 0 r * 2

De mate van overspraak is afhankelijk van de hoeveelheid door de hoogfrequente zendgenerator via de aanstuursehakeleenheid toe-gevoerde hoogfrequente energie, welke hoeveelheid afhankelijk is van de vermogensinstelling van de hoogfrequent zendgenerator. De 5 aanstuurafstand, dat wil zeggen de afstand tot de straler waarbinnen de aanstuureenheid door overschrijding van zijn detectiedrempel door het binnengekomen signaal geactiveerd kan worden hangt af van de vermogensinstelling van de hoogfrequent zendgenerator. De overspraak vindt gewoonlijk plaats tijdens de schakelwerking in de 10 aanstuursehakeleenheid, daar hoogfrequente energie moeilijk geschakeld kan worden. Slechts met behulp^an een gecompliceerde en omvangrijke aanstuursehakeleenheid kan een volledige ontkoppeling van de geselecteerde straler ten opzichte van de andere niet-ge-selecteerde stralers verkregen worden, met behulp van bijvoor-15 beeld coaxiaal schakelaars.

De uitvinding beoogt nu echter een objectaanstuurstelsel te verschaffen welke voorzien is van een zeer eenvoudige en compacte aanstuursehakeleenheid waarmede toch een volstrekt eenduidige aansturing en een bepaalde aanstuurafstand bij toepassing van 20 maximaal toelaatbare hoogfrequentie energie verkregen wordt.

Dit wordt bij een o.bjectaanstuurstelsel van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding aldus bereikt doordat de hoogfrequente zendgenerator een instelbare vermogensinstelling, en elke aanstuureenheid een instelbare detectiegevBligheid heeft; 25 waarbij elke straler daarop voorzien is van een uitschakelorgaan; en waarbij de aanstuursehakeleenheid in zijn schakelwerking in combinatie met de uitschakelorganen van de stralers zodanig uitgevoerd is dat op één tijdstip in hoofdzaak slechts één geselecteerde straler hoogfrequente energie toegevoerd krijgt, terwijl de 50 uitschakelwerking van het bij deze straler behorende uitschakelorgaan opgeheven wordt, en de niet-geselecteerde stralers door de gehandhaafde uitschakelwerking van hun uitschakelorganen gesmoord zijn.

Bij de uitvoering volgens de uitvinding van het objectaanstuurstelsel zal derhalve de door overspraak in de aanstuurschakel-eenheid naar een niet-geselecteerde straler toegevoerde hoogfrequente energie door de smoorwerking van het daarbij behorende uitschakelorgaan afgevoerd en niet uitgezonden worden.

Met behulp van de uitvinding kan nu elke straler in geval hij niet-geselecteerd is gedempt of gesmoord worden. Bij het dem- 790 7 2 5 0 * t 3 pen van een niet-geselecteerde straler wordt gebruik gemaakt van het principe dat elke goed functionerende straler afgestemd is op een bepaalde frequentie, en deze straler functioneert niet of slecht indien de afstemming ontregeld wordt.

5 Bij een voorkeursuitvoering volgens de uitvinding is de aan- stuurschakeleenheid een zeer kompacte en eenvoudige hoogfrequent multiplexer die het hoogfrequente signaal aan de geselekteerde stralers toevoert, waarbij elke straler een energieoverdrachtspoel en een afstemspoel met regelelement heeft dat als het uitschakel-10 orgaan functioneert, en waarbij elke aanstuureenheid tenminste bevat een ontvangspoel, een detectieschakeling die zodanig afgesteld is dat de aanstuureenheid alleen binnen aanstuurafstand tot de geselecteerde straler door diens hoogfrequente straling geactiveerd wordt, en een reactieschakeling. Het regelelement van de afstem-15 spoel kan vanuit de multiplexer gestuurd worden door een stuurspan-ning die via een afzonderlijke leiding toegevoerd of van het hoogfrequente signaal afgeleid wordt. Hiertoe kan de straler voor de activatie van het regelelement een voedingsbron, zoals een li-thiumcel, hebben die door de stuurspanning geschakeld wordt. Hierbij 20 kan het regelelement een spanninggestuurde kapaciteit of een met behulp van een electronisch of mechanisch contact te regelen kapaciteit zijn.

Bij een voorkeursuitvoering omvat de straler een ferrietstaaf.

Bij een verdere voorkeursuitvoering heeft elke aanstuureenheid 25 tevens een voedingsbron, zoals een lthiumcel, die op zodanige wijze in de aanstuureenheid aangesloten is dat de detectieschakeling continue en de reactieschakeling alleen gevoed wordt gedurende een reactieperiode volgend op de overschrijding van de detectie-schakelingsdrempel door het hoogfrequente signaal.

30 Het objeetstuurstelsel kan gebruikt worden voor de besturing van een productie- en/of regelproces, waarin de bij de aanstuur-eenheden behorende en daarmee verbonden objevten uitgevoetd zijn als bedien- en/of regelorganen van het proces.

Ook kan het objectaanstuurstelsel volgens de uitvinding ge-35 beruikt worden als identificatiestelsel voor het identificeren van objecten, zoals levende wezen of voorwerpen, waarbij het stel-stel aanvullend voorzien is van een ontvang- en dekodeerschakeling, waarbij in elke aanstuureenheid de reactieschakeling een zend-schakeling met zendspoel en codeerelement omvat om na activatie 40 via de detectieschakeling een codesignaal af te geven, en waarbij 790 72 5 0 4 ï ** de "besturing van het regelelement van de afstemspoel zodanig is dat de geselecteerde straler na aansturing door het hoogfrequente signaal gesmoord wordt pas na een tijd welke voldoende is voor de ontvangst van het codesignaal. Een dergelijk identificatiestelsel 5 kan met voordeel gebruikt worden voor het iedentificeren van vee, zoals koeien, in een stal waarbij de hoogfrequente zendgenerator zodanig uitgevoerd en ingesteld is dat het aan een straler toegevoerde hoogfrequente vermogen 200 mwatt bedraagt, en dat de detectiescha-keling in de aanstuureenheid met zijn gevoeligheid zodanig met 10 een continue stroomopname van 1 k 1,5 yuA is uitgevoerd dat de aanstuurafstand 1 a 2 meter bedraagt. Hierbij kan het bij het mechanische contact van het regelelement behorende relais vertraagd afvallend uitgevoerd zijn. Eveneens kan de centrale stuureenheid als een centrale processoreenheid uitgevoerd zijn.

15 De uitvinding zal nader worden toegelioht met verwijzing naar de tekeningen, waarin

Fig. 1 een schematisch overzicht geeft van het objectaanstuur-stelsel volgens de uitvinding; en

Fig. 2 een schematische weergave geeft van de bij een straler 20 zonder uitschakelorgaan behorende onveilige zone in het geval dat de straler niet-geselecteerd is, en van de aanstuurafstand in het geval dat de straler wel geselecteerd is; en

Fig. 5 een schematisch aanzicht geeft van de straler volgens de uitvinding; en 25 Fig. 4 een schema geeft van een uitvoering van een aanstuur- eenheid.

Bij het in fig. 1 aangegeven objectaanstuurstelsel geeft 1 een hoogfrequente zendgenerator, 2 een aanstuurschakeleenheid, 3 een straler voor hoogfrequente straling, en 4 een zich op enige 30 afstand van de straler 3 bevindende en bij een te controleren object behorende aanstuureenheid aan. De zendgenerator 1 is bijvoorbeeld een 30 MHz oscillator die pulsen van 1 - 2Q msec, afgeeft.

Bij een dergelijk objectaanstuurstelsel is het vermijden van overspraak tussen de stralers van het grootste belang om een 35 storingongevoelig stelsel met zo groot mogelijke en regelbare aanstuurafstand te verkrijgen onder toepassing van een zo kompact mogelijke opbouw en eenvoudige en goedkope technische middelen.

Door de stralers onderling op de juiste wijze te positioneren kan overspraak van de ene straler rechtstreeks naar een andere vermeden worden.

790 7 2 5 0 5

t- I

Een belangrijke bron van overspraak is echter de aanstuur-schakeleenheid 2 waarin het hoogfrequente vermogen van de zend-generator 1 via de schakelaar overgebracht moet worden naar een geselecteerde straler. Alleen door een kostbare uitvoering van de 5 aanstuursehakeleenheid zoals bijvoorbeeld met behulp van coaxiale en ook omvangrijke schakelaars kan dit gerealiseerd worden.

Wanneer men echter een technisch eenvoudige en kompacte aanstuur-schakeleenheid toepast zal men een zekere mate van overspraak in 10 deze schakelaar moeten aanvaarden, waarbij deze hoogfrequente overspraakenergie echter in geen geval een ongewenste aansturing van een niet-geselecteerde aanstuureenheid mag veroorzaken. Men wenst een selectief objectaanstuurstelsel voor het verkrijgen van een eenduidige aansturing en voor zonodig een objeetplaatsbe-15 paling.

Wanneer de aanstuursehakeleenheid onvoldoende ontkoppeld en de niet-geselecteerde straler niet of onvoldoende gesmoord wordt zal een gedeelte van de voor de geselecteerde straler bestemde energie op de niet-geselecteerde straler terechtkomen en uitge-20 straald worden. Hierdoor kan aansturing plaatsvinden van de aanstuureenheid welke zich voor een niet-geselecteerde straler bevindt.

Een dergelijke ongewenste aansturing van een niet-geselecteerde aanstuureenheid kan vermeden worden door bij elke straler een onveilige zone in acht te nemen. In fig. 2 is voor een willekeurige 25 straler een onveilige zone a en een gewenste aanstuurafstand b aangegeven. Door de aan een niet-geselecteerde straler toegevoerde hoogfrequente overspraakenergie zal ook een zich in de onveilige zone bevindende aanstuureenheid gecativeerd kunnen worden. De grootte van de onveilige zone is vanzelfsprekend afhankelijk van de in-30 stelling van de hoogfrequente zendgenerator, van de mate van overspraak, en van de detectiegevoeligheid van de aanstuurschakel-eenheid.

Het kan voor bepaalde toepassingen, zoals voor bij stationaire objecten behorende aanstuureenheden, bruikbaar zijn om een onvei-35 lige zone in te stellen, en daarmede een foutieve aansturing te vermijden. Wanneer men echter bewegende objecten en daardoor ook bewegende aanstuureenheden heeft, moet het object op zodanige afstand van de straler blijven dat de aanstuureenheid hooit de onveilige zone binnengaat. In vele gevallen echter kan dit in de prakrijk niet gewaarborgd worden.

Door nu volgens de uitvinding zorg te dragen dat de aan een 790 7 2 5 0 , » 6 niet-geselecteerde straler toegevoerde hoogfrequente overspraak-energie bij de straler gesmoord of gedempt wordt, kan een onveilige zone vermedem worden.

Bij het dempen van een niet-geselecteerde straler kan onaf-5 hankelijk van de hoeveelheid toegevoerde overspraakenergie gezorgd worden dat er door deze straler geen energie uitgestraald wordt uitgaande van het principe dat elke goed-functionerende straler afgestemd is op een bepaalde frequentie. Door deze afstemming te beïnvloeden kan de straler niet of nauwelijks energie uitzenden.

10 In fig. 3 is een voorbeeld gegeven van de straler volgens de uitvinding, die uit een ferrietstraaf bestaat waarop een ener-gieroverdrachtspoel 5 met toevoerleiding 6 en een afstemspoel 7 is aangebracht. Be afstemspoel 7 wordt mede afgestemd met behulp van het regelelement 8 dat bijvoorbeeld uit een variabele kapa-15 citeit kan bestaan.

Door een juiste afstemming van de afstemspoel kan een gese-le'. teerde straler de aan hem toegevoerde hoogfrequente energie maximaal uitstralen. De ontregeling of de ontstemming bij niet-selectie, kan gerealiseerd worden door verandering van het aantal 20 windingen van de afstemspoel, door wijziging van de plaats van de afstemspoel ten opzichte van de energieoverdrachtspoel, of door veranderingen in het regelelement waardoor de afstemspoel een smoor-werking krijgt. Van deze mogelijkheden is een verandering in het regelelement de technisch meest eenvoudige.

25 Het regelelement kan uitgevoerd zijn als een spanninggestuurde kapaciteit, of als een instelbare en/of vaste kapaciteit welke met behulp van een electronisch of mechanisch contact van bijvoorbeeld een relais geregeld kan worden. De sturing van het regelelement kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door een stuurspanning welke 30 via een extra leiding toegevoerd of van het hoogfrequente signaal afgeleid wordt. Hierbij kan een voedingsbron, zoals een lithiumcel, bij de straler opgenomen zijn, welke tijdens de periode van selectie van de straler geschakeld wordt via de stuurspanning van de extra leiding of via een van het hoogfrequente signaal afgeleide 35 stuurspanning of via draadloos toegevoerde electromagnetische straling.

Een dergelijke straler heeft derhalve geen onveilige zone in het aanstuurstelsel, kan compact uitgevoerd zijn en is goedkoop. De aanstuureenheden kunnen met voordeel gebruikt worden in een 40 produktie en/of regelproces, waarbij de aanstuureenheden na aan- 7907250 7 sturing door hun reactie schakeling een signaal kunnen uitzenden waardoor informatie wordt overgedragen. Ook kunnen de aanstuur-eenheden gebruikt worden voor de besturing van regelorganen, zoals kleppen, schakelaars, en dergelijke.

5 Tan groot belang bij de verschillende mogelijkheden is de ·» aanstuurafstand tussen straler en bijbehorende aanstuureenheid · (heden) waarbinnen de uitgezonden hoogfrequente straling de aan-stuureenheid(heden) kan activeren. Door deze aanstuurafstand wordt ook het aantal aanstuureenheden in een bepaalde ruimte bepaald 10 daar een eenduidige aansturing te allen tijde vereist is.

Wanneer men uitgaat van een volgens de voorschriften maximale uitzending van 200 mwatt kan een storingongevoelig objectaanstuur-stelsel gerealiseerd worden met een aanstuurafstand van 1 tot 2 meter.

Wanneer deze afstand voldoende is kan gebruik gemaakt worden van een deels passieve aanstuureenheid, dat wil zeggen waarvan het continue stroomverbruik uitzonderlijk laag op bijvoorbeeld 1 tot 1,5 yuA gehouden. Dit is van groot belang voor de wijze van voeding van de aanstuureenheid welke in vele toepassingen, bijvoor-2o "beeld bij bewegende objecten, door een eigen voedingsbron moet gebeuren. De aanstuureenheid bestaat zoals gezegd uit een detectie-schakeling met ontvangspoel en een daaropvolgende reactieschake-ling. Met voordeel kan een dergelijke aanstuureenheid een voedingsbron, zoals bijvoorbeeld twee lithiumcellen, hebben die con-25 tinu de detectieschakeling maar alleen de reactieschakeling voeden, tijdens een bepaalde reactieperiode volgend op de overschrijding van de detectiedrempel door het binnengekomen signaal. De reactieschakeling wordt dus bij voldoende sterk ingangssignaal ingeschakeld, en zij schakelt zichzelf na afloop van de reactiepe-50 riode uit. Een dergelijke voeding van deze cellen kan bijvoorbeeld gedurende periode van minimaal 10 jaar functioneren.

Wanneer een grotere aanstuurafstand vereist is kan de detectieschakeling van de aaustuureerieid meer actief uitgevoerd worden voor het verkrijgen van een grotere aanstuurafstand in een sto-55 ringsongevoelig aanstuurstelsel, waarbij de stroomopname van de aanstuureenheid toeneemt. Een dergelijk storingongevoelige detectieschakeling bij een grotere aanstuurafstand gaat ten koste van de levensduur van de voedingsbron en derhalve van een afgesloten kompacte aanstuureenheid. Tevens zal door de grotere aanstuurafstand de onderlinge afstand tussen twee aanstuureenheden 790 72 5 0 » 'v 8 beter gehandhaafd moeten worden om te voorkomen dat er twee aan-stuureenheden gelijktijdig geactiveerd worden. Hierdoor wordt het gehele stelsel duurder, meer gecompliceerd en kwetsbaar.

Het is van belang de aanstuurafstand regelbaar uit te voeren 5 door middel van de instelling van het vermogen van de hoogfrequente zendgenerator en/of door instelling van de detectiege-voeligheid in de aanstuureenheid. Door de instelbaarheid van de detectiegevoeligheid in de aanstuureenheid kan elke aanstuureenheid een bepaalde detectiedrempel verkrijgen. Het nadeel is enigszins 10 dat de aanstuureenheden, welke soms in grotere aantallen dan de stralers voorkomen, onderling gaan verschillen.

Door echter.de hoogfrequent zendgenerator instelbaar te maken, kan de aanstuur af stand bij een normale systeemuitvoering voor elke combinatie van straler- aanstuureenheid gelijk gemaakt worden.

15 Bij een voordelige uitvoeringsvorm van het aanstuurstelsel volgens de uitvinding kunnen objecten geïdentificeerd worden, zoals levende wezens of voorwerpen. Deze voorwerpen kunnen bijvoorbeeld in een productieproces of vervoerproces bewogen worden volgens een bepaalde baan. Met veel voordeel kan het stelsel ook gebruikt 20 worden voor het identificeren van vee, zoals bijvoorbeeld koeien in een stal.

De voor identificatiedoeleinden uitgeruste aanstuureenheid 3 volgens fig. 4 bevat een detectieschakeling 11 met ontvangspoel 12 en een reactieschakeling bestaande uit een coder 13 en een zend-25 schakeling 14 met antenne of spoel 15· In de coder 13 wordt een bij het bepaalde object, bijvoorbeeld een bepaalde koe, behorende codering ingesteld. Door deze reactieschakeling kan na aansturing een gecodeerd signaal uitgezonden worden welke door de bijbehorende straler of een centrale ontvangerantenne ontvanger wordt. Op deze 30 wijze kan in het stelsel informatie uitgewisseld worden. Wanneer in het stelsel gebruik gemaakt wordt van stralers met een regelelement, wil dit zeggen dat de straler gedurende de periode van in-formatieuitwisseling afgestemd moet blijven en niet gesmoord mag worden.

35 Wanneer aanstuureenheden met passieve schakelingen gebruikt worden, dat wil zeggen alleen een continue ingeschakelde detectieschakeling en een normaal uitgeschakelde reactieschakeling, waarbij een lange levensduur voor de inwendige voedingsbron gewaarborgd blijft, moet door de hoogfrequente zendgenerator een redelijk 40 sterk hoogfrequent signaal afgegeven worden. Hierbij bestaat tevens 790 7 2 5 0 9 9 het voordeel dat voor aansturing van de aanstuureenheid door storende signalen een relatief hoog stoorniveau nodig is, waardoor tevens de aanstuurafstand beperkt wordt omdat het aanstuurvermogen aan grenzen, zoals 200 mWatt, gebonden is.

5 In de meeste gevallen is de aanstuurafstand in het aanstuur- stelsel veel kleiner dan de afstand waarover een signaal ontvangen zou kunnen worden.

Wanneer nu door overspraak van hoogfrequente energie twee of meer aanstuureenheden aangestuurd worden, kan zich het vol-10 gende voordoen:

De ontvang- en de codeerschakeling van het aanstuurstelsel zal de door de betreffende aanstuureenheid uitgezonden informatie met de grootste signaalstekte dan als de ware informatie erkennen.

In deze toestand kunnen twee of meer aanstuureenheden gelijktijdig 15 aangestuurd en geactiveerd worden, waarvan er slechts één aanstuureenheid zich voor de geselecteerde straler bevindt.

Ook kunnen er echter meerdere aanstuureenheden gelijktijdig aangestuurd worden, waarvan er geen enkele zich voor de geselecteerde straler bevindt. De ontvanger kan dan valse informatie bin-20 nenkrijgen van een aanstuureenheid welke als gevolg van overspraak geactiveerd is geworden.

Om bovengenoemde problemen te voorkomen dient men ervoor te zorgen dat een aanstuureenheid alleen door een geselecteerde straler bewust aangestuurd kan worden.

7907250

Claims (13)

1. Objectaanstuurstelsel omvattende een centrale stuureen-heid, een hoogfrequent zendgenerator, een aanstuurschakeleenheid, een aantal stralers voor hoogfrequente straling en een aantal op afstand van de stralers zich bevindende aanstuureenheden die elk 5 bij een te controleren object behoren; waarbij de hoogfrequent generator een instelbare vermogensinstelling en elke aanstuureenheid een instelbare detectiegevoeligheid heeft; waarbij elke straler daarop voorzien is van een uitschakelorgaan; en waarbij de aanstuurschakeleenheid in zijn schakelwerking in combinatie met de uitscha-10 kelorganen van de stralers zodanig uitgevoerd is dat op een tijdstip in hoofdzaak slechts een geselecteerde straler hoogfrequente energie toegevoerd krijgt, terwijl de uitschakelwerking van het bij deze straler behorende uitschakelorgaan opgeheven wordt, en de niet-geselecteerde stralers door de gehandhaafde uitschakelwerking 15 van hun uitschakelorganen gesmoord zijn.

2. Objectaanstuurstelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aanstuurschakeleenheid een zeer kompacte en eenvoudige hoogfrequent multiplexer is die het hoogfrequent signaal opvolgend aan de stralers toevoert, dat elke straler bevat 20 een energieoverdrachtspoel, en een afstemspoel met regelelement dat als het uitschakelorgaan functioneert, en dat elke aanstuureenheid bevat tenminste een ontvangspoel, een detectieschakeling die zodanig afgesteld is dat de aanstuureenheid alleen binnen aanstuur-afstand tot de geselecteerde straler door diens hoogfrequente 25 straling geactiveerd wordt, en een reactieschakeling.

5· Objectaanstuurstelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het regelelement van de afstemspoel vanuit de multiplexer gestuurd wordt door een stuurspanning die via een afzonderlijke leiding toegevoerd of van het hoogfrequente signaal 30 afgeleid wordt.

4. Objectaanstuurstel volgens conclusie 3> met het kenmerk, dat de straler bevat een voor de activatie van het regelelement bestemde voedingsbron, zoals een lithiumcel, die door de stuurspanning geschakeld wordt. 35 5· Objectaanstuurstelsel volgens conclusie 2, 3 of 4j met het kenmerk, dat het regelelement een spanningge-stuurde kapaciteit is.

6. Objectaanstuurstelsel volgens conclusie 2,3 of 4, met het kenmerk, dat het regelelement een met behulp van een -90 72 5 0 electronisch of mechanisch kontakt te regelen kapaciteit is.

7· Objectaanstuurstelsel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de straler een ferriet-staaf bevat.

8. Objectaanstuurstelsel volgens één der conclusies 2 tot en met J, met het kenmerk, dat elke aanstuureenheid tevens een voedingsbron, zoals een lithiumcel bevat, die op zodanige wijze in de aanstuureenheid aangesloten is, dat de detectie-schakeling continue en de reactieschakeling alleen gevoed wordt 10 gedurende een reactieperiode volgend op de overschrijding van de detectieschakelingsdrempel door het hoogfrequente signaal.

9. Objeetstuurstelsel volgens één der voorgaande conclusies ten gebruike bij de besturing van een produktie- en/of regelpro-ces, waarin de bij de aanstuureenheden behorende en daarmee ver- 15 bonden objecten uitgevoerd zijn als bedien- en/of regelorgaan.

10. Objectaanstuurstelsel volgens één der conclusies 1 tot en met 7, ten gebruike als identificatiestelsel voor het identificeren van objecten, zoals levende wezens of voorwerpen, voorzien van een ontvang- en decodeerschakeling, waarbij in elke aanstuur- 20 eenheid de reactieschakeling een zendschakeling met zendspoel en codeerelement omvat om na activatie via de detectieschakeling een codesignaal af te geven, en waarbij de besturing van het regelelement van de afstemspoel zodanig is dat de geselecteerde straler na aansturing door het hoogfrequente signaal gesmoord wordt pas 25 na een tijd welke voldoende is voor de ontvangst van het codesignaal.

11. Objectaanstuurstelsel volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat een centrale ontvangantenne is aangebracht voor het ontvangen van door de aanstuureenheden na akti- 50 vatie uitgezonden signalen.

12. Identificatiestelsel volgens conclusie 10 of 11 voor het iedentificeren van vee, zoals koeien in een stal, m- e t het kenmerk, dat de hoogfrequent zendgenerator zodanig uitgevoerd en ingesteld is dat het aan een straler toegevoerde 35 hoogfrequente vermogen 200 mwatt bedraagt en dat de detectieschakeling in de aanstuureenheid met zijn gevoeligheid zodanig met een continue stroomopname van 1 a 1,5 yuA is uitgevoerd dat de aan-stuurafstand 1 a 2 meter bedraagt.

13. Objectaanstuurstelsel volgens conclusie 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat het bij het mechanische kontakt 790 72 5 0 & van het regelelement behorende relais vertraagd afvalt.

14· Objectaanstuurstelsel volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stuureenheid een processoreenheid is. 790 7 2 5 0