NL7905632A - Verpakking voor het opnemen en versproeien van kleine hoeveelheden vloeistof. - Google Patents

Description

V.

- V'v » VO 8138 Panpaek AS.

‘ Vaduz, Liechtenstein.

Verpakking voor het opnemen en versproeien van kleine hoeveelheden vloeistof._

De uitvinding heeft "betrekking op een, uit twee met elkaar verhouden foeliegedeelten gevormde verpakking voor het opnemen van versproeien van kleine hoeveelheden vloeistof, -welke verpakking bestaat uit een samendrukbare houder voor het opslaan van de vloeistof, uit een 5 aansluitend kanaalstelsel voor het transport van de vloeistof, en uit een mondstuk voor het ver sproeien van de vloeistof.

Voor het opnemen van dik vloeibare haarwasmiddelen zijn kleine verpakkingen bekend, waarbij aan een hoek, een hals is gevormd, aan het vrifinifvan zich een handgreep bevindt, die door draaien kan worden 10 verwijderd, waarbij een onregelmatige kanaalmonding ontstaat met bra men en uitsteeksels. Omdat voor het vasthouden van de kleine verpakking een druk wordt uitgeoefend op de, het haarwasmiddel bevattende houder, bestaat het gevaar, dat direkt na het vrijgeven van het kanaal, haarwasmiddel naar buiten komt. Teneinde dit in zekere mate te voorkomen, 15 is het verder bekend om door het afsnijden van een hoek, een kanaal- stelsel vrij te maken, dat het mogelijk maakt om naast de vloeistof tevens de in de verpakking zich bevindende lucht uit te drijven, en op deze wijze een sproeiwerking te bereiken. Dit windt echter alleen plaats wanneer de verpakking bij het uitbrengen van de vloeistof in 20 een bepaalde stand wordt gehouden, waarin zoveel mogelijk gelijke ge deelten lucht en vloeistof worden afgegeven. Bovendien is de sproeiwerking afhankelijk van het op een nauwkeurig voorafbepaalde wijze uitvoeren van het doorsnijden, omdat anders het kanaalstelsel wordt voorzien van een of meer mondingen, die helemaal’geen of slechts een 25 ontoereikende sproeiwerking mogelijk maken. In beide gevallen wordt de gebruikswaarde van de bekende verpakkingen aanzienlijk beperkt.

Daarentegen is het de opgave van de uitvinding een verpakking te verschaffen voor het opnemen 'en versproeien van kleine hoeveelheden vloeistof, welke verpakking zonder vreemde hulpmiddelen, bijvoorbeeld 30 79 0 5 6 3 2 ' X* 2 . : - .-j* * ...

« alleen door het uitoefenen van druk, op een nauwkeurig, vooraf bepaalbare wijze kan worden geopend.

Voor het oplossen van deze opgave wordt bij de in de aanhef verduidelijkte verpakking volgens de uitvinding voorgesteld, dat voor het 5 kanaalstelsel een afsluiting wordt aangebracht, die de vloeistof in de houder terughoudt, waarbij het kanaalstelsel is uitgevoerd voor het versnellen van de vloeistof bij het aanbrengen van dtuk op de houder, en in hoofdzaak volgens een raaklijn uitmondt in althans êén vervel-ruimte, die is voorzien van althans een mondstukopening in het midden.

. 10 Hierdoor wordt het voordeel bereikt, dat de verpakking zonder hulp middelen, zoals een schaar, kan worden geopend. De vloeistof is opgeslagen in de houder, en wordt, wanneer de mondstukopening is afgesloten door een lostrekbare strook, door de lucht in het kanaalstelsel teruggehouden of door een bepaalde breukplaats gescheiden van het kanaalstel-15 sel, dat naar buiten open is. Wanneer bijvoorbeeld met de duim een eer ste druk wordt aangebracht· op de houder, wordt de bepaalde breukplaats geopend, en gaat enige vloeistof in het kanaalstelsel, waardoor de daarin zich bevindende lucht door het altijd open mondstuk naar buiten wordt gedreven. Bij een verder aanbrengen van druk op de houder leegt 20 deze zich in het kanaalstelsel, dat een in de richting naar de mond stukopening afnemende dwarsdoorsnede heeft, waardoor de vloeistof wordt versneld. De reeds versnelde vloeistof krijgt in de wervelruimte een draaiing, voordat deze fijn verstoven uit de mondstukopening naar buiten komt. Op deze wijze ontstaat een in hoofdzaak kegelvormige 25 sluier uit zeer fijne, nevelvormige vloeistofdruppeltjes. Hierbij gaat geen vloeistof verloren, waarbij de sproeikegel een altijd gelijkblijvende vorm heeft, aangezien het kanaalstelsel niet door werktuigen behoeft te worden vrijgelegd, maar met inbegrip van de wervelruimte en de mondstukopening reeds geopend wordt vervaardigd, en ook bij het 30 transport en de opslag van de verpakkingen open blijft. De vervaar diging van de verpakking is vereenvoudigd, aangezien de foelie met de houder, het kanaalstelsel en de wervelruimte alleen behoeft te worden geperst of te worden diepgetrokken. Vervolgens wordt de houder gevuld, waarbij de vervormde foelie wordt verbonden met een vlakke foelie.

35 Als laatste stap kunnen de afzonderlijke, gevulde verpakkingen van de 7905632 '3

V

streng worden afgesneden, hetgeen gelijktijdig kan plaatsvinden met het vertinden van de twee foelies, die hij voorkeur aan elkaar worden gelast .

De verpakking is geschikt voor eenmalig gebruik en voor verschil-5 lende vloeistoffen. Op de eerste plaats kan de verpakking worden toe gepast voor parfum, toiletwater, haarlak, en dergelijke. De verpakking kan echter ook worden gebruikt voor het ver sproeien van gesteriliseerde of steriliserende stoffen op medisch gebied. De gesloten verpakking kan, eventueel in nog een omhulsel, bijvoorbeeld door ultra-10 violette straling worden gesteriliseerd, waarbij in de operatieruimte het buitenste omhulsel wordt verwijderd, en de chirurg door het drukken op de houder, de bepaalde breukplaats opent en direkt daarop aansluitend de te behandelen plaats kan steriliseren. Hierbij is het gunstig,, dat de verpakking geen drijfmiddel bevat, en ook voor het sluiten zelf 15 als voor het openen geen vreemde lichamen nodig zijn. De sproeiverpakking kan ook toepassing vinden op het gebied van levensmiddelen, bijvoorbeeld voor olie en azijn, waarbij de houder ook kan zijn uitgevoerd als menghouder, waarin door een eerste druk een scheidingswand wordt verwijderd, die het mogelijk maakt, de in de houder zich bevindende vloei-20 stoffen met elkaar te mengen, voordat zij in het kanaalstelsel komen .en worden versproeid.

De vloeistof kan ook een bepaalde hoeveelheid lak zijn, die voor hersteldoeleinden, bijvoorbeeld bij automobielen, op beschadigde gedeelten wordt gesproeid.

25 De verpakking is ook geschikt voor het versproeien van andere vloeistoffen, zoals insecten- en onkruidvernietigingsmiddelen.

Voor het versterken van de sproeiwerking of de verstuiving is verder voorzien, dat tussen de houder en de wervelruimte twee kanalen zijn aangebracht, die over een hoek van 18D° verspringend volgens een 30 raaklijn uitmonden in de wervelruimte.

Fanneer de samendrukbare houder, de kanalen en de wervelruimte worden gevormd in een diepgetrokken polyetheenfoelie, is het doelmatig om bij het dieptrekken tevens de mondstukopening te maken. Deze bevindt zich dan in de in vorm stabiele wand van de wervelruimte, die net zo 35 ongevoelig is tegen stoten als de wand van de kanalen, omdat de oor- « 7905632 4 ,τ * spronkelijke dikte yan de polyetheenfoelie in hoofdzaak "behouden blijft.

Vérdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn te ontlenen aan de overige volgconclusies.

De uitvinding -wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, 5 waarin : fig. 1 een bovenaanzicht is van de diepgetrokken foelie, fig. 2 een zij-aanzicht is van de foelie volgens fig. 1, fig. 3 een zij-aanzicht is van de vlakke foelie, fig. k een bovenaanzicht is van de foelie volgens fig. 3, . 10 fig. 5 een bovenaanzicht is van de met de vlakke foelie verbonden diepgetrokken foelie, fig. 6 een zij-aanzicht is van de met de vlakke foelie verbonden diepgetrokken foelie volgens fig. 5» fig. 7 een zij-aanzicht is van een eerste uitvoeringsvoorbeeld 15 van de verpakking na het aanbrengen van de bepaalde breukplaats, fig. 8 een zij-aanzicht is van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de verpakking na hét aanbrengen van de bepaalde breukplaats, fig. 9 een bovenaanzicht is van. een derde uitvoeringsvoorbeeld van de verpakking, 20 fig. 10 een zij-aanzicht is van de verpakking volgens fig. 9, en fig. 11 een zij-aanzicht is van een vierde'uitvoeringsvoorbeeld van de verpakking.

De fig. 1 en 2 tonen een gedeelte van een diepgetrokken polyetheenfoelie 1, die is afgescheiden van een streng of een baan. De poly-25 etheenfoelie 1 is bij voorkeur doorschijnend. De foelie heeft een wervel- ruimte 2, waarop via twee kanalen 3 en U een houder 5 is aangesloten, die samendrukbaar en voor het opnemen van de vloeistof is uitgevoerd.

De houder 5 heeft een grotere diepte dan de wervelruimte 2 en de kanalen 3 en U, zodat de vloeistof in de kanalen 3 en k wordt versneld.

30 Bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld heeft een vlakke foelie 6, die bij voorkeur bestaat uit een aluminium foelie, een mondstukopening 7.

Bij het verbinden van de diepgetrokken foelie 1 en de vlakke foelie 6, overeenkomstig de pijlen tussen de fig. 2 en 3, wordt de mondstukopening 7 nauwkeurig gericht tegenover het midden van de 35 wervelruimte 2. Tussen de houder 5’ en de wervelruimte 2 zijn de twee 7905632

•V

5 * kanalen 3 en 1*· voorzien, die onder een hoek van l80° verspringend volgens een raaklijn uitmonden in de wervelkamer 2. De twee kanalen kunnen kegelvormig zijn uitgevoerd, en vanaf de houder 5 in de richting naar de wervelkamer 2 toelopen, van welke kamer de mondstukopening 7 volgens fig. 6 is afgesloten door een lostrekbare strook 27· Door de in de twee kanalen 3 en U zich bevindende lucht wordt de vloeistof in de houder 5 teruggehouden. De kanalen 3 en k hebben evenwijdig lopende kanaalgedeelten 9 met een in hoofdzaak gelijkblijvende dwarsdoorsnede, en aan hun einden in hoofdzaak onder een rechte hoek staande ombuigingen 10, die sterk toelopen en op diametraal tegenover elkaar liggende plaatsen volgens een raaklijn uitmonden in de wervelkamer 2.’

In plaats van de strook 27 kan tussen het kanaalstelsel 3, b en de houder 5 een bepaalde breukplaats 8 zijn voorzien. In het gebied van de bepaalde breukplaats 8 kan naast de houder 5 een voorkamer 11 zijn voorzien, die in verbinding staat met de twee kanalen 3 en h, waardoor de bepaalde breukplaats 8 wordt gescheiden van de houder 5 zolang de vloeistof in de houder 5 is ingesloten. Voor het gemakkelijker scheiden van de bepaalde breukplaats 8 kan de houder 5 naast de bepaalde breukplaats 8, zoals weergegeven bij 12, zijn afgeschuind om bij het aanbrengen van druk met de vinger overeenkomstig de pijl 13 in fig. 6, een wigwerking uit te oefenen op de bepaalde breukplaats 8 en de foelies 1 en-6 op deze wijze gemakkelijker te scheiden.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. J is de bepaalde breukplaats 8 uitgevoerd als plakverbinding lb3 doordat een in de diep-getrokken foelie 1 geperste groef 17 is geplakt aan een plaats 16 van de vlakke foelie 6.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 8 is de bepaalde breukplaats 8 gevormd, doordat na of bij het verbinden van de diepgetrokken foelie 1 met de vlakke foelie 6, een dieppersen 15 wordt uitgevoerd, waardoor in de vlakke foelie 6 een uitstekende gootvormige buiging 18 wordt verschaft, die in afdichtende aangrijping is in een terugspringende gootvormige buiging 19 iu de diepgetrokken foelie 1.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de fig. 9 en 10, is de vlakke aluminiumfoelie 6 opeengeplakt met een dunne, thermoplastische foelie 20, zoals een polyetheenfoelie. Zowel de aluminiumfoelie 6 als de 7905632 '' & 5 ’ ’ β · Γ polyetheenfoelie 20 bezitten geen onder- of doorbrekingen, -waarbij de mondstukopening 7 in het midden van de werkvelkamer 2 gelijktijdig met het dieptrekken wordt gevormd. Ha het vullen van de houder 5.niet vloeistof, wordt de naar boven open, diepgetrokken polyetheenfoelie 1 door 5 de vlakke, eveneens met een dunne polyetheenfoelie 20 opeengeplakte aluminiumfoelie 6 af gedekt, waarna de foelies door warmte en druk zodanig aan elkaar worden gelast, dat een aan alle zijden gesloten houder ontstaat voor de vloeistof, waarbij het gehele kanaalstelsel 11, 9» 10 via de mondstukopening 7 open is in de wervelkamer 2. De verbinding 10 van de dunne polyetheenfoelie 20 met de vlakke aluminiumfoelie 6 is al thans in het gebied van de bepaalde breukplaats 8 zodanig zwak, dat bij het aanbrengen van een eerste druk overeenkomstig de pijl 13 op de houder 5 , de dunne polyetheenfoelie 20 van de. aluminiumfoelie 6 wordt losgescheurd en zodanig geopend, dat in het gebied van de afschuining 12 of de open 15 bepaalde breukplaats 8, de vloeistof zonder belemmeringen in de kana len 39 ^ kan stromen.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 11 is de houder 5 uitgevoerd als een houder met twee kamers, waarbij éên kamer 21 volledig is gevuld met een vloeistof, en de tweede kamer 22 naast een andere 20 vloeistof nog lucht bevat. Tussen de twee kamers 21 en 22 bevindt zich ’ een scheidingswand 23, die bij het aanbrengen van de eerste druk over eenkomstig de pijl 13 op de kamer 21, breekt. De vloeistoffen uit de twee kamers 21 en 22 kunnen zodoende in de houder 5 worden gemengd. Vervolgens kan door een verdere druk, de bepaalde breukplaats 8 worden 25 geopend, waarna door een verder ononderbroken aanbrengen van druk, het mengsel door het uit de mondstukopening 7 komen daarvan, kan worden versproeid.

De vlakke foelie 6 kan eveneens uit kunststof, zoals bijvoorbeeld PVC, bestaat, en opeen zijn geplakt met de dunne polyetheenfoe-30 lie 20. Ook kunnen de diepgetrokken foelie 1 en de vlakke foelie 6 uit een stuk zijn gevormd, waarbij de twee foeliegedeelten bij voorkeur langs een van de lange randen door een vouwrand met elkaar zijn verbonden. Ha het vullen van de houder 5 kan het vlakke foeliegedeel-te 6 over het diepgetrokken foeliegedeelte 1 worden gevouwen. Vervol-35· gens worden de twee foeliegedeelten afdichtend aan elkaar gelast.

i , 7905632

Claims (14)

1. Uit twee met elkaar verbonden foeliegedeelten gevormde, verpakking voor het opnemen en versproeien van kleine hoeveelheden vloeistof, welke verpakking bestaat uit een samendrukbare houder voor het opslaan van de vloeistof, verder uit een aansluitend kanaalstelstel 5 voor het transport van de vloeistof, en uit een mondstuk voor het ver sproeien daarvan, met het kenmerk, dat voor het kanaalstelsel (3, k) een afsluiting is aangebracht, die de vloeistof terughoudt in de houder (5), waarbij het kanaalstelsel is uitgevoerd voor het versnellen van de vloeistof bij het aanbrengen van druk op de houder, en in hoofdzaak volgens 10 een raaklijn in althans één vervelkamer (2) uitmondt, die is voorzien van althans een mondstukopening (7) in het midden.

2. Verpakking volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afsluiting . wordt gevormd door een de mondstukopening (7) afsluitende en van deze mondstukopening af te trekken strook (27).

3. Verpakking volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de afslui ting wordt gevormd door een bepaalde breukplaats (8) tussen het kanaalstelsel (3, k) en de houder (5)· k. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het kanaalstelsel (3, k) een aantal kanalen omvat, welke kanalen 20 over gelijke omtrekshoeken verspringend, volgens een raaklijn uitmon den ub de vervelkamer (2).

5. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk , dat tussen de houder (5) en de vervelkamer (2), twee kanalen (3 en l·) zijn voorzien, die onder een hoek van 180° verspringend, volgens een 25 raaklijn uitmonden in de vervelkamer. '

6. Verpakking volgens een der conclusies -, 3 - 5 met het kenmerk, dat naast de houder (5) een voorkamer (11) is voorzien, die van de houder is gescheiden door de bepaalde breukplaats (8), en in verbinding staat met de kanalen (3, 30 7· Verpakking volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat de kanalen (3, *0 in de richting naar de vervelkamer (2) toelopend zijn uitgevoerd.

8. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, 7905632 -- ' 8 / . dat de kanalen (3S *0 evenwijdig lopende kanaalgedeelten (9) hebben.

9· Verpakking volgens conclusie 8 met bet kenmerk, -dat de evenwijdige kanaalgedeelten (9) een in hoofdzaak gelijkblijvende, dwarsdoorsnede hebben., en elk aan hun vrije einde een sterk toelopende ombui-5 ging (10), waarbij de ombuigingen (10) volgens een raaklijn uitmonden in de wervelkamer (2).

10. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, dat het de houder (5)s ie kanalen (3, en de wervelkamer (2) bezittende foeliegedeelte bestaat uit een diepgetrokken kunststoffoelie (1), 10 bij voorkeur polyetheenfoelie, waarbij het andere foeliegedeelte bestaat uit een vlakke foelie (6).

11. Verpakking volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de diepgetrokken foelei (1) en de vlakke foelie (6) uit een stuk zijn gevormd, en langs een rand zijn samengevouwen.

12. Verpakking volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de vlakke foelie (6) gescheiden van de diepgetrokken foelie (1) wordt vervaardigd, en bij voorkeur bestaat .uit aluminium.'

13. Verpakking volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de vlakke foelie (6) is opeengeplakt met een dunne, tl;ermoplastische foelie 20 (20), bij voorkeur een dunne polyetheenfoelie. 1U. Verpakking volgens conclusie 10 of 13 met-het kenmerk, dat de twee thermoplastische polyetheenfoelies (1 en 20) aan elkaar zijn gelast .

15· Verpakking volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, 25 dat de verbinding tussen de dunne polyetheenfoelie (20) en de vlakke foelie (6) zodanig zwak is, dat in het gebied van de bepaalde breukplaats (8) bij het aanbrengen van een druk (13) op de houder · (5), de dunne polyetheenfoelie losscheurt van de vlakke foelie. _

16. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies met het kenmerk, 30 dat de houder (5) is uit gevoerd als een houder met twee kamers.

17· Verpakking volgens conclusie 16 met het kenmerk, dat éên kamer (21) van de houder (5) volledig is gevuld met vloeistof, waarbij de andere kamer (22) slechts gedeeltelijk is gevuld met een andere vloeistof, en tussen de twee kamers een scheidingswand '(23) is voorzien, die een 35 kleinere s cheur sterkte heeft dan de bepaalde breukplaats (8). 7905632