NL7905602A - Fototas met klapdeksel. - Google Patents

Fototas met klapdeksel. Download PDF

Info

Publication number
NL7905602A
NL7905602A NL7905602A NL7905602A NL7905602A NL 7905602 A NL7905602 A NL 7905602A NL 7905602 A NL7905602 A NL 7905602A NL 7905602 A NL7905602 A NL 7905602A NL 7905602 A NL7905602 A NL 7905602A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hole
bag according
holder
perforated plate
plate
Prior art date
Application number
NL7905602A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mueller Christoph
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mueller Christoph filed Critical Mueller Christoph
Publication of NL7905602A publication Critical patent/NL7905602A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45FTRAVELLING OR CAMP EQUIPMENT: SACKS OR PACKS CARRIED ON THE BODY
    • A45F3/00Travelling or camp articles; Sacks or packs carried on the body
    • A45F3/02Sacks or packs carried on the body by means of one strap passing over the shoulder
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A45HAND OR TRAVELLING ARTICLES
    • A45CPURSES; LUGGAGE; HAND CARRIED BAGS
    • A45C11/00Receptacles for purposes not provided for in groups A45C1/00-A45C9/00
    • A45C11/38Camera cases, e.g. of ever-ready type

Landscapes

  • Purses, Travelling Bags, Baskets, Or Suitcases (AREA)
  • Portable Outdoor Equipment (AREA)

Description

V.O. 8083
Christoph Muhler Bern
Zwitserland
Fototas met klapdeksel
De uitvinding betreft een fototas met klapdeksel en over de schouder te dragen draagband, waarbij het hoofddeel van de tas een naar het lichaam van de gebruiker toe gekeerde achterwand, twee in hoofdzaak vertikale zijwanden en een in hoofdzaak horizontale bcdem-5 wand omvat, en het klapdeksel aan de beide zijwanden door middel van een zich door de onderste voorste hoekbereiken uitstrekkende zwenk-as scharnierbaar bevestigd is.
Ben dergelijke fototas - zij het ook, dat deze niet als hangtas is uitgevoerd - is bekend uit het DGMS 75·37-205.
10 7oor het fotograferen zijn, behalve het fototoestel zelf, diverse accessoires of toebehoordelen in gebruik gekomen. Vooral is het wenselijk, dat de fotograaf behalve het zich op de camera bevindende objectief nog tenminste een verder objectief - teleobjectief en/of groothoekobjeetief - meeneemt en verder diverse filters, verschillende 15 films of ook nog een verdere camera. Zo zijn er derhalve ook fototassen in gebruik gekomen, waarin de volledige fotouitrusting opgenomen is.
Dergelijke fototassen hebben in hoofdzaak de vorm van een doos of koffer, waar de afzonderlijke fototoestellen en toebehoordelen los in gelegd worden. Er zijn echter ook reeds in vakken onderverdeelde foto-20 tassen bekend, maar ook daarbij worden de afzonderlijke delen er los ingelegd.
In de bekende fototassen kan de fotograaf derhalve zijn gehele fotouitrusting meenemen, al is het daarbij bezwaarlijk* dat de af- . .
zonderlijke voorwerpen in die fototassen betrekkelijk moelijk toegarke-25 lijk zijn. Wanneer de fotograaf onderweg ni. op een ander objectief wil overgaan, moet hij de cmhangende fototas afnemen, op de grond cf een ondersteuning plaatsen, de tas openen, het objectief van de camera losschroeven en in de fototas leggen en vervolgens het andere objec- 7905602 £ ï 2 tief uit de fototas nemen en aan zijn camera aanbrengen. Daarbij moet bij steeds ook nog het stofdeksel van het objectief af nemen, resp. er veer op zetten. Deze manipulaties zijn dus betrekkelijk omslachtig en tijdrovend. De fotograaf zal er derhalve dikwijls van af zien, op 5 een andere objectief over te gaan, om het voor het betrokken motief passende objectief t'oe te passen* Dikwijls is er - bij voorbeeld op reis - in het geheel geen plaats en/of geen tijd voor een dergelijke manipulaties. Bijzonder moeilijk is het, bij omgehangen fototas van objectief te veranderen. Ook bestaat er gevaar, dat de diverse 10 toebehoor delen beschadigd of vuil worden, of dat verschillende films met elkaar verwisseld worden.
Doel van de uitvinding is nu een ergonomische fototas, waarin alle delen op de er voor bestemde plaats veilig en betrouwbaar vastgehouden worden en, na het openen van. de fototas, te allen tijde 15 toegankelijk zijn, d.w.z. met de vrije hand van de fotograaf aangevat en uit de fototas gehaald, resp. weer op hun plaats in de fototas teruggezet kunnen worden.
Daartoe wordt een fototas van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding nader gekenmerkt, doordat in resp. aan de 20 achterwand een gatenraster en voor elk van de in de tas onder te brengen delen of voor telkens één bevestigingsvoorziening resp. in- xs vatting voor die delen tenminste één insteektap aangebracht.
Overeenkomstig de uitvinding worden derhalve de diverse delen niet los in een doos vormige tas gelegd, doch elk op een vaste plaats 25 en in een bepaalde stand aan de naar het lichaam van de fotograaf toe gekeerde achterwand van de tas vastgehouden, in het bijzonder er aan vastgestoken. Het is daardoor mogelijk, het klapdeksel om de onderaan aangebrachte zvenkas om te klappen, waarna de aan de achterwand vastgehouden delen gemakkelijk toegankelijk zijn voor de hand, die 30 ze aanvatten wil.
De fototas volgens de uitvinding is als het ware tweeschalig uit- - - gevoerd, waarbij de zwenkas voor het klapdeksel niet aan de bovenrand resp. aan het bovenbereik van de voorwand van de tas aangebracht is, doch aan het ondereinde van de tas. Bij opengeklapt klapdeksel zijn 35 derhalve de diverse, aan de tasachterwand vastgehouden delen voor de vrije hand van de fotograaf toegankelijk en kunnen uit de tas genomen, 790 5 6 02 * * 3 resp. weer op hun plaats terug gezet worden.
Het deksel "behoeft hierbij geenszins omlaaghangend te worden gedragen op een plaats, waar dat deksel zou. kunnen storen en beschadigd sou kunnen raken, doch het deksel - dat in gesloten toestand 5 vrijwel de tweede helft van het volume van de fototas omvat - kan achter de achterwand' omhooggeschoven worden. Voor dit doel zijn, overeenkomstig de uitvinding, de zijwanden van het hoofddeel van de tas slechts ongeveer half zo breed, als de zich over de volle breedte van de tas uitstrekkende bodemwand, terwijl de zijwanden, welke de rest 10 van de halve breedte vertonen, aan het deksel aangevormd zijn. In het bijzonder zijn de scharnier tappen in telkens een aan de vrije rand van de zijwanden gevormde geleiding verplaatsbaar. Het deksel bevat derhalve weliswaar zijwanden ter breedte van de helft van de breedte van de fototas zelf, doch heeft geen bodemwand. Het deksel bevat wél, op 15 voordeel biedende wijze, de gehele bovenwand van de tas. De bodemwand van de tas wordt derhalve volledig door het hoofddeel van de tas gevormd. Het naar omlaag gezwenkte deksel kan derhalve omhoog achter de achterwand van de tas geschoven worden, waarbij de zwenktappen in de opzij aangebrachte geleidingen glijden.
20 De insteekverbindingen voor de diverse delen kunnen op zichzelf van willekeurige soort zijn. Bijzonder voordelig is echter een geperforeerde rasterplaat aan de achterwand gebleken. Op deze wijze ligt de ruimtelijke indeling van de fototas derhalve niet van meet af aan reeds vast, doch is variabel. De fotograaf kan de ruimte volgens zijn 25 eigen wensen onderverdelen, in het bijzonder aangepast aan zijn eigen fotouitrusting resp. aan die delen van zijn fotouitrusting, welke hij van geval tot geval in zijn fototas wil meenemen. Er is derhalve voorzien in diverse bevestigingswaamemingen voor het losneembaar bevestigen van telkens een deel van de fotouitrusting, bij voorbeeld genoemde 30 houder met een aantal grijparm-paren voor telkens een film, resp. een filmhuis cf -spoel. Deze houders of invattingen zijn echter - althans . .
ten dele - niet vast aan de fototas gevormd, doch dank zij de geperforeerde plaat naar keus aan te brengen, d.w.z. dat variabele ruimtelijke indeling mogelijk is. 3ijzonder belangrijk is hiervoor een 35 excentertap, resp. -stift, welke telkens dóór een gat aan de houder en een gat van de geperforeerde plaat reikt en met een excenter aan 7905602 ·* i1 k zijn achtereinde achter de rand van het gat van de geperforeerde plaat grijpt, terwijl zijn van een schroevendraaier sleuf of b innenzeskant voorziene kop tegen de gatenrand van de te bevestigen houder of dergelijke aan ligt. Met dit verbindingselement, dat onder verwijzing 5 naar de tekening nog nader zal worden beschreven, kan de variabele ruimtelijke indeling bijzonder gemakkelijk gerealiseerd worden, terwijl de diverse delen desondanks bijzonder veilig en betrouwbaar vastgehouden worden.
In nadere uitwerking van het beginsel volgens de uitvinding is 10 aan de achterwand tenminste één invatting aangebracht voor het opnemen van een tweede objectief. Deze in te schroeven invatting is zwenk-baar aangevormd aan een aan de achterwand aangebracht in het bijzonder daar op steekbare houder aangevormd en in twee standen, namelijk de normale, naar cmlaag gerichte bewaarstand en een schuin aahooggerichte 15 verwisselstand, vast te zetten. De fotograaf kan nu de invatting voor het verwisselen van het objectief in de schuin buitenwaarts naar opzij gerichte stand vastzetten waarin het objectief gemakkelijk aangevat kan worden. In deze naar buiten toe hellende, stand zou het objectief achter naar opzij buitenwaarts storend buitenwaarts uitsteken, cm 20 welke reden de invatting in de vertikale bewaarstand zwenkbaar is en kan worden vastgezet. Voor nadere bijzonderheden van deze uitvoering wordt verwezen naar de volg'conclusies en speciaal ook naar de thans volgende figuurbeschrijving.
Behalve de zoeven bedoelde uitvoeringsvormen zijn ook verdere 25 nadere uitwerkingen in de volgconclusie gedefinieerd.
De uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, waarin uitsluitend bij wijze van voorbeeld voor de uitvinding een uitvoeringsvorm van een fototas volgens de uitvinding alsmede diverse variantuitvoeringen voor de insteekverbindingen en de bevestigings-30 voorzieningen zijn weergegeven, nog nader worden toegelicht.
Fig. 1 is een zijaanzicht van een fototas volgens, de uitvinding in gesloten toestand; fig. 2 is een zijaanzicht van de fototas in geopende toestand en met het deksel ingeschoven achter het hoofddeel van de tas; 35 fig. 3 laat het deksel in zijaanzicht zien; fig. b is een doorsnede van het deksel volgens de lijn IV-IV in 7905602 0 * 5 fig. 3; fig. 5 is een bovenaanzicht van het hoofddeel -van de fototas; fig. 5a toont, in detail, de geleiding voor een lichaamsband; fig. 5¾ is een principeschets voor de ophanging van de tas;
5 fig. 6 is een aanzicht in pijlrichting VI in fig. 1, resp. 5S
van het hoofddeel en laat in het "bijzonder de geperforeerde plaat aan de achterwand van de tas zien; de figuren 7-10 tonen een volgens de uitvinding voorgestelde insteekverbinding met excentserstift, waarbij 10 fig. 7 een doorsnede is bij ingeschoven excenterstift, voor het verdraaien; fig. 8 de excenterstift eveneens in doorsnede doch na het verdraaien, laat zien; fig. 9 in bovenaanzicht, de uitvoering van het doorsteekgat 15 aan het aan de achterwand vast te steken deel 'toont; en fig. 10 een doorsnede is volgens de lijn X-X in fig. 9» fig. 11 toont een verdere uitvoeringsvorm van een insteekver-binding met klemstift in de inschuifstand; fig. 12 toont dezelfde insteekverbinding, waarbij de klemstift 20 over een hoek van 90° in de klemstand verplaatst is; fig. 13 toont een gewijzigde uitvoeringsvorm, d.w.z. een éénzijdige klemstift; de figuren 13a, b, c, laten verdere doorsteekverbindingen zien, waarbij de doorsteekpen is gevormd met een zelftappend schroefdeel; 25 fig· 1U is een vertikale doorsnede loodrecht op de achter wand, resp. op de geperforeerde plaat, van een objectief bevestigings-inrichting in de ruststand; fig. 15 toont de bevestigingsinrichting voor het objectief volgens fig. 14 in de uitwisselstand; 30 de figuren 16-22 tonen een volgens de uitvinding verder uit gewerkte objeetiefbevestigingsinrichting en wel is; fig. 1o een zijaanzicht van het gestel van de bevestigingsvoor-ziening; fig. 17 een onderaanzicht van het gestel; 35 fig. 18 een horizontaal bevenaanzicht van het gestel met door snede van de details; 7905602 *· * 6 fig. 19 een bovenaanzicht van de bijbehorende, zwenkbare plaat met invattingsring; fig.. 20 een bijbehorend zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede; fig. 21. een zijaanzicht van de objectiefbevestigingsiqrichting 5 in samengevoegde toestand; fig. 22 een doorsnede volgens de lijn XXII-XXII in fig. 21; fig. 23 toont een aan de geperforeerde plaat aan te brengen filmhouder voor vier filmhuizen; fig. 2k is een zijaanzicht van de filmhouder volgens fig. 23.
10 De fototas volgens de uitvinding bestaat in hoofdzaak uit een hoofddeel 1 en een deksel 2.
Het hoofddeel bevat een bij het dragen naar het lichaam van de fotograaf toe gekeerde achterwand 3, twee verikale zijwanden 4, en een horizontale bodemwand 5. Het deksel bevat de voorwand van de 15 fototas, twee zijwanden 8 en een bovenwand 9· 'De v66rwand 7 van het deksel is naar boven toe afgeschuind.
De zijwanden U van het hoofddeel 1 en de zijwanden 8 van het deksel 2 vullen elkaar aan tot de volle breedte van de fototas. In gesloten stand steken evenwel de zijwanden 8 van het deksel 2 aan 20 de rand uit voorbij de zijwanden U van het hoofddeel 1. Aan de onder-ste/buitenste hoek van de zijwanden 8 van het deksel 2 is een tweetal naar elkander toe, d.w.z. binnenwaarts, gerichte scharniertappen 9* gevormd. Deze scharniertappen 9* grijpen elk in een aan de buitenrand van de zijwanden !+ van dat hoofddeel 1 aangebrachte geleidings-25 groef 10, welke aan zijn ondereinde gesloten is, aan het bovenste bereik is voorzien-van een ligplaats - neusprof ilering 11, en vervolgens naar de bovenrand van de zijwanden zonder onderbreking uitloopt.
Terwijl de zijwanden 1+ zich slechts ruim tot de halve tasbreedte uitstrekken, strekt zich de - uitsluitend aan het hoofddeel 1 gevormde -30 bodemwand in hoofdzaak over de volle breedte totaan de voorwand 7 uit. Daarbij is, op analoge wijze, de bovenwand 9 volledig aan het deksel 2 gevormd. Twee gesleufde tongen 12 grijpen elk in een aan de bovenrand van het hoofddeel gevomde slotkast 13, waarin zij op bekende wijze vergrendeld worden. De sloten resp. een slot kunnen (kan) echter 35 ook aan het deksel en de verende tongen of tong aan het achterdeel aangebracht zijn.
7905602 7
Voor het openen wordt het deksel 2 cm de schamierpennen 9’ over ongeveer 180° gezwenkt en hangt dan naar omlaag. De gehele inwendige ruimte van de fototas is dan voor de hand van de fotograaf, die daar voorwerpen uit wil halen, toegankelijk. De afzonderlijke 5 delen worden losneembaar aan de wanden van het hoofddeel, bij voorkeur aan de achterwand daarvan, vastgehouden, waarop hieronder nog nader zal worden ingegaan. Uit deze cmlaaghangende stand kan het deksel nu achter het hoofddeel 1 tot in de, in fig. 2 weergegeven, gerede stand verplaatst worden, waarbij de scharaiertappen 91 een 10 geleiding hebben in de groef 10 en achter de ligplaats -neusprofile-ringen 11 elastisch verend een ligplaats innemen. Het deksel is nu uit de weg en de gehele inwendige ruimte van de fototas is, zoals reeds gezegd, voor de fotograaf goed toegankelijk.
Dank zij de naar boven toe open geleidingsgroeven 10 kan het 15 deksel desgewenst echter ook geheel naar boven toe weggetrokken en apart weggelegd of opgeborgen worden.
Op het bovenste bereik van de zijwanden ^ grijpt de draagband 6 aan, en wel door middel van een beslagdeel 60, dat draaibaar is cm een loodrecht op de zijwand k staande, d.w.z. recht in de kijk-20 richting van de drager gerichte scharniertap 61. Aldus kan de draagband 6 steeds de juisten hoekstand innemen ten opzichte van de tas, ongeacht of de tas over de linker dan wel de rechter schouder gedragen wordt.
Sen verdere, ceintuurachtige, cm het midden van het lichaam 25 van de drager gelegde band 6a grijpt aan op daarvoor aangebrachte bevestigingsvoorzieningen, opzij aan de achterwand, waardoor de fototas veilig en betrouwbaar tegen het lichaam van de drager aan liggend vastgehouden wordt.
Aan de bovenrand van de achterwand is een naar binnen gewelfde 30 ribbe 1U gevormd, welke goed aansluitend tegen de heup van de drager aan ligt. Aan de uitstekende uitbereiken van de ribbe 1 h* zijn, telkens - - in een verdieping ‘\ha.t stiften 15 bevestigd, waarachter de band 6a deer getrokken wordt. Bij het vastspannen ligt dan die band in de beide aanlegpunten 3 tegen de heup aan en kan zich tussen deze 35 beide aanlegpunten optimaal aan de individuele lichaamsvorm aanpassen.
De ophanging van de tas aan het lichaam van de fotograaf is 7905602 » i 8 zodanig, dat het onderste "bereik van de achterwand er 3 schuin buitenwaarts van uitsteekt, d.w.z. bij het lopen van de drager niet tegen diens dij schuurt. Teneinde de tas zo ongedwongen mogelijk in deze schuine stand te houden, komt het aan op de juiste plaats van de schar-5 niertappen 61, d.w.z. van de aangrijppunten van de draagband 6 op elke zijwand U ten opzichte van het zwaartepunt SP van de gevulde tas.
De scharniertappen 61 zijn daartoe ten opzichte van het zwaartepunt SP opzij buitenwaarts in de richting naar het deksel versprongen aangebracht. Aangezien zich het zwaartepunt immers steeds vertikaal onder 10 het ophangpunt wil instellen, zwenkt op deze wijze de gehele tas, en daardoor ook de achterwand, tot in de gewenste, van het lichaam van de fotograaf af uitstekende, schuine stand. De scharniertappen 61 kunnen voorts onder de band 6a aangebracht zijn. Bij het bevestigen van de band 6a kan dan de tegen de heup van de drager aan liggende tas 15 om de scharniertappen 61 zwenken tot in de gewenste, schuine stand, die trouwens reeds door de genoemde plaatsing van de scharniertappen 61 ten opzichte van het zwaartepunt SP bereikt wordt (zie ook fig. 5 en fig. 5b).
Voor losneembare insteekverbindingen van de afzonderlijke delen, 20 resp. de bevestigingsvoorzieningen daarvan, is aan de achterwand 5 voorzien in een geperforeerde plaat 16, welke volgens een bepaalde rastermaat over vrijwel het volledig oppervlak geperforeerd is en door middel van aan de achterzijde daarvan aangevormde afstands-ribben resp. verstijvingsribben 17 steunt neemt tegen de achterwand 3 25 (fig. 6).
Met de gaten werken verbindingselementen samen. Deze zijn bij voorkeur niet aan de betrokken, fotografische toebehoordelen gevormd, doch aan bijzondere houders of invattingen. De objectieven, filmhuizen of dergelijke zijn derhalve losneembaar in deze invattingen of 30 houders vastgemaakt, velkefop hun beurt weer aan de geperforeerde plaat worden vastgemaakt. Deze invattingen of bevestigingsvoorzieningen . - kunnen op willekeurige plaats van de achterwand aangebracht worden.
Voor het aanbrengen van de houder, resp. soortgelijke bevestigingsvoorzieningen aan de geperforeerde plaat, doet een speciale 35 excenterstift dienst, in samenwerking met een daaraan aangepaste perforatie uitvoering.
7905602 9
Overeenkomstig de figuren 7» 8 bevat de excenterstift 33 een schacht 34, aan het vrije einde waarvan een gesleurde kop 35 staan het andere einde waarvan een excenter 36 aangevormd zi«jn. De schacht 34 strekt zich, door de hoven elkaar gelegen gaten van de met 5 elkaar te verbinden delen heen, uit. De excenter 36 grijpt - in verdraaide stand - achter de rand van een gat van de geperforeerde plaat 16, terwijl de gesleufde kop 35 tegen de gatrand van het te verbinden deel, bij voorbeeld van het bevestigingsdeel 37» aan ligt.
Het gat in de houder 37 is samengesteld uit een grote cirkel 38 10 en een hier ten dele in grijpende, kleinere cirkel 39· De diameter van de grote cirkel 38 - evenals die van de gaten van de geperforeerde plaat 16 - kant overeen met de excenter 36, terwijl daarentegen de diameter van de kleinere cirkel 39 correspondeert met de diameter van de schacht 34. Aan de, van de grootste cirkel 38 af gekeerde, rand van 15 de kleinste cirkel 39 is een kraag 4q aangevormd, die telkens in een gat 41 van de geperforeerde plaat 16 past (figuren 9» 10).
Eerst wordt nu de excenter 36 door het grootste gat 38 van de houder 37 gestoken en vervolgens de schacht 34 in het kleinste, cirkelronde gat 39 ingeschoven. De excenter 36 wordt nu tot in een concen-20 trische stand met de kraag 40 verdraaid en in een gat 41 van de geperforeerde plaat 16 ingeschoven, waarbij de kraag 40 eveneens in het gat binnentreedt. Aldus is dan de stand volgens fig. 7 bereikt. Door middel van een schroevendraaier kan de stift 33 nu worden verdraaid, waarbij zijn excenter 36 achter de binnenrand van het gat 41 van de 25 geperforeerde plaat 16 grijpt, terwijl tegelijkertijd de onderzijde van de gesleufde kop 35 tegen de rand van het cirkelronde gat 39 van de houder 37 aan gedrukt wordt. De excenter 36 is voorzien van een afschuining 43, welke met de afgeschuinde, binnenste gatrand 44 samenwerkt (fig. 8).
30 Door een rondgaande, ringvormige groef 47 aan de onderzijde, of ook een concaaf gewelfde onderzijde, van de sleufkop «35 is hieraan een verend been 35 aangevormd, dat bij voorkeur axiaal buiten de rest van de onderzijde uit steekt. Met dit verende been 45 neemt de sleufkop 35 verend steun tegen de gatrand van de houder 37. A.an zijn, 35 de grootste cirkel 38 bedekkende omtreksbereik, en wel aan de beide randen, wordt het verende been 45 vervormd. De randen snijden resp.
7905502 10 drukken in het verende heen b-5, zodat de stift 33 tegen onwikkeleurige verdraaiing, en daardoor tegen 'losraken geborgd is (vergelijk fig. 8, in velke figuur het verende been ^5 rechts in het gat 35 binnentreedt).
Door middel van een markering aan de gesleufde kop 35 wordt 5 bij voorkeur de stand van de excenter 36 aangegeven.
De kleine gatcirkel 39 strekt zich uit over mêêr dan 180°, zodat de schacht 3^· verend in het cirkelronde gat 39 kan worden vastgesnapt.
In plaats van de in het voorgaande beschreven insteekverbinding 10 met de excenter volgens de figuren 7-10 kan ook een insteekverbinding met verdraaibare klemstift volgens de figuren 11 en 12 (resp. 13) worden toegepast.
Aan het invattingsdeel of de houder 37a zijn telkens twee, door een sleuf 35 van elkaar gescheiden, halve schalen 66 aangevormd, die 15 elk in een gat van de geperforeerde plaat 16 kunnen worden ingestoken en elk met een kraag 67 over de binnenrand van het gat heen kunnen grijpen. De van een gesleufde kop voorziene klemstift 6h past in het gat, resp. in de uitsparing tussen de beide halve schalen 66 en heeft aan zijn onderste/buitenste einde twee diametraal tegenoverelkaar 20 gelegen vleugels of nokken 68. In de inschuif stand. (fig. 11) is de stift met de nok 68 in de uitsparing tussen de halve schalen 66 in te schuiven. Wanneer dan de klemstift 6b over ongeveer 90° verdraaid wordt (fig. 12), kanen de nokken 68 aan te liggen tegen de kragen 67 en spreiden deze, zodat daarna de kragen 67 elk met een schouder 69 25 achter de binnenste gatrand aan de geperforeerde plaat 16 grijpen, waardoor de invatting resp. houder 37a aan de geperforeerde plaat 16 zijn vaste ligplaats heeft verkregen.
De voorrand van de kraag 67 is, ter vergemakkelijking van het insteken, afgeschuind bij het verwijzingscijfer 29a. De schouder 69 30 is zodanig schuin uitgevoerd, dat deze in de klemstand (fig. 12) glad aan ligt tegen de gatrand van de plaat 16.
* -
Fig. 13 toont een klemstift 70 met slechts een, naar êén zijde omgezette klemnok 71, welke aan zijn bovenzijde is voorzien van een oploopafschuining 72. Deze klemnok 71 met de genoemde afschuining 72 35 werkt in de klemstand samen met een corresponderend, aan het invattingsdeel 37a aangevormd haakdeel, dat tezamen met de klemstift 70 7905602 11 telkens in een gat van de geperforeerde plaat 16 kan worden ingevoegd en in de klemstand achter de binnenste gatraad grijpt.
De insteekverbindiag van de verschillende houders en invat-tingen aan de geperforeerde plaat 16 kan echter ook met een sehroef-5 deel zijn uit gevoerd. Een dergelijke uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuren 13a, 13b, 13c.
Fig. 13a is een doorsnede van een dergelijke verbinding; fig. 13b laat in bovenaanzicht de gatuitvoering van het te bevestigen deel, bij voorbeeld van een houder 37» zien en fig. 13c toont, eveneens in 10 bovenaanzicht, een niet-rond gat van de geperforeerde plaat 16.
Het gat van de houder 37 is ook weer samengesteld uit een grote cirkel 38 en een kleinere cirkel 39· Door het grootste gat 38 kan het schroefdraaddeel 81 van de schroef 82 heen gestoken worden, waarna het in diameter kleinere, bovenste schachtdeel 83 in het 15 kleinste gatdeel 39 een ligplaats inneemt. De kop van de schroef is bij voorkeur eveneens door het grootste gatdeel 38 te steken, en voor het verwisselen behoeft de schroef 82 niet geheel losgeschroefd te worden. Aan het kleinste gatdeel 39 is ook weer een centreerkraag kQ aangevormd, welke grijpt in het gat 8U van de geperforeerde plaat 16.
20 De schroefdraad 81 van de schroef 82 is zelftappend uitgevoerd. De gaten 8k van de geperforeerde plaat 16 zijn niet rond doch samengesteld uit drie gelijke, gebogen trajecten. Het gat heeft daardoor de vorm van een afgeronde driehoek. Bij het inschroeven van de schroeven wordt materiaal van de nauwste gafcplaatsen naar de wijdere 25 gatplaatsen gedrukt. De schroef is aan de punt afgerond om krassen te vermijden. Het gat 8k van de geperforeerde plaat 16 is enigszins conisch, overeenkomstig het schroefdraaddeel van de schroef.
De figuren 1¼ en 15 tonen een speciale bevestigingsinrichting voor een wisselobjectief. Deze bevestigingsinrichting bevat een 30 in hoofdzaak vertikaal been 18, een aan de bovenrand daarvan aangebrachte arm of been l8a, en twee zich daartussenin uitstrekkende wangen 19· Aan het vrije einde van de wangen 19 is door middel van een seharniernap 20 een plaat 21 scharnierbaar bevestigd, waarop een invautingsring 22 met inschroef draad voor een objectief is aan-35 gebracht. De tappen 20 grijpen elk in een iangwerping gat 2h van de plaat 21. Met zijn beide onderste hoeken 21a heeft de plaat 21 7905602 - 12 langs een aan de binnenzijde van de wangen 19 gevormde, ten opzichte van de zwenktappen concentrische, cirkelvormige geleidingsbaan 23 een geleiding.
In de, in fig. 14 weergegeven, ruststand zijn de plaat· 21 en 5 daardoor de invatting 22 naar boven in de horizontale stand evenwijdig onder de horizontale arm 18a van de houder gezwenkt en langs de langwerpige gaten 2b achterwaarts verplaatst, waarbij de vöérrand, resp. de hoeken 21a van de plaat 21 een ligplaats innemen in een aan de houdefaangebrachte uitsparing, resp. ligplaats 25· Het objectief 27 10 wordt aldus in vertikale stand vastgehouden. Deze vertikale stand is weliswaar gunstig voor ruimtebesparend transport, doch ongunstig voor het af schroeven en inschroeven. Met het oog hierop wordt het objectief 27 dan ook met de invatting 22, 21 in de schuine stand volgens fig. 15 gezwenkt. Aangrijpend op het objectief (resp. de invat-15 tingsring) wordt nu eerst de invattingsring in' de richting van het langwerpige gat 2k horizontaal verplaatst, zodat zijn achterste, onderste rand resp. de hoeken 21a uit de ligplaats 25 vrij kernen, waardoor de invatting langs de geleidingsbaan 23 kan worden gezwenkt. In de gewenste, schuine stand kan dan de invattingsplaat 21 met zijn hoeken 21a 20 in ligplaatsen of uitsparingen of dergelijke 29 aan de wangen 19 een ligplaats innemen.
Teneinde te voorkomen, dat de invattingsplaat 21 onwillekeurig langs het langwerpige gat 2b naar voren kan glijden, waardoor de achterste hoeken 22 uit hun ligplatsstand zouden vrij komen, is een 25 grendel 30 voorwaarts tot in de bewegingsbaan v66r de invattingsplaat 21 zwenkbaar. De invatting 21, 22 doet tevens dienst als stofdeksel.
Het horizontale been 18a van de invattingshouder is van ligplaatsen, corresponderend met de geperforeerde plaat 16 voorzien, waarin dus ook weer een tweede houder of ook een doosje voor kleine 30 toebehoordelen door middel van een excenterstift of klemstift aan te brengen is.
Deze denkbare objectiefbevestiging is voor de uitvinding van betrekkelijk belang, zodat de figuren 16-22 nog een verdere, ten dele verbeterde uitvoeringsvorm hiervoor weergeven. De principiële opbouw 35 en wijze van werken stemmen overeen met de uitvoeringsvorm volgens de figuren 11, 15, waarnaar bij de beschrijving van de figuren 16-22 790 5 6 02 13 dan ook zal worden verwezen. Analoge delen zijn in de figuren 16-22 van dezelfde verwij zings cijfers voorzien.
Volgens de figuren 1b, 15 is de zwenkt»are plaat 21 met de in-vattingsring 22 door middel van eenvoudige tappen of stiften 20 voor-5 aan aan de onderzijde aan de horizontale arm 18a scharniertaar "bevestigd aan het basisgestel en daarbij door middel van het langwerpige gat 2b verplaatsbaar telkens voor het innemen van een ligplaats in de transport stand (de voorste hoeken 21a van de plaat 21 nemen een ligplaats in bij het verwij zings cijfer 25 aan het boveneinde van het 10 vertikale been 18 van het basisgestel) of in de schuin omlaag hellende stand voor het verwisselen van de objectieven (de hoeken 21a van de plaat 21 nemen een ligplaats in bij het verwij zings cijfer 29 aan het einde van de cirkelbanen 23 aan de wangen 19).
Volgens de figuren 16-22 is daarentegen in plaats van de een-15 voudige stiften 20 een speciale stift 93 en een bijzondere, hiermee samenwerkende gatuitvoering aan het boveneinde van de. zwenkplaat 21 toegepast, alsmede aan de beide, van de horizontale arm 18a uitstekende legers 18b.
Deze legers bevatten ook weer het langwerpige gat 2b. Daar 20 komt echter, tenminste voor één van de beide legers, een cirkelronde uitsparing 90 bij van iets grotere diameter, dan de lengte van het langwerpige gat 2b. De zwenkplaat 21 heeft aan zijn boveneinde twee gaten 91 voor de scharniertap en tussen deze in een uitstekende lig-plaats-neusprofilering 92. De, de zwenkas vormende, stift 93 bevat 25 aan zijn schacht een tweetal ligplaatsgroeven 9b, 9ba. voor de lig-plaatsneusprofiiering 92, en aan zijn éne einde een kop 95 voor de uitsparing 90 aan het éne leger 18b.
Bij deze opbouw geschiedt de montage en de werking als volgt:
Het basisgestel van de objectiefhouder wordt ook weer door middel 30 van de excenterdelen op de geperforeerde plaat 16 bevestigd. Vervolgens wcrdt de zwenkbare plaat 21 zodanig in het basisgestel ingezet, dat . .
de onderste glijranden daarvan, resp. de hoeken 21a, zich in één van de beide eind-zwenkstanden bevinden en de gaten 91 aan hun boveneinde stroken met de gaten 2b, 90 aan de legers 18b.
35 Vervolgens wordt van opzij door deze vier gaten de legerstift 93 heen gestoken, tot zijn eerste ligplaatsgroef 9^ wordt ingenomen door 7905602
1U
de ligplaatsneusprofilering 92 of de ligplaatsnok. De zwenkbare plaat 21 kan in deze ligplaats stand van de stift 93 telkens uit de beide einden zwenkstanden geduwd resp. gelicht worden, waarbij de einden van de schacht van de stift 93 telkens in de langwerpige gaten 2b worden 5 verplaatst. De kop 95 van de stift bevindt zich daarbij buiten de uitsparing 90 aan het ene leger 18b.
Wanneer nu de legerstift 93 totaan zijn tweede ligplaatsgroef 9ka verder ingeschoven wordt, dringt zijn kop 95 in het bijpassende, qua diameter grotere, gat d66r, dat - zoals reeds is vermeld - aan 10 ten minste het éne leger 18b vó6r het langwerpige gat 2b ligt. De zwenk-bare plaat 21 is hierbij met zijn ligplaatshoeken 21a hetzij in de onderste val 29 of in de bovenste, val 25 ingeschoven en - door de stiftkop 95 - in deze eindzwenkstanden vergrendeld. Voor ontgrendeling met het oog op het zwenken naar de telkens andere stand, wordt omge-15 keerd te werk gegaan, d.w.z. dat de stiftkop 95 uit de uitsparing 90 wordt getrokken, vervolgens de zwenkplaat 91 uit de betrokken val 25 resp. 29 wordt geduwd en langs de geleidings-baan 23 in de telkens andere val 29 resp. 25 weer ingeschoven wordt, waarna de stiftkop 95 weer in zijn uitsparing 90 in het éne leger 18b tot het innemen van 20 zijn ligplaats gebracht wordt.
Met de gat-excenterverbinding (figuren T-10) resp. de klem-stiftverbinding (figuren 11-13) of de verbinding met schroefstift (figuren 13a, b, c) kunnen willekeurige, van dienovereenkomstige doorsteekgaten voorziene, delen bevestigd worden. Voorts kan deze 25 bevestigingswijze ook buiten een fototas worden toegepast. Zo kan bij voorbeeld een dergelijke geperforeerde plaat in een etalage of vitrine opgesteld worden, bij voorbeeld in een fotozaak, waarbij dan de uit te stallen artikelen door middel van de beschreven verbindingsmiddelen losneembaar aan de geperforeerde plaat bevestigd 30 kunnen worden.
De figuren 23 en 2k tonen een op deze wijze aan de geperforeerde - - plaat aan te brengen houder voor filmhuizen. Aan de hoeken van een bevestigingsplaat U8, loodrecht daarop, zijn vier in hoofdzaak cilindrische hulzen 39 aangevormd, welke onderaan elk een schuin afgesneden 35 rand 50 hebben, die telkens in een sleuf 51 overgaat, waardoor de bevestigingshulzen b9 elastisch zijn, zodat filmhuizen van overeen- 7905602 15 komstige diameter er gemakkelijk ingezet en weer uit gehaald kunnen worden. Door middel van telkens een gat 52 wordt de viervoudige filmhouder aan de geperforeerde plaat 16 aangebracht. In een belendend gat van de geperforeerde plaat 16 grijpt daarbij tenminste één aan 5 de onderzijde van de bevestigingsplaat aangebrachte tap 53. Door een dergelijke oriëntatêringstap·53 wordt de betrokken houder in zijn hoekstand op de gewenste wijze gericht ten opzichte van de geperforeerde plaat 16.
790 5 6 02

Claims (20)

1. Hangt as, in het bijzonder fototas met klapbaar deksel en over de schouder gedragen draagband, waarbij het hoofddeel van de 'tas is voorzien van een naar het lichaam van de gebruiker toe gekeerde achterwand, twee in ’hoofdzaak vertikale zijwanden en een in hoofd-5 zaak horizontale bodemwand, terwijl aan de beide zijwanden het klap-deksel door middel van een zich doör de onderste/voorste hoekbereiken uit strekkende zwenkas scharnierbaar bevestigd is, met het kenmerk, dat in resp. aan de achterwand (3) een gatenraster en voor elk van de in de tas onder te brengen delen of voor telkens een bevestigingsvoor-10 ziening resp. invatting voor die delen tenminste één insteektap aangebracht is.
2. Tas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het gatenraster met doorgaande gaten (i+1) aan een plaat (16) is gevormd en door tussenkomst van afstandsribben (17) tegen de tas achterwand. (3) aan 15 ligt.
3. Tas volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zijwanden (il·) van het hoofddeel van de tas slechts half zo breed zijn als de in de volle breedte aan het hoofddeel gevormde bodemwand (5) van de tas, terwijl aan het deksel (2) zijwanden (8) - welke de aanvul- 20 lende halve breedte hebben - gevormd zijn en de scharniertappen (9’) elk verplaatsbaar zijn in een, aan de vrije rand van de zijwanden gevormde, geleidingsgroef (10).
4. Tas volgens tenminste één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de insteektappen zijn gevormd als excenterstiften (33), 25 welke elk met een, van een schroevendraaier sleuf (b6) of dergelijke voorziene kop (35) aan hun uiteinde achter een gatrand van een te bevestigen deel en met een excenter (36) - in de verdraaide stand -achter de gatrand van de geperforeerde plaat (16) grijpen.
5· Fototas volgens conclusie b, met het kenmerk, dat»het gat resp. - - 30 elk gat aan de houder resp. aan het te bevestigen deel is samengesteld uit een tweetal, elkaar snijdende cirkels (38, 39) > waarvan de grootste cirkel (38) in diameter correspondeert met de diameter van de excenter (36) en de, hierop aansluitende, kleinere cirkel (39) niet de diameter van de schacht (3*0 van de excenterstift. 7905602
6. Fototas volgens conclusie 5* met het kenmerk, dat aan de van de grootste cirkel (38) af gekeerde rand van de kleine cirkel (39) een in hoofdzaak sikkelvormige, in het doorsteekgat (Ui) van de geperforeerde plaat (16) passende kraag (^0) aangevormd is. 5
7* Fototas volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de excenter (36) is voorzien van een afschuining (U3).
8. Fototas volgens tenminste een der conclusies k-7, met het kenmerk, dat de binnenrand van de gaten (Ui) van de geperforeerde plaat af geschuind (¼) is. 10
9· Fototas volgens tenminste één der conclusies ^-8, met het ken merk, dat de gesleufde kop (35) van de excenter, bij voorkeur door een ondersnijdingsrand (Vf) in zijn onderzijde, is voorzien van een elastisch verende rand (if-5) ·
10. Fototas volgens tenminste êên der conclusies 1-3, met het ken-15 merk, dat aan elk bevestigingsdeel (37a) tenminste één haak aangevoimd is, welke tezamen met een klemstift (6U,70) telkens in een gat van de geperforeerde plaat (16) kan worden ingeschoven en bij verdraaiing van de klemstift achter de binnenrand van het gat grijpt.
11. Fototas volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de klem- 20 stift (70) slechts één omgezette nok (71) bevat, welke aan zijn bovenzijde van een oploopafschuining (72) is voorzien.
12. Fototas volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elk bevestigingsdeel (37a) twee, door een sleuf (65) van elkaar gescheiden, halve schalen, elk met een kraag (67) aan het onderste bereik daarvan, 25 en aan het onderste bereik van de klemstift (6h) een tweetal nokken (68) diametraal tegenoverelkaar aangevormd zijn, welke in een, ten opzichte van de inschuifstand, over een hoek versprongen klemstand de halve schalen (66) uiteenspreiden, waarbij de kragen (37) daarvan grijpen over de binnenste gatrand.
13. Fototas volgens tenminste één der conclusies 1-3, bij voorkeur met een gatuitvoering aan de houder volgens conclusie 3,*met het ken- - · merk, dat de doorsteektap (82) aan zijn onderste bereik is voorzien van een zelftappend schrcefdraaddeel (81) voor het insnijden in telkens een corresponderend gat (82) van de geperforeerde plaat (l6), en 35 van een in diameter kleiner schachtdeei (33) voor het innemen van een ligplaats in het in diameter kleinere gatdeel (39) van de houder (37). 7905602 ·
14. Fototas volgens tenminste één der conclusies 1-13» met het kenmerk, dat aan de achterwand (3); resp. de geperforeerde plaat (16) tenminste één invatting voor een wisselobjectief aangebracht in het bijzonder opsteekbaar is. 5
15· Fototas volgens conclusie 1U, met het kenmerk, dat de invatting bestaat uit een plaat (21) en een daar op aangebrachte invattingsring met inschroefdraad en zwenkbaar is bevestigd aan een, aan de achterwand (3) aangebrachte, in het bijzonder opsteekbare, houder (18,18a).
16. Fototas volgens conclusie 15» met het kenmerk, dat de houder 10 is voorzien van een gestel met horizontale arm of been (18a), aan de onderzijde waarvan, vooraan, de plaat (21) door middel van een tap (20) en een langwerpig gat vastgehouden wordt, terwijl de beide tegenover een zwenkas gelegen hoeken (21a) een geleiding hebben in ten opzichte van de tappen (20) concentrische, aan de houder resp. aan twee 15 zijwangen (19) van die houder gevormde geleidingsbanen (23), waarbij aan het boveneinde van de geleidingsbaan, onder het horizontale been (18a), naar de achterwand (16) toe gekeerd, telkens een uitsparing of een ligplaats (25) alsmede, aan het onderste/buitenste einde van een geleidingsbanen (23) telkens een verdere uitsparing of ligplaats 20 (29) voor het door de plaat (21) innemen van een ligplaats in ingewerkte stand, alsmede in de, voor het verwisselen van het objectief, uitgezwènkte stand aangebracht zijn.
17· Fototas volgens conclusie 16, gekenmerkt door een aan het einde van tenminste één der zijwangen (19) resp. van het horizontale 25 been (18a) van de houder aangebrachte, v66r de ingezette invattings-plaat (21) zwehkbare, resp. beweegbare grendel (30).
18. Inrichting volgens tenminste één der voorgaande conclusies, gekenmerkt door een overeenkomstig de rastermaat aan een op de geperforeerde plaat te bevestigen deel, in het bijzonder houder aangebrachte, 30 in een gat van de geperforeerde plaat passende tap (53).
19· Inrichting volgens conclusies 15-18, met het kenmerk, dat aan . . het horizontale, loodrecht van de geperforeerde plaat (16) af uitstekende been (18a) van de houder gaten overeenkomstig die van de geperforeerde plaat aangebracht zijn ter bevestiging van voorwerpen door 35 middel van een excenterpen.
20. Fototas volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat is voorzien 7805602 in een scharnier stift (93) voor de zvenkplaat (21) met een in diameter vergrote kop (45) en met in zijn schacht een tweetal ligplaatsgroeven (94, 94a), terwijl aan de zvenkplaat (21) tussen de heide gaten (91) daarvan een neusvormige ligplaatsprofilering (92) -voor 5 het innemen van een ligplaats in êén van de groeven (94, 94a) en aan tenminste êin Iger (18b) van de horizontale arm (18a) van het ' hevestigingsgestel een, met de genoemde kop (95) corresponderende uitsparing (90) aangebracht zijn. 7905802
NL7905602A 1978-09-01 1979-07-18 Fototas met klapdeksel. NL7905602A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE2838289 1978-09-01
DE2838289A DE2838289C2 (de) 1978-09-01 1978-09-01 Umhängetasche, insbesondere Fototasche

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7905602A true NL7905602A (nl) 1980-03-04

Family

ID=6048513

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905600A NL7905600A (nl) 1978-09-01 1979-07-18 Hangtas, in het bijzonder fototas.
NL7905602A NL7905602A (nl) 1978-09-01 1979-07-18 Fototas met klapdeksel.

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7905600A NL7905600A (nl) 1978-09-01 1979-07-18 Hangtas, in het bijzonder fototas.

Country Status (6)

Country Link
US (2) US4261495A (nl)
JP (4) JPS5535681A (nl)
DE (1) DE2838289C2 (nl)
FR (1) FR2462885A1 (nl)
GB (2) GB2029206B (nl)
NL (2) NL7905600A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8701395U1 (de) * 1987-01-29 1987-06-11 Rowi International Robert Widmer, 8858 Neuburg Kameratasche
GB9220538D0 (en) * 1992-09-29 1992-11-11 Pag Ltd Battery pack
SE526890C2 (sv) * 2004-06-02 2005-11-15 Joakim Liljedahl Väska
FR2926436B1 (fr) 2008-01-18 2012-12-28 Kuhn Sa Procede de commande d'une action ou d'une sequence d'actions pour une machine agricole attelee a un tracteur agricole utilisant un tel procede de commande
US8029199B1 (en) * 2010-03-22 2011-10-04 Press Three Photography, Inc. Camera lens holder
GB2494187B (en) 2011-09-02 2016-02-17 Pag Ltd Battery management system, method and battery
US9653719B2 (en) 2013-10-04 2017-05-16 Pag Ltd. Battery

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1991654U (de) 1968-08-14 Bermas Kofferfahrik, 8510 Fürth Reisebehälter, insbesondere Koffer
US2348620A (en) * 1942-08-19 1944-05-09 Folmer Graflex Corp Ever-ready carrier-contained photographic-equipment package
US2383628A (en) * 1943-08-18 1945-08-28 Julius A Traum Wrist watch strap
US2542640A (en) 1945-09-18 1951-02-20 Lewis M Dixon Container with elastic strip cell structure
US2665801A (en) * 1950-11-13 1954-01-12 Berkman Meyer Combined photograph camera carrying case and flashbulb holder
DE880999C (de) * 1951-07-13 1953-06-25 Lederwarenfabrik Kritzler K G Bereitschaftstasche fuer photographische Geraete
GB862617A (en) * 1958-10-11 1961-03-15 Kodak Ltd Improvements in or relating to camera carrying cases
US3094892A (en) * 1960-03-31 1963-06-25 Jordan Ind Inc Combination spacer anchor having a frangible head portion
US3204776A (en) * 1963-12-23 1965-09-07 Charles R Brown Magnetic tool board
US3541976A (en) * 1968-06-27 1970-11-24 Luis A Rozas Portable body-mounted desk
US3910470A (en) * 1974-03-11 1975-10-07 Carl O Swenson Carrying case for photographic equipment and the like
US3997092A (en) * 1974-11-18 1976-12-14 Pogwizd Kenneth W Paint container carrier
JPS589868Y2 (ja) * 1978-08-29 1983-02-23 三菱化学株式会社 合成樹脂製パレツト
US4309928A (en) * 1980-05-27 1982-01-12 The Bendix Corporation Apparatus for simultaneously cutting wire segments from a plurality of wires

Also Published As

Publication number Publication date
GB2029205B (en) 1983-06-15
GB2029205A (en) 1980-03-19
JPS5723487B2 (nl) 1982-05-19
GB2029206A (en) 1980-03-19
JPS57164008A (en) 1982-10-08
US4261495A (en) 1981-04-14
NL7905600A (nl) 1980-03-04
FR2462885A1 (fr) 1981-02-20
FR2462885B1 (nl) 1983-07-22
JPH0218082B2 (nl) 1990-04-24
US4310092A (en) 1982-01-12
JPS5535681A (en) 1980-03-12
GB2029206B (en) 1982-11-03
DE2838289B1 (de) 1979-09-20
JPS61247407A (ja) 1986-11-04
JPS61253004A (ja) 1986-11-10
DE2838289C2 (de) 1980-05-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20020056794A1 (en) Stand for reading material
NL7905602A (nl) Fototas met klapdeksel.
JPS58501894A (ja) 障害物のない基本フレ−ム構成要素を有するケ−ス
US4561623A (en) Book holder
US5302013A (en) Lockable beauty supplies trolley
US20090293999A1 (en) Purse with display case
US4882915A (en) Combined locket and photo holder
KR200457703Y1 (ko) 독서대
US4998703A (en) Portable illuminated bookholder and lectern
US5813532A (en) Router bit case
US3572560A (en) Photography luggage
JP6814177B2 (ja) カメラキャリングケース
JP2004075090A (ja) 収納箱
JP2000512229A (ja) モジュール構造を有するファイル
KR200429135Y1 (ko) 컴퓨터 주변기기 및 본체 수납용 수납기
CA2064266A1 (en) Portable storage rack for containers
EP0518398B1 (fr) Dispositif de sécurité pour le maintien des barrettes démontables destinées à l'accrochage de fascicules à l'intérieur d'une reliure
KR102462845B1 (ko) 휴대용 테이블
CN208846128U (zh) 手持式照明灯
US10264864B2 (en) Camera carrying case
KR960004292Y1 (ko) 서류철의 걸이대
US3032643A (en) Illuminated mirror
US2998042A (en) Carrying case for photographic cameras and the like
JP3038067U (ja) リール付き釣竿用携帯ケース
US1794305A (en) Fitted suitcase construction

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed