NL7901434A - Railgeleiding. - Google Patents

Description

κ VO 7317

Thomas Regout N.V., te Maastricht "P.ailgeleiding"

De uitvinding heeft betrekking op een railgeleiding met sen aantal telescopisch, een buiten-, een tussen- en een binnenprcfiel vormende, in elkaar schuifbare, in doorsnede in hoofdzaak U-vormige rails met daar tussenin kogels, welke lopen in paarsgewijs tegenover 5 siVaar gelegen concave profileringen in die rails.

Sen dergelijke railgeleiding is bekend uit de oudere Sederlandse octrooiaanvrage 76.10020 en is bestemd om te worden gebruikt bij schuifladen in kasten en bureaus, howel de toepassing daartoe niet beperkt is.

10 Het bezwaar van de bekende railgeleiding is, dat wanneer deze wordt gebruikt bij een schuiflade voor een bureau of kast, een gevulde lade, na het inschuiven als gevolg van de reactie, terugveert en de lade dan niet gesloten is. Hu zou aan dit bezwaar tegemoetgekomen worden door de lade· of de geleiding daarvan in de ingeschoven stand in 15 veren of dergelijke op te vangen, doch dit veroorzaakt weer een ander bezwaar, namelijk dat de lade moeilijk opengetrokken kan worden.

De geschetste bezwaren kunnen volgens de uitvinding ondervangen worden, doordat het buitenprofiel een binnen het railstelsel reikend elastisch deformeerbaar orgaan draagt met ten minste een, dwars 20 op de langsas van dat stelsel gerichte uitstulping, terwijl aan het binnenprofiel ten minste een, dwars op de langsas van het railstelsel gerichte instulping aanwezig is, zodanig, dat deze achter de uitstulping van het elastisch deformeerbaar orgaan grijpt, wanneer de railgeleiding in de ingeschoven stand staat, in welke stand op het bedoelde orgaan 25 door daartoe aanwezige middelen een kracht kan worden uitgeoefend, welke dat orgaan verder in dwarsrichting doet uitstulpen.

7901434 2 · · r

De maatregelen volgens de uitvinding hébben het voordeel,' dat bij het sluiten van een lade, dus bij het in elkaar schuiven van de railgeleiding, de instulpingen in het tussenorgaan het elastisch defor-meerbare orgaan enigermate indrukken en zal de beweging worden afge-5 remd.

Zoals nog nader zal worden toegelicht, wordt tegelijkertijd op het elastisch deformeerbare orgaan tevens een langskracht uitgeoefend door daartoe aanwezige middelen, waardoor dit orgaan enigermate wordt ingedrukt, met als gevolg dat de uitstulpingen in de dwars-10 richting worden weggedrukt, Niet alleen dat hierdoor de bufferwerking wordt begunstigd, ook de opsluiting van de instulpingen van het binnenste railprofiel achter de uitstulpingen van het deformeerbare orgaan voorkomt elke terugverende werking op het binnenste railprofiel, in bedoeld geval dus van een lade.

15 Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening besproken. Daarin toont:

Fig. 1 op ware grootte een doorsnede volgens de -lijn I-I van figuur 2 van de railgeleiding volgens de uitvinding;

Fig. 2 een langsdoorsnede over een gedeelte van een 20 railgeleiding op vergrote schaal; en

Fig. 3 een doorsnede over de lijn III-III van fig. 2.

De railgeleiding volgens de uitvinding bestaat uit op zich zelf bekende in elkaar telescoperende, in hoofdzaak U-vormige profielen 1, 2 en 3 waarvan de rail 1 het buitenprofiel, de rail 2 het 25 tussenprofiel en de rail 3 het binnenprofiel is. Het profiel 1 wordt aan een vast punt, bijvoorbeeld de wand van een kast of een bureau . bevestigd en het profiel 3 aan een schuiflade of dergelijke. Voor een doelmatige geleiding van de profielen onderling zijn kogels b, resp. 5 tussen de profielbenen aangebracht. Een en ander is meer gedetailleerd 30 beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage no. 7610020, zodat hier niet nader op ingegaan zal worden.

Zoals uit de figuren 2 en 3 blijkt, is nabij het uiteinde van het buitenprofiel 1 een orgaan 6 aanwezig, dat in het railsysteem reikt. Dit orgaan is elastisch deformeerbaar en bestaat doelmatig uit 35 polyurethaan. De doorsnede is in hoofdzaak rechthoekig met een voorzijde 7, een achterzijde 8 en zijkanten 9 en 10. Nabij de achterzijde 8 is 7901434 3 * een montage-opening 11 aangebracht, waarmee het orgaan 6 op een vast punt, in het getekende geval een omgezette lip 12 van het buitenprofiel 1, bevestigd is. Het orgaan 6 heeft voorts nabij de voorkant een holte 13, waarvan, zoals blijkt uit fig. 2, de lengte aanzienlijk groter is 5 dan de breedte. Aan elke zijkant 9 en 10 is een uitstulping 1h, resp.

15 aanwezig, welke naar de voorkant 7, dus naar de langsas, toe convergeert. Anderzijds gaat de uitstulping volgens een rond verloop in de betreffende zijkant over.

Het binnenprofiel 3 is voorzien van instulpingen 16 en 10 17» welke in de getékende stand, waarbij de railgeleiding ingeschoven is, achter de uitstulpingen 14 en 15 wan het elastisch deformeerbare orgaan 6 grijpen.

Het tussenprofiel 2 is nabij het einde voorzien van een buitenwaarts gericht uitsteeksel 18, dat in de getekende stand tegen de 15 voorkant 7 wan het elastisch deformeerbare orgaan 6 aanligt en daarop een kracht kan uitoefenen, welke het orgaan verder doet uitstulpen.

Het tussenprofiel 2 heeft voorts op enige afstand wan het uitsteeksel 18 een buitenwaarts gericht uitsteeksel 19» dat kan samenwerken met- een aanslag 20, welke wordt gevormd door een elastisch blokje, 20 bijvoorbeeld uit rubber, dat op een lip 21 van het tussenorgaan is bevestigd. Wanneer de railgeleiding wordt ingeschoven zal door de onderlinge samenwerking tussen de aanslag 20 en het uitsteeksel 19 het tussenprofiel 2 door het binnenprofiel 3 worden meegenomen, waarbij dit profiel aan het eind van zijn beweging stuit'tegen het elastisch defor-25 meerbare orgaan 6 en de beweging elastisch wordt geremd. Een remmende werking ontstaat tevens, doordat de instulpingen 16 en 17 in contact kernen met de oplopende vlakken van het elastische orgaan 6 en dit deformeren.

Wanneer een met mappen gevulde lade, waarvan de railge-30 leiding deel uitmaakt, waarbij zij opgemerkt, dat een lade aan weerszijden van een dergelijke geleiding is voorzien, wordt ingeschoven, dan zal de door de iade met inhoud gevormde massa doelmatig worden afge-remd. Door de doelmatige opsluiting, als gevolg van het onder drukspan-ning gebrachte elastische orgaan 6 zal van een terugvering geen sprake 35 zijn en blijft de lade in de gewenste gesloten stand.

3ij het openen van de lade zal het uitsteeksel 18 weer 7901434 t

At U - vrij kamen van het elastische orgaan 6, -waardoor dit ontspant, waardoor ook de uitstulpingen 1 it en 15 gemakker lijker naar binnen gedrukt kunnen worden, zodat geen extra trekkrachten noodzakelijk zijn om de gewenste beweging te bewerkstelligen. Dit betekent, dat niettegenstaande een zeer 5 doelmatig opsluiten van bijvoorbeeld een lade, deze met een betrekkelijk kleine kracht geopend kan worden.

Λ 790 1 4 3 4

Claims (4)

1. Railgeleiding net een aantal telescopisch een buiten-, een tussen- en een binnenprofiel Tonnende in elkaar schuifbare, in doorsnede in hcofdzaak U-vormige rails net daar tussenin kogels, welke lopen in paarsgewijs tegenover elkaar gelegen concave profileringen in 5 die rails, net het kenmerk, dat het buitenprofiel een binnen het railstelsel reikend elastisch deformeerbaar orgaan draagt net ten minste een, dwars op de langsas van dat stelsel gerichte uitstulping, terwijl aan het binnenprofiel ten minste één, dwars op de langsas van het ruilstelsel gerichte instulping aanwezig is, zodanig, dat deze 10 achter de.uitstulping van het elastisch deformeerbare orgaan grijpt, wanneer de railgeleiding in-de ingeschoven stand staat, in welke stand op het bedoelde orgaan door daartoe aanwezige middelen een kracht kan worden uitgeoefend, welke dat orgaan verder in dwarsrichting doet uitstulpen.

2. Hailgeleiding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het elastisch, d formeerbare orgaan in hoofdzaak rechthoekig in doorsnede is met een voor- en achterkant alsmede twee zijvlakken, waarbij nabij de achterkant een opening aanwezig is voor het bevestigen van het orgaan aan een vast punt, in het bijzonder aan het buitenprofiel, 20 nabij de voorkant een holte is uitgespaard, terwijl ter plaatse van die holte op elk zijvlak een nagenoeg haaks op de langsas van dat orgaan gerichte uitstulping aanwezig is.

3. Hailgeleiding volgens conclusie 1-2, met het kenmerk, dat elke uitstulping naar de voorzijde van het elastisch deformeerbare 25 orgaan in de richting van de langsas convergeert en anderzijds afgerond in het betreffende zijvlak overgaat. k. Railgeleiding volgens ocnlusie 1-3, met het kenmerk, dat het tussenprofiel een buitenwaarts gericht uitsteeksel heeft, dat in de ingeschoven stand van de railgeleiding tegen het elastisch deformeer-30 bare orgaan aanligt en dit samendrukt, terwijl op enige afstand van bedoeld uitsteeksel een buitenwaarts gericht tweede uitsteeksel aanwezig is,cat kan samenwerken met een aanslag op het binnenprofiel. 7901434 '· 6 t

5. Railgeleiding volgens conclusie 1-U, met het kenmerk, dat het elastisch deformeerbare orgaan vervaardigd is uit polyurethaan. % 7901*34