NL7900831A - Kunststofkaasvat. - Google Patents

Description

79 5007/vdV/ki

Ir J.A. van der Veken B.V. Hollandse Plastic Industrie Rotterdan "Kunststofkaasvat"

De uitvinding heeft betrekking op een kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat.

Dergelijke kunststof kaasvaten zijn algemeen bekend.

Zo is een kunststofkaasvat bekend uit polyetheen of polypro-5 peen, waarbij zich tenminste in de bodem van het vat openingen bevinden voor het laten afvloeien van tijdens het persen van wrongel ontwijkende wei. In het kunststofkaasvat is een verwijderbaar net ven . elastische kunststof, zoals bijvoorbeeld polyetheen of polypropyleen, opgehangen voor het opnemen van te persen wrongel. Dit net is verbon-10 den den met een ring, die ondersteund wordt door de bovenzijde van het kunststofkaasvat. Met behulp van een volger kan men de wrongel in het net aan de gewenste druk onderwerpen voor het vormen van de kaas.

Hoewel de resultaten met dit laatstgenoemde kaasvat bijzonder goed zijn, heeft dit kaasvat het nadeel, dat men de geperste kaas met 15 het kunststofnet uit het kunststofkaasvat moet verwijderen alvorens gevoimde kaas en kaasnet van elkaar te kunnen scheiden. Dit betekent een aantal afzonderlijke handelingen, die kostpiijsverhogend werken.

De uitvinding beoogt nu een kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat te verschaffen, dat de bovengenoemde 20 nadelen niet vertoont.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat een wand van het kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat, vast verbonden is met een laag uit poreus materiaal.

Bij toepassing van een dergelijk kunststofkaasvat, kan men de 25 kaas direkt uit het kunststofkaasvat verwijderen, daar de kaas zich gemakkelijk van de laag uit poreus materiaal lost.

790 0 8 3 1 ψ 2

Anderzijds heeft de laag uit poreus materiaal het voordeel, dat ook de laatste resten vocht aan de geperste wrongel onttrokken Γ* worden door de vocht-opzuigende werking van het poreuze materiaal.

Dit betekent, dat men met behulp van dit kaasvat drogere geperste 5 kazen kan verkrijgen.

Een ander voordeel is, dat men zonder hantering van de gevormde kazen deze met het kaasvat gedurende een bepaalde tijd kan laten rondlopen, wat een voorwaarde is voor de verkrijging van een goede kwaliteit kaas. Bij de kunststofkaasvaten met de bekende kunst-10 stofnetten, moet men het kunststofnet met de geperste kaas uit het vat verwijderen en het samenstel afzonderlijk een bepaalde tijd laten rondlopen, ongeveer anderhalf uur, na welke periode men het net van de geperste kaas kan scheiden.

Met bijzonder voordeel bestaat de laag uit poreus materiaal 15 uit een vezelvlies, bij voorkeur een vezelvlies dat tenminste gedeeltelijk bestaat uit thermoplastische vezels, die vastlasbaar zijn aan het materiaal van het kunststof kaasvat.

Bij toepassing van een dergelijke poreuze laag verkrijgt men enerzijds een laag, die doelmatig het tijdens het persen van de wron-20 gel vrijkomende vocht absorbeert, welk vocht via de openingen in het kaasvat afgevoerd wordt. Anderzijds maken de aanwezige thermoplastische vezels uit de vezelvlieslaag het mogelijk om het vezelvlies direkt vast te lassen aan het kunststof kaasvat.

Zeer doelmatig is de vezelvlieslaag met thermoplastische ve-25 zeis vastverbonden met de wand van het kunststofvoortbrengsel door om het voorgevormde vezelvlies het kunststofvoortbrengsel te vormen, in het bijzonder door middel van extrusietechnieken, zeer in het bijzonder door spuitgieten van de kunststof.

Bijzonder voordelig is een vezelvlies uit polypropeenvezels 30 of polyetheenvezels, welke vastgelast kunnen worden aan het materiaal van het kunststofkaasvat. Een dergelijk vezelvlies biedt bovendien 790 0 8 3 1 τΚ 3 % het grote voordeel, dat men het gemakkelijk kan reinigen met de bekende reinigingsmiddelen, die ook gebruikt worden voor het reinigen van de kunststofkaasvaten.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor 5 het vormen van een kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunst-stofkaasvat, uitgaande van een thermoplastisch gemaakte kunststof, welke werkwijze gekenmerkt is doordat men een laag uit poreus materi-aan voorvormt, en op deze laag uit poreus materiaal tenminste aan één zijde een kunststofvoortbrengsel vormt uit een thermoplastische kunst-10 stof, onder vast verbinden van de laag uit poreus materiaal met de wand van het gevormde kunststofvoortbrengsel.

Bij voorkeur bestaat de werkwijze uit het spuitgieten van een thermoplastisch gemaakte polyalkeen kunststof op een vezel vlieslaag uit met het kunststofmateriaal van het kaasvat samenlasbare poly-15 alkeenkunststof.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin: - fig. 1 een doorsnede toont van een kaasvat volgens de uitvinding, 20 - fig. 2 een matrijs met het daarin gevormde kunststof kaasvat met laag uit poreus materiaal en - fig* 3 een doorsnede op vergrote schaal van de wand van een kaasvat en het daarop vastgelaste vezelvlies.

In fig. 1 is een kunststofkaasvat 1 van polypropeen weergege-25 ven. Het kaasvat omvat een bodem 2 en een cilindrisch wandgedeelte 3, waarbij in de bodem en desgewenst ook in de wand van het cilindrisch gedeelte 3 van het kaasvat 1 weiafvoeropeningen zijn aangebracht, waardoor wei kan ontwijken.

Binnen in het kaasvat 1 is een laag 6 van poreus materiaal 30 vastgehecht. Deze laag bestaat bij voorkeur uit een vezelvlies van kunststofvezels, waarbij tenminste een gedeelte van de vezels bestaat 790 0 8 3 1 4 uit een kunststof die bij verhoogde temperatuur samengelast kan worden met het materiaal van het kunststofvat 1. Bij toepassing van een polypropeen kunststofvat 1 zal men derhalve een vezelvlies toepassen uit polypropeen materiaal en bij gebruik van een kunststof-5 kaasvat 1 uit polyetheenmateriaa^L doelmatig een poreuze laag 6 uit polyetheen.

Door het vastlassen van vezels uit de poreuze vezelvlieslaag 6, aan de binnenwand 5 van het kunststofvat 1, verkrijgt men een ste- 5 vige vaste verbinding tussen genoemd vezelvlies ó en de wand van het 10 kunststofkaasvat 1.

Dit betekent dat men na het persen, een in het vat met het verwijzingscijfer 7 aangegeven kaas zonder aanraken of hanteren gedurende eèn bepaalde tijd kan laten rondlopen voor het laten voorrijpen van de gevormde kaas, waarna de kaas 7 uit het kaasvat 1 verwij-15 derd wordt zonder dat men de vezeivlieslaag 6 behoeft los te maken.

Voor het reinigen van het vezelvlies 6, maakt men gebruik van de normaal voor het reinigen van kunststofkaasvaten 1 gebruikte reinigingsmiddelen, die algemeen bekend zijn.

Voor het vormen van de kaas uit wrongel maakt men gebruik van 20 een volger 8, bij voorkeur ook bestaande uit kunststofmateriaal, voorzien van volgeropeningen 9, waarbij zich op de naar de binnenzijde van het vat gekeerde zijde van de volger eveneens een laag 10 bevindt, van een vezelvliesmateriaal zoals gebruikt voor het bekleden van de binnenzijde van het kaasvat.

25 Bij toepassing van de genoemde vezelvliesilaag 10, in combina tie met de vezeivlieslaag 6, verkrijgt men een optimale verwijdering van vocht, daar de vezelvliezen 6 en 10 het vocht absorberen, welk geabsorbeerd vocht tenslotte verdwijnt naar de buitenzijde van het kaasvat via de in het kaasvat aangebrachte openingen 4 en/of in de 30 volger 8 aangebrachte volgeropeningen 9.

Voor het vervaardigen van een kunststofkaasvat volgens de uit- 790 0 8 3 1 'λ 5 vinding gaat men als volgt te werk.

Op een doorn 11 van een spuitgietmatiijs brengt men een ve-zelvlies 6 uit polypropeen materiaal aan en zorgt er voor dat dit vezelvlies 6 aan de uiteindelijke voim die het vezelvlies in het ge-5 rede kaasvat moet aannemen, aangepast wordt.

Vervolgens plaatst men om de doorn 11 met het daarop aan gebrachte vezelvlies 6 een buitenmatii js 12, waarna men de tussen de binnenwand 13 van de buitenmatrijs 12 en de wand 14 van het voorgevormde vezelvlies 6, volspuit met polypropeen materiaal onder vorming 10 van het kaasvat 1.

Door de hoge temperatuur in de ruimte 15 zullen de op de buitenzijde van het vezelvliesoppervlak aanwezige vezels vastgelast worden aan het polypropeenmateriaal in de ruimte 15, waardoor een vaste verbinding tot stand komt tussen genoemd vezelvlies 6 en het in de 15 ruimte 15 gevormde kaasvat 1. Vóór het spuitgieten bezit de vezel- vlieslaag een dikte van 3 mm en na het spuitgieten een dikte van 1,5mm.

In fig. 3 is op vergrote schaal een gedeelte van het vezelvlies en van het kunststofvat weergegeven, waarbij men duidelijk ziet, dat het binnenoppervlak 5 van het kunststofkaasvat 3 betrekke-20 lijk onregelmatig verloopt, wat bijdraagt tot een optimale afvoer van de wei die uit de wrongel geperst moet worden.

780 08 31 - v

Claims (16)

1. Kunststofvootbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat, met het kenmerk, dat een wand van het kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat, vast verbonden is met een laag uit poreus materiaal.

2. Kunststofvoortbrengsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de laag uit poreus materiaal vastgelast is aan de wand van het kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat.

3. Kunststofvoortbrengsel,volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de laag uit poreus materiaal bestaat uit een vezelvlies, dat tenminste gedeeltelijk theimoplastische vezels omvat, die vast-lasbaar zijn aan het materiaal van het kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat.

4. Kunststofvoortbrengsel, volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kunststofvoortbrengsel door ex-trusie om de laag uit poreus materiaal gevormd is onder vastlassen van materiaal uit de laag uit poreus materiaal aan de wand van het kunststof voortbrengsel, in het bijzonder kunststofkaasvat.

5. Kunststofvoortbrengsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het kunststofvoortbrengsel door spuitgieten gevormd is.

6. Kunststofvoortbrengsel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kaasvat uit een thermoplastische kunststof bestaat.

7. Kunststofvoortbrengsel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het kunststofkaasvat uit een polyalkeen materiaal, in het bijzonder polypropeen of polyetheen bestaat.

8. Kunststofvoortbrengsel, volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het vezelvlies vezels bevat van thermoplastisch materiaal in de 790 0 8 3 1 % 7 > vorm van een polyalkeenmaterigal in het bijzonder polyetheen of poly-propeen.

9. Kunststofvoortbrengsel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kunststofvoortbrengsel en de vezels van thermoplastisch materiaal uit het vezelvlies uit dezelfde polyalkeen kunststof bestaan*

10. Kunststof voortbrengsel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kunststofvoortbrengsel een in het kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder kunststofkaasvat, beweegbaar perslichaan omvat waarvan de naar de binnenzijde van het voortbrengsel gerichte zijde van een vast met het perslichaam verbonden laag uit poreus materiaal voorzien is.

11. Kunststofvoortbrengsel volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het kunststofvat van doorlopende openingen voorzien is die in verbinding staan met de laag uit poreus materiaal.

12. Werkwijze voor het vormen van een kunststofvoortbrengsel, in het bijzonder een kunststofkaasvat, door vormen van een thermoplastisch gemaakte kunststof, met het kenmerk, dat men een laag uit poreus materiaal voorvormt en op deze laag het kunststof voortbrengsel vormt uit de thermoplastisch gemaakte kunststof, onder vast verbinden van het kunststofvoortbrengsel en de laag van poreus materiaal.

13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het kunststofvoortbrengsel uit een thermoplastische kunststof bestaat, die sanenlasbaar is met vezels welke voorkanen in het poreus materiaal, bij voorkeur een vezelvlieslaag.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 73, met het kenmerk, dat het kunststofmateriaal en de vezels van thermoplastisch materiaal uit het vezelvlies bestaan uit thermoplastische kunststoffen die aan el- 790 0 8 3 1 8 / kaar vastgelast worden.

15. Werkwijze volgens conclusie 12 tot 14, met het kenmerk, dat het theimoplastische materiaal van de vezels uit het vezelvlies en van het kunststofvoortbrengsel een polyalkeen materiaal is, bij voorkeur een zelfde polyalkeen materiaal.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het polyalkeenmateriaal uit een polypropeen of polyetheen bestaat. 790 0 8 3 1