NL7900272A - Elektrische flitsinrichting. - Google Patents

Description

> VO 6746

Fuji Xoeki Corporation en Yoshiyuki Takematsu,

Tokio, Japan.

Elektrische Flitsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een elektrische flitsinrichting en meer in het bijzonder op de mechanische constructie van een flitsonderdeel in een elektrische flitsinrichting.

De flitsinrichtingen zijn op grote schaal toege-5 past in verschillende typen optische inrichtingen, waarin flitslicht is vereist.Meer in het bijzonder wordt op het gebied van de fotografie kunstlich gebruikt om een object, dat moet worden gefotografeerd, te verlichten. Een type kunstlicht, dat dikwijls wordt toegepast, wordt verkregen met een zogenaamde elektrische 10 flitsinrichting. 3ij een dergelijke inrichting is een flitsbuis aanwezig om het te fotograferen object te verlichten. Het licht uit de flitsbuis kan worden gebruikt om het object te verlichten, teneinde het mogelijk te maken, dat een foto wordt genomen.

Derhalve vox 't de flitsinrichting hoofdzakelijk bij nachtfoto-15 grafie gebruikt en dient deze om de ongewenste schaduw te elimineren, welke door het te fotograferen object dikwijls in natuurlijk licht overdag wordt veroorzaakt.

Een dergelijke elektrische flitsinrichting omvat normaliter een flitsonderdeel om het flitslicht op te wekken en 20 naar een te verlichten object te richten, een voedingsbron om energie aan het flitsonderdeel toe te voeren, een laadonderdeel voor het opzamelen van elektrisch energie, die uit de voedirgpbron wordt afgenomen, en een flitsbesturingsketenonderdeel.

Eet flitsonderdeel is een zeer belangrijk deel van 2p de elektrische flitsinrichting doordat dit onderdeel dient om het flitslicht op het object te focusseren en het licht te diffunderen.

Het flitsonderdeel omvat een flitsbuis voor het opwekken van het flitslicht, een reflector om het door de flitsbuis uitgezonden flitslicht te focusseren en een flitsvenster os het flitslicht 30 öifAms te maken, Pe reflector bevindt zich achter de flitbuis en -1 λ λ Λ *7 Λ 3 a J · - * ί.

•éi 'é 2 het flitsvenster bevindt zich aan de voorzijde van de reflector, teneinde de stroom van flitslicht diffuus te maken en over te dragen. Het flitsvenster dient ook als een beschermingsplaat om de flitsbuis ten opzichte van de overigens open voorzijde van de re-5 flector te beschermen.

Het gebruik van elektrische flitsinrichtingen is toegenomen nadat het steeds meer gebruikelijk is geworden camera's met ingebouwde flitsinrichtingen te verschaffen. Het is evenwel lastig om de elektrische flitsinrichting voor dit doel voldoende 10 klein uit te voeren en toch een voldoende hoeveelheid uitgangs-licht te verkrijgen zonder dat gebruik wordt gemaakt van een ap een ongewenste wijze gecompliceerd en duur vervaardigingsproces.

In de figuren 1-3 is een bekend type elektrische flitsinrichting afgebeeld. Een fietsonderdeel 20 bevindt zich op 15 een voorvlak van een huis 10. Zoals meer in het bijzonder uit figuur 2 blijkt, omvat hetflitsonderdeel 20 een reflector 30 om het flitslicht te reflecteren, een flitsbuis 40 voor het opwekken van een flitslicht, welke flitsbuis in de reflector 30 is opgesteld, en een flitsvenster om het door de flitsbuis 40 uitgezonden flits-2ö licht diffuus te maken. De flitsbuis 40 omvat een eylindrische glazen buis 41» een positieve elektrode 42, die in een eindgedeel-te van de glazen buis 41 is ingesmolten, een negatieve elektrode 43» welke in een tegenover gelegen eindgedeelte van de glazen buis 41 is ingesnolten en een trekkerelektrode 44» welke op een omtreks-25 vlak van de glazen buis 41 aanwezig is.

Een geleider 45 is op het' oppervlak van de glazen buis 41 in de huurt van de positieve elektrode 42 gewikkeld en daaraan bevestigd en op het gehele oppervlak van de glazen buis 41 is een translucente geleidende film aangebracht, teneinde de 30 trekkerelektrode 44 "te vormen.

Het is verder nodig over het gewikkelde deel van de geleider 45 op de geleidende film een bekleding van zilververf aan te brengen, teneinde een goed elektrisch, contact tussen de geleidende film en de geleider45 te verschaffen. Derhalve is de ver— 35 vaardiging van een dergelijke flitsinrichting gecompliceerd en las- "900272 * 3 tig.

De uitvinding voorziet nu in een elektrische flits-inrichting, welke is voorzien van een huis, waarin zijn onöerge-. bracht een flitsbesturingsketen, en een flitseenheid, welke flits- 5 eenheid is voorzien van een flitsbuis, een reflector om door de flitsbuis uitgezonden licht te reflecteren, en een trekkerelektrode onderdeel om de flitsbuis te trekken, welke onderdeel door de reflector wordt gevormd.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toege-10 licht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: figuur 1-3» welke boven reeds zijn besproken, een bekend type elektrische flitsinrichting, waarbij figuur 1 een pers--pectivisch aanzicht van deze inrichting toont; figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een flits-15 onderdeel van een elektrische flitsinrichting; figuur 3 een schematisch vertikaal aanzicht van een flitsbuis van het flitscnderdeel; figuur 4 een perspectivisch a anzicht van een elektrische flitsinrichting volgens de uitvinding; 20 figuur 5 een gedeeltelijk doorgesneden zijaanzicht van de elektrische flitsinrichting volgens figuur 4» figuur 6 een vooraanzicht van een reflector, welke deel kan uitnaken van een flitsinrichting volgens de uitvinding; figuur 7A een vooraanzicht van een beschermings-25 plaat, welke deel kan uitmaken van een flitsinrichting volgers de uitvinding; figuur 7® een zijaanzicht van een beschermings-plaat volgens figuur 7-Aj figuur 8 een perspectivisch aanzicht van een flits-30 onderdeel, dat deel kan uitmaken van een flitsinrichting volgens de uitvinding; figuur 9 een dwarsdoorsnede van het flitsonder-deel volgens figuur 8, figuur 1C een vertikaal achteraanzicht van het 35 flitsonderdeel volgens figuur 8 en 9; 7 o 0 0 ? 7 9 y tty W V jm > , ‘ 4 -% figuur 11 een gedeeltelijk doorgesneden vertikaal fcijaanzicht van een huis en een perspectivisch aanzicht van een reflector, welke een deel kan uitmaken van een verdere flitsin-richting volgens de uitvinding; 5 figuur 12 een vertikale achteraanzicht van het voorste gedeelte van het huis en de reflector van figuur 11, tezamen met een daarin ondergebrachte flitsbuis; figuur 13 een perspectivisch aanzicht van een elektrische flitsinrichting, welke de in figuur 11 en 12 afgebeel-10 de elementen omvat; figuur 14 een perspectivisch aanzicht van een andere reflector, welke deelkan uitmaken van een flitsinrichting volgens de uitvinding; figuur 15A een dwarsdoorsnede van een verdere re- 15 flector; en figuur 15B een vertikaal achteraanzicht van de in figuur 15A afgebeelde reflector.

In figuur 4 van de tekening is een sterk vereen- 4 voudigde eerste uitvoeringsvorm van een elektrische flitsinrich-20 ting volgens de uitvinding weergegeven. De elektrische flitsinrichting omvat een flitshuis, dat in het algemeen is aangeduid met 10 en is opgebouwd uit een eerste huis 11 en een tweede huis 12. Het eerste huis 11 is in hoofdzaak symmetrisch ten opzichte van het tweede huis 12 opgebouwd en men verkrijgt het huis 10 door 25 het eerste huis 11 en het tweede huis 12 met elkaar te verbinden.

Xn een voorvlak van het huis 10 is een opening 13 aanwezig voor het onderbrengen van een flitsonderdeel, dat later meer gedetailleerd zal worden beschreven.

Zoals uit figuur 5 blijkt, bevindt zich binnen het 30 huis 10 een reflectorkamer 14» een voedingsbronkamer 15, een hoofdopzamelkamer 16 en een besturingsschakelingskamer 17· Voorts is ein het huis bij de omtrek van de opening 13 een reflectoronder-steuningsonderdeel 18 aanwezig. Dit onderdeel 18 bezit uitsteeksels 18a en 18b, die elk bij de voorste binnenwand van elk huis

Idö 35 11 en 12 aanwezig zijn. Het onderdeel 18 staat derhalve uit de '7900272 .’5 > voorwand van het huis 10 en de uitsteeksels 18a en ^8¾. Een beves-•tigingsstelsel 19 bezit openingen 19a in het binnenvlak van het eerste huis 11 en uitsteeksels 19b, die op het binnenoppervlak van het tweede huis 12 bij de randen daarvan aanwezig zijn.Be 5 uitsteeksels 19b werken met de overeenkomstige openingen 19a samen om de twee huizen a'an elkaar te bevestigen.

Figuur 6 toont een reflector 30 van het fietsonderdeel 20, waarbij de reflector bestaat uit een gestel 31 en een uit aluminium bestaande reflecterende spiegel 32, welke in het 10 gestel 31 isopgesteld en een soortgelijke vorm als het gestel bezit. Eet gestel 31 heeft een ïï-vormige dwarsdoorsnede en is voorzien van een rechthoekige voorste opening. Be wanden van het gestel 31 divergeren vanuit een achterste gedeelte 31A naar een voorste gedeelte 312 in de buurt van de' opening.

15 Aan de omtrekstand bij het open eindgedeelte 31b van het gestel 31 zijn met elkaar samenverkende segmenten 31a aanwezig.

Be reflecterende spiegel 32 is in het gestel 31 bevestigd en daardoor heeft de reflector 30 een constructie, als aangegeven in figuur 6, 20 Zoals het best uit figuur 7A en 7B blijkt, be staat er een flitsvenster in de vorm van een beschermingsplaat 50 uit een translucente basisplaat 51» welke uit een acrylhars bestaat, een diffusieplaat 52, welke op het oppervlak van de basisplaat 5I is gemonteerd en gevormd en welke dient om het flits-25 licht uit de flitsbuis diffuus te maken, en randgedeelten 53» welke zich loodrecht op de basisplaat 51 uitstrekken. In de randgedeelten 53 zijn samenverkende openingen 54 aanwezig. Be basisplaat 515 de diffusieplaat 52 en de randgeaeelten 53 vormen een geheel.

Be beschermingsplaat 50 wordt aan het gestel 31 van de reflector 30 30 bevestigd doordat het segment 31a van het gestel 31 net de openingen 54 van de beschermingsplaat 50 samenwerkt.

Zoals het best uit figuur 5 blijkt, is het flits-onderdeel 2C in hethuis 10 gemonteerd door de basisplaat 51 van de beschermingsplaat 50 tussen het binnenvlak van het huis 10 en het 35 bevestigingsonderdeel 18 te bevestigen.

«·» Λ Λ Λ Λ >“» . V * .*· c c 6 - >

Figuren 8-10 tonen gedetailleerd de constructie .van een gemonteerd flitsonderdeel. Zoals aangegeven in figuur 8, bevindt zich in een middengedeelte van de gebogen v/and van het achtergedeelte 31A van het gestel 31 een paar halfcirkelvormige 5 gleuven 61. Sen kern 45a van een geleider .45 is aan het achterste gedeelte 31A bevestigd doordat deze zich door de gleuven 61 uitstrekt (zie figuur 10).

.In zowel het bovenste als het onderste gedeelte van de achterzijde 31a van het gestel 31 zijn openingen 31b aan-10 wezig om flitsbuis in de reflector 30 in te brengen. De reflecterende spiegel 32 bevindt zich bij de binnenwand van het gestel 31 en de flitsbuis strekt zich uit door opening 32a, welke in de bovenste en onderste achtergedeelten van deze reflecterende spiegel bevinden,zoals hetbest uit figuur 9 blijkt. De flitsbuis 40 strekt 15 zich daardoor in het achterste deel van de reflector 30 uit.

Wanneer de flitsbuis 40 in het achterste gedeelte 32A van de reflecterende spiegel 32 wordt ingebracht, werkt het buitenste omtreksvlak van de flitsbuis 40 onder druk samen met het inwendige oppervlak vanhet achterste gedeelte 32A van de re-20 flecterende spiegel 32 er. daardoor maakt het buitenste oppervlak van de flitsbuis 40 contact met het gewikkelde gedeelte van de kern 45a van de geleider 45· Derhalve wordt de geleider 45 elektrisch met het buitenste omtreksvlak van de glazen buis 41 van de flitsbuis 40 verbonden via de reflecterende spiegel 32j en waarbij de ge-25 leider 45 en de reflecterende spiegel 32 een trekkerelektrodë-onderdeel 60 voor de flitsbuis 40 vormen.

Door deze constructie te gebruiken is het onnodig de buis 41 met een geleidende film te bekleden en daardoor wordt het verlies aan de hoeveelheid uitgaand licht gereduceerd.

30 De gleuven 61 verschaffen in het achterste gedeel te van het gestel 31 een veerkrachtige tong om welke tong de kern 45a van de geleider 45 op een eenvoudige wijze kan worden gewikkeld.

De constructie van de in figuur 4 tot 10 afgebeel-35 de eerste uitvoeringsvorm van de flitsinrichting volgens de uit- 7900272' * 7 vinding vereenvoudigt de massafa’oricage van het flitsonderdeel 20 fen maakt de vervaardiging van een economische elektrische flits-inrichting mogeiijk, doordat het niet nodig is een elektrodeonder-deel 60 op de flitsbuis 40 zelf aan te brengen.

5 Bovendien kunnen, ofschoon ce gleuven 61 centraal in het midöenste gedeelte 31-4 van de reflector 30 aanwezig zijn, zoals aangegeven in figuur 8, 9 en 10, deze gleuven 61 in elk punt aanwezig zijn, waarin de reflecterende spiegel 32 onder druk met de geleider 45 kan samenwerken. Voorts kan ook een bindmiddel 10 vrorden gebruikt om de beschermingsplaat 50 aan het gestel 31 te bevestigen.

De figuren 11-13 tonen een andere uitvoeringsvorm van een elektrische flitsinrichting volgens de uitvinding. Bij de inrichting volgens figuur 11-13 is een gestel 31 integraal met 15 het huis 10 gevormd en is in dit gestel 31 een reflecterende spiegel 32 ondergebracht.

Het huis 10 bestaat weer uit een eerste huis 11 en een tweede huis 12. Het gestel 31 is integraal met het eerste huis 11 gevormd en strekt zich in het huis 10 uit. Het gestel 31 2o bezitweer een acnterste gedeelte 31-4 en wanden, welke naar een open eindgedeelte 312 divergeren. Bij beide einden van het achterste gedeelte 31-4 zijnopeningen 31b aanwezig voor het opnemen van een flitsbuis 40· Zoals het best uit figuur 12 blijkt, is het gestel 31 bij een uiteinde van het achterste gedeelte 314 voorzien 25 van een paar gleuven 31c, welke zich evenwijdig aan een as door de openingen 31b uitstrekken. Een paar aanslagen 31i voor het ondersteunen van een flitsbuis 40 bevindt zich bij de einden van het gestel 31· Het gestel 31 en de aanslagen 31d bestaan uit hetzelfde materiaal, dat een kunsthars kan zijn, als het huis 10 en worden 30 bij voorkeur integraal daarmede als een 'enkel gevormd lichaam geconstrueerd.

Zoals aangegeven in figuur 11, heeft de reflecterende spiegel 32 een soortgelijke configuratie als het gestel 31, en is de spiegel in dit gestel gemonteerd. De reflecterende spie-35 gel bezit in beide uiteinden van het achterste gedeelte 324 ope- - Λ Λ .Λ a - * y v -j Z. ; y t * 8 ningen 32a om het daarin inbrengen van de flitsbuis 40 mogelijk te maken.

Een geleider 45 is aan het achterste gedeelte 31A van het gestel 31 bevestigd en de flitsbuis 40 wordt daarna via de 5 op-ening 32a in de reflecterende spiegel 32 gebracht, In dit geval strekken de eindgedeelten van de flitsbuis 40 zich buiten de openingen 32a uit en past de buis nauwsluitend tussen het binnenvlak van de reflecterende spiegel 32 enerzijds en de aanslagen 32d anderzijds. Derhalve wordt de buis tegen het binnenvlak van de re-10 flecterende spiegel 32 gedrukt. Op deze wijze vormt de geleider 45 welke op het achterste gedeelte 31A van het gestel 31 is gewikkeld en daaraan is bevestigd, en de refl°ecterende spiegel 32 een trek-kerelektrodeonderdeel 60 voor de flitsbuis 40.

Ka het inbrengen van de flitsbuis 40 in de reflec-15 terende spiegel 32 wordt over het open eir.dgedeelte van de reflector 30 een beschermingsplaat 50 aangebracht, als aangegeven in figuur 13· L-vormige segmenten 55» die aan tegenover elkaar gelegen uiteinden van de beschermingsplaat 50 aanwezig zijn, werken met respectieve uitsteeksels 31f samen, die elk bij de rand van 20 een opening 31® zijn gevormd, welke bij een respectieve eind van het gestel 31 aanwezig is. De beschermingsplaat 50 wordt daardoor bij het open eindgedeelte van de reflector 30 bevestigd.

Bovendien kan ook een hechtmiddel worden toegepast om de beschermingsplaat 50 op de reflector 30 te monteren en 25 daaraan te bevestigen.

Een elektrische flitsinrichting, zoals weergegeven in figuur 11—13» bezit de volgende voordelen.

Door het integraal met het huis 10 vormen van het gestel 31 van de reflector 30 wordt het aantal te monteren onder-30 delen gereduceerd, waardoor het montageproces wordt vereenvoudigd en derhalve de vervaardigingskosten van de inrichting worden gereduceerd.

Aangezienhet flitsonderdeel 20 zeer stevig aan -het huis 10 is bevestigd, wordt de betrouwbaarheid vergroot.

35 Bovendien ishet mogelijk de reflecterende spiegel '7 9 0 0 2 7 2 9 ' tevormen door aluminium cp het binnenvlak van het gestel op te dampen.

Figuur 14 toont een gewijzigde reflector. Bij deze variant bestaat het gestel 31 uit aluminium, en dient het binnen-5 vlak van het gestel 31 als de reflecterende spiegel 32. Een segment 3lg strekt zich in axiale en longitudinale richting vanuit een uiteinde van het achterste gedeelte 31-4 uit. Een geleider 45 is door puntlasser. aan het uitstekende segment 31S bevestigd. Een trekkerelektrodecnderdeel 60 wordt gevormd doordat de geleider 45 10 via het gestel 31 elektrisch met het omtreksvlak van de glazen buis van de flitsbuis wordt verbonden wanneer de flitsbuis aan het gestel 31 wordt bevestigd.

De in figuur 14 afgebeelde reflector kan in verschillende uitvoeringsvormen van de bovenbeschreven elektrische flits-15 inrichting worden toegepast.

De figuren 15A en 153 tonen een verdere modificatie van een flitsonderdeel. Hierbij bestaat een geste] 31 uit een kunsthars en is in een achterste gedeelte 31A van het gestel 31 een rechthoekige opening 31h aanwezig. Een elektrisch gel.idende 20 plaat 70 is binnen dit achterste gedeelte 31A aangebracht. Een gedeelte 71 van de geleidende plaat 70 strekt zich naar buiten en in achterwaartse richting uit het achterste gedeelte 31-4 van het gestel 31 uit.Een geleider 45 is door middel van puntlassen of soldeer aan het geleidende gedeelte 31 bevestigd. Een reflecte-25 rende spiegel 31 is zodanig in het .gestel 31 aangebracht, dat het achterste gedeelte 32A contact maakt met de geleidende plaat 70. V/anneer een flitsbuis 40 in de reflecterende spiegel 32 wordt ingébracht, wordt het omtreksvlak van de flitsbuis 40 elektrisch met de geleider 45 verbonden via de geleidende plaat 70 en de re-30 flecterende spiegel 32.

Bij het in figuur 15A en 153 afgebeelde flitson-deröeel 20 kan de geleider 45 op het gedeelte 71 worden gewikkeld om contact te maken met de geleidende plaat 70 in plaats van door puntlassen of een soldeerverbinding, terwijl de geleidende plaat 35 70 ook integr· al met de reflecterende spiegel 32 kan worden ge- 700^ 3 \J V w Λ * 4;, * 10 vormd.

Een voordeel van de bovenbeschreven inrichtingen ten opzichte van de bekende elektrische flitsinrichtingen is, dat aangezien een trekkerelektrode wordt gevormd door een geleider 5 met een reflector te verbinden, een bijzonder goede werking kan worden verkregen zonder dat de uitgaande hoeveelheid licht wordt gereduceerd, aangezien het onnodig is op het oppervlak van flits-buis een geleidende film aan te brengen.

Doordat het niet nodig is een dergelijke film aan 10 tebrengen, wordt ook het vervaardigingsproces meer eenvoudig en wordt het eindprodukt overeenkomstig goedkoper.

7900272

Claims (19)

1. Elektrische flitsinrichting, gekenmerkt door een huis, waarin een flitsbesturingsketen en flitseenheid zijn ondergebracht, welke flitseenheid is voorzien vsn een flitsbuis, 5 een reflector om door de flitsbuis geemitteerd licht te reflecteren, en een trekkerelektrode om de flitsbuis te trekken, welke trekkerelektrode door de reflector wordt gevormd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis is voorzien van steunorgsnen om de flitseen- 10 heid daarin te ondersteunen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de flitseenheid is voorzien van een flitsvenster, dat over eenopening van de reflector is aangebracht.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclu-15 sies, met het kenmerk, dat de reflector is voorzien van een gestel, en een reflecterende spiegel, die door het gestel wordt ondersteund, waarbij de trekkerelektrode een geleider omvat, die aanhet gestel is bevestigd.

5. Inrichting volgens conclusie 4» met het ken- 20 merk, dat het gestel uit isolatiemateriaal bestaat, de reflecterende spiegel uit metaal bestaat en de geleider elektrisch met de reflecterende spiegel is verbonden.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5» met het kenmerk, dat de trekkerelektrode is voorzien van een paar gleuven 25 in het onderste gedeelte van het gestel, waarbij de geleider op een gedeelte van het gestel tussen deze gleuven is gewikkeld.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de gleuven halfcirkelvormig zijn en centraal ten opzichte van het achterste gedeelte van het gestel zijn gelegen.

8. Inrichting volgens conclusie 6, met het ken merk, dat de gleuven bij een eindgedeelte van het achterste gedeelte van het gestel aanwezig zijn en zich evenwijdig aan de hartlijn van de buis uitstrekken.

9. Inrichting volgens conclusie 4» met het ken- 35 merk, dat het gestel uit een metalen plaat bestaat en een binnen- 7 Ω Π !) 9 7 3 4 12 ' vlak bezit, dat de reflecterende spiegel vormt, terwijl voorts een uitsteeksel aanwezig is waarmede de geleider wordt verbonden, teneinde de trekkerelektrode te verschaffen.

10. Inrichting volgens conclusie 5» met het kenmerk, 5 dat de trekkerelektrode een geleidende plaat omvat, welke is voorzien van een gedeelte, dat contact maakt met de reflecterende spiegel, en een uitsteeksel, dat zich buiten de reflector via een opening in het gestel uitstrekt, waarbij de geleider met dit uitsteeksel van de geleidende plaat is verbonden.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het ken merk, dat een gestel van de reflector integraal met het huis is gevormd.

11- « COKCLUSIES

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de flitseenheid is voorzien van een flitsvenster, dat 15 over een opening van de reflector is aangebracht.

13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de reflector is voorzien van een reflecterende spiegel, welke door het gestel wordt ondersteund, waarbij de trekkerelektrode is voorzien van een geleider, die aan het gestel isbeves- 20 tigd.

14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het gestel uitisolatiemateriaal bestaat, de reflecterende spiegel uit metaal bestaat en de geleider elektrisch met de reflecterende spiegel is verbonden. 25

15· Inrichting volg-ens conclusie 14, met het ken merk, dat de trekkerelektrode is voorzien van een paar gleuven, welke in een achterste gedeelte van het gestel aanwezig zijn, waarbij de geleider op een gedeelte van het gestel tussen deze gleuven is gewikkeld.

16. Inrichting volgens conclusie 15, met het ken merk, dat de gleuven halfcirkelvormig zijn en centraal ten opzichte van het achterste gedeelte van het gestel zijn gelegen.

17. Inrichting volgens conclusie 15» met het kenmerk, dat de gleuven bij een eindgedeelte van het achterste ge- 35 deelte van het gestel aanwezig zijn, en zich evenwijdig aan de 7900272 13' ·» hartlijn van de flitsbuis uitstrekken.

• 18. Inrichting volgens conclusie 13» niet het ken merk, dat de trekkerelektrode is voorzien van een geleidende plaat met een gedeelte, dat contact maakt met de reflecterende 5 spiegel, er. een uitsteeksel, dat zich buit.en de reflector via een opening in het gestel uitstrekt, waarbij de geleider met dit uitsteeksel van de geleidende plaat is verbonden.

19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reflecterende spiegel wordt verkre-10 gen door aluminium op het binnenvlak van het gestel aan te brengen. 7 ft C 7 7 2