NL7811426A - Kunststofzak met vulventiel. - Google Patents

Description

735170/vdV/mvd ' t

Aanvraagster: V/avin B.V. te Zwolle Titel : Kunststofzak met vulventiel.

De uitvinding heeft betrekking op een kunststofzak met vulventiel eneen aan hetzelfde zakeinde als het vulventiel gelegen, luchtdoorlatende, stoffiltrerende laag voor het laten ontwijken van lucht uit het inwendige van de zak.

5 Een dergelijke kunststofzak met vulventiel is algemeen bekend.

Hierbij is het vulventiel aan één zijde van de zak gelegen, terwijl de luchtdoorlatende stoffiltrerende laag voor het laten ontwijken van lucht uit het inwendige van de zak aangebracht is aan hetzelfde einde van de zak als het vulventiel, doch in de hoek liggende tegen-10 over het vulventiel.

Deze bekende zak heeft het nadeel dat de luchtdoorlatende, stoffiltrerende laag de buitenzijde van de zak vormt, waardoor deze gevoelig is voor beschadigingen. Vooral bij kunststofzakken is het bovendien zeer moeilijk om een dergelijke stoffiltrerende, luchtdoor-15 latende laag doelmatig met de kunststofzak te verbinden.

Een nog ander bezwaar is dat bij het hanteren van de gevulde kunstzakken met vulventiel, bij het aangrijpen van de zak aan de stoffiltrerende, luchtdoorlatende laag, deze zak gemakkelijk beschadigd kan worden door beschadiging van deze luchtdoorlatende laag.

20 In elk geval brengt deze constructie met zich mee dat de stof filtrerende, luchtdoorlatende laag een zeer grote sterkte moet bezitten, wat in bepaalde gevallen de luchtdoorlatendheid van de laag nadelig beïnvloedt.

De bij verpakken van zeer fijn poeder in dergelijke zakken in- 25 gesloten lucht, is echter noodzakelijk daar anders moeilijk een goede stapeling van de zakken verkregen kan worden. Anderzijds moet men er- de voor zorgen dat door/stoffiltrerende laag, geen deeltjes kunnen ont- 78 1 1 4 2 6 2 * wijken daar in het bijzonder de zakken gaan glijden door poeder dat tijdens of na het vullen met lucht uit de zak ontsnapt en zich door elektrostatische ladingen op de buitenwand van de zak hecht.

De uitvinding beoogt nu een kunststofzak met vulventiel te 5 verschaffen waarbij de bovengenoemde nadelen niet optreden.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de luchtdoorlatende laag tenminste gedeeltelijk afgedekt is door tenminste niet doorlaatbare een/afaeklaag.

Bijvoorkeur is de luchtdoorlatende laag tenminste gedeeltelijk 10 afgedekt door tenminste één geheel met de zak vormende, zakmateriaai-laag.

Op deze wijze bereikt men dat de luchtdoorlatende laag nooit geheel blootgesteld is aan de buitenlucht, en derhalve bij het hanteren belaste persoon moeilijk dit gedeelte kan aangrijpen.

15 Met bijzonder voordeel vormt de één geheel met de zakvormende zakmateriaallaag een zakbodemlaag. Op deze wijze kan men bij het vormen van de zak enerzijds aan het ene hoekpunt een vulventiel aanbrengen en anderzijds gelijktijdig in het ander hoekpunt een stoffiltrerende luchtdoorlatende laag aanbrengen waarna men de bodem vormt.

20 Doelmatig strekt de luchtdoorlatende laag zich uit van de aan de binnenzijde van de zak gelegen heekkleprand en een eindrond van een zak-boc!emdeel dat tegenover deze hoekklep ligt.

Een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is gekenmerkt doordat de luchtdoorlatende laag een zakje vormt dat bevestigd is aan de binnen-25 zijde van een bodemdéel en een daaronder gelegen hoekklepcedeelte dat zich tegenover het vulventiel bevindt, waarbij het zakje van lucht-doorlatend materiaal zich tenminste uitstrekt tot de binnenrand van het hoekklepgedeelte.

Met bijzonder voordeel strekt het zakje van luchtdoorlatend-30 materiaal zich uit tot voorbij de genoemde binnenrand van het hoek- 781 1 4 26 ·► 4 3 » klepgedeelte.

Deze uitvoeringsvormen in de vorm van een zakje van luchtdoor-latend materiaal hebben het grote voordeel dat men na het vullen van de zak, deze zeer gemakkelijk van de vulmond van de vulmachine kan 5 verwijderen daar de normaliter gladde kunststofzak, nu aangegrepen kan worden door de hand te plaatsen in het genoemde zakje van lucht-doorlatend materiaal. Vooral dit laatste is bijzonder gevoelig gebleken. Anderzijds biedt het zakje van luchtdoorlatend materiaal het grote voordeel dat gemakkelijk lucht uit het inwendige van de zak kan ver-10 dwijnen.

Het luchtdoorlatend materiaal bestaat met voordeel uit een vezeivlies van thermoplastisch materiaal, in het bijzonder uit een vezelvlies van polyestervezels of polyetheenvezels.

Doelmatig bestaat het vulventiel uit een in de zakbodem 15 vastbevestigde buis met uitstekend gedeelte dat naar binnen omgevouwen kan worden voor het afsluiten van het vulventiel.

De uitvinding zal nu worden"toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening waarin: fig. 1 schematisch een deel van een kunststofzak met vulventiel 20 volgens de uitvinding toont; fig. 2 schematisch een deel van een kunststofzak met het tegenover het vulventiel liggende ontluchtingslaag in de vorm van een vezel-vlieszakje.

fig. 3 een bovenaanzicht van een bodem voorzien van valventiel 25 en ont.luchtingszakje overeen fig 1 en 2.

fig. 4 een doorsnede door een vulventiel en luchtdoorlatende laag.

In fig. 1 is een kunststofzak 1 weergegeven omvattende een en eeri achterste, zakfglielaaa, . . ,. voorste zaxtolielaag/aie een''buis folie vormen.

Leze zak is voorzien van een bodem 2 gevormd uit een eerste 30 :.'C'..em; lap 3 en een tweede bodemflcp 4, welke met elkaar verbonden 78 1 1 4 26 4 worden door ssn lijmverbinding of door een lasverbinding 5.

De eerste en tweede bodemflap 3 en 4 hebben respectievelijk een bodemflapeindrand 3 en 9.

Tegelijk met de vorming van de bodem zijn de eerste en tweede 5 hoekklep 11 en 12 gevormd. De eerste hoekklep 11 voorzien is van een eerste hoekkleprand 14 die binnenin de zak gelegen is.

De tweede hoekklep 12 is voorzien van een eindrand 13.

Ma het uitvouwen van de hoekklepgedeelten 11 en 12 wordt terplaatse van hoekklep 11 een ventielbuis .6 geplaatst, waarvan 10 een eindgedeelte 16 omgevouwen wordt in de richting van het uitstekende einde 17 van het buisventiel.

De ventielbuis 6 vormt een binnenin de zak gelegen vulventiel-ranc! 13, die zich verder in de zak uitstrekt dan de eindrand 14 van het tweede hoekklepgedeelte 11.

15 Anderzijds steekt buiten de zak de vrije dndrand 17 van de vulventiel-buis 6 uit. Door middel van iijmverbindingen 19 en 20 wordt de buisfolie 15 verenigd met de hoekklep 11 en met een bodemdekfolie af deklaag .21 die vastgelijmcj wordt .over ds.omgsslcqen bpdemdelen .3 en 4. Anderzijds worst op de tweede noekklep 12 eén zakje 22 geplaatst met een zodanige lengte dat het zich binnenin de zak uitstrekt tot .20 voorbij de in de binnenzijde van de zak gelegen eindrand 13 van de tweede hoekklep 12.

Nabij de vrije rand 23 van het zakje 22 wordt door middel van een lijm-verbinding of lasverbinding 24 en 25 enerzijds verbonden net de door cle bodem 21 die de naar elkaar tos gevouwen bodemflappen 3 en 4 bedekt 25 en anderzijds mst het direkt daarondergelsgen gedeelte van de tweede hoekklep 12,

Het zal duidelijk zijn dat derhalve de binnenzijde van de zak met de buitenzijde in verbinding staat voor het doorlaten van in de zak opgesloten lucht door middel van het stoffiltrerend, luchtdaor-30 latend zakje 22. Dit iuchtdoorlatend zakje 22 omvat de lagen 22a en 781 14 2 ö

V

5 22b die ααη hun randen met elkaar verbonden zijn onder vorming van het zakje 22.

Ha het vullen van de zak door middel van een vulmachine waarbij de zak via het vulventiel 6 hangt aan de vulmachine, kan 5 men de zak zeer gemakkelijk van de vijlmachine verwijderen daar door het steken van de hand in het zakje 22, zeer gemakkelijk de op zich zelf gladde kunststofzak aangegrepen en van de vulmachine verwijderd kan worden.

Daartoe wordt de monding 26 van het zakje 22 geopend waarna 10 men de hand in het zakje 22 kan steken tot deze de bodem 15 van het de zakje raakt.Zoals men ziet strekt deze bodem 15 zich in/zak uit tot voorbij de rand 13 van de tweede koekklep 12. Zoals men ziet kunnen tweede hoekkiep 12 en bodemafdekfolie 21 nooit tegen elkaar aankomen en wordt derhalve een goede ontluchting gewaarborgd.

15 Zoals men ziet verbinden de lijmstrookgedeelten 24a en 24b laag 22a van het zakje met de omgeslagen bodemflapgedeelten 24 en 25.

Voor het vullen van de zak wordt de monding 10 van de vul-ventielfolie 6 geopend. Zoals men in fig. 3 ziet zijn de lijmstrookgedeelten 20a en 20b aangebracht tussen de buis folie 6 en de binnen-20 zijde van omgeslagen bodemflappen 3 en 4. Om losliggende afdeklaag- gedeelten te voorkomen wordt doelmatig de zone 27 van het teruggeslagen gedeelte van de buis folie vastgelijmd aan de afdeklaag 21.

Desgewenst kan men de afdeklaag 21 achterwege laten en de bodem bijvoorbeeld vormen door insnijden van de zakbuisfolie en 25 omvouwen van de bodemflappen zoals beschreven in het Brits e octrooi-schrift 1.072.356.

78 1 1 4 2 6

Claims (10)

1. Kunststofzak met vulventiel en een aan hetzelfde zakeinde als het vulventiel gelegen luchtdoorlatende, stoffiltrerende laag voor het laten ontwijken van lucht uit het inwendige van de zak. met het kenmerk, dat de luchtdoorlatende laag tenminste 5 gedeeltelijk, afgedekt is door tenminste een niet doorlaatbare afdek-laag.

2, Kunststofzak volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de luchtdoorlatende laag tenminste gedeeltelijk afgedekt is door tenminste een één geheel met de zak vormende zakmateriaallaag.

3. Kunststofzak volgens conclusie 1 of 2, met het ken merk, dat de afdeklaag een zakbodemlaag is.

4. Kunststofzak volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de luchtdoorlatende laag een zakje vormt dat bevestigd is aan de binnenzijde van een zakbodemlaag en aan het daarondergelegen 15 hoekklepgedeelte dat zich bevindt tegenover het vulventiel.

5. Kunststofzak volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het zakje van luchtdoorlatend materiaal zich tenminste uitstrekt tot de binnenrand van het hoekklepgedeelte.

6. Kunststofzak volgens conclusie 3 of 4, m e t het k e n-20 merk, dat het zakje van luchtdoorlatend materiaal zich uitstrekt tot voorbij de genoemde binnenrand van het hoekklepgedeelte.

7. Kunststofzak volgens een van de conclusies 1 - 5, m e t het kenmerk, dat het luchtdoorlatend materiaal uit een vezel-vlies van thermoplastisch materiaal bestaat.

8. Kunststofzak volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat het luchtdoorlatend materiaal uit een vezslviies van polyester-vezels of polyetheenvezels bestaat.

9. Kunststofzak volgens conclusie 1 - 7 m e t het kenmerk, dat het vulventiel uit een ventielbuis bestaat die vastaehecht is can 781 14 2 6 > een zakbodemwand en een daarondergelegen eerste hoekklepgedeelte.

10. Kunststofzak volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de ventielbuis aan een einde teruggevouwen is in de richting van het uitstekende vrije einde van, welk teruggevouwen buisdeel 5 vastgehecht is aan de zakbodemwand en een daarondergelegen eerste hoekklepgedeelte. 73 1 1 4 2 ö