NL7808102A - Verstekverbinding voor het onder een hoek aan elkaar bevestigen van gelijk gevormde profielen. - Google Patents

Description

Aanvraagster: N.V. Nederlandse Metaalindustrie POLYNORM te Bunschoten.

Titel : Verstekverbinding voor het onder een hoek aan elkaar bevestigen van gelijkgevormde profielen.

De uitvinding heeft betrekking op een verstekverbinding voor het afgedicht aan elkaar bevestigen van twee gelijk gevormde profielen voor het vormen van een kozijn of dergelijke waarbij elk der profielen bestaat uit een middendeel met twee nagenoeg even-5 wijdige flenzen, en elk der profielen tenminste een in één vlak gelegen verstekrand bezit, waarbij twee van deze aansluitende randen een versteknaad vormen, en elke flens nabij de versteknaad is voorzien van een bevestigingsplaat, waarbij de platen van de tegen elkaar * aanliggende flenzen met vertandingen in elkaar grijpen.

10 Een dergelijke verstekverbinding is bekend uit het

Nederlandse octrooischrift 140.596, waarin de beide profielen met behulp van klemplaten en bevestigingselementen vast met elkaar wordei verbonden. Het gaat in dit octrooi echter om zgn. inmetselkozijnen. Deze kozijnen worden eerst in elkaar gezet en vervolgens op de juists 15 plaats opgesteld, waarna de muur om het kozijn heen wordt gemetseld.

De in het bovengenoemd octrooi beschreven verstekverbinding kan niet worden toegepast bij systeemkozijnen, waarbij eerst de muur wordt opgericht, in welke muur een opening voor het kozijn wordt vrijgelaten. Volgens dat systeem worden de profielen vervolgens 20 één voor één met hiervoor geschikte middelen tegen de dagkant van de opening gemonteerd. Dit maakt het onmogelijk om alle vier ver-stekverbindingen op de bekende wijze tot stand te brengen. Men kan er thans immers niet meer bij. Derhalve zal voor systeemkozijnen ~een ander soort bevestigingsmiddel vereist zijn._ 7808102 - 2 -

Bij de inmetselkozijnen zijn de profielen namelijk tijdens het verbinden van alle kanten toegankelijk, terwijl de bevestigings-· plaats bij systeemkozijnen dan niet meer met de hand bereikbaar is.

Het blijft echter een vereiste dat de profielen goed 5 aansluitend worden verbonden, zonder dat er kierende naden ontstaan Kierende naden kunnen namelijk gemakkelijk ontstaan ten gevolge van het feit dat de profielen bij de fabricage koud worden gewalst. Door de hierbij optredende inwendige spanningen in het materiaal kunnen kleine vorm verschillen tussen de te verbinden profielen 10 voorkomen.

De uitvinding beoogt een verstekverbinding voor een systeen-kozijn te verschaffen, waarbij de profielen zonder plaatselijk ingrijpen kunnen' worden verbonden en een goed sluitende versteknaad ontstaat.

15 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de verstek verbinding een bevestigingselement bevat, dat nabij het de verstek-rand vormende uiteinde in een der te verbinden profielen kan worden vastgezet, welk element is voorzien van lippen die in gemonteerde toestand van het element buiten het vlak van de verstekrand uit-20 steken/ en samenwerken met de verstekrand van het andere profiel.

Door deze maatregelen kan elk bevestigingselement los van de profielen naar de bouwplaats worden getransporteerd en aldaar ter plaatse in het betrokken profiel wordt bevestigd, waarna een los profiel in een reeds gemonteerd profiel kan worden verschoven 25 en in de juiste haakse stand gedraaid. Dit brengt met zich mede, dat de profielen zelf tijdens het transport geen uitstekende delen bevatten, waardoor ze minder ruimte in beslag nemen en de kans op beschadigingen kleiner is.

Bij voorkeur is het bevestigingselement voorzien van 30 _ uitsparingen, die passen op in de bevestigingsplaten aangebrachte 7808102 - 3 - nokken. Het bevestigingselement kan zodoende zonder gebruik van extra bevestigingsmiddelen in de juiste stand in het profiel worden vastgeklemd.

De uitstekende lippen van het element worden bij het 5 monteren van het tweede profiel verend weggedruktf waardoor deze lippen een druk op de verstekrand van het tweede profiel oefenen door welke druk de versteknaad wordt dichtgeklemd. De verende werking van de lippen kan eventueel ook door de met de lippen verbonden delen van het verbindingselement worden verkregen.

10 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening.

Fig. 1 is een perspectief aanzicht van twee verbonden profielen.

Fig. 2 toont een langsdoorsnede van twee profielen tijdens 15 het vormen van de verbinding.

Fig. 3 is een perspectief aanzicht van het verbindingselement.

Fig. 4 is een bovenaanzicht van een profiel met een hierin aangebracht verbindingselement.

20 Zoals blijkt uit Fig. 1 zijn twee gelijkvormige profielen 1 en la onder een versteknaad 2 van 45° op elkaar aangesloten. Elk der profielen bestaat uit een middendeel 3 resp. 3a met twee zijflenzen 4 en 5 resp. 4a en 5a. De beide middendelen zijn voorzien van een verhoogd gedeelte voor het opnemen van een raam of een 25 deur. Op de flenzen 5 en 5a zijn nabij de versteknaad bevestigings-platen 6 resp. 6a aangebracht. Evenzo zijn op de flenzen 4 en 4a gelijksoortige platen 7 resp. 7a met puntlossen bevestigd. De bevestigingsplaten zijn aan hun naar de versteknaad toegekeerde zijde voorzien van tanden, die bij het tegen elkaar op de verstek-30 naad aansluiten van de profielen in elkaar grijpen. De flenzen 4 en 4a respr 5 en 5a worden zodoende in de gemonteerde toestand ten 7808102 — 4 — opzichte van elkaar gefixeerd.

De bevestigingsplaten zijn tevens voorzien van uitstekende nokken 8 resp. 8a. In het profiel 1 is een bevestigingselement geplaatst, dat in zijn totaal met het verwijzingscijfer 9 is 5 aangeduid. Dit element bestaat uit een vlak deel 10, waarin een tweetal uitstekende lippen 11, 12 zijn aangebracht, een versmald deel 13, dat het vlakke deel 10 verbindt met een onder een hoek hierop staand zijstuk 14.

Het versmalde deel 13 strekt zich vanaf het deel 10 lood-10 recht hierop uit, waarna het zich via een bocht evenwijdig met het deel 10 voortzet. Het deel 13 verbreedt zich vervolgens tot aan het hier loodrecht opstaande zijstuk 14. In het zijstuk 14 is een uitsparing 15 aangebracht waarin de nok 8 van de bevestigingsplaat . 6 past. De aan de flens 4 grenzende rand van het deel 10 is voor-15 zien van een uitsparing 16, die samenwerkt met een niet in de tekening weergegeven nok van de plaat 7. Zoals in Fig. 4 is te zien grijpt de rand van het deel 10 achter de bevestigingsplaat 7, waardoor dit deel tegen het middendeel 3 van het protöiel 1 aan blijft liggen.

20 Het zijstuk 14 bevat voorts een uitstekend deel 17, dat een drukkracht op het verhoogde deel van het profiel la kan uitoefenen.

Zoals in Fig. 2 is weergegeven, wordt bij de montage het te verbinden profiel la met het middendeel 3a onder de uitstekende 25 delen 11, 12 en 17 tegen het profiel 1 geplaatst. Het profiel la wordt vervolgens in de richting van de pijl M gedraaid, waardoor de uitstekende delen omhoog worden gedrukt. De verplaatsing van de uitstekende delen wordt verend door het verbindingselement 9 opgenomen, zodat de uitstekende lippen 11 en 12 en het deel 17 in de 30 gemonteerde toestand een dichtdrukkende werking op de naad 2 7808102

Claims (4)

5 CONCLUSIES

1. Verstekverbinding voor het afgedicht aan elkaar bevestigen van twee gelijk gevormde profielen voor het vormen van een kozijn of dergelijke waarbij elk der profielen bestaat uit een middendeel met twee nagenoeg evenwijdige flenzen, en elk der profielen tenminste 10 een in één vlak gelegen verstekrand bezit, waarbij twee van deze aansluitende randen een versteknaad vormen, en elke flens nabij de versteknaad is voorzien van een bevestigingsplaat, waarbij de platen van de tegen elkaar aanliggende flenzen met vertandingen in elkaar grijpen, met het ke.nmerk, dat 15 de verstekverbinding een bevestigingselement bevat, dat nabij het de verstekrand vormende uiteinde in een der te verbinden profielen kan worden vastgezet, welk element is voorzien van lippen die in gemonteerde toestand van het element buiten het vlak van de verstekrand uitsteken, en samenwerken met de verstekrand van het 20 andere profiel.

2. Verstekverbinding volgens conclusie l,met het k en m e r k, dat het bevestigingselement (9) is voorzièn van uitsparingen, die passen op in de bevestigingsplaten aangebrachte nokken.

3. Verbindingselement zoals toegepast in de verstekverbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bevestigingselement (9) bestaat uit een vlak deel (10) met een aantal hierin aangebrachte uitstekende lippen (11, 12) en 780810? - 6 - tenminste een onder een hoek hierop staand zijstuk 04) ^eXj^" ' zijstuk via een versmald deel (13) met het vlakke deel (13) is verbonden.

4. Verbindingselement volgens conclusie 3, m e t 5 het kenmerk, dat het versmalde deel (13) bochtvormig is uitgevoerd. 78 0 8 1 0 2 --