NL2018664B1

NL2018664B1 - Holder for holding a liquid and method for at least partially filling a second holder with liquid from such a holder

Info

Publication number: NL2018664B1
Application number: NL2018664A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Debski Edward; Veldhuis Jorn
Original assignee: Bark Innovations B V
Priority date: 2017-04-06
Filing date: 2017-04-06
Publication date: 2018-10-17
Also published as: EP3606839A1; WO2018186735A1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het houden van een vloeistof, omvattende: - een houderlichaam; - een tuitvormig lichaam met een vloeistofuitlaatopening; - afsluitmiddelen voor het afsluiten van de vloeistofuitlaatopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vloeistofuitlaatopening is afgesloten en een tweede stand waarin de vloeistofuitlaatopening is vrijgegeven, waarbij de afsluitmiddelen een aanslagelement omvatten dat is ingericht om bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in een vloeitstofinlaatopening van een tweede houder aan te grijpen op een omtreksrand van de vloeistofinlaatopening, zodanig, dat bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen verplaatst worden van hun eerste stand naar de tweede stand, waarbij voorspanmiddelen zijn voorzien om de afsluitmiddelen naar hun eerste stand voor te spannen. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder.The invention relates to a container for holding a liquid, comprising: - a container body; - a spout-shaped body with a liquid outlet opening; closing means for closing the liquid outlet opening, which closing means are displaceable between a first position in which the liquid outlet opening is closed and a second position in which the liquid outlet opening is released, wherein the closing means comprise a stop element which is adapted to be inserted into the spout-shaped body to engage a liquid inlet opening of a second container on a peripheral edge of the liquid inlet opening, such that when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are moved from their first position to the second position, wherein biasing means are provided to bias the closing means to their first position. The invention also relates to a method for filling a second container with liquid from such a container.

Description

Octrooicentrum Nederland (21) Aanvraagnummer: 2018664 © Aanvraag ingediend: 6 april 2017 © BI OCTROOI © Int. CL:Netherlands Patent Office (21) Application number: 2018664 © Application filed: April 6, 2017 © BI PATENT © Int. CL:

B65D 47/24 (2018.01) B67D 7/00 (2018.01)B65D 47/24 (2018.01) B67D 7/00 (2018.01)

0 Aanvraag ingeschreven: 0 Application registered: © Octrooihouder(s): © Patent holder (s): 17 oktober 2018 October 17, 2018 Bark Innovations B.V. te EERBEEK. Bark Innovations B.V. in EERBEEK. © Aanvraag gepubliceerd: © Request published: - - © Uitvinder(s): © Inventor (s): Edward Hendrik Debski te Enschede. Edward Hendrik Debski in Enschede. © Octrooi verleend: © Patent granted: Jorn Veldhuis te Enschede. Jorn Veldhuis in Enschede. 17 oktober 2018 October 17, 2018 © Octrooischrift uitgegeven: © Patent issued: © Gemachtigde: © Authorized representative: 9 januari 2019 January 9, 2019 ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag. ir. P.J. Hylarides et al. In The Hague.

© Houder voor het houden van een vloeistof en werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder © De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het houden van een vloeistof, omvattende:© Holder for holding a liquid and method for at least partially filling a second holder with liquid from such a holder © The invention relates to a holder for holding a liquid, comprising:

- een houderlichaam;- a container body;

- een tuitvormig lichaam met een vloeistofuitlaatopening;- a spout-shaped body with a liquid outlet opening;

- afsluitmiddelen voor het afsluiten van de vloeistofuitlaatopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vloeistofuitlaatopening is afgesloten en een tweede stand waarin de vloeistofuitlaatopening is vrijgegeven, waarbij de afsluitmiddelen een aanslagelement omvatten dat is ingericht om bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in een vloeitstofinlaatopening van een tweede houder aan te grijpen op een omtreksrand van de vloeistofinlaatopening, zodanig, dat bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen verplaatst worden van hun eerste stand naar de tweede stand, waarbij voorspanmiddelen zijn voorzien om de afsluitmiddelen naar hun eerste stand voor te spannen.closing means for closing the liquid outlet opening, which closing means are displaceable between a first position in which the liquid outlet opening is closed and a second position in which the liquid outlet opening is released, wherein the closing means comprise a stop element which is adapted to be inserted into the spout-shaped body to engage a liquid inlet opening of a second container on a peripheral edge of the liquid inlet opening, such that when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are moved from their first position to the second position, wherein biasing means are provided to bias the closing means to their first position.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder.The invention also relates to a method for filling a second container with liquid from such a container.

NL Bl 2018664NL Bl 2018664

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.This patent has been granted regardless of the attached result of the research into the state of the art and written opinion. The patent corresponds to the documents originally submitted.

HOUDER VOOR HET HOUDEN VAN EEN VLOEISTOF EN WERKWIJZE VOOR HETHOLDER FOR HOLDING A LIQUID AND METHOD FOR IT

ALTHANS GEDEELTELIJK VULLEN VAN EEN TWEEDE HOUDER METALTHANS PARTIAL FILLING OF A SECOND HOLDER WITH

VLOEISTOF UIT EEN DERGELIJKE HOUDERLIQUID FROM SUCH A HOLDER

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het houden van een vloeistof. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een althans gedeeltelijk met vloeistof gevulde houder, met welke vloeistof een te vullen tweede houder althans gedeeltelijk gevuld kan worden, en met welke houder de tweede houder in het bijzonder makkelijk en/of snel en/of knoei- en/of lekvrij kan worden gevuld.The invention relates to a container for holding a liquid. In particular, the invention relates to a container that is at least partially filled with liquid, with which liquid a second container to be filled can be filled at least partially, and with which container the second container is particularly easy and / or fast and / or messy. and / or can be filled leak-free.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder.The invention also relates to a method for at least partially filling a second container with liquid from such a container.

In een uitvoeringsvorm van de houder voor het houden van een vloeistof omvat de houder:In an embodiment of the container for holding a liquid, the container comprises:

- een houderlichaam met een opneemruimte voor het daarin bevatten van de vloeistof;- a container body with a receiving space for containing the liquid therein;

- een tuitvormig lichaam met een vloeistofuitlaatopening, welk tuitvormige lichaam mediumdoostromend is verbonden met de opneemruimte, en welk tuitvormige lichaam is ingericht om met een bepaalde inbrengdiepte in een vloeistofinlaatopening van een met vloeistof uit de houder althans gedeeltelijk te vullen tweede houder te worden aangebracht;- a spout-shaped body with a liquid outlet opening, which spout-shaped body is fluidly connected to the receiving space, and which spout-shaped body is arranged to be provided with a specific insertion depth in a liquid inlet opening of a second container to be filled at least partially with liquid from the container;

- afsluitmiddelen voor het afsluiten van de vloeistofuitlaatopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vloeistofuitlaatopening is afgesloten en een tweede stand waarin de vloeistofuitlaatopening is vrijgegeven en vloeistof uit de opneemruimte via de vloeistofuitlaatopening kan stromen, waarbij de afsluitmiddelen een aanslagelement omvatten, welk aanslagelement is ingericht om bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de te vullen tweede houder aan te grijpen op een omtreksrand van de vloeistofinlaatopening, zodanig, dat bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen verplaatst worden van hun eerste stand naar de tweede stand, waarbij voorspanmiddelen zijn voorzien om de afsluitmiddelen naar hun eerste stand voor te spannen, zodanig, dat bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening de afsluitmiddelen door de voorspanmiddelen terug naar hun eerste stand verplaatst worden.closing means for closing the liquid outlet opening, which closing means are displaceable between a first position in which the liquid outlet opening is closed and a second position in which the liquid outlet opening is released and liquid can flow out of the receiving space via the liquid outlet opening, wherein the closing means comprise a stop element, stop element is adapted to engage a peripheral edge of the liquid inlet opening when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening of the second container to be filled, such that when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are displaced from their first position to the second position, wherein biasing means are provided to bias the closing means to their first position, such that when the spout-shaped body is removed from the liquid inlet opening, the closing means be moved back to their first position by the biasing means.

Het tuitvormige lichaam biedt het voordeel dat deze in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder lean worden aangebracht, zodat de vloeistofuitlaatopening van hel tuitvormige lichaam zich in de tweede houder bevindt wanneer de vloeistof uit de houder stroomt, waardoor de kans op knoeien tijdens het vullen nihil of althans klein is. Doordat het aanslagelement bij het inbrengen van het tuitvormige element in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder wordt verplaatst, en daardoor de afsluitmiddelen worden verplaatst van hun eerste stand naar hun tweede stand, stroomt de vloeistof via de vloeistofuitlaatopening uit de opneemruimte van de houder meteen zodra de vloeistofuitlaatopening door de afsluitmiddelen wordt vrijgegeven, ofwel meteen zodra de afsluitmiddelen zich in hun tweede stand bevinden. Bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening verplaatsen de afsluitmiddelen zich door de voorspanmiddelen direct en/of automatisch terug naar hun eerste stand, zodat de vloeistofuitlaatopening weer wordt afgesloten en lekken wordt voorkomen of althans de kans op lekken wordt verkleind.The spout-shaped body offers the advantage that they are arranged lean in the liquid inlet opening of the second holder, so that the liquid outlet opening of the spout-shaped body is in the second holder when the liquid flows out of the holder, so that the risk of spillage during filling is zero or at least small. Because the stop element is displaced when the spout-shaped element is inserted into the liquid inlet opening of the second holder, and thereby the closing means are moved from their first position to their second position, the liquid flows out of the holder's receiving space via the liquid outlet opening as soon as the liquid outlet opening is released by the closing means, or immediately as soon as the closing means are in their second position. When the spout-shaped body is removed from the liquid inlet opening, the closing means move directly and / or automatically back to their first position through the biasing means, so that the liquid outlet opening is closed again and leaks are prevented or at least the chance of leaks is reduced.

In het bijzonder is de houder vrij van verdere borg-, blokkeer- of afsluitmiddelen die moeten worden vrijgegeven om de vloeistofuitlaatopening vrij te geven en vloeistof daaruit te kunnen laten stromen of om het verplaatsen van de afsluitmiddelen van hun eerste stand naar hun tweede stand toe te staan. Alternatief kan dit worden geformuleerd als dat de vloeistofuitlaatopening altijd of althans meteen is vrijgegeven in de tweede stand van de afsluitmiddelen of dat de afsluitmiddelen vrij verplaatsbaar zijn tussen hun eerste en tweede stand.In particular, the container is free from further locking, blocking or closing means which must be released in order to release the liquid outlet opening and to allow liquid to flow out of it or to allow the moving of the closing means from their first position to their second position. stand. Alternatively, this can be formulated if the liquid outlet opening is always or at least immediately released in the second position of the closing means or that the closing means are freely movable between their first and second position.

Dit verschaft een houder die eenvoudig in gebruik is en waarmee de tw'eede houder althans gedeeltelijk gevuld kan worden direct door het aanbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, zonder dat enige andere actie door de gebruiker van de houder vereist is.This provides a holder that is simple to use and with which the second holder can be filled at least partially directly by arranging the spout-shaped body in the liquid inlet opening of the second holder, without any other action being required by the user of the holder .

Om het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening te kunnen aanbrengen heeft het tuitvormige lichaam een buitendwarsdoorsnede die althans lokaal kleiner is gekozen dan een althans lokale dwarsdoorsnede van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder. Indien het tuitvormige lichaam in hoofdzaak cilindrisch gevormd is, dan is de buitendiameter daarvan kleiner gekozen dan de dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld de diameter, van de vloeistofinlaatopening van de tw'eede houder.In order to be able to arrange the spout-shaped body in the liquid inlet opening, the spout-shaped body has an outer cross-section which is chosen at least locally smaller than an at least local cross-section of the liquid inlet opening of the second container. If the spout-shaped body is substantially cylindrical, the outer diameter thereof is selected to be smaller than the cross-section, for example the diameter, of the liquid inlet opening of the second container.

Opgemerkt w'ordt, dat het tuitvormige lichaam hierbij met een toereikende inbrengdiepte in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder moet worden aangebracht, zodat het aanslagelement over een voldoende grote afstand verplaatst wordt om de vloeistofuitlaatopening althans gedeeltelijk vrij te geven. De genoemde bepaalde inbrengdiepte is daarmee een minimale inbrengdiepte voor het tuitvormige lichaam, op welke inbrengdiepte de afsluitmiddelen zodanig ver naar hun tweede stand verplaatst zijn, dat de vloeistofuitlaatopening althans gedeeltelijk is vrijgegeven. Het is hierbij voor een gebruiker onmiddellijk duidelijk wanneer het tuitvormige lichaam voldoende ver in de vloeistofinlaatopening is aangebracht, omdat de gebruiker in dat geval de vloeistof uit de houder ziet, hoort, voelt of ruikt stromen, of omdat in dat geval het tuitvormige lichaam niet verder in de vloeistofinlaatopening kan worden aangebracht omdat het aanslagelement dan niet verder verplaatsbaar is.It is noted that the spout-shaped body must hereby be provided with a sufficient insertion depth in the liquid inlet opening of the second container, so that the stop element is displaced over a sufficiently large distance to at least partially release the liquid outlet opening. Said determined insertion depth is thus a minimum insertion depth for the spout-shaped body, at which insertion depth the closing means are moved so far to their second position that the liquid outlet opening is at least partially released. It is immediately clear to a user when the spout-shaped body is arranged sufficiently far into the liquid inlet opening, because in that case the user sees, hears, feels or smells the liquid from the container, or because in that case the spout-shaped body does not go any further. can be provided in the fluid inlet opening because the stop element is then no longer displaceable.

Opgemerkt wordt voorts, dat het aanslagelement en daarmee de afsluitmiddelen in een axiale, dat wil zeggen in een longitudinale richting van het tuitvormige worden verplaatst. Bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening worden het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen in een eerste axiale richting verplaatst, welke eerste axiale richting in hoofdzaak parallel is aan de richting van het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening. Bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening worden het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen in een tweede, aan de eerste axiale richting tegengestelde, axiale richting verplaatst.It is further noted that the stop element and thus the closing means are displaced in an axial, i.e. in a longitudinal, direction of the spout-shaped. When the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are displaced in a first axial direction, which first axial direction is substantially parallel to the direction of the introduction of the spout-shaped body into the liquid inlet opening. When removing the spout-shaped body from the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are moved in a second axial direction opposite to the first axial direction.

De afsluitmiddelen worden in het bijzonder ten opzichte van het tuitvormige lichaam verplaatst.The closing means are displaced in particular with respect to the spout-shaped body.

Het tuitvormige lichaam en het houderlichaam kunnen in het bijzonder niet verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn uitgevoerd, althans niet voor het vrijgeven van de vloei stofuitlaatopening.The spout-shaped body and the holder body can in particular not be made movable relative to each other, at least not for releasing the liquid outlet opening.

De afsluitmiddelen kunnen in het bijzonder een afsluitklep omvatten.The closing means may in particular comprise a closing valve.

Met tuitvormig lichaam wordt in het bijzonder bedoeld, dat het tuitvormige lichaam zodanig is vormgegeven, dat het geschikt is als schenktuit.With spout-shaped body is meant in particular that the spout-shaped body is designed such that it is suitable as a spout.

In een uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is hel tuitvormige lichaam althans over een deel daarvan hol uitgevoerd en definieert daarbij een opneemholte, waarbij de afsluitmiddelen althans gedeeltelijk in althans een deel van de opneemholte zijn aangebracht, waarbij het tuitvormige lichaam een doorgaand gat vertoont, dat zich uitstrekt tussen een omtrekswand van het tuitvormige lichaam en de opneemholte, en waarbij het aanslagelement een uitsteeksel omvat dat zich uitstrekt door het doorgaande gat en dat uitsteekt ten opzicht van de omtrekswand van het tuitvormige lichaam.In an embodiment of the holder according to the invention, the spout-shaped body is hollow at least over a part thereof and thereby defines a receiving cavity, wherein the closing means are arranged at least partially in at least a part of the receiving cavity, the spout-shaped body having a through hole, which extends between a peripheral wall of the spout-shaped body and the receiving cavity, and wherein the abutment element comprises a protrusion which extends through the through-hole and protrudes from the peripheral wall of the spout-shaped body.

Doordat het uitsteeksel van het aanslagelement uitsteekt ten opzicht van de omtrekswand van het tuitvormige lichaam, kan het uitsteeksel aangrijpen op de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder.Because the protrusion of the stop element protrudes from the circumferential wall of the spout-shaped body, the protrusion can engage on the peripheral edge of the liquid inlet opening when the spout-shaped body is inserted into the liquid inlet opening of the second container.

In deze uitvoeringsvorm kunnen de afsluitmiddelen eveneens hol zijn uitgevoerd. In het bijzonder kunnen de afsluitmiddelen bijvoorbeeld een hol cilindrisch lichaam omvatten, dat in het holle tuitvormige lichaam is opgenomen. De buitendwarsdoorsnedeafmeting van het holle cilindrische lichaam van de afsluitmiddelen kan hierbij aangepast zijn op, meer in het bijzonder nagenoeg gelijk zijn aan, de binnendwarsdoorsnedeafmeting van het holle tuitvormige lichaam, ofwel op de dwarsdoorsnedeafmeting van de opneemholte daarvan, waarbij bij voorkeur een zo klein mogelijke tussenruimte tussen de afsluitmiddelen en de omtrekswand van het tuitvormige lichaam is verschaft.In this embodiment, the closing means can also be of hollow design. In particular, the closing means can for instance comprise a hollow cylindrical body, which is received in the hollow spout-shaped body. The outer cross-sectional dimension of the hollow cylindrical body of the closing means can hereby be adapted to, more in particular, substantially equal to, the inner cross-sectional dimension of the hollow spout-shaped body, or to the cross-sectional dimension of the receiving cavity thereof, wherein preferably as small a gap as possible. is provided between the closing means and the peripheral wall of the spout-shaped body.

De opneemholte van het tuitvormige lichaam en/of de holle afsluitmiddelen kunnen hierbij een kanaal vormen of daarin accommoderen, via welk kanaal de vloeistofuitlaatopening mediumdoorstromend verbonden is met de opneemruimte van de houder waarin de vloeistof is bevat.The receiving cavity of the spout-shaped body and / or the hollow sealing means can herein form a channel or accommodate therein, via which channel the liquid outlet opening is fluidly connected to the receiving space of the container in which the liquid is contained.

In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een leiding verschaft, welke leiding zich zowel door althans een deel van de opneemruimte als althans een deel van het tuitvormige lichaam en/of de afsluitmiddelen heen uitstrekt, welke leiding een mediumdoorstromende verbinding vormt tussen de opneemruimte van de houder en een luchtopening van het tuitvormige lichaam, welke luchtopening nabij de vloeistofuitlaatopening kan zijn opgesteld. Via de luchtopening kan tijdens het uitstromen van vloeistof uit de opneemruimte lucht in de opneemruimte stromen. Een voordeel hiervan is, dat zodra de luchtopening zich in vloeistof bevindt, hetgeen bijvoorbeeld het geval zal zijn wanneer de tweede houder toereikend gevuld is, er geen lucht meer naar de opneemruimte stroomt en het uitstromen van vloeistof uit de houder stopt. Op deze wijze stopt het uitstromen van vloeistof uit de houder derhalve automatisch wanneer de tweede houder toereikend gevuld is, dat wil zeggen zodra de luchtopening zich in de vloeistof in de tweede houder bevindt. In dit uitvoeringsvoorbeeld kan er sprake van zijn, dat in de eerste stand van de afsl uitmiddelen de luchtopening is afgesloten en in de tweede stand van de afsluitmiddelen de luchtopening (meteen) is vrijgegeven.In another embodiment of the invention a pipe is provided, which pipe extends through at least a part of the receiving space and at least a part of the spout-shaped body and / or the closing means, which pipe forms a medium-flowing connection between the receiving space of the holder and an air opening of the spout-shaped body, which air opening can be arranged near the liquid outlet opening. During the outflow of liquid from the receiving space, air can flow into the receiving space via the air opening. An advantage hereof is that as soon as the air opening is in liquid, which will for instance be the case when the second container is sufficiently filled, no more air flows to the receiving space and liquid flows out of the container. In this way, the outflow of liquid from the container therefore stops automatically when the second container is sufficiently filled, that is, as soon as the air opening is in the liquid in the second container. In this exemplary embodiment it can be said that in the first position of the closing means the air opening is closed and in the second position of the closing means the air opening is (immediately) released.

Opgemerkt wordt, dat met het afsluiten van de luchtopening en/of de vloeistofuitlaatopening althans wordt bedoeld, dat geen lucht in, respectievelijk vloeistof uit, de opneemruimte van de houder kan stromen wanneer deze zich in zijn/hun afgesloten stand bevindt/bevinden. Het afsluiten kan direct bij of op afstand van de luchtopening en/of de vloeistofuitlaatopening plaatsvinden.It is noted that by closing off the air opening and / or the liquid outlet opening it is at least meant that no air can flow in or out of the receiving space of the container when it is / are in its closed position. The closing can take place directly at or at a distance from the air opening and / or the liquid outlet opening.

Opgemerkt wordt verder, dat onder een vloeistofuitlaatopening en, eventueel, een luchtopening, elk gewenst aantal vloeistofuitlaatopeningen en, eventueel, luchtopeningen wordt verstaan, bijvoorbeeld één, maar ook meer dan één, zoals bijvoorbeeld twee, drie of vier. Het aantal vloeistofuitlaatopeningen kan gelijk of ongelijk zijn aan het aantal luchtopeningen.It is further noted that a liquid outlet opening and, optionally, an air opening means any desired number of liquid outlet openings and, optionally, air openings, for example one, but also more than one, such as for example two, three or four. The number of fluid outlet openings may be the same or unequal to the number of air openings.

Het aanslagelement en eventueel het uitsteeksel daarvan kan op elke gewenste wijze zijn vormgegeven. Desgewenst kan een aantal, dus meer dan één, bijvoorbeeld twee, drie of vier, aanslagelementen verschaft zijn en/of kunnen de één of meer aanslagelementen één of meer uitsteeksels omvatten.The stop element and optionally the protrusion thereof can be designed in any desired manner. If desired, a number, i.e. more than one, for example two, three or four, stop elements may be provided and / or the one or more stop elements may comprise one or more protrusions.

De één of meer uitsteeksels kunnen zich bijvoorbeeld radiaal buitenwaarts ten opzichte van de omtrekswand van het tuitvormige lichaam en/of het cilindrische lichaam van de afsluitmiddelen uitstrekken.The one or more protrusions may, for example, extend radially outwards with respect to the circumferential wall of the spout-shaped body and / or the cylindrical body of the closing means.

Eventueel kunnen afdichtmiddelen zijn verschaft voor het verschaffen van een althans vloeistofdichte afdichting tussen de afsluitmiddelen en het tuitvormige lichaam, althans in de eerste stand van de afsluitmiddelen. De afdichtmiddelen kunnen bijvoorbeeld één of meerdere o-ringen omvatten. Desgewenst kunnen de afdichtmiddelen, bijvoorbeeld de één of meerdere o-ringen, tijdens het spuitgieten van het tuitvormige lichaam en/of de afsluitmiddelen daarop worden aangebracht, bijvoorbeeld door het spuitgieten van een elastomeer in uitsparingen van het tuitvormige lichaam en/of de afsluitmiddelen.Sealing means may optionally be provided for providing an at least liquid-tight seal between the closing means and the spout-shaped body, at least in the first position of the closing means. The sealing means can for instance comprise one or more o-rings. If desired, the sealing means, for example the one or more o-rings, can be provided thereon during injection molding of the spout-shaped body and / or the closing means, for example by injection-molding an elastomer into recesses of the spout-shaped body and / or the closing means.

In nog weer een ander uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is het doorgaande gat langwerpig uitgevoerd, waarbij het uitsteeksel verplaatsbaar is over de lengte van het doorgaande gat.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the through-hole is elongated, the protrusion being movable along the length of the through-hole.

Hierdoor vormen het doorgaande gat en het uitsteeksel samen geleidingsmiddelen, waardoor de afsluitmiddelen in één richting, dat wil zeggen parallel aan de langsrichting van het langwerpige gat, heen en weer verplaatsbaar zijn en een stevige en/of nauwkeurige verplaatsing van de afsluitmiddelen kan plaatsvinden. De afsluitmiddelen kunnen zich hierbij ten opzichte van het tuitvormige lichaam verplaatsen. In het bijzonder kan het uitsteeksel over de lengte van het doorgaande gat heen en weer worden verplaatst, waarbij de afsluitmiddelen tussen hun eerste en tweede stand worden verplaatst.As a result, the through hole and the protrusion together form guide means, as a result of which the closing means can be moved back and forth in one direction, i.e. parallel to the longitudinal direction of the elongated hole, and a firm and / or accurate displacement of the closing means can take place. The closing means can herein move relative to the spout-shaped body. In particular, the protrusion can be moved back and forth along the length of the through hole, the closing means being moved between their first and second position.

Opgemerkt w'ordt, dat het aantal doorgaande gaten bij voorkeur aangepast is op, meer in het bijzonder gelijk is aan, het aantal uitsteeksels.It is noted that the number of through holes is preferably adapted to, more particularly, the number of protrusions.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is het doorgaande gat parallel aan een langsrichting van het tuitvormige lichaam opgesteld.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the through hole is arranged parallel to a longitudinal direction of the spout-shaped body.

Wanneer het doorgaande gat parallel aan de langsrichting van het tuitvormige lichaam is opgesteld, vindt de verplaatsing van de afsluitmiddelen eveneens parallel aan het tuitvormige lichaam plaats. Dit kan zorgen voor een gemakkelijke verplaatsing van de afsluitmiddelen en het tuitvormig lichaam ten opzicht van elkaar.When the through hole is arranged parallel to the longitudinal direction of the spout-shaped body, the displacement of the closing means also takes place parallel to the spout-shaped body. This can ensure an easy displacement of the closing means and the spout-shaped body relative to each other.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is/zijn het tuilvormige lichaam en/of de afsluitmiddelen en/of de voorspanmiddelen van een kunststof vervaardigd. Meer in het bijzonder kunnen ze bijvoorbeeld van dezelfde kunststof zijn vervaardigd.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the mandrel-shaped body and / or the closing means and / or the biasing means are made of a plastic. More in particular, they can for instance be made of the same plastic.

De kunststof voor de afsluitmiddelen en/of de voorspanmiddelen en/of het tuitvormige lichaam kan elke geschikte kunststof zijn. Bijvoorbeeld wordt de kunststof voor de afsluitmiddelen en/of de voorspanmiddelen en/of het tuitvormige lichaam gekozen uit de groep omvattende hoge dichtheid polyelheen (HDPE), polypropeen (PP), polyoxymethyleen (POM), polyamide (PA), polystyreen (PS) en acrylonitril-butadieen-styreen ( ABS).The plastic for the closing means and / or the biasing means and / or the spout-shaped body can be any suitable plastic. For example, the plastic for the closing means and / or the biasing means and / or the spout-shaped body is selected from the group comprising high density polyelene (HDPE), polypropylene (PP), polyoxymethylene (POM), polyamide (PA), polystyrene (PS) and acrylonitrile-butadiene-styrene (ABS).

De voorspanmiddelen kunnen bijvoorbeeld een veer omvatten. De veer kan een trekveer of een drukveer zijn.The biasing means may, for example, comprise a spring. The spring can be a tension spring or a compression spring.

Wanneer een drukveer is verschaft als voorspanmiddelen kan deze zich uitstrekken tussen de afsluitmiddelen, bijvoorbeeld het aanslagelement daarvan, en een ander deel van de houder, waarbij de drukveer de afsluitmiddelen naar hun eerste stand drukken in een onbelaste toestand van de drukveer.When a compression spring is provided as biasing means, it can extend between the closing means, for example the stop element thereof, and another part of the holder, the compression spring pressing the closing means to their first position in an unloaded state of the compression spring.

Wanneer het aanslagelement wordt verplaatst bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, wordt de drukveer samengedrukt.When the stop element is displaced upon insertion of the spout-shaped body into the liquid inlet opening of the second container, the compression spring is compressed.

hetgeen een drukspanning op de drukveer teweeg brengt. Dit maakt dat bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening de drukveer de afsluitmiddelen automatisch terugdrukt naar hun eerste stand, waarbij de drukspanning op de drukveer weer afneemt.which causes a compressive stress on the compression spring. This means that when the spout-shaped body is removed from the liquid inlet opening, the compression spring automatically pushes the closing means back to their first position, whereby the pressure tension on the compression spring decreases again.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding zijn de voorspanmiddelen opgenomen in een mantel. De drukveer en de mantel kunnen hierbij integraal gevormd zijn. De mantel kan een stevige bevestiging van de drukveer met de houder verschaffen.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the biasing means are included in a jacket. The compression spring and the jacket can be integrally formed. The jacket can provide a firm attachment of the compression spring with the holder.

De drukveer kan bijvoorbeeld een spiraal veer zijn. In het bijzonder kan deze spiraal veer taps toelopen richting de vloeistofuitlaatopening van het tuitvormige lichaam.The compression spring can for instance be a spiral spring. In particular, this spiral spring can tap into the liquid outlet opening of the spout-shaped body.

De drukveer kan in het bijzonder twee elkaar omringende of gevlochten spiraalveren omvatten. Een dergelijke drukveer zal de afsluitmiddelen in een rechte lijn in hoofdzaak parallel aan het tuitvormige verplaatsen tussen de eerste en tweede stand daarvan.The compression spring can in particular comprise two spiral springs that surround each other or are braided. Such a compression spring will move the closing means in a straight line substantially parallel to the spout-shaped between the first and second position thereof.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding zijn de voorspanmiddelen met een eerste eindzone verbonden met de mantel en met een tweede eindzone gericht naar of verbonden met de afsluitmiddelen, en waarbij de tweede eindzone een kleinere dwarsdoorsnedeafmeting bezit dan de eerste eindzone.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the pretensioning means are connected with a first end zone to the casing and with a second end zone directed towards or connected to the closing means, and wherein the second end zone has a smaller cross-sectional size than the first end zone.

Hierdoor ontstaat aan de eerste eindzone een mogelijkheid tot het verschaffen van een (integrale) verbinding tussen de voorspanmiddelen en de mantel, terwijl de voorspanmiddelen richting de tweede eindzonde steeds meer bewegingsruimte hebben ten opzichte van de mantel voor het faciliteren van de verplaatsing van de afsluitmiddelen ten opzichte van het tuitvormige lichaam.This creates a possibility at the first end zone for providing an (integral) connection between the biasing means and the jacket, while the biasing means towards the second end zone have more and more room for movement relative to the jacket for facilitating the movement of the closing means to relative to the spout-shaped body.

In het bijzonder kan een met de mantel verbonden (deel van een) wikkeling een grotere dwarsdoorsnede bezitten dan één of meer andere wikkelingen van de voorspanmiddelen.In particular, a (part of a) winding connected to the casing may have a larger cross-section than one or more other windings of the biasing means.

De voorspanmiddelen kunnen worden gevormd door een in hoofdzaak helixvormige bladveer met een in hoofdzaak rechthoekige dwarsdoorsnede.The biasing means can be formed by a substantially helical leaf spring with a substantially rectangular cross section.

Door het op deze manier vormen van de voorspanmiddelen kan een spiraalveer met een voldoende grote, maar niet te grote, stijfheid ontstaan. Daarnaast kunnen dergelijke voorspanmiddelen een voldoende grote uitslag verschaffen.By forming the biasing means in this way, a coil spring with a sufficiently large, but not too great, stiffness can arise. In addition, such biasing means can provide a sufficiently large result.

ht nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvatten de afsluitmiddelen een klepschouder en omvat het tuitvormige lichaam een klepzitting, waarbij in de eerste stand van de afsluitmiddelen de klepschouder aanligt tegen de klepzitting teneinde in de eerste stand van de afsluitmiddelen de vloeistofuitlaatopening af te sluiten en waarbij in de tweede stand van de afsluitmiddelen de klepschouder zich op een afstand van de klepzitting bevindt teneinde in de tweede stand van de afsluitmiddelen de vloeistofuitlaatopening vrij te geven.In yet another embodiment of the container according to the invention, the closing means comprise a valve shoulder and the spout-shaped body comprises a valve seat, wherein in the first position of the closing means the valve shoulder abuts against the valve seat in order to remove the liquid outlet opening in the first position of the closing means and wherein in the second position of the closing means the valve shoulder is at a distance from the valve seat in order to release the liquid outlet opening in the second position of the closing means.

De klepzitting en de klepschouder kunnen de vloeistofuitstroomopening althans nagenoeg vloeistofdicht afsluiten in de eerste stand van de afsluitmiddelen. In de tweede stand van de afsluitmiddelen is een stromingsdoorgang verschaft tussen de klepschouder en de klepzitting, doordat ze zich op afstand van elkaar bevinden. Hierdoor is de vloeistofuitlaatopening in de tweede stand van de afsluitmiddelen vrijgegeven.The valve seat and the valve shoulder can close the liquid outflow opening at least substantially in a liquid-tight manner in the first position of the closing means. In the second position of the closing means, a flow passage is provided between the valve shoulder and the valve seat, in that they are spaced apart. The fluid outlet opening is hereby released from the closing means in the second position.

De klepzitting en/of de klepschouder kan zijn voorzien van afdichtmiddelen, bijvoorbeeld een o-ring.The valve seat and / or the valve shoulder can be provided with sealing means, for example an o-ring.

Een o-ring, of andere geschikte afdichtmiddelen, kan of kunnen een contactoppervlak tussen de klepzitting en de klepschouder althans nagenoeg vloeistofdicht afdichten.An o-ring, or other suitable sealing means, can or can seal a contact surface between the valve seat and the valve shoulder at least substantially in a liquid-tight manner.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvat de houder een afsluitwand die althans een deel van het tuitvormige lichaam omgeeft met een bepaalde tussenruimte daartussen, welke tussenruimte is ingericht om in gebruik van de houder althans een deel van de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder te accommoderen.In yet another embodiment of the container according to the invention, the container comprises a closing wall which surrounds at least a part of the spout-shaped body with a specific space therebetween, which space is arranged to use at least a part of the peripheral edge of the liquid inlet opening in use of the container. to accommodate the second holder.

De afsluitwand kan het lekken van vloeistof verder beperken. Alternatief of aanvullend kan de afsluitwand de vloeistofinlaatopening van de tweede houder nagenoeg luchtdicht afsluiten van de omgeving. Hierdoor kan de tweede houder niet of moeilijk overstromen bij het vullen met vloeistof uit de houder. Dit komt doordat er slechts vloeistof uit de houder kan stromen zolang er lucht in de opneemruimte kan stromen. Wanneer de tweede houder zodanig ver is gevuld dat vloeistof in de tweede houder de luchtopening omgeeft, kan er geen lucht via de luchtopening en de leiding in de opneemruimte stromen. Wanneer de vloeistofinlaatopening van de tweede houder bovendien nagenoeg luchtdicht is afgesloten van de omgeving, wordt voorkomen dat er eventueel lucht via de vloeistofuitlaatopening van het tuitvormige lichaam in de opneemruimte kan stromen, waardoor het uitstromen van vloeistof uit de opneemruimte verder wordt voorkomen en overvullen van de tweede houder derhalve wordt voorkomen.The barrier wall can further limit the leakage of liquid. Alternatively or additionally, the closure wall can close the liquid inlet opening of the second container substantially airtightly from the environment. As a result, the second container cannot overflow or has difficulty flooding when filling with liquid from the container. This is because only liquid can flow out of the container as long as air can flow into the receiving space. When the second holder is filled to such an extent that liquid in the second holder surrounds the air opening, no air can flow into the receiving space via the air opening and the line. Moreover, when the liquid inlet opening of the second container is sealed substantially airtightly from the environment, it is prevented that air can possibly flow into the receiving space via the liquid outlet opening of the spout-shaped body, whereby the outflow of liquid from the receiving space is further prevented and overflowing of the second holder is therefore prevented.

Deze uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor tweede houders met een cilindervormige omtreksrand van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder.This embodiment of the container according to the invention is particularly suitable for second containers with a cylindrical peripheral edge of the fluid inlet opening of the second container.

In nog een ander uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding omvat de afsluitwand één of meerdere stopelementen die zijn ingericht om een stop te vormen voor de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, teneinde een maximale inbrengdiepte van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder te definiëren.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the closing wall comprises one or more stop elements which are adapted to form a stop for the peripheral edge of the liquid inlet opening of the second holder, in order to have a maximum insertion depth of the spout-shaped body into the liquid inlet opening of the define the second holder.

Door een maximale inbrengdiepte te definiëren kunnen de voorspanmiddelen niet boven een maximale belasting worden belast. Alternatief of daarbovenop kan de stop een gebruiker terugkoppeling geven over het feit dat de afsluitmiddelen en het tuitvormige lichaam voldoen ten opzichte van elkaar zijn verplaatst om de vloeistofuitlaatopening vrij te geven.By defining a maximum insertion depth, the biasing means cannot be loaded above a maximum load. Alternatively or additionally, the stopper may provide a user with feedback that the closing means and the spout-shaped body are displaced relative to each other to release the fluid outlet opening.

Opgemerkt wordt, dat waar hierboven is beschreven dat de houder in het bijzonder vrij kan zijn van verdere borg-, blokkeer- of afsluitmiddelen die moeten w'orden vrijgegeven om de vloeistofuitlaatopening vrij te geven en vloeistof daaruit te kunnen laten stromen of om het verplaatsen van de afsluitmiddelen van hun eerste stand naar hun tweede stand toe te staan, in het bijzonder hetzelfde kan worden bedoeld wanneer een eventueel verschafte dop is losgenomen of verwijderd. Dit verschaft een houder die eenvoudig in gebruik is en waarmee de tweede houder althans gedeeltelijk gevuld kan worden direct door het aanbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, zonder dat enige andere actie door de gebruiker van de houder vereist is, nadat de eventueel verschafte dop is verwijderd of losgenomen.It is noted that where it has been described above that the container may in particular be free of further locking, blocking or closing means which must be released in order to release the liquid outlet opening and to allow liquid to flow out of it or to move to allow the closing means from their first position to their second position, in particular the same can be meant when a possibly provided cap is detached or removed. This provides a holder that is simple to use and with which the second holder can be filled at least partially directly by arranging the spout-shaped body in the liquid inlet opening of the second holder, without any other action being required by the user of the holder, after the cap provided, if any, has been removed or removed.

De houder kan gevuld worden met of gevuld zijn met elke gewenste vloeistof.The container can be filled with or filled with any desired liquid.

De tweede houder kan elk geschikt type houder, bijvoorbeeld een tank of reservoir, zijn. Meer in het bijzonder kan de tweede houder bijvoorbeeld een onderdeel van een voertuig zijn, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, een reservoir voor een (motor)additief, zoals adblue, of voor ruitensproeivloeistof, of voor (motor)olie. De vloeistof kan in dat geval het (motor)additief, zoals adblue, de ruitensproeivloeistof, of de (motor)olie zijn.The second container can be any suitable type of container, for example a tank or reservoir. More in particular, the second container can for instance be a component of a vehicle, for example, but not exclusively, a reservoir for an (engine) additive, such as adblue, or for windscreen washer fluid, or for (engine) oil. The fluid can in that case be the (engine) additive, such as adblue, the windscreen washer fluid, or the (engine) oil.

De uitvinding ziet tevens op een werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uil een houder volgens een der conclusies 1 — 13 en/of zoals hierboven beschreven, omvattende de volgende stappen:The invention also relates to a method for at least partially filling a second container with liquid from a container according to any one of claims 1 - 13 and / or as described above, comprising the following steps:

(a) het met een zodanige bepaalde inbrengdiepte aanbrengen van het tuitvormige lichaam van de houder in een vloeistofinlaatopening van de tweede houder, dat tijdens het aanbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening tot de genoemde inbrengdiepte het aanslagelement van de afsluitmiddelen aangrijpt op de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening en daardoor de afsluitmiddelen met het aanslagelement verplaatst worden van hun eerste stand naar hun tweede stand;(a) arranging the spout-shaped body of the container with a determined insertion depth in a fluid inlet opening of the second container such that during the insertion of the spout-shaped body in the fluid inlet opening to the said insertion depth the stop element of the closing means engages the peripheral edge of the liquid inlet opening and thereby the closing means with the stop element are moved from their first position to their second position;

(b) het op de genoemde inbrengdiepte in de vloeistofinlaatopening houden van het tuitvormige lichaam gedurende een gewenste tijdsperiode voor hel met een gewenste hoeveelheid vloeistof vullen van de tweede houder met vloeistof uit de houder, en (c) het uit de vloeistofinlaatopening verwijderen van het tuitvormige lichaam, waarbij de afsluitmiddelen door de voorspanmiddelen terug naar hun eerste stand verplaatst worden.(b) maintaining the spout-shaped body at said insertion depth in the fluid inlet port for a desired period of time before filling the second container with fluid from the container with a desired amount of fluid, and (c) removing the spout-shaped container from the fluid inlet port body, wherein the closing means are moved back to their first position by the biasing means.

De bepaalde inbrengdiepte kan de maximale inbrengdiepte zijn, die door het ten minste ene stopelement gedefinieerd is.The determined insertion depth can be the maximum insertion depth defined by the at least one stop element.

De houder kan elk kenmerk uit de conclusies en/of zoals hierboven beschreven omvatten, in elke geschikte combinatie.The container can comprise any feature from the claims and / or as described above, in any suitable combination.

Bij voorkeur worden de stappen (a) tot en met (c) opeenvolgend uitgevoerd zonder andere stappen daartussen. In het bijzonder is er bijvoorbeeld geen sprake van het vrijgeven van (nietverschafte) verdere borg-, blokkeer- of afsluitmiddelen om de vloeistofuitlaatopening vrij te geven en vloeistof daaruit te kunnen laten stromen of om het verplaatsen van de afsluitmiddelen van hun eerste stand naar hun tweede stand toe te staan.Preferably, steps (a) to (c) are performed sequentially without other steps in between. In particular, there is, for example, no question of releasing (not provided) further locking, blocking or closing means to release the liquid outlet opening and to allow liquid to flow out of it or to move the closing means from their first position to their second position. allow it.

De uitvinding wordt nader omschreven met behulp van de volgende figuren, waarbij:The invention is further described with the aid of the following figures, wherein:

De figuren IA en IB een schematisch, perspectivisch aanzicht van de houder en een deel van een tweede houder tonen, elk vanuit een andere hoek;Figures 1A and IB show a schematic, perspective view of the holder and a part of a second holder, each from a different angle;

De figuren 2A - 2C de houder uit de figuren IA en 1B in een afgesloten toestand tonen, waarbij figuur 2A een schematisch, perspectivisch, deels opengesneden aanzicht is en figuur 2B en 2C schematische doorsneden in verschillende vlakken zijn;Figures 2A - 2C show the holder of figures IA and 1B in a closed state, wherein figure 2A is a schematic, perspective, partially cut-away view and figures 2B and 2C are schematic cross-sections in different planes;

De figuren 3A - 3C de houder uit de figuren IA en 1B in een vrijgegeven toestand tonen, waarbij Figuur 3A een schematisch, perspectivisch, deels opengesneden aanzicht is en figuur 2B en 2C schematische doorsneden volgens figuren 2B en 2C zijn;Figures 3A-3C show the holder of figures IA and 1B in a released state, wherein Figure 3A is a schematic, perspective, partially cut-away view and Figures 2B and 2C are schematic sections according to Figures 2B and 2C;

De figuren 4A en 4B een deel van de houder uit de figuren IA en 1B in een perspectivisch plofaanzicht tonen, elk vanuit een andere hoek;Figures 4A and 4B show a part of the holder from figures IA and 1B in a perspective exploded view, each from a different angle;

Figuur 5 een bovenaanzicht toont van de voorspanmiddelen van de houder uit de figuren IA en 1B.Figure 5 shows a top view of the prestressing means of the holder from figures 1A and 1B.

In de figuren worden gelijke elementen met gelijke verwijzingsgetallen aangeduid.In the figures, the same elements are designated with the same reference numerals.

De figuren 1 tot en met 4 (zowel A, B als C figuren) tonen een houder 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. In dit voorbeeld omvat de houder 1 een flesvormig houderlichaam of fles 2, welke fles 2 in het inwendige daarvan een opneemruimte 3 definieert waarin een vloeistof is bevat. Op de fles 2 zijn onderdelen aangebracht met behulp waarvan een in de fles 2 bevatte vloeistof (nagenoeg) zonder lekken in een te vullen tweede houder kan worden overgedragen. De tweede houder beschikt over een vloeistofinlaatopening met een vloeistofinlaatstuk 99 dat een holle cilindervormige omtreksrand 98 omvat. Omwille van de eenvoud is slechts het vloeistofinlaatstuk 99 hier getoond. Duidelijk is, dat het vloeistofinlaatstuk 99 met een tank of dergelijk kan zijn verbonden. Als eerste onderdeel is op de fles 2 een verbindingselement 4 aangebracht, w'elk verbindingselement 4 in dit voorbeeld op de fles 2 is geschroefd. Het verbindingselement 4 omvat een tuitvormig lichaam 5 met een aantal vloeistofuitlaatopeningen 6 en 1 lichtopeningen 8. Zoals zichtbaar is in met name figuur 2A, monden de 1 lichtopeningen 8 in de omtrekswand van het tuitvormige lichaam 5 uit. De luchtopeningen 8 zijn nabij het vrije einde van het tuitvormige lichaam 5 opgesteld. De vloeistofuitlaatopeningen 6 monden uit in de vrije eindzone van het tuitvormige lichaam 5, meer in het bijzonder in het vrije kopse einde daarvan. Het tuitvormige lichaam omvat verder een bruglichaam 53 dat de luchtopeningen 8 mediumdoorstromend met elkaar verbindt en afscheidt van de vloeistofverbinding tussen de vloeistofuitlaatopeningen 6 en de opneemruimte 3. Verder omvat het tuitvormige lichaam 5 een klepzitting 55, de functie waarvan hieronder nader zal worden toegelicht.Figures 1 to 4 (both A, B and C figures) show a holder 1 according to a first embodiment of the invention. In this example, the container 1 comprises a bottle-shaped container body or bottle 2, which bottle 2 defines, inside, a receiving space 3 in which a liquid is contained. Parts are provided on the bottle 2 with the aid of which a liquid contained in the bottle 2 can be transferred (substantially) without leaking into a second container to be filled. The second container has a fluid inlet opening with a fluid inlet piece 99 that includes a hollow cylindrical peripheral edge 98. For the sake of simplicity, only the fluid inlet piece 99 is shown here. It is clear that the fluid inlet piece 99 can be connected to a tank or the like. A connecting element 4 is provided as the first component on the bottle 2, which connecting element 4 is screwed onto the bottle 2 in this example. The connecting element 4 comprises a spout-shaped body 5 with a number of liquid outlet openings 6 and 1 light openings 8. As can be seen in Figure 2A in particular, the 1 light openings 8 open into the peripheral wall of the spout-shaped body 5. The air openings 8 are arranged near the free end of the spout-shaped body 5. The liquid outlet openings 6 open into the free end zone of the spout-shaped body 5, more particularly into the free end face thereof. The spout-shaped body further comprises a bridge body 53 which fluidly connects the air openings 8 with each other and separates them from the liquid connection between the liquid outlet openings 6 and the receiving space 3. Furthermore, the spout-shaped body 5 comprises a valve seat 55, the function of which will be explained in more detail below.

Het tuitvormige lichaam 5 is in dit geval hol en cilindervormig uitgevoerd, en definieert daarin een opneemholte. In de opneemholte zijn af sluitmiddelen 20 opgesteld. De afsl uitmiddelen omvatten in deze uitvoeringsvorm een in hoofdzaak cilindervormig en hol lichaam 24, welk lichaam 24 een buitendiameter bezit die net iets kleiner is dan een binnendiameter van het tuitvormige lichaam 5, zodat er nagenoeg geen ruimte is verschaft tussen het lichaam 24 en het tuitvormige lichaam 5. Hierdoor zal er nagenoeg geen vloeistof tussen het lichaam 24 en het tuitvormige lichaam 5 geraken. Een o-ring 25 is aangebracht in een omtreksuitsparing van het lichaam 24, zodat een vloeistofdichte afdichting is verschaft tussen het lichaam 24 en het tuitvormige lichaam 5 teneinde enige vloeistof die toch tussen het lichaam 24 en het tuitvormige lichaam 5 geraakt te stoppen om lekken te voorkomen.The spout-shaped body 5 in this case is hollow and cylindrical, and defines a receiving cavity therein. Closing means 20 are arranged in the receiving cavity. In this embodiment, the closure means comprise a substantially cylindrical and hollow body 24, which body 24 has an outer diameter that is just slightly smaller than an inner diameter of the spout-shaped body 5, so that virtually no space is provided between the body 24 and the spout-shaped body. body 5. As a result, virtually no liquid will get between the body 24 and the spout-shaped body 5. An o-ring 25 is provided in a peripheral recess of the body 24, so that a liquid-tight seal is provided between the body 24 and the spout-shaped body 5 in order to stop any liquid which nevertheless passes between the body 24 and the spout-shaped body 5 to leak. appearance.

Het tuitvormige lichaam vertoont in een omtrekswand 52 daarvan doorgaande gaten 51 die zich uitstrekken tussen de omtrekswand 52 en de opneemholte. In dit geval zijn de gaten 51 langwerpig uitgevoerd en evenwijdig aan een langsrichting van het tuitvormige lichaam 5 opgesteld. Het lichaam 24 omvat zich radiaal buitenwaarts daarvan uitstrekkende uitsteeksels 21. De uitsteeksels 21 strekken zich uit door de gaten 51 en vormen daarbij aanslagelementen 21, die uitsteken ten opzichte van de omtrekswand 52 van het tuitvormige lichaam 5. De uitsteeksels 21, en daarmee de afsluitmiddelen 20, zijn heen en weer verplaatsbaar tussen een eerste stand, waarin zowel de luchtopeningen 8 als de vloeistofuitlaatopeningen 6 zijn afgesloten door de afsluitmiddelen 20 en het tuitvormige lichaam 5 (zie de figuren 2A - 2C), en een tweede stand, waarin zowel de luchtopeningen 8 als de vloeistofuitlaatopeningen 6 zijn vrijgegeven (zie de figuren 3A - 3C). De uitsteeksels 21 kunnen aangrijpen op de omtreksrand 98 van de tweede houder bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam 5 in het inlaatstuk 99 van de tweede houder, waardoor een kracht op de uitsteeksels 21 wordt uitgeoefend en de afsluitmiddelen 20 van hun eerste naar hun tweede stand verplaatst worden.The spout-shaped body has through holes 51 in a circumferential wall 52 thereof which extend between the circumferential wall 52 and the receiving cavity. In this case, the holes 51 are elongated and arranged parallel to a longitudinal direction of the spout-shaped body 5. The body 24 comprises protrusions 21 extending radially outwardly therefrom. The protrusions 21 extend through the holes 51 and thereby form abutment elements 21 which protrude with respect to the peripheral wall 52 of the spout-shaped body 5. The protrusions 21, and hence the closing means 20, can be moved back and forth between a first position, in which both the air openings 8 and the liquid outlet openings 6 are closed by the closing means 20 and the spout-shaped body 5 (see figures 2A-2C), and a second position, in which both the air openings 8 when the fluid outlet openings 6 have been released (see Figures 3A - 3C). The protrusions 21 can engage the peripheral edge 98 of the second holder when inserting the spout-shaped body 5 into the inlet piece 99 of the second holder, whereby a force is exerted on the protrusions 21 and the closing means 20 from their first to their second position be moved.

De afsluitmiddelen 20 omvatten een cilindervormig luchtinlaatstuk 26. Het luchtinlaatstuk 26 staat in een mediumdoorstromende verbinding met een leiding 7, welke leiding 7 zich uitstrekt tussen het luchtinlaatstuk 26 en de opneemruimte 3. De leiding 7 mondt in het bijzonder nabij de bodem van de fles 2 uit.The closing means 20 comprise a cylindrical air inlet piece 26. The air inlet piece 26 is in a medium-flowing connection with a line 7, which line 7 extends between the air inlet piece 26 and the receiving space 3. The line 7 opens in particular near the bottom of the bottle 2 from.

De leiding 7 heeft een buitendiameter die kleiner is dan de binnendiameter van het lichaam 24 van de afsluitmiddelen 20. Hierdoor is een ringvormige ruimte verschaft tussen de buitenwand van de leiding 7 en een binnenwand van het lichaam 24, door welke ringvormige ruimte een mediumdoorstroombare verbinding tussen de opneemruimte 3 en de vloeistofuitlaatopeningen 6 is verschaft, zodanig, dat vloeistof uit de opneemruimte 3 via de ringvormige ruimte en de vloeistofuitlaatopeningen 6 uit de houder 1 kan stromen en via de vloeistofinlaatopening in de te vullen tweede houder kan stromen wanneer de afsluitmiddelen 20 zich in de tweede stand bevinden. Het tuitvormige lichaam 5 wordt hierbij over een deel van de lengte daarvan in de vloeistofinlaatopening 99 van de te vullen tweede houder aangebracht, zodat er geen of althans weinig vloeistof wordt gelekt tijdens het vullen van de tweede houder met vloeistof uit de houderThe conduit 7 has an outer diameter that is smaller than the inner diameter of the body 24 of the closing means 20. This provides an annular space between the outer wall of the conduit 7 and an inner wall of the body 24, through which annular space a medium flow-through connection between the receiving space 3 and the liquid outlet openings 6 are provided such that liquid can flow out of the receiving space 3 from the container 1 via the annular space and the liquid outlet openings 6 and can flow into the second container to be filled via the liquid inlet opening when the closing means 20 enter the second position. The spout-shaped body 5 is hereby arranged over a part of the length thereof in the liquid inlet opening 99 of the second container to be filled, so that no or at least little liquid is leaked during filling of the second container with liquid from the container

1.1.

Het cilindervormige luchtinlaatstuk 26 is althans voor een deel opgenomen in het bruglichaam 53 en is daarin verplaatsbaar. In de eerste stand van de afsluitmiddelen 20 ligt een vrije eindrand van het cilindervormige luchtinlaatstuk 26 aan tegen een binnenbovenwand van het bruglichaam 53, waardoor een nagenoeg luchtdichte afsluiting daartussen is verschaft en daardoor de luchtopeningen 8 mediumdoorstromend zijn afgesloten van de opneemruimte 3. In de tweede stand van de afsluitmiddelen 20 is hel cilindervormige luchtinlaatstuk 26 van de binnenbovenwand van het bruglichaam 53 af verplaatst, waardoor een mediumdoorstromende verbinding is verschaft tussen het cilindervormige luchtinlaatstuk 26 en daardoor de opneemruimte 3 via de leiding 7 en de luchtopeningen 8. Hierdoor kan in de tweede stand van de afsluitmiddelen 20 lucht via de luchtopeningen 8, het bruglichaam 53, het luchtinlaatstuk 26 en de leiding 7 in de opneemruimte 3 van de fles 2 stromen in. Zodra de luchtopeningen 8 zich in vloeistof bevinden, hetgeen gebeurt zodra de tweede houder nagenoeg volledig gevuld is, zal er geen lucht meer naar de opneemruimte 3 stromen waardoor de vloeistofafgifte uit de houder automatisch stopt.The cylindrical air inlet piece 26 is at least partially received in the bridge body 53 and is displaceable therein. In the first position of the closing means 20, a free end edge of the cylindrical air inlet piece 26 abuts an inner top wall of the bridge body 53, whereby a substantially airtight seal is provided therebetween and, therefore, the air openings 8 are fluid-flow-sealed from the receiving space 3. In the second position of the closing means 20, the cylindrical air inlet piece 26 has been moved away from the inner top wall of the bridge body 53, whereby a medium-flowing connection is provided between the cylindrical air inlet piece 26 and thereby the receiving space 3 via the pipe 7 and the air openings 8. This allows position of the closing means 20 air flows in via the air openings 8, the bridge body 53, the air inlet piece 26 and the line 7 into the receiving space 3 of the bottle 2. As soon as the air openings 8 are in liquid, which happens as soon as the second container is almost completely filled, air will no longer flow to the receiving space 3, as a result of which the liquid delivery from the container will automatically stop.

De afsluitmiddelen 20 omvatten verder een stopelement 23 dat aangrijpt op een eindrand van de leiding 7 wanneer de afsluitmiddelen 20 zich in hun tweede stand bevinden. Hierdoor wordt een maximale inbrengdiepte van het tuitvormige lichaam 5 in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder (mede) gedefinieerd.The closing means 20 further comprise a stop element 23 which engages an end edge of the conduit 7 when the closing means 20 are in their second position. Hereby a maximum insertion depth of the spout-shaped body 5 into the liquid inlet opening of the second container is (also) defined.

De afsluitmiddelen 20 omvatten verder nog een klepschouder 27 die tegen de klepzitting 55 van het ruitvormig lichaam aanligt in de eerste stand van de afsluitmiddelen 20. Een o-ring 28 is aangebracht in een omtreksuitsparing van de klepschouder 27, waardoor de klepschouder 27 nagenoeg vloeistofdicht afsluit tegen de klepzitting 55 in de eerste stand van de afsluitmiddelen 20. In de tw'eede stand van de afsluitmiddelen 20 zijn de klepschouder 27 en de klepzitting 55 van elkaar verwijderd waardoor de vloeistofuitlaatopeningen 6 mediumdoorstromend zijn verbonden met de opneemruimte 3 van de houder 1. De klepschouder 27 is via verbindingsstukken 29 met het lichaam 24 verbonden, waarbij tussen de verbindingsstukken 29 openingen zijn gedefinieerd voor het doorlaten van vloeistof uit het lichaam 24 naar het tuitvormige lichaam 5.The closing means 20 further comprise a valve shoulder 27 which rests against the valve seat 55 of the diamond-shaped body in the first position of the closing means 20. An o-ring 28 is arranged in a circumferential recess of the valve shoulder 27, whereby the valve shoulder 27 closes substantially liquid-tightly against the valve seat 55 in the first position of the closing means 20. In the second position of the closing means 20, the valve shoulder 27 and the valve seat 55 are removed from each other, so that the liquid outlet openings 6 are fluidly connected to the receiving space 3 of the container 1. The valve shoulder 27 is connected to the body 24 via connecting pieces 29, with openings being defined between the connecting pieces 29 for passage of liquid from the body 24 to the spout-shaped body 5.

De afsluitmiddelen 20 omvatten verder een aanslagelement 22 voor aangrijping op voorspanmiddelen 30. De voorspanmiddelen 30 zijn, in deze uitvoeringsvorm integraal, verbonden met een mantel 31. De mantel 31 is in dit voorbeeld verbonden met het verbindingselement 4, maar kan ook verbonden zijn met de houder 1 of willekeurig w'elk ander geschikt onderdeel van de houder 1. In het bijzonder wordt de mantel 31 in een holte van het verbindingselement 4 aangebracht, en daarin bijvoorbeeld vastgeklikt. De voorspanmiddelen 30 verschaffen een duwende kracht tussen de afsluitmiddelen 20 en de mantel 31 en neigen daarbij de afsluitmiddelen 20 naar hun eerste stand. De afsluitmiddelen 20 sluiten dus automatisch de houder 1 af, als geen andere kracht dan de kracht van de voorspanmiddelen 30 op de afsluitmiddelen 20 wordt uitgeoefend. De afsluitmiddelen 20 kunnen vanuit hun tweede stand niet voorbij hun eerste stand w'orden geduwd door de voorspanmiddelen 30 doordat in de eerste stand van de afsluitmiddelen 20 de uitsteeksels 21 tegen een einde van de gaten 51 aanliggen, de klepschouder 27 tegen de klepzitting 55 aanligt en de vrije eindrand van het cilindervormige luchtinlaatstuk 26 aanligt tegen de binnenbovenwand van het brugstuk 53. De afsluitmiddelen 20 omvatten een o-ring 13 die de afsluitmiddelen 20 afdichten tegen de mantel 31.The closing means 20 further comprise a stop element 22 for engaging biasing means 30. In this embodiment, the biasing means 30 are integrally connected to a casing 31. In this example, the casing 31 is connected to the connecting element 4, but can also be connected to the holder 1 or any other suitable part of the holder 1. In particular, the casing 31 is arranged in a cavity of the connecting element 4 and, for example, clicked into it. The biasing means 30 provide a pushing force between the closing means 20 and the jacket 31, thereby tending the closing means 20 to their first position. The closing means 20 therefore automatically close the holder 1 if no force other than the force of the biasing means 30 is exerted on the closing means 20. The closing means 20 cannot be pushed from their second position beyond their first position by the biasing means 30 in that in the first position of the closing means 20 the protrusions 21 abut against one end of the holes 51, the valve shoulder 27 abuts against the valve seat 55 and the free end edge of the cylindrical air inlet piece 26 abuts the inner top wall of the bridge piece 53. The closing means 20 comprise an o-ring 13 which seals the closing means 20 against the jacket 31.

De verbindingsmiddelen 4 van de houder 1 omvatten een afsluitwand 41 die althans een deel van het tuitvormige lichaam 5 omgeeft met een tussenruimte daartussen. De uitsteeksels 21 van de afsluitmiddelen 20 steken zich radiaal buitenwaarts in deze tussenruimte uit. Wanneer het tuitvormige lichaam in het vloeistolïnlaatstuk 99 van een tweede houder w'ordt aangebracht zal de omtreksrand 98 van het vloeistofmlaatstuk 99 in de genoemde tussenruimte worden opgenomen, zie de figuren 3A - 3C. De afsluitwand 41 sluit daarbij de omtreksrand 98 van het inlaatstuk 99 van de tweede houder nagenoeg luchtdicht af. Verder omvatten de verbindingsmiddelen 4, in het bijzonder de afsluitwand daarvan, een stopelement 42 waartegen de eindrand van de omtreksrand 98 aanligt in de tweede stand van de afsluitmiddelen 20. Het stopelement 42 definieert daardoor (mede) een maximale inbrengdiepte van het tuitvormige lichaam 5 in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder.The connecting means 4 of the holder 1 comprise a closing wall 41 which surrounds at least a part of the spout-shaped body 5 with a gap between them. The protrusions 21 of the closing means 20 protrude radially outwards in this space. When the spout-shaped body is arranged in the fluid inlet piece 99 of a second holder, the peripheral edge 98 of the fluid outlet piece 99 will be received in said intermediate space, see Figs. 3A-3C. The closing wall 41 thereby substantially seals the peripheral edge 98 of the inlet piece 99 of the second container in airtight manner. Furthermore, the connecting means 4, in particular the closing wall thereof, comprise a stop element 42 against which the end edge of the peripheral edge 98 abuts in the second position of the closing means 20. The stop element 42 thereby (partly) defines a maximum insertion depth of the spout-shaped body 5 in the fluid inlet opening of the second container.

In figuur 5 is te zien dat de voorspanmiddelen 30 twee, diametraal tegenover elkaar met de mantel 31 verbonden, in dezelfde richting draaiende, helixvormige spiraalveren 32 omvat. De spiraalveren 32 draaien hierbij om elkaar heen. De twee spiraalveren 32 zijn met een eerste eindzone 33 verbonden met de mantel 31 en bezitten een tweede eindzone 34 die aanliggen tegen het aanslagelement 22 van de afsluitmiddelen 20, waarbij de spiraalveren 32 een kleinere diameter bezitten aan de tweede eindzone 34 dan aan de eerste eindzone 33.In figure 5 it can be seen that the biasing means 30 comprise two helically shaped helical springs 32 which are connected diametrically opposite each other to the jacket 31 and rotate in the same direction. The coil springs 32 rotate around each other. The two coil springs 32 are connected to the casing 31 with a first end zone 33 and have a second end zone 34 which abut against the stop element 22 of the closing means 20, the coil springs 32 having a smaller diameter at the second end zone 34 than at the first end zone 33.

Het vullen van de tweede houder met vloeistof uit de houder 1 kan als volgt plaatsvinden. Het tuitvormige lichaam 5 kan in het vloeistofinlaatstuk 99 van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder worden aangebracht, in het bijzonder tot een zodanige inbrengdiepte, dat de afsluitklep 20 tijdens het inbrengen van het tuitvormige lichaam 5 in de vloeistofinlaatopening 99 van zijn in figuren 2A -2C getoonde eerste stand naar zijn in figuren 3A - 3C getoonde tweede stand wordt verplaatst, zoals hierboven is beschreven. In het bijzonder kan de inbrengdiepte een maximale inbrengdiepte zijn zoals hierboven omschreven. Zodra de afsluitklep 20 de vloeistofuitlaatopeningen 6 althans gedeeltelijk vrijgeeft zal de vloeistof via de vloeistofuitlaatopeningen 6 uit de houder 1 stromen en via de vloeistofinlaatopening van de tweede houder de tweede houder althans gedeeltelijk vullen. Hierbij is geen verdere actie van de gebruiker vereist, hetgeen een eenvoudig te gebruiken houder verschaft. Het uit de houder 1 stromen van de vloeistof vindt plaats totdat ofwel de houder 1 leeg is, ofwel de luchtopening 8 in vloeistof in de tweede houder w'ordt ondergedompeld, ofw'el de gebruiker het tuitvormige lichaam 5 uit de vloeistofinlaatopening van de tweede houder verwijdert en de afsluitklep 20 zich automatisch sluit zoals hierboven is beschreven.The filling of the second container with liquid from the container 1 can take place as follows. The spout-shaped body 5 can be arranged in the fluid inlet piece 99 of the fluid inlet opening of the second container, in particular to an insertion depth such that the shut-off valve 20 during the insertion of the spout-shaped body 5 into the fluid inlet opening 99 of FIGS. 2A-2C first position shown to its second position shown in figures 3A-3C, as described above. In particular, the insertion depth can be a maximum insertion depth as described above. As soon as the shut-off valve 20 releases the fluid outlet openings 6 at least partially, the fluid will flow out of the container 1 via the fluid outlet openings 6 and at least partially fill the second container via the fluid inlet opening of the second container. No further action is required from the user, which provides an easy-to-use container. The liquid flows out of the holder 1 until either the holder 1 is empty or the air opening 8 is immersed in liquid in the second holder, or the user removes the spout-shaped body 5 from the liquid inlet opening of the second holder. and the shut-off valve 20 automatically closes as described above.

Opgemerkt wordt, dat de uitvinding zich niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar zich tevens uitstrekt tot varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.It is noted that the invention is not limited to the embodiments shown, but also extends to variants within the scope of the appended claims.

Claims

ConclusiesConclusions

1. Houder voor het houden van een vloeistof, welke houder omvat:A container for holding a liquid, which container comprises:

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij het tuitvormige lichaam althans over een deel daarvan hol is uitgevoerd en daarbij een opneemholte definieert, waarbij de afsluitmiddelen althans gedeeltelijk in althans een deel van de opneemholte zijn aangebracht, waarbij het tuitvormige lichaam een doorgaand gat vertoont, dat zich uitstrekt tussen een omtrekswand van het tuitvormige lichaam en de opneemholte, en waarbij het aanslagelement een uitsteeksel omvat dat zich uitstrekt door het doorgaande gat en dat uitsteekt ten opzicht van de omtrekswand van het tuitvormige lichaam.2. Holder as claimed in claim 1, wherein the spout-shaped body is hollow at least over a part thereof and thereby defines a receiving cavity, wherein the closing means are arranged at least partially in at least a part of the receiving cavity, wherein the spout-shaped body has a through hole, which extending between a circumferential wall of the spout-shaped body and the receiving cavity, and wherein the abutment element comprises a protrusion extending through the through hole and protruding from the circumferential wall of the spout-shaped body.

3. Houder volgens conclusie 2, waarbij het doorgaande gat langwerpig is uitgevoerd, waarbij het uitsteeksel verplaatsbaar is over de lengte van het doorgaande gat.3. Holder as claimed in claim 2, wherein the through hole is elongated, wherein the protrusion can be moved along the length of the through hole.

4. Houder volgens conclusie 2 of 3, waarbij het doorgaande gat parallel aan een langsrichting van het tuitvormige lichaam is opgesteld.Holder as claimed in claim 2 or 3, wherein the through hole is arranged parallel to a longitudinal direction of the spout-shaped body.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het tuitvormige lichaam en/of de afsluitmiddelen en/of de voorspanmiddelen van een kunststof zijn vervaardigd.Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the spout-shaped body and / or the closing means and / or the biasing means are made of a plastic.

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorspanmiddelen een drukveer omvatten.Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the biasing means comprise a compression spring.

7. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorspanmiddelen zijn opgenomen in een mantel.7. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the biasing means are included in a casing.

8. Houder volgens conclusie 7, waarbij de drukveer en de mantel integraal gevormd zijn.The container of claim 7, wherein the compression spring and the jacket are integrally formed.

9. Houder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de voorspanmiddelen met een eerste eindzone zijn verbonden met de mantel en met een tweede eindzone gericht zijn naar of verbonden zijn met de afsluitmiddelen, en waarbij de tweede eindzone een kleinere dwarsdoorsnedeafmeting bezit dan de eerste eindzone.9. Container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the biasing means with a first end zone are connected to the casing and with a second end zone are directed to or connected to the closing means, and wherein the second end zone has a smaller cross-sectional size than the first end zone.

10. Houder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afsluitmiddelen een klepschouder omvatten en het tuitvormige lichaam een klepzitting omvat, waarbij in de eerste stand van de afsluitmiddelen de klepschouder aanligt tegen de klepzitting teneinde in de eerste stand van de afsluitmiddelen de vloeistofuitlaatopening af te sluiten en waarbij in de tweede stand van de afsluitmiddelen de klepschouder zich op een afstand van de klepzitting bevindt teneinde in de tweede stand van de afsluitmiddelen de vloeistofuitlaatopening vrij te geven.10. Container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the closing means comprise a valve shoulder and the spout-shaped body comprises a valve seat, wherein in the first position of the closing means the valve shoulder abuts against the valve seat in order to close off the liquid outlet opening in the first position of the closing means and wherein in the second position of the closing means the valve shoulder is situated at a distance from the valve seat in order to release the liquid outlet opening in the second position of the closing means.

11. Houder volgens conclusie 10, waarbij de klepschouder en/of de klepzitting is voorzien van afdichtmiddelen, bijvoorbeeld een o-ring.11. Holder as claimed in claim 10, wherein the valve shoulder and / or the valve seat is provided with sealing means, for example an o-ring.

12. Houder volgens één der voorgaande conclusies, verder omvattende een afsluitwand die althans een deel van het tuitvormige lichaam omgeeft met een bepaalde tussenruimte daartussen, welke tussenruimte is mgericht om in gebruik van de inrichting althans deel van de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder te accommoderen.12. Container as claimed in any of the foregoing claims, further comprising a closing wall which surrounds at least a part of the spout-shaped body with a specific space therebetween, which space is oriented to use at least part of the peripheral edge of the liquid inlet opening of the second container in use of the device to accommodate.

13. Houder volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de afsluitwand één of meerdere stopelementen omvat die zijn ingericht om een stop te vormen voor een of de rand van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, teneinde een maximale inbrengdiepte van hel tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder te definiëren.13. Container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the closing wall comprises one or more stop elements which are adapted to form a stop for one or the edge of the liquid inlet opening of the second holder, in order to achieve a maximum insertion depth of the spout-shaped body into the liquid inlet opening of define the second holder.

14. Werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een houder volgens een der conclusies 1-13, omvattende de volgende stappen:A method for at least partially filling a second container with liquid from a container according to any one of claims 1-13, comprising the following steps:

(a) het met een zodanige bepaalde inbrengdiepte aanbrengen van het tuitvormige lichaam van de houder in een vloeistofinlaatopening van de tweede houder, dat tijdens hel aanbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening tot de genoemde inbrengdiepte het aanslagelement van de afsluitmiddelen aangrijpt op de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening(a) arranging the spout-shaped body of the container with a determined insertion depth in a fluid inlet opening of the second container such that during the insertion of the spout-shaped body in the fluid inlet opening up to the said insertion depth, the stop element of the closing means engages the peripheral edge of the fluid inlet opening

5 en daardoor de afsluitmiddelen met het aanslagelement verplaatst worden van hun eerste stand naar hun tweede stand;5 and thereby the closing means with the stop element are moved from their first position to their second position;

(b) het op de genoemde inbrengdiepte in de vloeistofinlaatopening houden van het tuitvormige lichaam gedurende een gewenste tijdsperiode voor het met een gewenste hoeveelheid vloeistof vullen van de tweede houder met vloeistof uit de houder, en(b) maintaining the spout-shaped body at said insertion depth in the fluid inlet port for a desired period of time before filling the second container with fluid from the container with a desired amount of fluid, and

10 (c) het uit de vloeistofinlaatopening verwijderen van het tuitvormige lichaam, waarbij de afsluitmiddelen door de voorspanmiddelen terug naar hun eerste stand verplaatst worden.(C) removing the spout-shaped body from the fluid inlet opening, the closing means being moved back to their first position by the biasing means.

15. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de stappen (a) tot en met (c) opeenvolgend worden uitgevoerd zonder andere stappen daartussen.The method of claim 10, wherein steps (a) to (c) are performed sequentially without other steps in between.

2/112/11

3/113/11

4/114/11

S3S3

5/11 η5/11 η

6/11 ~\_76/11 ~ \ _7

7/117/11

8/118/11

9/119/11

10/1110/11

5.35.3

11/1111/11