NL2018467B1

NL2018467B1 - A LIQUID FOR HOLDING A LIQUID AND A METHOD FOR ALTHANSALLY FILLING A SECOND LIQUID WITH LIQUID FROM SUCH A HOLDER

Info

Publication number: NL2018467B1
Application number: NL2018467A
Authority: NL
Inventors: Hendrik Debski Edward; Veldhuis Jorn
Original assignee: Bark Innovations B V
Priority date: 2017-03-03
Filing date: 2017-03-03
Publication date: 2018-09-21
Also published as: WO2018160059A1; EP3589579A1

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het houden van een vloeistof, omvattende: - een houderlichaam; - een tuitvormig lichaam met een vloeistofuitlaatopening; - afsluitmiddelen voor het afsluiten van de vloeistofuitlaatopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vloeistofuitlaatopening is afgesloten en een tweede stand waarin de vloeistofuitlaatopening is vrijgegeven, waarbij de afsluitmiddelen een aanslagelement omvatten dat is ingericht om bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in een vloeitstofinlaatopening van een tweede houder aan te grijpen op een omtreksrand van de vloeistofinlaatopening, zodanig, dat bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen verplaatst worden van hun eerste stand naar de tweede stand, waarbij voorspanmiddelen zijn voorzien om de afsluitmiddelen naar hun eerste stand voor te spannen. De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder.The invention relates to a container for holding a liquid, comprising: - a container body; - a spout-shaped body with a liquid outlet opening; closing means for closing the liquid outlet opening, which closing means are displaceable between a first position in which the liquid outlet opening is closed and a second position in which the liquid outlet opening is released, wherein the closing means comprise a stop element which is adapted to be inserted into the spout-shaped body to engage a liquid inlet opening of a second container on a peripheral edge of the liquid inlet opening, such that when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are moved from their first position to the second position, wherein biasing means are provided to bias the closing means to their first position. The invention also relates to a method for filling a second container with liquid from such a container.

Description

Octrooicentrum Nederland © 2018467 (21) Aanvraagnummer: 2018467 © Aanvraag ingediend: 3 maart 2017 © BI OCTROOI (51) Int. CL:Netherlands Patent Office © 2018467 (21) Application number: 2018467 © Application filed: March 3, 2017 © BI OCTROOI (51) Int. CL:

B67D 7/00 (2018.01) B67D 3/00 (2018.01)B67D 7/00 (2018.01) B67D 3/00 (2018.01)

(4^ Aanvraag ingeschreven: (4 ^ Request registered: © Octrooihouder(s): © Patent holder (s): 21 september 2018 September 21, 2018 Bark Innovations B.V. te EERBEEK. Bark Innovations B.V. in EERBEEK. © Aanvraag gepubliceerd: © Request published: - - © Uitvinder(s): © Inventor (s): Edward Hendrik Debski te Enschede. Edward Hendrik Debski in Enschede. © Octrooi verleend: © Patent granted: Jorn Veldhuis te Enschede. Jorn Veldhuis in Enschede. 21 september 2018 September 21, 2018 © Octrooischrift uitgegeven: © Patent issued: © Gemachtigde: © Authorized representative: 15 november 2018 November 15, 2018 ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag. ir. P.J. Hylarides et al. In The Hague.

(54) HOUDER VOOR HET HOUDEN VAN EEN VLOEISTOF EN WERKWIJZE VOOR HET ALTHANS GEDEELTELIJK VULLEN VAN EEN TWEEDE HOUDER MET VLOEISTOF UIT EEN DERGELIJKE HOUDER(54) HOLDER FOR HOLDING A LIQUID AND METHOD FOR ALTHANSLY FILLING A SECOND HOLDER WITH LIQUID FROM SUCH A HOLDER

Ξ) De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het houden van een vloeistof, omvattende:Uitvinding) The invention relates to a container for holding a liquid, comprising:

- een houderlichaam;- a container body;

- een tuitvormig lichaam met een vloeistofuitlaatopening;- a spout-shaped body with a liquid outlet opening;

- afsluitmiddelen voor het afsluiten van de vloeistofuitlaatopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vloeistofuitlaatopening is afgesloten en een tweede stand waarin de vloeistofuitlaatopening is vrijgegeven, waarbij de afsluitmiddelen een aanslagelement omvatten dat is ingericht om bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in een vloeitstofinlaatopening van een tweede houder aan te grijpen op een omtreksrand van de vloeistofinlaatopening, zodanig, dat bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen verplaatst worden van hun eerste stand naar de tweede stand, waarbij voorspanmiddelen zijn voorzien om de afsluitmiddelen naar hun eerste stand voor te spannen.closing means for closing the liquid outlet opening, which closing means are displaceable between a first position in which the liquid outlet opening is closed and a second position in which the liquid outlet opening is released, wherein the closing means comprise a stop element which is adapted to be inserted into the spout-shaped body to engage a liquid inlet opening of a second container on a peripheral edge of the liquid inlet opening, such that when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are moved from their first position to the second position, wherein biasing means are provided to bias the closing means to their first position.

De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder.The invention also relates to a method for filling a second container with liquid from such a container.

NL Bl 2018467NL Bl 2018467

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.This patent has been granted regardless of the attached result of the research into the state of the art and written opinion. The patent corresponds to the documents originally submitted.

HOUDER VOOR HET HOUDEN VAN EEN VLOEISTOF EN WERKWIJZE VOOR HET ALTHANS GEDEELTELIJK VULLEN VAN EEN TWEEDE HOUDER MET VLOEISTOF UIT EEN DERGELIJKE HOUDERA LIQUID FOR HOLDING A LIQUID AND A METHOD FOR ALTHANSALLY FILLING A SECOND LIQUID WITH LIQUID FROM SUCH A HOLDER

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor het houden van een vloeistof. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een althans gedeeltelijk met vloeistof gevulde houder, met welke vloeistof een te vullen tweede houder althans gedeeltelijk gevuld kan worden, en met welke houder de tweede houder in het bijzonder makkelijk en/of snel en/of knoei- en/of lekvrij kan worden gevuld.The invention relates to a container for holding a liquid. In particular, the invention relates to a container that is at least partially filled with liquid, with which liquid a second container to be filled can be filled at least partially, and with which container the second container is particularly easy and / or fast and / or messy. and / or can be filled leak-free.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een dergelijke houder.The invention also relates to a method for at least partially filling a second container with liquid from such a container.

In een uitvoeringsvorm van de houder voor het houden van een vloeistof omvat de houder:In an embodiment of the container for holding a liquid, the container comprises:

- een houderlichaam met een opneemruimte voor het daarin bevatten van de vloeistof;- a container body with a receiving space for containing the liquid therein;

- een tuitvormig lichaam met een vloeistofuitlaatopening, welk tuitvormige lichaam mediumdoostromend is verbonden met de opneemruimte, en welk tuitvormige lichaam is ingericht om met een bepaalde inbrengdiepte in een vloeistofinlaatopening van een met vloeistof uit de houder althans gedeeltelijk te vullen tweede houder te worden aangebracht;- a spout-shaped body with a liquid outlet opening, which spout-shaped body is fluidly connected to the receiving space, and which spout-shaped body is arranged to be provided with a specific insertion depth in a liquid inlet opening of a second container to be filled at least partially with liquid from the container;

- afsluitmiddelen voor het afsluiten van de vloeistofuitlaatopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vloeistofuitlaatopening is afgesloten en een tweede stand waarin de vloeistofuitlaatopening is vrijgegeven en vloeistof uit de opneemruimte via de vloeistofuitlaatopening kan stromen, waarbij de afsluitmiddelen een aanslagelement omvatten, welk aanslagelement is ingericht om bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeitstofinlaatopening van de te vullen tweede houder aan te grijpen op een omtreksrand van de vloeistofinlaatopening, zodanig, dat bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen verplaatst worden van hun eerste stand naar de tw'eede stand, w'aarbij voorspanmiddelen zijn voorzien om de afsluitmiddelen naar hun eerste stand voor te spannen, zodanig, dat bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening de afsluitmiddelen door de voorspanmiddelen terug naar hun eerste stand verplaatst worden.closing means for closing the liquid outlet opening, which closing means are displaceable between a first position in which the liquid outlet opening is closed and a second position in which the liquid outlet opening is released and liquid can flow out of the receiving space via the liquid outlet opening, wherein the closing means comprise a stop element, stop element is adapted to engage a peripheral edge of the liquid inlet opening when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening of the second container to be filled, such that when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are displaced from their first position to the second position, whereby biasing means are provided to bias the closing means to their first position, such that when the spout-shaped body is removed from the liquid inlet opening, the closing means and moved back to their first position by the biasing means.

Het tuitvormige lichaam biedt het voordeel dat deze in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder lean worden aangebracht, zodat de vloeistofuitlaatopening van het tuitvormige lichaam zich in de tweede houder bevindt wanneer de vloeistof uit de houder stroomt, waardoor de kans op knoeien tijdens het vullen nihil of althans klein is. Doordat het aanslagelement bij het inbrengen van het tuitvormige element in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder wordt verplaatst, en daardoor de afsluitmiddelen worden verplaatst van hun eerste stand naar hun tweede stand, stroomt de vloeistof via de vloeistofuitlaatopening uit de opneemruimte van de houder meteen zodra de vloeistofuitlaatopening door de afsluitmiddelen wordt vrijgegeven, ofwel meteen zodra de afsluitmiddelen zich in hun tweede stand bevinden. Bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening verplaatsen de afsluitmiddelen zich door de voorspanmiddelen direct en/of automatisch terug naar hun eerste stand, zodat de vloeistofuitlaatopening weer wordt afgesloten en lekken wordt voorkomen of althans de kans op lekken wordt verkleind.The spout-shaped body offers the advantage that they are arranged lean in the liquid inlet opening of the second holder, so that the liquid outlet opening of the spout-shaped body is in the second holder when the liquid flows out of the holder, so that the risk of spillage during filling is zero or at least small. Because the stop element is displaced when the spout-shaped element is inserted into the liquid inlet opening of the second holder, and thereby the closing means are moved from their first position to their second position, the liquid flows out of the holder's receiving space via the liquid outlet opening as soon as the liquid outlet opening is released by the closing means, or immediately as soon as the closing means are in their second position. When the spout-shaped body is removed from the liquid inlet opening, the closing means move directly and / or automatically back to their first position through the biasing means, so that the liquid outlet opening is closed again and leaks are prevented or at least the chance of leaks is reduced.

In het bijzonder is de houder vrij van verdere borg-, blokkeer- of afsluitmiddelen die moeten worden vrijgegeven om de vloeistofuitlaatopening vrij te geven en vloeistof daaruit te kunnen laten stromen of om het verplaatsen van de afsluitmiddelen van hun eerste stand naar hun tweede stand toe te staan. Alternatief kan dit worden geformuleerd als dat de vloeistofuitlaatopening altijd of althans meteen is vrijgegeven in de tweede stand van de afsluitmiddelen of dat de afsluitmiddelen vrij verplaatsbaar zijn tussen hun eerste en tweede stand.In particular, the container is free from further locking, blocking or closing means which must be released in order to release the liquid outlet opening and to allow liquid to flow out of it or to allow the moving of the closing means from their first position to their second position. stand. Alternatively, this can be formulated if the liquid outlet opening is always or at least immediately released in the second position of the closing means or that the closing means are freely movable between their first and second position.

Dit verschaft een houder die eenvoudig in gebruik is en waarmee de tweede houder althans gedeeltelijk gevuld kan worden direct door het aanbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, zonder dat enige andere actie door de gebruiker van de houder vereist is.This provides a holder that is simple to use and with which the second holder can be filled at least partially directly by arranging the spout-shaped body in the liquid inlet opening of the second holder, without any other action being required by the user of the holder.

Om het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening te kunnen aanbrengen heeft het tuitvormige lichaam een buitendwarsdoorsnede die althans lokaal kleiner is gekozen dan een althans lokale dwarsdoorsnede van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder. Indien het tuitvormige lichaam in hoofdzaak cilindrisch gevormd is, dan is de buitendiameter daarvan kleiner gekozen dan de dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld de diameter, van de vloeistofinlaatopening van de tweede houder.In order to be able to arrange the spout-shaped body in the liquid inlet opening, the spout-shaped body has an outer cross-section which is chosen at least locally smaller than an at least local cross-section of the liquid inlet opening of the second container. If the spout-shaped body is substantially cylindrical, the outer diameter thereof is selected to be smaller than the cross-section, for example the diameter, of the liquid inlet opening of the second container.

Opgemerkt wordt, dat het tuitvormige lichaam hierbij met een toereikende inbrengdiepte in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder moet worden aangebracht, zodat het aanslagelement over een voldoende grote afstand verplaatst wordt om de vloeistofuitlaatopening althans gedeeltelijk vrij te geven. De genoemde bepaalde inbrengdiepte is daarmee een minimale inbrengdiepte voor het tuitvormige lichaam, op welke inbrengdiepte de afsluitmiddelen zodanig ver naar hun tweede stand verplaatst zijn, dat de vloeistofuitlaatopening althans gedeeltelijk is vrijgegeven. Het is hierbij voor een gebruiker onmiddellijk duidelijk wanneer het tuitvormige lichaam voldoende ver in de vloeistofinlaatopening is aangebracht, omdat de gebruiker in dat geval de vloeistof uit de houder ziet, hoort, voelt of ruikt stromen, of omdat in dat geval het tuitvormige lichaam niet verder in de vloeistofinlaatopening kan worden aangebracht omdat het aanslagelement dan niet verder verplaatsbaar is.It is noted that the spout-shaped body must here be provided with a sufficient insertion depth in the liquid inlet opening of the second container, so that the stop element is displaced over a sufficiently large distance to at least partially release the liquid outlet opening. Said determined insertion depth is thus a minimum insertion depth for the spout-shaped body, at which insertion depth the closing means are moved so far to their second position that the liquid outlet opening is at least partially released. It is immediately clear to a user when the spout-shaped body is arranged sufficiently far into the liquid inlet opening, because in that case the user sees, hears, feels or smells the liquid from the container, or because in that case the spout-shaped body does not go any further. can be provided in the fluid inlet opening because the stop element is then no longer displaceable.

Opgemerkt wordt voorts, dat het aanslagelement en daarmee de afsluitmiddelen in een axiale, dat wil zeggen in een longitudinale richting van het tuitvormige worden verplaatst. Bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening worden het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen in een eerste axiale richting verplaatst, welke eerste axiale richting in hoofdzaak parallel is aan de richting van het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening. Bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening worden het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen in een tweede, aan de eerste axiale richting tegengestelde, axiale richting verplaatst.It is further noted that the stop element and thus the closing means are displaced in an axial, i.e. in a longitudinal, direction of the spout-shaped. When the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are displaced in a first axial direction, which first axial direction is substantially parallel to the direction of the introduction of the spout-shaped body into the liquid inlet opening. When removing the spout-shaped body from the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are moved in a second axial direction opposite to the first axial direction.

De afsluitmiddelen worden in het bijzonder ten opzichte van het tuitvormige lichaam verplaatst.The closing means are displaced in particular with respect to the spout-shaped body.

Het tuitvormige lichaam en het houderlichaam kunnen in het bijzonder niet verplaatsbaar ten opzichte van elkaar zijn uitgevoerd, althans niet voor het vrijgeven van de vloei stofuitlaatopening.The spout-shaped body and the holder body can in particular not be made movable relative to each other, at least not for releasing the liquid outlet opening.

De afsluitmiddelen kunnen in het bijzonder een afsluitklep omvatten.The closing means may in particular comprise a closing valve.

Het tuitvormige lichaam kan over althans een deel van de lengte daarvan in hoofdzaak hol zijn uitgevoerd of een kanaal kan zich over althans een deel van de lengte daarvan daardoorheen uitstrekken, via welke holte of kanaal de vloeistofuitlaatopening mediumdoorslromend verbonden is met de opneemruimte van de houder waarin de vloeistof is bevat.The spout-shaped body can be substantially hollow over at least a part of its length or a channel can extend through at least a part of its length through which cavity or channel the fluid outlet opening is fluidly connected to the receiving space of the container in which the fluid is contained.

In een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is een leiding verschaft, welke leiding zich zowel door althans een deel van de opneemruimte als althans een deel van het tuitvormige lichaam heen uitstrekt, welke leiding een mediumdoorstromende verbinding vormt tussen de opneemruimte van de houder en een luchtopening van het tuitvormige lichaam, welke luchtopening nabij de vloeistofuitlaatopening kan zijn opgesteld. Via de luchlopening kan tijdens het uitstromen van vloeistof uit de opneemruimte lucht in de opneemruimte stromen, (mede) door welke lucht de vloeistof via de leiding uit de opneemruimte wordt verplaatst. Een voordeel hiervan is, dat zodra de luchtopening zich in vloeistof bevindt, hetgeen bijvoorbeeld hel geval zal zijn wanneer de tweede houder toereikend gevuld is, er geen lucht meer naar de opneemruimte stroomt en het uitstromen van vloeistof uit de houder stopt. Op deze wijze stopt het uitstromen van vloeistof uit de houder derhalve automatisch wanneer de tweede houder toereikend gevuld is, dat wil zeggen zodra de luchtopening zich in de vloeistof in de tweede houder bevindt. In dit uitvoeringsvoorbeeld kunnen de afsluitmiddelen tevens zijn ingericht voor het afsluiten van de luchtopening, waarbij in de eerste stand daarvan de luchtopening is afgesloten en in de tweede stand daarvan de luchtopening (meteen) is vrijgegeven.In another embodiment of the invention, a conduit is provided, which conduit extends through at least a part of the receiving space and at least a part of the spout-shaped body, which conduit forms a medium-flowing connection between the receiving space of the container and an air opening of the spout-shaped body, which air opening can be arranged near the liquid outlet opening. During the outflow of liquid from the receiving space, air can flow into the receiving space via the air loop, (partly) through which air the liquid is displaced via the conduit from the receiving space. An advantage hereof is that as soon as the air opening is in liquid, which will for instance be the case when the second container is sufficiently filled, no more air flows to the receiving space and the outflow of liquid from the container stops. In this way, the outflow of liquid from the container therefore stops automatically when the second container is sufficiently filled, that is, as soon as the air opening is in the liquid in the second container. In this exemplary embodiment, the closing means can also be adapted to close the air opening, wherein in the first position thereof the air opening is closed and in the second position thereof the air opening is (immediately) released.

Eventueel kan het tuitvormige lichaam over althans een deel van de lengte daarvan in hoofdzaak hol zijn uitgevoerd, waarbij de leiding en het tuitvormige lichaam zodanig zijn uitgevoerd en de leiding zich zodanig door het holle tuitvormige lichaam heen uitstrekt, dat een vloeistofdoorvoerruimte is verschaft tussen een binnenwand van het tuitvormige lichaam en een buitenwand van de leiding. Deze vloeistofdoorvoerruimte kan een mediumdoorstromende verbinding vormen tussen de opneemruimte van de houder en een vloeistofuitlaatopening van het tuitvormige lichaam. Indien de leiding en de holte van het tuitvormige lichaam beide cilindrisch zijn uitgevoerd, is de vloeistofdoorvoerruimte in hoofzaak ringvormig.Optionally, the spout-shaped body can be substantially hollow over at least a part of its length, the conduit and the spout-shaped body being designed such that the conduit extends through the hollow spout-shaped body such that a liquid passage space is provided between an inner wall of the spout-shaped body and an outer wall of the conduit. This liquid passage space can form a medium-flowing connection between the receiving space of the container and a liquid outlet opening of the spout-shaped body. If the pipe and the cavity of the spout-shaped body are both cylindrical, the liquid passage space is essentially annular.

De afsluitmiddelen kunnen bijvoorbeeld een hol cilindrisch lichaam omvatten, dat zich uitstrekt om het tuitvormige lichaam. De vloeistofuitlaatopening, en eventueel de 1 lichtopening, kunnen hierbij in de buitenomtrekswand van het tuitvormige lichaam zijn opgesteld, zodat de vloeistofuitlaatopening, en eventueel de luchtopening, door de afsluitmiddelen is/zijn afgesloten wanneer het holle cilindrische lichaam daarvan zich om de vloeistofuitlaatopening, en eventueel de luchtopening, heen uitstrekt.The closing means can for instance comprise a hollow cylindrical body, which extends around the spout-shaped body. The liquid outlet opening, and optionally the light opening, can herein be arranged in the outer circumferential wall of the spout-shaped body, so that the liquid outlet opening, and optionally the air opening, is / are closed off by the closing means when the hollow cylindrical body thereof surrounds the liquid outlet opening, and optionally the air vent.

Opgemerkt wordt, dat onder een vloeistofuitlaatopening en, eventueel, een luchtopening, elk gewenst aantal vloeistofuitlaatopeningen en, eventueel, luchtopeningen wordt verstaan, bijvoorbeeld één, maar ook meer dan één, zoals bijvoorbeeld twee, drie of vier. Het aantal vloeistofuitlaatopeningen kan gelijk of ongelijk zijn aan het aantal luchtopeningen.It is noted that a liquid outlet opening and, optionally, an air opening means any desired number of liquid outlet openings and, optionally, air openings, for example one, but also more than one, such as for example two, three or four. The number of fluid outlet openings may be the same or unequal to the number of air openings.

Het aanslagelement kan op elke gewenste wijze zijn vormgegeven. Desgewenst kan een aantal, dus meer dan één, bijvoorbeeld twee, drie of vier, aanslagelementen verschaft zijn.The stop element can be designed in any desired manner. If desired, a number, i.e. more than one, for example two, three or four, stop elements can be provided.

Het aanslagelement kan in het bijzonder een zich in radiale richting uitstrekkende omtreksrand of -flens omvatten. Indien de afsluitmiddelen het genoemde holle cilindrische lichaam omvatten kan het aanslagelement zich als een flens of kraag in radiale richting vanaf een buitenmantel van het holle cilindrische lichaam uitstrekken. De omtreksrand of-flens kan continu of onderbroken zijn uitgevoerd, waarbij in het tweede geval een aantal subaanslagementen samen in hoofdzaak een omtreksrand of -flens vormen.The stop element can in particular comprise a circumferential edge or flange extending in radial direction. If the closing means comprise said hollow cylindrical body, the stop element can extend as a flange or collar in a radial direction from an outer casing of the hollow cylindrical body. The peripheral edge or flange can be of continuous or interrupted design, wherein in the second case a number of sub-stop elements together substantially form a peripheral edge or flange.

Eventueel kunnen afdichtmiddelen zijn verschaft voor het verschaffen van een althans vloeistofdichte afdichting tussen de afsluitmiddelen en het tuitvormige lichaam, althans in de eerste stand van de afsluitmiddelen. De afdichtmiddelen kunnen bijvoorbeeld één of meerdere o-ringen omvatten. Desgewenst kunnen de afdichtmiddelen, bijvoorbeeld de één of meerdere o-ringen, tijdens het spuitgieten van het tuitvormige lichaam daarop worden aangebracht, bijvoorbeeld door het spuitgieten van een elastomeer in uitsparingen van het tuitvormige lichaam.Sealing means may optionally be provided for providing an at least liquid-tight seal between the closing means and the spout-shaped body, at least in the first position of the closing means. The sealing means can for instance comprise one or more o-rings. If desired, the sealing means, for example the one or more o-rings, can be provided thereon during the injection molding of the spout-shaped body, for example by injection-molding an elastomer into recesses of the spout-shaped body.

Indien een luchtopening is verschaft als hierboven beschreven kunnen desgewenst afdichtmiddelen zijn verschaft althans tussen de luchtopening en de vloeistofuitlaatopening, om de luchtopening en de vloeistofuitlaatopening althans vloeistofdicht van elkaar af te dichten, althans in de eerste stand van de afsluitmiddelen. De afdichtmiddelen kunnen bijvoorbeeld één of meerdere o-ringen omvatten. Desgewenst kunnen de afdichtmiddelen, bijvoorbeeld de één of meerdere o-ringen, tijdens het spuitgieten van het tuitvormige lichaam daarop worden aangebracht, bijvoorbeeld door het spuitgieten van een elastomeer in uitsparingen van het tuitvormige lichaam.If an air opening is provided as described above, if desired, sealing means can be provided at least between the air opening and the liquid outlet opening, in order to seal the air opening and the liquid outlet opening at least in a liquid-tight manner, at least in the first position of the closing means. The sealing means can for instance comprise one or more o-rings. If desired, the sealing means, for example the one or more o-rings, can be provided thereon during the injection molding of the spout-shaped body, for example by injection-molding an elastomer into recesses of the spout-shaped body.

In een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding maken de voorspanmiddelen integraal onderdeel uit van de afsluitmiddelen.In another embodiment of the holder according to the invention, the biasing means form an integral part of the closing means.

Een voordeel hiervan is, dat dit het aantal verschillende onderdelen dat de houder omvat beperkt en/of een eenvoudige houder verschaft.An advantage hereof is that it limits the number of different parts that the holder comprises and / or provides a simple holder.

De voorspanmiddelen kunnen hierbij op een permanente wijze met de afsluitmiddelen verbonden zijn, of kunnen bij vervaardiging van de afsluitmiddelen en de voorspanmiddelen in één stap integraal met elkaar w'orden vervaardigd.The prestressing means can in this case be connected to the closing means in a permanent manner, or can be manufactured integrally with one another during manufacture of the closing means and the prestressing means.

Bijvoorbeeld kunnen de afsluitmiddelen en de voorspanmiddelen van een kunststof zijn vervaardigd, meer in het bijzonder bijvoorbeeld van dezelfde kunststof.For example, the closing means and the biasing means can be made of a plastic, more in particular, for example, of the same plastic.

Het tuitvormige lichaam kan van een kunststof zijn vervaardigd, meer in het bijzonder bijvoorbeeld van dezelfde kunststof als de afsluitmiddelen en/of de voorspanmiddelen.The spout-shaped body can be made of a plastic, more in particular, for example, of the same plastic as the closing means and / or the biasing means.

De kunststof voor de afsluitmiddelen en/of de voorspanmiddelen en/of het tuitvormige lichaam kan elke geschikte kunststof zijn. Bijvoorbeeld wordt de kunststof voor de afsluitmiddelen en/of de voorspanmiddelen en/of het tuitvormige lichaam gekozen uit de groep omvattende hoge dichtheid polyetheen (HDPE), polypropeen (PP), polyoxymethyleen (POM), polyamide (PA), polystyreen (PS) en acrylonitril-butadieen-styreen (ABS).The plastic for the closing means and / or the biasing means and / or the spout-shaped body can be any suitable plastic. For example, the plastic for the closing means and / or the biasing means and / or the spout-shaped body is selected from the group comprising high density polyethylene (HDPE), polypropylene (PP), polyoxymethylene (POM), polyamide (PA), polystyrene (PS) and acrylonitrile-butadiene-styrene (ABS).

De voorspanmiddelen kunnen bijvoorbeeld een veer omvatten. De veer kan een trekveer of een drukveer zijn.The biasing means may, for example, comprise a spring. The spring can be a tension spring or a compression spring.

Meer in het bijzonder kunnen de voorspanmiddelen een drukveer omvatten, die zich uitstrekt tussen het aanslagelement van de afsluitmiddelen en een tweede aanslagelement, welke tweede aanslagelement ten opzichte van de vloeistofuitlaatopening meer nabij het houderlichaam is opgesteld.More in particular, the biasing means can comprise a compression spring which extends between the stop element of the closing means and a second stop element, which second stop element is arranged more close to the liquid outlet opening near the container body.

Wanneer het aanslagelement wordt verplaatst bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, wordt de drukveer samengedrukt tussen het aanslagelement en het tweede aanslagelement, hetgeen een drukspanning op de drukveer teweeg brengt. Dit maakt dat bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening de drukveer het aanslagelement automatisch terugdrukt, en daarmee de afsluitmiddelen automatisch terug verplaatst naar hun eerste stand, waarbij de drukspanning op de drukveer weer afneemt.When the stop element is displaced upon insertion of the spout-shaped body into the liquid inlet opening of the second container, the compression spring is compressed between the stop element and the second stop element, which causes a pressure stress on the compression spring. This means that when the spout-shaped body is removed from the liquid inlet opening, the compression spring automatically pushes back the stop element, and thereby automatically displaces the closing means back to their first position, whereby the pressure tension on the compression spring decreases again.

Het tweede aanslagelement kan elk geschikt type aanslagelement zijn. Het tweede aanslagelement kan bijvoorbeeld verbonden zijn met of onderdeel uitmaken van het tuitvormige lichaam, met of van het houderlichaam, of met of van welk ander geschikt onderdeel van de houder, in het bijzonder niet zijnde de afsluitmiddelen.The second stop element can be any suitable type of stop element. The second stop element can for instance be connected to or form part of the spout-shaped body, with or of the holder body, or with or of any other suitable part of the holder, in particular not being the closing means.

Het tweede aanslagelement kan bijvoorbeeld een zich ten opzichte van het tuitvormige lichaam in radiale richting uitstrekkende rand of flens zijn.The second stop element may, for example, be an edge or flange extending radially with respect to the spout-shaped body.

In het bijzonder kan de drukveer zijn ingeklemd tussen twee door randen gevormde aanslagelementen, waarbij de drukveer meer in het bijzonder kan zijn verbonden, of integraal onderdeel uitmaakt van, (uitsluitend) de rand van de afsluitmiddelen.In particular, the compression spring can be clamped between two stop elements formed by edges, wherein the compression spring can more particularly be connected, or form an integral part of, (exclusively) the edge of the closing means.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding, omvat de houder verder een dop, welke dop een opneemruimte definieert voor het daarin accommoderen van het tuitvormige lichaam en de afsluitmiddelen.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the holder further comprises a cap, which cap defines a receiving space for accommodating the spout-shaped body and the closing means therein.

De dop biedt het voordeel, dat deze het tuitvormige lichaam en de afsluitmiddelen beschermd wanneeer de houder niet wordt gebruikt voor het althans gedeeltelijk vullen van de tweede houder.The cap offers the advantage that it protects the spout-shaped body and the closing means when the holder is not used for at least partially filling the second holder.

De dop kan bij voorkeur losneembaar worden verbonden met de houder. Hierbij kan de dop met elk geschikt ander onderdeel van de houder, dus niet zijnde de dop, worden verbonden, bijvoorbeeld met het houderlichaam of een verbindingslichaam dat het tuitvormige lichaam met het houderlichaam, eventueel losneembaar, verbindt. Het andere onderdeel zijn in het bijzonder niet de afsluitmiddelen.The cap can preferably be releasably connected to the holder. In this case the cap can be connected to any suitable other part of the holder, i.e. not being the cap, for example to the holder body or a connecting body which connects the spout-shaped body to the holder body, possibly detachably. The other part is in particular not the closing means.

Voor het verbinden van de dop met het andere onderdeel van de houder, kunnen de dop en het andere onderdeel van de houder van met elkaar samenwerkende eerste verbindingsmiddelen zijn voorzien, welke eerste verbindingsmiddelen bijvoorbeeld respectievelijk zijn aangebracht nabij een vrije omtreksrand van de dop en op het andere onderdeel van de houder.For connecting the cap to the other part of the holder, the cap and the other part of the holder can be provided with cooperating first connecting means, which first connecting means are for instance respectively arranged near a free peripheral edge of the cap and on the other part of the holder.

De eerste verbindingsmiddelen kunnen op elke gewenste locatie van de dop en het andere onderdeel van de houder zijn aangebracht, bijvoorbeeld, zoals genoemd, nabij de vrije omtreksrand van de dop.The first connecting means can be arranged at any desired location of the cap and the other part of the holder, for example, as mentioned, near the free peripheral edge of the cap.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding zijn de dop en de afsluitmiddelen van met elkaar samenwerkende tweede verbindingsmiddelen voorzien zodanig, dat de afsluitmiddelen in hun eerste stand zijn geborgd wanneer de dop met de afsluitmiddelen is verbonden, welke tweede verbindingsmiddelen bijvoorbeeld respectievelijk zijn aangebracht nabij een bodemeinde van de dop, welke bodemeinde tegenovergelegen is aan een of de vrije omtreksrand van de dop, en nabij een einde van de afsluitmiddelen, welk einde het verst van het houderlichaam opgestelde einde van de afsluitmiddelen is.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the cap and the closing means are provided with cooperating second connecting means such that the closing means are secured in their first position when the cap is connected to the closing means, which second connecting means, for example respectively are arranged near a bottom end of the cap, which bottom end is opposite to one or the free peripheral edge of the cap, and near an end of the closing means, which end is the end of the closing means arranged furthest away from the container body.

Een voordeel van de tweede verbindingsmiddelen die de afsluitmiddelen in hun eerste stand borgen wanneer de dop met de afsluitmiddelen en eventueel het andere onderdeel van de houder is verbonden is dat de afsluitmiddelen niet onbedoeld althans gedeeltelijk naar hun tweede stand verplaats worden, bijvoorbeeld tijdens transport van de houder. De tweede verbindingsmiddelen kunnen op elke gewenste locatie van de dop en de afsluitmiddelen zijn aangebracht, bijvoorbeeld, zoals genoemd, nabij het bodemeinde van de dop en het genoemde einde van de afsluitmiddelen.An advantage of the second connecting means securing the closing means in their first position when the cap is connected to the closing means and possibly the other part of the holder is that the closing means are not inadvertently moved at least partially to their second position, for example during transport of the holder. The second connecting means can be arranged at any desired location of the cap and the closing means, for example, as mentioned, near the bottom end of the cap and the said end of the closing means.

De tweede verbindingsmiddelen kunnen in het bijzonder voordelig zijn om de afsluitmiddelen in hun eerste stand te borgen wanneer de voorspanmiddelen hun voorspankracht verliezen, bijvoorbeeld door materiaalmoeheid. Materiaalmoeheid kan eventueel voorkomen, maar uiteraard bij voorkeur niet, wanneer de voorspanmiddelen van kunststof zijn vervaardigd.The second connecting means can be particularly advantageous for securing the closing means in their first position when the biasing means lose their biasing force, for example due to material fatigue. Material fatigue can possibly occur, but of course preferably not, when the biasing means are made of plastic.

Opgemerkt wordt, dat tweede hier bedoeld wordt ter onderscheid van de eventueel verschafte eerste verbindingsmiddelen en niet als beperkend moet worden opgevat. Indien deze eerste verbindingsmiddelen niet verschaft zijn zouden de tweede verbindingsmiddelen de enige verbindingsmiddelen zijn.It is noted that the second here is intended to distinguish the first connecting means possibly provided and is not to be construed as limiting. If these first connecting means were not provided, the second connecting means would be the only connecting means.

Wanneer zowel de eerste als de tweede verbindingsmiddelen zijn verschaft wordt de dop zowel met het andere onderdeel van de houder, niet zijnde de dop of de afsluitmiddelen, als met de afsluitmiddelen (losneembaar) verbonden.When both the first and the second connecting means are provided, the cap is connected to the other part of the container, not being the cap or the closing means, and to the closing means (releasably).

De met elkaar samenwerkende eerste verbindingsmiddelen en/of de met elkaar samenwerkende tweede verbindingsmiddelen kunnen met elkaar samenwerkend schroefdraad omvatten.The first connecting means cooperating with each other and / or the second connecting means cooperating with each other may comprise thread cooperating with each other.

De dop kan bijvoorbeeld van inwendig schroefdraad zijn voorzien, welk inwendig schroefdraad zich uitstrekt over een binnenwand van de dop. Het andere onderdeel van de houder en/of de afsluitmiddelen kunnen van uitwending schroefdraad zijn voorzien.The cap can for instance be provided with internal screw thread, which internal screw thread extends over an inner wall of the cap. The other part of the holder and / or the closing means can be provided with external thread.

Opgemerkt wordt, dat waar hierboven is beschreven dat de houder in het bijzonder vrij kan zijn van verdere borg-, blokkeer- of afsluitmiddelen die moeten worden vrijgegeven om de vloeistofuitlaatopening vrij te geven en vloeistof daaruit te kunnen laten stromen of om het verplaatsen van de afsluitmiddelen van hun eerste stand naar hun tweede stand toe te staan, in het bijzonder kan worden bedoeld wanneer een eventueel verschafte dop is losgenomen of verwijderd. Dit verschaft een houder die eenvoudig in gebruik is en waarmee de tweede houder althans gedeeltelijk gevuld kan worden direct door het aan brengen van het ruitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder, zonder dat enige andere actie door de gebruiker van de houder vereist is, nadat de eventueel verschafte dop is verwijderd of losgenomen.It is noted that where it has been described above that the container can in particular be free of further locking, blocking or closing means that must be released in order to release the liquid outlet opening and to allow liquid to flow out of it or to move the closing means from their first position to their second position, in particular when an optional cap is removed or removed. This provides a holder that is simple to use and with which the second holder can be filled at least partially directly by arranging the diamond-shaped body in the liquid inlet opening of the second holder, without any other action being required by the user of the holder, after the cap that has been supplied has been removed or removed.

In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de houder volgens de uitvinding is de houder vrij van koppelmiddelen om te worden gekoppeld met de te vullen tweede houder.In yet another embodiment of the holder according to the invention, the holder is free from coupling means to be coupled to the second holder to be filled.

Dit verschaft een eenvoudige houder die voor elk type tweede houder kan worden gebruikt, zonder dat een koppeling met de tweede houder wordt gemaakt.This provides a simple holder that can be used for any type of second holder without making a connection to the second holder.

Het aanliggen van het aanslagelement tegen de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening wordt hierbij niet als koppeling gezien, omdat het aanslagelement en de omtreksrand niet fysiek gekoppeld worden maar slechts in aanraking met elkaar komen.The abutment of the abutment element against the peripheral edge of the liquid inlet opening is hereby not regarded as coupling, because the abutment element and the circumferential edge are not physically coupled but only come into contact with each other.

In het bijzonder is geen schroefverbinding of bajonetverbinding verschaft.In particular, no screw connection or bayonet connection is provided.

De houder kan gevuld worden met of gevuld zijn met elke gewenste vloeistof.The container can be filled with or filled with any desired liquid.

De tweede houder kan elk geschikt type houder, bijvoorbeeld een tank of reservoir, zijn.The second container can be any suitable type of container, for example a tank or reservoir.

Meer in het bijzonder kan de tweede houder bijvoorbeeld een onderdeel van een voertuig zijn, bijvoorbeeld, doch niet uitsluitend, een reservoir voor een (motor)additief, zoals adblue, of voor ruitensproei vloeistof, of voor (motor)olie. De vloeistof kan in dat geval het (motor)additief, zoals adblue, de ruitensproeivloeistof, of de (motor)olie zijn.More in particular, the second container can for instance be a component of a vehicle, for example, but not exclusively, a reservoir for an (engine) additive, such as adblue, or for windscreen washer fluid, or for (engine) oil. The fluid can in that case be the (engine) additive, such as adblue, the windscreen washer fluid, or the (engine) oil.

De uitvinding ziet tevens op een werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een houder volgens een der conclusies 1-9 en/of zoals hierboven beschreven, omvattende de volgende stappen:The invention also relates to a method for at least partially filling a second container with liquid from a container according to any one of claims 1-9 and / or as described above, comprising the following steps:

(a) het met een zodanige bepaalde inbrengdiepte aanbrengen van het tuitvormige lichaam van de houder in een vloeistofinlaatopening van de tweede houder, dat tijdens het aanbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening tol de genoemde inbrengdiepte het aanslagelement van de af sluitmiddelen aangrijpt op de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening en daardoor de afsluitmiddelen met het aanslagelement verplaatst worden van hun eerste stand naar hun tweede stand;(a) arranging the spout-shaped body of the container in a fluid inlet opening of the second container with such a determined insertion depth that during the insertion of the spout-shaped body in the fluid inlet opening said insertion depth engages the abutment element of the closing means on the peripheral edge of the liquid inlet opening and thereby the closing means with the stop element are moved from their first position to their second position;

(b) het op de genoemde inbrengdiepte in de vloeistofinlaatopening houden van het tuitvormige lichaam gedurende een gewenste tijdsperiode voor het met een gewenste hoeveelheid vloeistof vullen van de tweede houder met vloeistof uit de houder, en (c) het uit de vloeistofinlaatopening verwijderen van het tuitvormige lichaam, waarbij de afsluitmiddelen door de voorspanmiddelen terug naar hun eerste stand verplaatst worden.(b) maintaining the spout-shaped body at said insertion depth in the fluid inlet port for a desired period of time before filling the second container with fluid from the container with a desired amount of fluid, and (c) removing the spout-shaped container from the fluid inlet port body, wherein the closing means are moved back to their first position by the biasing means.

De houder kan elk kenmerk uit de conclusies en/of zoals hierboven beschreven omvatten, in elke geschikte combinatie.The container can comprise any feature from the claims and / or as described above, in any suitable combination.

Bij voorkeur worden de stappen (a) tot en met (c) opeenvolgend worden uitgevoerd zonder andere stappen daartussen.Preferably, steps (a) to (c) are carried out sequentially without other steps in between.

In het bijzonder is er bijvoorbeeld geen sprake van het koppelen van de houder met de tweede houder, zoals hierboven reeds toegelicht.In particular, there is, for example, no question of coupling the holder with the second holder, as already explained above.

In het bijzonder is er bijvoorbeeld geen sprake van het vrijgeven van (niet-verschafte) verdere borg-, blokkeer- of afsluitmiddelen om de vloeistofuitlaatopening vrij te geven en vloeistof daaruit te kunnen laten stromen of om het verplaatsen van de afsluitmiddelen van hun eerste stand naar hun tweede stand toe te staan.In particular, there is, for example, no question of releasing (not provided) further locking, blocking or closing means to release the liquid outlet opening and to allow liquid to flow out of it or to move the closing means from their first position to to allow their second position.

Er kan wel sprake zijn van het losnemen of verwijderen van een dop zoals hierboven is beschreven, maar een degelijke stap w'ordt uitgevoerd vóór stap (a).It is possible to remove or remove a cap as described above, but such a step is performed before step (a).

De uitvinding wordt nader omschreven met behulp van de volgende figuren, w'aarbij:The invention is further described with the aid of the following figures, in which:

Figuur 1 een longitudinale doorsnede door een houder volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in perspectivisch, schematisch aanzicht toont;Figure 1 shows a longitudinal section through a holder according to an embodiment of the invention in perspective, schematic view;

Figuur 2 een deel van de houder uit figuur 1 in een perspectivisch plofaanzicht toont, enFigure 2 shows a part of the holder from Figure 1 in a perspective exploded view, and

De figuren 3A en 3B de houder uit figuur 1 in twee verschillende standen weergeeft, waarbij figuur 3A de stand toont waarin afsluitmiddelen een vloeistofuitlaatopening afsluiten en waarbij figuur 3B de stand toont waarin de afsluitmiddelen de vloeistofuitlaatopening vrijgeven.Figures 3A and 3B show the container of figure 1 in two different positions, wherein figure 3A shows the position in which closing means close a liquid outlet opening and wherein figure 3B shows the position in which the closing means release the liquid outlet opening.

In de figuren worden gelijke elementen met gelijke verwijzingsgetallen aangeduid.In the figures, the same elements are designated with the same reference numerals.

De figuren 1 tot en met 4 tonen een houder 1 volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. In dit voorbeeld omvat de houder 1 een flesvormig lichaam of fles 2, welke fles 2 in het inwendige daarvan een opneemruimte 3 definieert waarin een vloeistof is bevat. Op de fles 2 zijn drie onderdelen aangebracht met behulp waarvan een in de fles 2 bevatte vloeistof (nagenoeg) zonder lekker in een te vullen tweede houder kan worden overgedragen.Figures 1 to 4 show a holder 1 according to a first embodiment of the invention. In this example, the container 1 comprises a bottle-shaped body or bottle 2, which bottle 2 defines in its interior a receiving space 3 in which a liquid is contained. Three parts are arranged on the bottle 2 with the aid of which a liquid contained in the bottle 2 can be transferred (substantially) without being tasty in a second container to be filled.

Als eerste onderdeel is op de fles 2 een verbindingselement 4 aangebracht, welk verbindingselement 4 in dit voorbeeld op de fles 2 is geschroefd. Het verbindingselement 4 omvat een tuitvormig lichaam 5 met een aantal vloeistofuitlaatopeningen 6 en een luchtopening 8.Zoals zichtbaar is in met name figuur 2, monden de vloeistofuitlaatopeningen 6 en de luchtopening 8 in de omtrekswand van het tuitvormige lichaam 5 uit. De luchtopening is nabij het vrije einde van het tuitvormige lichaam 5 opgesteld. De vloeistofuitlaatopeningen 6 strekken zich over een relatief lang deel van de lengte van het tuitvormige lichaam 5 in een axiale of longitudinale richting daarvan uit, zodat de vloeistof relatief snel uit de relatief grote vloeistofuitlaatopeningen 6 kan stromen. De luchtopening 8 is via een leiding 7 mediumdoorstromend met de opneemruimte 3 verbonden, zodanig, dat lucht via de luchtopening 8 en leiding 7 in de opneemruimte 3 van de fles 2 kan stromen. De fles 2 en leiding 7 zijn in figuur 1 slechts voor een deel getoond, maar duidelijk is, dat de leiding 7 zich over althans een deel van de lengte van de opneemruimte 3 daarin uitstrekt en bij voorkeur uitmondt nabij de bodem van de fles 2, zodanig, dat de lucht die in de opneemruimte 3 stroomt de vloeistof (mede) uit de fles 2 perst. Het in dit voorbeeld cilindervormige tuitvormige lichaam 5 is hol uitgevoerd, waarbij de leiding 7 een buitendiameter heeft die kleiner is dan de binnendiameter van het tuitvormige lichaam 5. Hierdoor is een ringvormige ruimte verschaft tussen de buitenwand van de leiding 7 en de binnenwand van het tuitvormige lichaam 5, door welke ringvormige ruimte een mediumdoorstroombare verbinding tussen de opneemruimte 3 en de vloeistofuitlaatopeningen 6 verschaft, zodanig, dat vloeistof uit de opneemruimte 3 via de ringvormige ruimte en de vloeistofuitlaatopeningen 6 uit de houder 1 kan stromen en via een vloeistofinlaatopening in een te vullen tweede houder (niet getoond) kan stromen. Het tuitvormige lichaam 5 wordt hierbij over een deel van de lengte daarvan in de vloeistofinlaatopening van de te vullen tweede houder aangebracht, zodat er geen of althans weinig vloeistof wordt gelekt tijdens het vullen van de tweede houder met vloeistof uit de houder 1. Zoals verder zichtbaar is in met name figuur 2, is het tuitvormige lichaam 5 van in dit voorbeeld drie oringen 13 voorzien. De o-ringen 13 zijn aan weerszijden van de openingen 6, 8 opgesteld voor het verschaffen van een vloeistofdichte afdichting tussen het tuitvormige lichaam 5 en een afsluitklep 20, en tussen de luchtopening 8 en vloeistofuitlaatopeningen 6. De o-ringen 13 zijn opgesteld in uitsparingen van het tuitvormige lichaam 5. Het verbindingselement 4 omvat verder een aanslagrand 9, tandvormige vergrendelingselementen 10, schroefdraad 11, en uitstekende elementen 12 zoals later nader zal worden toegelicht. Het verbindingselement 4 met de elementen zoals hierboven beschreven (eventueel zonder bijvoorbeeld de o-ringen 13) kan bijvoorbeeld integraal zijn vervaardigd als één onderdeel, bijvoorbeeld van een kunststof, bijvoorbeeld door spuitgieten.A connecting element 4 is provided as the first component on the bottle 2, which connecting element 4 is screwed onto the bottle 2 in this example. The connecting element 4 comprises a spout-shaped body 5 with a number of liquid outlet openings 6 and an air opening 8. As can be seen in Figure 2 in particular, the liquid outlet openings 6 and the air opening 8 open into the circumferential wall of the spout-shaped body 5. The air opening is arranged near the free end of the spout-shaped body 5. The liquid outlet openings 6 extend over a relatively long part of the length of the spout-shaped body 5 in an axial or longitudinal direction thereof, so that the liquid can flow relatively quickly from the relatively large liquid outlet openings 6. The air opening 8 is fluidly connected to the receiving space 3 via a conduit 7, such that air can flow into the receiving space 3 of the bottle 2 via the air aperture 8 and conduit 7. The bottle 2 and line 7 are only partly shown in figure 1, but it is clear that the line 7 extends therein over at least a part of the length of the receiving space 3 and preferably flows out near the bottom of the bottle 2, such that the air flowing into the receiving space 3 (also) presses the liquid out of the bottle 2. The spout-shaped body 5, which is cylindrical in this example, is hollow, the pipe 7 having an outer diameter smaller than the inner diameter of the spout-shaped body 5. This provides an annular space between the outer wall of the pipe 7 and the inner wall of the spout-shaped body. body 5, through which annular space a fluid-flowable connection between the receiving space 3 and the liquid outlet openings 6 is provided, such that liquid can flow out of the receiving space 3 from the container 1 via the annular space and the liquid outlet openings 6 and into a container to be filled via a liquid inlet opening second container (not shown) can flow. The spout-shaped body 5 is hereby arranged over a part of its length in the liquid inlet opening of the second container to be filled, so that no or at least little liquid is leaked during filling of the second container with liquid from the container 1. As further visible 2, the spout-shaped body 5 is provided with three orifices 13 in this example. The o-rings 13 are arranged on either side of the openings 6, 8 to provide a liquid-tight seal between the spout-shaped body 5 and a shut-off valve 20, and between the air opening 8 and liquid outlet openings 6. The o-rings 13 are arranged in recesses of the spout-shaped body 5. The connecting element 4 further comprises an abutment edge 9, tooth-shaped locking elements 10, screw thread 11, and projecting elements 12, as will be explained in more detail later. The connecting element 4 with the elements as described above (possibly without, for example, the o-rings 13) can for instance be manufactured integrally as one part, for instance from a plastic, for example by injection molding.

Als tweede onderdeel is om het tuitvormige lichaam 5 een afsluitklep 20 met een hol, cilindervormig lichaam 24 aangebracht. De afsluitklep 20 omvat een zich in radiale richting van het lichaam 24 uitstrekkende aanslagflens 21. De aanslagflens 21 omvat aan zijn van het lichaam 24 afgewende zijde een integraal daarmee verbonden drukveer 22. Aan het van de aanslagflens 21 tegenovergelegen einde van de drukveer 22 omvat de drukveer 22 een ring 23, met welke ring 23 de drukveer 22 kan aanliggen tegen de aanslagrand 9 van het verbindingselement 4. De afsluitklep 22 is verplaatsbaar ten opzichte van het tuitvormige lichaam 5 daaromheen aangebracht. Figuur 3A toont een eerste stand van de afsluitklep 22 waarin de afsluitklep 22 de vloeistofuitlaatopeningen 6 en luchtopening 8 afsluit, doordat het lichaam 24 zich om de openingen 6, 8 heen uitstrekt. Wanneer het tuitvormige lichaam 5 in een vloeistofinlaatopening van een te vullen tweede houder wordt aangebracht, zal de aanslagflens 21 komen aan te liggen tegen een omtreksrand van de tweede houder die de vloeistofinlaatopening omgeeft. Daardoor zal de aanslagflens 21 en daarmee het lichaam 24 van de afsluitklep 20 in een richting van pijlen 25 worden verplaatst, ofwel parallel aan de axiale, longitudinale richting van het tuitvormige lichaam 5, tot een tweede stand van de afsluitklep 20 zoals getoond in figuur 3B. Zoals zichtbaar is in figuur 3B zijn de vloeistofuitlaatopeningen 6 en luchtopening 8 in de tweede stand van de afsluitklep 20 vrijgegeven. Doordat de drukveer 22 met de ring 23 aanligt tegen de aanslagrand 9, zal de afsluitklep 20 onder indrukken van de drukveer 22 naar zijn tweede stand verplaatst worden. Wanneer de indrukkracht op de drukveer 22 wordt opgegeven, hetgeen gebeurt wanneer het tuitvormige lichaam 5 uit de vloeistofinlaatopening van de tweede houder wordt verwijderd, zal de drukveer 22 zich naar zijn normale, niet-ingedrukte stand uitzetten en daarbij de afsluitklep 20 terug naar zijn eerste stand zoals getoond in figuur 3A verplaatsen, in een richting tegengesteld aan pijlen 25. Uitstekende elementen 12, die in radiale richting uitsteken vanaf het verbindingselement 4, zorgen ervoor dat de drukveer 22 en daardoor de afsluitklep 20 niet roteert om het tuitvormige lichaam 5. Nabij een van de drukveer 22 afgekeerd einde van het lichaam 24 is het lichaam 24 van uitwendig schroefdraad 26 voorzien, zoals later nader zal worden toegelicht. De afsluitklep 20 met de elementen zoals hierboven beschreven kan bijvoorbeeld integraal zijn vervaardigd als één onderdeel, bijvoorbeeld van een kunststof, bijvoorbeeld door spuitgieten.A second valve is provided around the spout-shaped body 5 with a hollow, cylindrical body 24. The shut-off valve 20 comprises a stop flange 21 extending radially of the body 24. The stop flange 21 comprises on its side remote from the body 24 a compression spring 22 integrally connected thereto. At the end of the compression spring 22 opposite the stop flange 21, compression spring 22 a ring 23, with which ring 23 the compression spring 22 can abut against the abutment edge 9 of the connecting element 4. The shut-off valve 22 is arranged displaceably relative to the spout-shaped body 5 around it. Figure 3A shows a first position of the shut-off valve 22 in which the shut-off valve 22 closes off the fluid outlet openings 6 and air opening 8, because the body 24 extends around the openings 6, 8. When the spout-shaped body 5 is arranged in a liquid inlet opening of a second container to be filled, the stop flange 21 will come to lie against a peripheral edge of the second container which surrounds the liquid inlet opening. As a result, the stop flange 21 and thus the body 24 of the shut-off valve 20 will be moved in a direction of arrows 25, or parallel to the axial, longitudinal direction of the spout-shaped body 5, to a second position of the shut-off valve 20 as shown in Figure 3B. . As can be seen in figure 3B, the liquid outlet openings 6 and air opening 8 are released in the second position of the shut-off valve 20. Because the compression spring 22 with the ring 23 rests against the stop edge 9, the shut-off valve 20 will be moved to its second position while depressing the compression spring 22. When the compression force on the compression spring 22 is specified, which happens when the spout-shaped body 5 is removed from the liquid inlet opening of the second container, the compression spring 22 will expand to its normal, non-depressed position and thereby the shut-off valve 20 back to its first position as shown in Figure 3A, in a direction opposite to arrows 25. Protruding elements 12 protruding in radial direction from the connecting element 4 ensure that the compression spring 22 and therefore the shut-off valve 20 do not rotate about the spout-shaped body 5. Near At an end of the body 24 remote from the compression spring 22, the body 24 is provided with external screw thread 26, as will be explained in more detail later. The shut-off valve 20 with the elements as described above can, for example, be integrally manufactured as one component, for example from a plastic, for example by injection molding.

Het derde onderdeel is een dop 40 met een bodemvlak 41 en een zich van het bodem vlak 41 uitstrekkende mantel 44. De dop 40 dient voor het accommoderen van het tuitvormige lichaam 5 en afsluitklep 20, ter bescherming daarvan. De dop 40 omvat aan het binnenopper vlak van de mantel 44 nabij het vrije einde daarvan, welk vrije einde tegenovergelegen is aan het bodemvlak 41, inwendig schroefdraad 45. Met behulp van het inwendige schroefdraad 45 van de dop 40 en het uitwendige schroefdraad 11 van het verbindingselement 4 kan de dop 40 met het verbindingselement 4 verbonden worden. Nabij het bodemvlak 41 omvat de dop 40 verder inwendig schroefdraad 43, welk schroefdraad 43 in dit voorbeeld op een zich van hel bodemvlak 41 naar het vrije einde van de dop 40 uitstrekkende rand is aangebracht. Met behulp van het inwendige schroefdraad 43 van de dop 40 en uitwendig schroefdraad 26 van de afsluitklep 20, kan de dop 40 met de afsluitklep 20 verbonden worden. Hierdoor is de afsluitklep in zijn in figuur 3A getoonde eerste stand geborgd wanneer de dop 40 met het verbindingselement 4 en de afsluitklep 20 is verbonden. In het bijzonder kan de afsluitklep 20 in de richting van zijn tweede stand zakken wanneer de druk van de drukveer 22 afneemt, bijvoorbeeld door materiaalmoeheid. De dop 40 omvat verder aan zijn vrije einde een tamper-evident zegel 42, welke met de tandvormige vergrendelingselementen 10 is verbonden zolang de dop 40 nog niet eerder is losgenomen van de fles 2. De vergrendelingselement 10 zijn hierbij zodanig opgesteld, dat ze rotatie van de dop 40 in een vastdraairichting toestaan. Bij rotatie van de dop 40 in een losdraairichting zal de zegel 42 echter losgetrokken worden van de dop 40, na welk lostrekken van de zegel de dop 40 verder kan worden geroteerd in de losdraairichting voor het verwijderen van de dop 40. Door het lostrekken van de zegel 42 wordt deze verbroken. Na het breken van het zegel 42 is zichtbaar dat de fles 2 geopend zou kunnen zijn. De dop 40 met de elementen zoals hierboven beschreven kan bijvoorbeeld integraal zijn vervaardigd als één onderdeel, bijvoorbeeld van een kunststof, bijvoorbeeld door spuitgieten.The third part is a cap 40 with a bottom surface 41 and a jacket 44 extending from the bottom surface 41. The cap 40 serves to accommodate the spout-shaped body 5 and shut-off valve 20, for protection thereof. The cap 40 comprises on the inner surface of the casing 44 near the free end thereof, which free end is opposite to the bottom surface 41, internal thread 45. With the aid of the internal thread 45 of the cap 40 and the external thread 11 of the connection element 4, the cap 40 can be connected to the connection element 4. Near the bottom surface 41, the cap 40 further comprises internal thread 43, which thread 43 in this example is arranged on an edge extending from the bottom surface 41 to the free end of the cap 40. With the aid of the internal thread 43 of the cap 40 and the external thread 26 of the shut-off valve 20, the cap 40 can be connected to the shut-off valve 20. As a result, the shut-off valve is secured in its first position shown in Figure 3A when the cap 40 is connected to the connecting element 4 and the shut-off valve 20. In particular, the shut-off valve 20 can drop in the direction of its second position when the pressure of the compression spring 22 decreases, for example due to material fatigue. The cap 40 further comprises at its free end a tamper-evident seal 42, which is connected to the tooth-shaped locking elements 10 as long as the cap 40 has not previously been detached from the bottle 2. The locking element 10 is hereby arranged such that rotation of allow the cap 40 in a tightening direction. However, upon rotation of the cap 40 in a release direction, the seal 42 will be pulled away from the cap 40, after which release of the seal the cap 40 can be further rotated in the release direction for removing the cap 40. seal 42 this is broken. After breaking the seal 42, it is visible that the bottle 2 could be opened. The cap 40 with the elements as described above can, for example, be integrally manufactured as one component, for example from a plastic, for example by injection molding.

Het vullen van de tweede houder met vloeistof uit de houder 1 kan als volgt plaatsvinden. Eerst, als de dop 40 nog niet eerder verwijderd is geweest, dient de zegel 42 te worden verbroken zoals hierboven is beschreven. Daarna, of als de dop 40 eerder verwijderd is geweest, kan de dop 40 losgedraaid worden van de fles 2 en daarvan verwijderd worden. Daarna kan het tuitvormige lichaam 5 in de vloeistofinlaatopening van de tweede houder worden aangebracht, in het bijzonder tot een zodanige inbrengdiepte, dat de afsluitklep 20 tijdens het inbrengen van het tuitvormige lichaam 5 in de vloeistofinlaatopening van zijn in figuur 3A getoonde eerste stand naar zijn in figuur 3B getoonde tweede stand wordt verplaatst, zoals hierboven is beschreven. Zodra de afsluitklep 20 de vloeistofuitlaatopeningen 6 althans gedeeltelijk vrijgeeft zal de vloeistof via de vloeistofuitlaatopeningen 6 uit de houder 1 stromen en via de vloeistofinlaatopening van de tweede houder de tweede houder althans gedeeltelijk vullen. Hierbij is geen verdere actie van de gebruiker vereist, hetgeen een eenvoudig te gebruiken houder verschaft. Het uit de houder 1 stromen van de vloeistof vindt plaats totdat ofwel de houder 1 leeg is, ofwel de luchtopening 8 in vloeistof in de tweede houder wordt ondergedompeld, ofwel de gebruiker het tuitvormige lichaam 5 uit de vloeistofinlaatopening van de tweede houder verwijderd en de afsluitklep 20 zich automatisch sluit zoals hierboven is beschreven.The filling of the second container with liquid from the container 1 can take place as follows. First, if the cap 40 has not been removed before, the seal 42 must be broken as described above. Thereafter, or if the cap 40 has been previously removed, the cap 40 can be unscrewed from the bottle 2 and removed therefrom. Thereafter, the spout-shaped body 5 can be arranged in the liquid inlet opening of the second container, in particular to an insertion depth such that the closing valve 20 during its insertion of the spout-shaped body 5 into the liquid inlet opening is in its first position shown in Fig. 3A. Fig. 3B is moved as described above. As soon as the shut-off valve 20 releases the fluid outlet openings 6 at least partially, the fluid will flow out of the container 1 via the fluid outlet openings 6 and at least partially fill the second container via the fluid inlet opening of the second container. No further action is required from the user, which provides an easy-to-use container. The liquid flows out of the container 1 until either the container 1 is empty, or the air opening 8 is immersed in liquid in the second container, or the user removes the spout-shaped body 5 from the fluid inlet opening of the second container and the shut-off valve 20 automatically closes as described above.

Opgemerkt wordt, dat de uitvinding zich niet beperkt tot de getoonde uitvoeringsvormen, maar zich tevens uitstrekt tot varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.It is noted that the invention is not limited to the embodiments shown, but also extends to variants within the scope of the appended claims.

Claims

ConclusiesConclusions

1. Houder voor het houden van een vloeistof, welke houder omvat:A container for holding a liquid, which container comprises:

- afsluitmiddelen voor het afsluiten van de vloeistofuitlaatopening, welke afsluitmiddelen verplaatsbaar zijn tussen een eerste stand waarin de vloeistofuitlaatopening is afgesloten en een tweede stand waarin de vloeistofuitlaatopening is vrijgegeven en vloeistof uit de opneemruimte via de vloeistofuitlaatopening kan stromen, waarbij de afsluitmiddelen een aanslagelement omvatten, welk aanslagelement is ingericht om bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeitstofinlaatopening van de te vullen tweede houder aan te grijpen op een omtreksrand van de vloeistofinlaatopening, zodanig, dat bij het inbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening het aanslagelement en daardoor de afsluitmiddelen verplaatst worden van hun eerste stand naar de tweede stand, waarbij voorspanmiddelen zijn voorzien om de afsluitmiddelen naar hun eerste stand voor te spannen, zodanig, dat bij het verwijderen van het tuitvormige lichaam uit de vloeistofinlaatopening de afsluitmiddelen door de voorspanmiddelen terug naar hun eerste stand verplaatst worden.closing means for closing the liquid outlet opening, which closing means are displaceable between a first position in which the liquid outlet opening is closed and a second position in which the liquid outlet opening is released and liquid can flow out of the receiving space via the liquid outlet opening, wherein the closing means comprise a stop element, stop element is adapted to engage a peripheral edge of the liquid inlet opening when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening of the second container to be filled, such that when the spout-shaped body is introduced into the liquid inlet opening, the stop element and thereby the closing means are displaced from their first position to the second position, wherein biasing means are provided to bias the closing means to their first position, such that when the spout-shaped body is removed from the liquid inlet opening, the closing means be moved back to their first position by the biasing means.

2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de voorspanmiddelen integraal onderdeel uitmaken van de afsluitmiddelen.Holder as claimed in claim 1, wherein the prestressing means form an integral part of the closing means.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, waarbij de afsluitmiddelen en de voorspanmiddelen van een kunststof zijn vervaardigd.3. Holder as claimed in claim 1 or 2, wherein the closing means and the prestressing means are made of a plastic.

4. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de voorspanmiddelen een drukveer omvatten, die zich uitstrekt tussen het aanslagelement van de afsluitmiddelen en een tweede aanslagelement, welke tweede aanslagelement ten opzichte van de vloeistofuitlaatopening meer nabij het houderlichaam is opgesteld.4. Container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the biasing means comprise a compression spring which extends between the stop element of the closing means and a second stop element, which second stop element is positioned more close to the liquid outlet opening near the holder body.

5. Houder volgens een der voorgaande conclusies, verder omvattende een dop, welke dop een opneemruimte definieert voor het daarin accommoderen van het tuitvormige lichaam en de afsluitmiddelen.5. Holder as claimed in any of the foregoing claims, further comprising a cap, which cap defines a receiving space for accommodating the spout-shaped body and the closing means therein.

6. Houder volgens conclusie 5, waarbij de dop en een ander onderdeel van de houder van met elkaar samenw'erkende eerste verbindingsmiddelen zijn voorzien, welke eerste verbindingsmiddelen bijvoorbeeld respectievelijk zijn aangebracht nabij een vrije omtreksrand van de dop en op het andere onderdeel van de houder.6. Container as claimed in claim 5, wherein the cap and another component of the container are provided with mutually cooperating first connecting means, which first connecting means are for instance respectively arranged near a free peripheral edge of the cap and on the other component of the container .

7. Houder volgens conclusie 5 of 6, waarbij de dop en de afsluitmiddelen van met elkaar samenwerkende tweede verbindingsmiddelen zijn voorzien zodanig, dat de afsluitmiddelen in hun eerste stand zijn geborgd wanneer de dop met de afsluitmiddelen is verbonden, welke tweede verbindingsmiddelen bijvoorbeeld respectievelijk zijn aangebracht nabij een bodemeinde van de dop, welke bodemeinde tegenovergelegen is aan een of de vrije omtreksrand van de dop, en nabij een einde van de afsluitmiddelen, welk einde het verst van het houderlichaam opgestelde einde van de afsluitmiddelen is.7. Holder as claimed in claim 5 or 6, wherein the cap and the closing means are provided with cooperating second connecting means such that the closing means are secured in their first position when the cap is connected to the closing means, which second connecting means are for instance respectively arranged near a bottom end of the cap, which bottom end is opposite to one or the free peripheral edge of the cap, and near an end of the closing means, which end is the end of the closing means arranged furthest away from the container body.

8. Houder volgens conclusie 6 of 7, waarbij de met elkaar samenwerkende eerste verbindingsmiddelen en/of de met elkaar samenwerkende tweede verbindingsmiddelen met elkaar samenwerkend schroefdraad omvatten.8. Holder as claimed in claim 6 or 7, wherein the first connecting means cooperating with each other and / or the second connecting means cooperating with each other comprise screw thread cooperating with each other.

9. Houder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de houder vrij is van koppelmiddelen om te worden gekoppeld met de te vullen tw'eede houder.9. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the holder is free from coupling means for being coupled to the second holder to be filled.

10. Werkwijze voor het althans gedeeltelijk vullen van een tweede houder met vloeistof uit een houder volgens een der conclusies 1-9, omvattende de volgende stappen:10. Method for at least partially filling a second container with liquid from a container according to any one of claims 1-9, comprising the following steps:

(a) het met een zodanige bepaalde inbrengdiepte aanbrengen van het tuitvormige lichaam van de houder in een vloeistofinlaatopening van de tweede houder, dat tijdens het aanbrengen van het tuitvormige lichaam in de vloeistofinlaatopening tot de genoemde inbrengdiepte het aanslagelement van de afsluitmiddelen aangrijpt op de omtreksrand van de vloeistofinlaatopening en daardoor de afsluitmiddelen met het aanslagelement verplaatst worden van hun eerste stand naar hun tweede stand;(a) arranging the spout-shaped body of the container with a determined insertion depth in a fluid inlet opening of the second container such that during the insertion of the spout-shaped body in the fluid inlet opening to the said insertion depth the stop element of the closing means engages the peripheral edge of the liquid inlet opening and thereby the closing means with the stop element are moved from their first position to their second position;

11. Werkwijze volgens conclusie 10, w'aarbij de stappen (a) tot en met (c) opeenvolgend worden uitgevoerd zonder andere stappen daartussen.A method according to claim 10, wherein steps (a) to (c) are performed sequentially without other steps in between.

1/41/4

3/43/4

FIG, 3AFIG, 3A

4/44/4

FIG. 3BFIG. 3B