NL2018449B1 - Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method. - Google Patents

Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method. Download PDF

Info

Publication number
NL2018449B1
NL2018449B1 NL2018449A NL2018449A NL2018449B1 NL 2018449 B1 NL2018449 B1 NL 2018449B1 NL 2018449 A NL2018449 A NL 2018449A NL 2018449 A NL2018449 A NL 2018449A NL 2018449 B1 NL2018449 B1 NL 2018449B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
carbon dioxide
gas mixture
pigs
gaseous
liquid carbon
Prior art date
Application number
NL2018449A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Anthonius Cornelis Van Eck Paulus
Original Assignee
P Van Eck Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by P Van Eck Beheer B V filed Critical P Van Eck Beheer B V
Priority to NL2018449A priority Critical patent/NL2018449B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2018449B1 publication Critical patent/NL2018449B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22BSLAUGHTERING
    • A22B3/00Slaughtering or stunning
    • A22B3/005Slaughtering or stunning by means of gas

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Food Preservation Except Freezing, Refrigeration, And Drying (AREA)

Abstract

De uitvinding betreft een werkwijze voor het afdeden van landbouwhuisdieren, zoals varkens. Volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze het verschaffen van een in hoofdzaak afgesloten ruimte met daarin ten minste bijvoorbeeld een varken. De werkwijze omvat verder het vervolgens aan de in hoofdzaak afgesloten ruimte toevoeren van een koolstofdioxide houdend gasmengsel. In uitvoeringsvormen wordt gebruik gemaakt van een daartoe ingerichte anoxiekamer, waarin de varkens of andere landbouwhuisdieren plaatsbaar zijn. De varkens of andere landbouwhuisdieren kunnen door middel van kratten in de anoxiekamer gebracht worden. Dierenwelzijn wordt verder verbeterd wanneer gebruik gemaakt wordt van gasvormige koolstofdioxide. Een verdere verbetering wordt verkregen wanneer een mengsel van koolstofdioxide en stikstof wordt gebruikt.The invention relates to a method for shedding farm animals, such as pigs. According to the present invention, the method comprises providing a substantially closed space with at least, for example, a pig therein. The method further comprises subsequently supplying a carbon dioxide-containing gas mixture to the substantially sealed space. In embodiments, an anoxic chamber is provided for this purpose, in which the pigs or other farm animals can be placed. The pigs or other farm animals can be brought into the anoxic chamber by means of crates. Animal welfare is further improved when gaseous carbon dioxide is used. A further improvement is obtained when a mixture of carbon dioxide and nitrogen is used.

Description

Octrooicentrum Nederland © 2018449 © Aanvraagnummer: 2018449 © Aanvraag ingediend: 1 maart 2017 © BI OCTROOI © Int. CL:Netherlands Patent Office © 2018449 © Application number: 2018449 © Application filed: March 1, 2017 © BI PATENT © Int. CL:

A22B 3/00 (2017.01)A22B 3/00 (2017.01)

(Tl) Aanvraag ingeschreven: (Tl) Application registered: © Octrooihouder(s): © Patent holder (s): 21 september 2018 September 21, 2018 P. van Eek Beheer B.V. te SON EN BREUGEL. P. van Eek Beheer B.V. in SON EN BREUGEL. © Aanvraag gepubliceerd: © Request published: - - © Uitvinder(s): © Inventor (s): Paulus Anthonius Cornells van Eek Paulus Anthonius Cornells from Eek © Octrooi verleend: © Patent granted: te SON EN BREUGEL. in SON EN BREUGEL. 21 september 2018 September 21, 2018 © Octrooischrift uitgegeven: © Patent issued: © Gemachtigde: © Authorized representative: 15 november 2018 November 15, 2018 ir. J.M.G. Dohmen c.s. te Eindhoven. ir. J.M.G. Dohmen et al. In Eindhoven.

© Werkwijze voor het afdoden van landbouwhuisdieren, zoals varkens, alsmede systeem voor toepassing in die werkwijze.© Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method.

© De uitvinding betreft een werkwijze voor het afdoden van landbouwhuisdieren, zoals varkens. Volgens de onderhavige uitvinding omvat de werkwijze het verschaffen van een in hoofdzaak afgesloten ruimte met daarin ten minste bijvoorbeeld een varken. De werkwijze omvat verder het vervolgens aan de in hoofdzaak afgesloten ruimte toevoeren van een koolstofdioxide houdend gasmengsel. In uitvoeringsvormen wordt gebruik gemaakt van een daartoe ingerichte anoxiekamer, waarin de varkens of andere landbouwhuisdieren plaatsbaar zijn. De varkens of andere landbouwhuisdieren kunnen door middel van kratten in de anoxiekamer gebracht worden. Dierenwelzijn wordt verder verbeterd wanneer gebruik gemaakt wordt van gasvormige koolstofdioxide. Een verdere verbetering wordt verkregen wanneer een mengsel van koolstofdioxide en stikstof wordt gebruikt.The invention relates to a method for killing farm animals, such as pigs. According to the present invention, the method comprises providing a substantially closed space with at least, for example, a pig therein. The method further comprises supplying a carbon dioxide-containing gas mixture to the substantially sealed space. In embodiments, an anoxic chamber is provided for this purpose, in which the pigs or other farm animals can be placed. The pigs or other farm animals can be brought into the anoxic chamber by means of crates. Animal welfare is further improved when use is made of gaseous carbon dioxide. A further improvement is obtained when a mixture of carbon dioxide and nitrogen is used.

NL Bl 2018449NL Bl 2018449

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.This patent has been granted regardless of the attached result of the research into the state of the art and written opinion. The patent corresponds to the documents originally submitted.

Korte aanduiding: Werkwijze voor het afdoden van landbouwhuisdieren, zoals varkens, alsmede systeem voor toepassing in die werkwijze.Brief description: Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method.

BeschrijvingDescription

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het afdoden van landbouwhuisdieren, zoals varkens, alsmede op een systeem voor toepassing in die werkwijze.The present invention relates to a method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method.

De onderhavige uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een werkwijze voor het afdoden van zieke varkens die op een varkenshouderij gehouden worden, of andere landbouwhuisdieren zoals bijvoorbeeld kalveren, of pluimvee.The present invention relates in particular to a method for killing sick pigs kept on a pig farm, or other farm animals such as, for example, calves, or poultry.

Bij dergelijke varkenshouderijen kan het voorkomen dat de in de ruimte aanwezige varkens ziek worden, of besmet raken met een virus of bacterie. In dergelijke gevallen is het soms noodzakelijk dat de op de varkenshouderij aanwezige varkens geruimd worden. Dit betekent dat alle aanwezige dieren gedood worden en verwijderd worden. Varkens werden in het verleden bij calamiteiten afgedood door middel van injecties, hetgeen niet zeer diervriendelijk is, maar ook voor de varkenshouder en dierenarts belastend is.In such pig farms it can happen that the pigs present in the area become ill or become infected with a virus or bacteria. In such cases it is sometimes necessary that the pigs present at the pig farm are cleared. This means that all animals present are killed and removed. In the past, pigs were killed in the event of calamities by means of injections, which is not very animal-friendly, but is also a burden on the pig farmer and veterinarian.

Er is aldus een behoefte aan een werkwijze voor het afdoden van landbouwhuisdieren, in het bijzonder varkens, die betrouwbaar is, effectief is, en waarbij het dierenwelzijn van de varkens gegarandeerd is.There is thus a need for a method for killing farm animals, in particular pigs, that is reliable, effective, and wherein the animal welfare of the pigs is guaranteed.

Met dit doel voor ogen verschaft de onderhavige uitvinding een werkwijze voor het afdoden van landbouwhuisdieren, zoals varkens, die gekenmerkt is door de stappen van:With this aim in mind, the present invention provides a method of killing farm animals, such as pigs, characterized by the steps of:

- het verschaffen van een in hoofdzaak afgesloten ruimte met daarin ten minste een af te doden landbouwhuisdier, zoals een varken; en- providing a substantially closed space containing at least one farm animal to be killed, such as a pig; and

- het vervolgens aan de in hoofdzaak afgesloten ruimte toevoeren van een zuurstofarm gasmengsel, in het bijzonder een koolstofdioxide houdend gasmengsel.- subsequently supplying a low-oxygen gas mixture to the substantially sealed space, in particular a gas mixture containing carbon dioxide.

Bij het afdoden kan gebruik gemaakt worden van een koolstofdioxide (CO2) houdend gasmengsel. Het koolstofdioxide houdend gasmengsel kan in hoofdzaak bestaan uit koolstofdioxide. Navolgend zal een dergelijk koolstofdioxide houdend gasmengsel worden aangeduid als koolstofdioxide. De koolstofdioxide kan bijvoorbeeld in vloeibare vorm naar de varkenshouderij, of houderij voor andere landbouwhuisdieren, gebracht worden door middel van bulkwagentransport, of door middel van een andere geschikte houder bij de varkenshouderij geplaatst worden. De ruimte waarin het af te doden varken, of ander landbouwhuisdier, zich bevindt, wordt zodanig afgesloten dat gasvormig CO2 zich kan ophopen in die ruimte. Door middel van bijvoorbeeld een toevoermondstuk wordt CO2 in de afgesloten ruimte gebracht. Onder normale omstandigheden is de samenstelling van lucht ongeveer 21% zuurstof (O2), 78% stikstof, en 1% overige. Het massaal inbrengen van het zuurstofarm gasmengsel, en in het bijzonder een koolstofdioxide houdend mengsel, verandert de samenstelling van het luchtmengsel naar een mengsel waarbij het O2 gehalte dusdanig laag is dat totaal zuurstoftekort optreedt bij varkens (anoxie). Het ten minste ene in de ruimte aanwezige varken zal daardoor sterven, waarna het verder geruimd kan worden. Hetzelfde geldt overigens voor andere landbouwhuisdieren. Alhoewel de onderhavige uitvinding met name voordelig is voor toepassing bij varkens, is de onderhavige uitvinding ook toepasbaar op landbouwhuisdieren in het algemeen, zoals bijvoorbeeld runderen (b.v. kalveren) en/of pluimvee (kippen en dergelijke) en/of geiten en/of schapen. Omwille van beknoptheid zal navolgend echter telkens over varkens gesproken worden, zonder expliciet de toepassing van de uitvinding bij andere landbouwhuisdieren te noemen. Het moge duidelijk zijn voor de vakman dat de onderhavige uitvinding derhalve niet beperkt is tot varkens.When killing, use can be made of a gas mixture containing carbon dioxide (CO2). The carbon dioxide-containing gas mixture can essentially consist of carbon dioxide. Next, such a carbon dioxide-containing gas mixture will be referred to as carbon dioxide. The carbon dioxide can, for example, be brought in liquid form to the pig farm, or farm for other farm animals, by means of bulk car transport, or by means of another suitable holder placed at the pig farm. The space in which the pig or other farm animal to be killed is located is sealed off in such a way that gaseous CO2 can accumulate in that space. For example, CO2 is introduced into the enclosed space by means of a supply nozzle. Under normal conditions, the composition of air is approximately 21% oxygen (O2), 78% nitrogen, and 1% others. The massive introduction of the low-oxygen gas mixture, and in particular a carbon dioxide-containing mixture, changes the composition of the air mixture to a mixture where the O2 content is so low that total oxygen deficiency occurs in pigs (anoxia). The at least one pig present in the space will thereby die, after which it can be further culled. The same applies to other farm animals. Although the present invention is particularly advantageous for use in pigs, the present invention is also applicable to farm animals in general, such as, for example, cattle (e.g. calves) and / or poultry (chickens and the like) and / or goats and / or sheep. For the sake of brevity, however, pigs will be discussed in the following, without explicitly mentioning the application of the invention to other farm animals. It will be apparent to those skilled in the art that the present invention is therefore not limited to pigs.

In een belangrijke uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, omvat het toegevoerde gasmengsel koolstofdioxide en stikstof. Dit mengsel zorgt, net als koolstofdioxide alleen, voor anoxie bij varkens, maar heeft bij varkens als verder voordeel dat met een lager koolstofdioxide gehalte gewerkt kan worden, en dat dit voor de zintuigen van de varkens prettiger is. Varkens hebben een gevoelige neus en koolstofdioxide heeft een prikkelende geur en wordt in hoge concentraties als minder prettig ervaren. Door toepassing van koolstofdioxide en stikstof wordt dus anoxie verkregen, en ervaren de varkens minder stress.In an important embodiment of the present invention, the gas mixture supplied comprises carbon dioxide and nitrogen. This mixture, just like carbon dioxide alone, causes anoxia in pigs, but has the further advantage in pigs that it is possible to work with a lower carbon dioxide content and that this is more pleasant for the senses of the pigs. Pigs have a sensitive nose and carbon dioxide has a pungent odor and is experienced as less pleasant in high concentrations. By using carbon dioxide and nitrogen, anoxia is obtained, and the pigs experience less stress.

Het toegevoerde gasmengsel omvat bijvoorbeeld tussen 20 vol-% tot 60 vol-%, in het bijzonder ongeveer 30 vol-%, koolstofdioxide. Het overige deel van het aan de ruimte toegevoerde gasmengsel bestaat in hoofdzaak uit stikstof.The gas mixture supplied comprises, for example, between 20% by volume and 60% by volume, in particular about 30% by volume, of carbon dioxide. The remaining part of the gas mixture supplied to the space consists essentially of nitrogen.

In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze de stap van het verschaffen van vloeibare koolstofdioxide, en van het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar gasvormige koolstofdioxide. Het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar de gasvormige koolstofdioxide kan de stap omvatten van het verdampen van de vloeibare koolstofdioxide. Het is daarbij denkbaar dat vloeibare koolstofdioxide in de afgesloten ruimte wordt ingevoerd, en in de ruimte zelf wordt omgezet naar gasvormige koolstofdioxide. Aangezien vloeibare koolstofdioxide een zeer lage temperatuur heeft (-25°C), heeft dat echter niet de voorkeur, omdat de koude tot extra stress bij de varkens kan leiden. Bovendien zorgt het rechtstreeks in de ruimte voeren van vloeibare koolstofdioxide voor relatief veel geluid, hetgeen verder bijdraagt aan stress bij de varkens. Derhalve is in een uitvoeringsvorm ervoor gekozen om het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar de gasvormige koolstofdioxide buiten de in hoofdzaak afgesloten ruimte te laten plaatsvinden. De werkwijze van vergassing volgens deze uitvoeringsvorm, waarbij geen vloeibare CO2 maar gasvormige CO2 wordt ingebracht in de afgesloten ruimte zorgt voor een aanzienlijke verbetering in de effectiviteit van het vergassen, en in het dierenwelzijn van de varkens tijdens het vergassen doordat er bij de varkens geen sprake meer lijkt te zijn van stress.In one embodiment, the method comprises the step of providing liquid carbon dioxide, and of converting the liquid carbon dioxide to gaseous carbon dioxide. Converting the liquid carbon dioxide to the gaseous carbon dioxide may include the step of vaporizing the liquid carbon dioxide. It is conceivable in this case that liquid carbon dioxide is introduced into the enclosed space and converted into gaseous carbon dioxide in the space itself. However, since liquid carbon dioxide has a very low temperature (-25 ° C), it is not preferable because the cold can cause extra stress to the pigs. Moreover, the introduction of liquid carbon dioxide directly into the room provides a relatively high level of noise, which further contributes to stress in the pigs. Therefore, in one embodiment, it has been chosen to allow the conversion of the liquid carbon dioxide to the gaseous carbon dioxide outside the substantially sealed space. The method of gasification according to this embodiment, wherein no liquid CO2 but gaseous CO2 is introduced into the sealed space provides a considerable improvement in the effectiveness of the gasification, and in the animal welfare of the pigs during the gasification because there is no question of the pigs seems to be more of stress.

De afgesloten ruimte is in een uitvoeringsvorm een daartoe ingerichte anoxiekamer, zoals later nog zal worden toegelicht. Door toepassing van een dergelijke anoxiekamer zijn de omstandigheden waarbij het toevoeren van het gas plaatsvindt nauwkeurig te beheren en te reproduceren, waardoor de werkwijze op efficiëntere en effectievere wijze kan plaatsvinden.In one embodiment, the enclosed space is an anoxic chamber adapted for this purpose, as will be explained later. By using such an anox chamber, the conditions under which the gas is supplied can be accurately managed and reproduced, whereby the process can take place in a more efficient and effective manner.

De koolstofdioxide en de stikstof kunnen in een enkele voorraadhouder verschaft worden. Het is echter ook denkbaar dat de koolstofdioxide en de stikstof in afzonderlijke houders gehouden zijn. In dat geval omvat de werkwijze de stap van het mengen van gasvormige koolstofdioxide en gasvormige stikstof.The carbon dioxide and the nitrogen can be supplied in a single storage container. However, it is also conceivable that the carbon dioxide and the nitrogen are kept in separate containers. In that case, the method comprises the step of mixing gaseous carbon dioxide and gaseous nitrogen.

In een uitvoeringsvorm, omvat de werkwijze de stap van het conditioneren van het toe te voeren gasmengsel. Het conditioneren kan de stap omvatten van het op een gewenste temperatuur brengen van het toe te voeren gasmengsel, waarbij de gewenste temperatuur gelegen is tussen 10°C en 35°C, in het bijzonder tussen 15°C en 30°C, zoals bijvoorbeeld 20°C. Bij een dergelijke temperatuur wordt de temperatuur in de afgesloten ruimte niet wezenlijk beïnvloed tijdens het toevoeren van het anoxie-gas, zodat de varkens minder stress zullen ervaren.In one embodiment, the method comprises the step of conditioning the gas mixture to be supplied. The conditioning may comprise the step of bringing the gas mixture to be supplied to a desired temperature, wherein the desired temperature is between 10 ° C and 35 ° C, in particular between 15 ° C and 30 ° C, such as e.g. ° C. At such a temperature, the temperature in the confined space is not substantially affected during the supply of the anoxia gas, so that the pigs will experience less stress.

In een verdere uitvoeringsvorm van de werkwijze omvat deze het gebruik van speciale varkenshouders. Dergelijke varkenshouders zijn bijvoorbeeld kratten en/of containers die al gebruikt worden voor het normale transport van varkens. De werkwijze omvat dan de stap van het in een houder plaatsen van het ten minste ene varken, en het vervolgens in de ruimte plaatsen van de houder met het ten minste ene varken. Een dergelijke houder, bijvoorbeeld in de vorm van een krat en/of container, is reeds bekend voor het varken, waardoor ook hier voorkomen wordt dat er stress ontstaat bij het varken.In a further embodiment of the method, it comprises the use of special pig farmers. Such pig farmers are, for example, crates and / or containers that are already used for the normal transport of pigs. The method then comprises the step of placing the at least one pig in a holder, and then placing the holder with the at least one pig in the space. Such a container, for example in the form of a crate and / or container, is already known for the pig, whereby here too it is prevented that stress is created on the pig.

Volgens een aspect verschaft de uitvinding een systeem voor toepassing in de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. Het systeem omvat een in hoofdzaak afsluitbare anoxiekamer waarin ten minste een af te doden varken plaatsbaar is, alsmede gasmengseltoevoermiddelen die zijn ingericht voor het aan de anoxiekamer toevoeren van een koolstofdioxide houdend gasmengsel.In one aspect, the invention provides a system for use in the method of the present invention. The system comprises a substantially lockable anox chamber in which at least one pig to be killed can be placed, as well as gas mixture supply means which are adapted to supply a carbon dioxide-containing gas mixture to the anox chamber.

De anoxiekamer is ingericht voor het ontvangen van ten minste een varken. In het bijzonder kan de anoxiekamer zijn ingericht voor het ontvangen van een veelheid varkens. Het is daarbij denkbaar dat de anoxiekamer is ingericht voor het ontvangen van varkenshouders, zoals kratten en/of containers die thans gebruikt worden voor transport van varkens, en die op zich voor de vakman bekend zijn. De afmetingen van de anoxiekamer kunnen daarbij zodanig zijn aangepast, dat een aantal varkenshouders op elkaar stapelbaar zijn. Op deze wijze kunnen varkens die in varkenshouders geplaatst zijn, op efficiënte wijze in de anoxiekamer gebracht worden. Door toepassing van de varkenshouders wordt er verder geen onnodige onrust bij de dieren veroorzaakt, waardoor het begassen op een relatief diervriendelijke wijze kan plaatsvinden.The anoxic chamber is adapted to receive at least one pig. In particular, the anox chamber can be arranged to receive a plurality of pigs. It is conceivable in this connection that the anox chamber is adapted to receive pig farmers, such as crates and / or containers that are currently used for transporting pigs, and which are known per se to a person skilled in the art. The dimensions of the anox chamber can be adjusted such that a number of pig farmers can be stacked on top of each other. In this way, pigs placed in pig farmers can be efficiently introduced into the anox chamber. The use of the pig farmers does not further cause unnecessary unrest in the animals, as a result of which the gassing can take place in a relatively animal-friendly manner.

In een uitvoeringsvorm omvat het systeem een voorraadhouder voor koolstofdioxide, in het bijzonder voor vloeibare koolstofdioxide. De voorraadhouder kan in het bijzonder een bulktransportwagen zijn voor vloeibare koolstofdioxide.In one embodiment the system comprises a storage container for carbon dioxide, in particular for liquid carbon dioxide. The storage container can in particular be a bulk transport trolley for liquid carbon dioxide.

Het systeem omvat in een uitvoeringsvorm een verdampereenheid met een inlaat en met een uitlaat, waarbij de verdampereenheid is ingericht om vloeibare koolstofdioxide afkomstig uit de voorraadhouder om te zetten in gasvormige koolstofdioxide. Door vloeibare koolstofdioxide buiten de anoxiekamer om te zetten in gasvormige koolstofdioxide, zal het geluidsniveau in de anoxiekamer relatief laag kunnen blijven. Ook maakt dit het mogelijk om de temperatuur in de anoxiekamer relatief constant te houden. Dit draagt bij aan het laag houden van het stressniveau van de in de anoxiekamer aanwezige varkens.In one embodiment the system comprises an evaporator unit with an inlet and with an outlet, the evaporator unit being adapted to convert liquid carbon dioxide from the storage container into gaseous carbon dioxide. By converting liquid carbon dioxide outside the anox chamber into gaseous carbon dioxide, the noise level in the anox chamber can remain relatively low. This also makes it possible to keep the temperature in the anox chamber relatively constant. This contributes to keeping the stress level of the pigs present in the anox chamber low.

Het is denkbaar dat het systeem een conditioneereenheid omvat voor het op een gewenste temperatuur brengen van de gasvormige koolstofdioxide. Met de conditioneereenheid kan de temperatuur in de anoxiekamer relatief constant gehouden worden. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat de conditioneereenheid is ingericht voor het verwarmen van de gasvormige koolstofdioxide, bijvoorbeeld naar kamertemperatuur of een temperatuur die representatief is voor de in de anoxiekamer heersende temperatuur. Temperatuur van de anoxiekamer kan gemeten worden, en via een regeleenheid kan de conditioneereenheid deze gemeten temperatuur gebruiken voor het sturen en/of regelen van de temperatuur van de gasvormige koolstofdioxide.It is conceivable that the system comprises a conditioning unit for bringing the gaseous carbon dioxide to a desired temperature. With the conditioning unit, the temperature in the anox chamber can be kept relatively constant. For example, it is conceivable for the conditioning unit to be adapted to heat the gaseous carbon dioxide, for example to room temperature or a temperature representative of the temperature prevailing in the anox chamber. Temperature of the anox chamber can be measured, and via a control unit the conditioning unit can use this measured temperature to control and / or control the temperature of the gaseous carbon dioxide.

Op doeltreffende wijze kan het systeem een warmtewisselaar omvatten. In het bijzonder kan de warmtewisselaar onderdeel uitmaken van de verdampereenheid en/of de conditioneereenheid. Een warmtewisselaar is vrij effectief gebleken voor het verdampen van vloeibare koolstofdioxide, maar ook voor het conditioneren van de gasvormige koolstofdioxide.The system can effectively include a heat exchanger. In particular, the heat exchanger can form part of the evaporator unit and / or the conditioning unit. A heat exchanger has been found to be quite effective for vaporizing liquid carbon dioxide, but also for conditioning the gaseous carbon dioxide.

Het is gebleken dat een warmtewisselaar van het type “Shell and Plate” een effectieve verdamping en/of conditionering mogelijk maakt, in het bijzonder van koolstofdioxide.It has been found that a "Shell and Plate" type heat exchanger allows effective evaporation and / or conditioning, in particular of carbon dioxide.

In een uitvoeringsvorm, omvat het systeem een energiebron. De energiebron kan gebruikt worden ten behoeve van de warmtewisselaar. Doordat het systeem de energiebron omvat, is deze zelfvoorzienend. Er hoeft ter plaatse van de ruimte geen energie verschaft te worden voor het werkzaam laten zijn van de het systeem, of onderdelen daarvan.In one embodiment, the system comprises an energy source. The energy source can be used for the heat exchanger. Because the system includes the energy source, it is self-sufficient. No energy needs to be provided at the location for the operation of the system, or parts thereof.

De uitvinding zal navolgend worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin enkele uitvoeringsvormen van de werkwijze en het systeem volgens de onderhavige uitvinding worden toegelicht. In de figuren tonen:The invention will be explained below with reference to the accompanying figures, in which some embodiments of the method and system according to the present invention are explained. In the figures:

Fig. 1 - een schematisch zijaanzicht van een systeem voor toepassing in de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding;FIG. 1 - a schematic side view of a system for use in the method according to the present invention;

Fig. 2 - een schematisch zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm van het in Fig. 1 getoonde systeem;FIG. 2 - a schematic side view of an alternative embodiment of the device shown in FIG. 1 system;

Fig. 3 - een verder alternatieve uitvoeringsvorm van het in Fig. 1 getoonde systeem;FIG. 3 - a further alternative embodiment of the device shown in FIG. 1 system;

Fig. 4 - een blokschema van een systeem voor toepassing in de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding;FIG. 4 - a block diagram of a system for use in the method according to the present invention;

Fig. 5 - een blokschema van een uitvoeringsvorm van de verdampereenheid van het in Fig. 4 getoonde systeem.FIG. 5 - a block diagram of an embodiment of the evaporator unit of the type shown in FIG. 4 system.

Fig. 1 toont zeer schematisch een zijaanzicht van een systeem 1 voor het begassen van varkens P1, P2. De varkens P1, P2 zijn daarbij gehouden in een ruimte 43 van een anoxiekamer 4, die op een bodem G geplaatst is. De hier getoonde anoxiekamer 4 omvat zijwanden 41 en een dak 42 die de ruimte 43 begrenzen. De anoxiekamer 4 kan een bodem omvatten, en derhalve in de vorm van een container zijn uitgevoerd. Voor het begassen van de ruimte 43 met koolstofdioxide is het voordelig wanneer de ruimte 43 in hoofdzaak volledig af te dichten is, zodat toegevoerde koolstofdioxide zich kan ophopen in de ruimte 43 voor het vergassen van de in de ruimte aanwezig varkens P1, P2.FIG. 1 shows very schematically a side view of a system 1 for gassing pigs P1, P2. The pigs P1, P2 are thereby held in a space 43 of an anox chamber 4, which is placed on a bottom G. The anoxic chamber 4 shown here comprises side walls 41 and a roof 42 which delimit the space 43. The anoxic chamber 4 may comprise a bottom, and therefore be in the form of a container. For gassing the space 43 with carbon dioxide, it is advantageous if the space 43 can be substantially completely sealed, so that supplied carbon dioxide can accumulate in the space 43 for gasifying the pigs P1, P2 present in the space.

Het systeem 1 omvat verder een tankwagen 2. De tankwagen 2 omvat een verplaatsbaar gestel 21 en een houder 22 voor het houden van vloeibare koolstofdioxide. Op de tankwagen 2 is een aansluiting voorzien 23, via welke vloeibare koolstofdioxide uit de houder 22 gevoerd kan worden. De koolstofdioxide heeft dan een temperatuur van ongeveer -25°C.The system 1 further comprises a tank truck 2. The tank truck 2 comprises a movable frame 21 and a holder 22 for holding liquid carbon dioxide. A connection 23 is provided on the tanker truck 2, through which liquid carbon dioxide can be carried out of the holder 22. The carbon dioxide then has a temperature of approximately -25 ° C.

Het systeem 1 omvat tevens een omzeteenheid 3 die is ingericht voor het omzetten van vloeibare koolstofdioxide naar gasvormige koolstofdioxide. De omzeteenheid 3 omvat in de getoonde uitvoeringsvorm een verplaatsbaar gestel 31, waarop een omzeteenheid 32 voorzien. In deze omzeteenheid 32 zijn onderdelen voorzien voor het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar de gasvormige koolstofdioxide, zoals later nog ter illustratie zal worden toegelicht aan de hand van Fig. 5. In Fig. 1 is te zien dat er een toevoer 33 is voor de vloeibare koolstofdioxide, en een afvoer 34 voor de gasvormige koolstofdioxide. De toevoer 33 is via een eerste leiding 6 verbonden met de tankwagen 2, zodanig dat koude vloeibare koolstofdioxide toegevoerd kan worden aan de omzeteenheid 3. Op de afvoer 34 van de omzeteenheid 3 is een tweede leiding 7 aangesloten, die is aangesloten op gastoevoermiddelen 8 die op de anoxiekamer 4 geplaatst zijn. De gastoevoermiddelen 8 omvatten een mondstuk voor het in de ruimte voeren van gasvormige koolstofdioxide. In de praktijk kan in plaats van een enkel mondstuk 8, gebruik gemaakt van een verdeelsysteem zodat op een aantal plaatsen in de anoxiekamer 4 gasvormige koolstofdioxide kan worden ingevoerd. Het moge dan ook duidelijk zijn voor de vakman dat de uitvinding niet beperkt is tot toepassing van een enkel mondstuk 8.The system 1 also comprises a conversion unit 3 which is adapted to convert liquid carbon dioxide into gaseous carbon dioxide. In the embodiment shown, the conversion unit 3 comprises a movable frame 31 on which a conversion unit 32 is provided. In this conversion unit 32 parts are provided for converting the liquid carbon dioxide to the gaseous carbon dioxide, as will be explained later with reference to Figs. 5. In FIG. 1 it can be seen that there is a supply 33 for the liquid carbon dioxide, and a drain 34 for the gaseous carbon dioxide. The supply 33 is connected via a first line 6 to the tanker truck 2, such that cold liquid carbon dioxide can be supplied to the conversion unit 3. A second line 7 is connected to the discharge 34 of the conversion unit 3, which is connected to gas supply means 8 which are placed on the anox chamber 4. The gas supply means 8 comprise a nozzle for introducing gaseous carbon dioxide into the space. In practice, instead of a single nozzle 8, use can be made of a distribution system so that gaseous carbon dioxide can be introduced at a number of places in the anox chamber. It will therefore be clear to those skilled in the art that the invention is not limited to the use of a single nozzle 8.

Met het in Fig. 1 getoonde systeem 1 kunnen een of meer varkens P1, P2 als volgt begast worden. De tankwagen 2 en de omzeteenheid 3, alsmede de anoxiekamer 4, worden verschaft, en in de nabijheid van de stal 4 geplaatst. De tankwagen 2 wordt via leiding 6 verbonden met de omzeteenheid 3, door het aansluiten van de leiding 6 op de uitlaat 23 en de toevoer 33. De leiding 7 wordt aangesloten op de uitvoer 34 van de omzeteenheid 3, en het uiteinde van de leiding 7 wordt aangesloten op de gastoevoermiddelen 8 van de anoxiekamer 4. De omzeteenheid 3 kan vervolgens in werking gesteld worden, waarbij koude vloeibare koolstofdioxide wordt toegevoerd aan de omzeteenheid 3, ter plekke wordt omgezet in gasvormige koolstofdioxide, om vervolgens als gasvormige koolstofdioxide in het inwendige van de anoxiekamer 4, dat wil zeggen in de ruimte 43, te worden ingebracht. De ruimte 43 zal zich vullen met gasvormige koolstofdioxide, en ten gevolge daarvan zullen de varkens P1, P2 overlijden. Bij voorkeur wordt de omzeteenheid 3 verder gebruikt om de omgezette koolstofdioxide te conditioneren, in het bijzonder te verwarmen, naar een temperatuur die in hoofdzaak overeenkomt met de temperatuur in de ruimte 43. Daartoe kan de temperatuur van de ruimte 43 gemeten worden, bijvoorbeeld, of er kan uitgegaan worden van de dan geldende buitentemperatuur als referentie, om op basis daarvan een temperatuur in te stellen. In het algemeen is het voordelig, wanneer de temperatuur wordt ingesteld op ongeveer tussen 10°C en 35°C, in het bijzonder tussen 15°C en 30°C, zoals bijvoorbeeld 20°C.With the in FIG. 1, one or more pigs P1, P2 can be gassed as follows. The tanker truck 2 and the conversion unit 3, as well as the anox chamber 4, are provided and placed in the vicinity of the stable 4. The tanker truck 2 is connected via conduit 6 to the conversion unit 3, by connecting the conduit 6 to the outlet 23 and the supply 33. The conduit 7 is connected to the outlet 34 of the conversion unit 3, and the end of the conduit 7 is connected to the gas supply means 8 of the anox chamber 4. The conversion unit 3 can then be operated, wherein cold liquid carbon dioxide is supplied to the conversion unit 3, is converted on site into gaseous carbon dioxide, and subsequently as gaseous carbon dioxide in the interior of the anoxic chamber 4, i.e. into the space 43, to be introduced. The space 43 will fill with gaseous carbon dioxide, and as a result the pigs P1, P2 will die. Preferably, the conversion unit 3 is further used to condition, in particular to heat, the converted carbon dioxide to a temperature which substantially corresponds to the temperature in the space 43. For this purpose, the temperature of the space 43 can be measured, for example, or it can be assumed that the outside temperature then applies as a reference, in order to set a temperature based on this. In general, it is advantageous if the temperature is set to approximately between 10 ° C and 35 ° C, in particular between 15 ° C and 30 ° C, such as, for example, 20 ° C.

Zoals te zien is uit Fig. 1, vindt het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar de gasvormige koolstofdioxide buiten de ruimte plaats. Zoals eerder vermeld vermindert dit de hoeveelheid geluid in de ruimte 43 tijdens het begassen.As can be seen from FIG. 1, the conversion of the liquid carbon dioxide to the gaseous carbon dioxide takes place outside the space. As previously stated, this reduces the amount of noise in the space 43 during the gassing.

In een uitvoeringsvorm van de in Fig. 1 getoonde werkwijze, is het denkbaar dat de tankwagen 2 geen vloeibare koolstofdioxide, maar een mengsel van koolstofdioxide en stikstof omvat. Het toegevoerde gasmengsel omvat dan bijvoorbeeld tussen 20 vol-% tot 60 vol-%, in het bijzonder ongeveer 30 vol-%, koolstofdioxide. Het overige deel van het aan de ruimte toegevoerde gasmengsel bestaat in hoofdzaak uit stikstof. Met een dergelijk mengsel kan, zoals eerder beschreven, met een lager koolstofdioxide gehalte gewerkt worden, hetgeen voor de zintuigen van de varkens prettiger is, waardoor de varkens minder stress zullen ervaren.In an embodiment of the method shown in FIG. 1, it is conceivable that the tanker truck 2 does not comprise a liquid carbon dioxide, but a mixture of carbon dioxide and nitrogen. The gas mixture supplied then comprises, for example, between 20% by volume and 60% by volume, in particular approximately 30% by volume, of carbon dioxide. The remaining part of the gas mixture supplied to the space consists essentially of nitrogen. With such a mixture, as described earlier, it is possible to work with a lower carbon dioxide content, which is more pleasant for the senses of the pigs, so that the pigs will experience less stress.

Overigens moge duidelijk zijn dat in de Fig. telkens varkens zijn weergegeven. Zoals eerder vermeld is de onderhavige uitvinding ook toepasbaar op andere landbouwhuisdieren, zoals runderen en pluimvee. De uitvinding is niet beperkt tot de toepassing ervan op varkens.Incidentally, it is clear that in FIG. pigs are shown. As previously stated, the present invention is also applicable to other farm animals, such as cattle and poultry. The invention is not limited to its application to pigs.

Fig. 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van het systeem 1 die in hoofdzaak overeenkomt met de opstelling van Fig. 1, maar die op enkele punten verschilt. In deze uitvoeringsvorm zijn de omzeteenheid 3 en de anoxiekamer 4 als geïntegreerde eenheid uitgevoerd. De geïntegreerde eenheid is hier niet voorzien van een verplaatsbaar gestel 31, zoals in Fig. 1 wel het geval is, maar kan dat uiteraard wel zijn. Een verplaatsbaar gestel 31 zoals in Fig. 1 getoond is op zich voordelig, omdat dan de omzeteenheid 3 met anoxiekamer 4 relatief autonoom op een gewenste locatie geplaatst kan worden. Verder is te zien dat er een voorraadhouder 2a voor vloeibare koolstofdioxide is, die soortgelijk is uitgevoerd aan die zoals omschreven aan de hand van Fig. 1. Aanvullend is ook een voorraadhouder 2b voor stikstof voorzien. De voorraadhouder 2b voor stikstof omvat een houder 22b met een afvoer 23b. De omzeteenheid 3 omvat een toevoer voor koolstofdioxide 33a en een toevoer voor stikstof 33b. Door middel van daartoe geschikte leidingen 6a, 6b zijn de koolstofdioxidehouder 22a en de stikstofhouder 22b aangesloten op hun respectievelijke toevoeren 33a, 33b. In de omzeteenheid kan dan omzetting van vloeibare naar gasvormige koolstofdioxide plaatsvinden, zoals aan de hand van Fig. 4 en 5 zal worden toegelicht. Verder laat Fig. 2 zien dat houders 48 gebruikt kunnen worden in de anoxiekamer, waarin telkens in het hier getoonde voorbeeld twee varkens P1, P2 geplaatst zijn. De houders zijn op elkaar gestapeld. Dergelijke houders 48 zijn op zich voor de vakman bekend, en worden reeds toegepast bij transport van de varkens P1, P2.FIG. 2 shows an alternative embodiment of the system 1 that substantially corresponds to the arrangement of FIG. 1, but which differs in some respects. In this embodiment the conversion unit 3 and the anox chamber 4 are designed as an integrated unit. The integrated unit is not here provided with a movable frame 31, as in FIG. 1 is the case, but can of course be. A movable frame 31 as in FIG. 1 is advantageous in itself, because then the conversion unit 3 with anox chamber 4 can be placed relatively autonomously at a desired location. It can further be seen that there is a storage container 2a for liquid carbon dioxide, which is similar to that as described with reference to Figs. 1. A nitrogen storage container 2b is also provided. The storage container 2b for nitrogen comprises a container 22b with a drain 23b. The conversion unit 3 comprises a feed for carbon dioxide 33a and a feed for nitrogen 33b. The carbon dioxide container 22a and the nitrogen container 22b are connected to their respective feeds 33a, 33b by means of suitable pipes 6a, 6b. Conversion from liquid to gaseous carbon dioxide can then take place in the conversion unit, as shown in FIG. 4 and 5 will be explained. Furthermore, FIG. 2 show that containers 48 can be used in the anox chamber, in which two pigs P1, P2 are placed in the example shown here. The holders are stacked on top of each other. Such containers 48 are known per se to the person skilled in the art, and are already used for transporting the pigs P1, P2.

Fig. 3 toont een verder alternatief systeem 101, waarbij gebruik gemaakt wordt van een omzeteenheid 103 voor het aan de ruimte 43 toevoeren van gasvormige koolstofdioxide. De omzeteenheid 103 omvat een verplaatsbaar gestel 121, waarop een houder 122 voor vloeibare koolstofdioxide geplaatst is. Op het gestel 121 is tevens de omzeteenheid 132 geplaatst. De afvoer 123 van de houder 122 is aangesloten op de invoer 133 van de omzeteenheid 132, de afvoer 134 van de omzeteenheid 132 is via leiding 7 naar de anoxieruimte 43 geleid. Feitelijk is in deze uitvoeringsvorm een geïntegreerd verplaatsbare houder voor vloeibare koolstofdioxide met omzeteenheid 132 voor het vervaardigen van gasvormige koolstofdioxide verschaft. Aanvullend kan het gestel 121 uiteraard voorzien zijn van een voorraadhouder voor stikstof, of kan het systeem 101 op een andere wijze voorzien zijn van een voorraad voor stikstof, zodat een mengsel van koolstofdioxide en stikstof aan de anoxiekamer 4 kan worden toegevoerd. Tevens is in Fig. 3 aangegeven dat de anoxiekamer voorzien is van toegangsmiddelen 45 in de vorm van bijvoorbeeld een deur, zodanig dat de varkens in de anoxiekamer 4 geplaatst kunnen worden. Alhoewel niet expliciet getoond, is een dergelijk toegangsmiddel 45 ook toe te passen op de anoxiekamers 4 zoals getoond in Fig. 1 en 2.FIG. 3 shows a further alternative system 101, in which use is made of a conversion unit 103 for supplying gaseous carbon dioxide to the space 43. The conversion unit 103 comprises a movable frame 121, on which a container 122 for liquid carbon dioxide is placed. The conversion unit 132 is also placed on the frame 121. The outlet 123 of the container 122 is connected to the inlet 133 of the conversion unit 132, the outlet 134 of the conversion unit 132 is led via line 7 to the anox space 43. In fact, an integrated movable liquid carbon dioxide container with conversion unit 132 for producing gaseous carbon dioxide is provided in this embodiment. In addition, the frame 121 can of course be provided with a storage container for nitrogen, or the system 101 can be provided with a supply for nitrogen in another way, so that a mixture of carbon dioxide and nitrogen can be supplied to the anox chamber 4. Also in FIG. 3 indicates that the anox chamber is provided with access means 45 in the form of, for example, a door, such that the pigs can be placed in the anox chamber 4. Although not explicitly shown, such an access means 45 can also be applied to the anoxic chambers 4 as shown in FIG. 1 and 2.

Overigens moge duidelijk zijn voor de vakman dat de toepassing van een verplaatsbaar gestel 21, 31, 121 op zich voordelig is, maar dat de uitvinding niet beperkt is tot de toepassing ervan. Uitvoeringsvormen van de opstelling 1, 101 waarbij geen gebruik gemaakt wordt van een of meer gestellen zijn ook denkbaar.Incidentally, it will be clear to those skilled in the art that the use of a displaceable frame 21, 31, 121 is in itself advantageous, but that the invention is not limited to its use. Embodiments of the arrangement 1, 101 in which no use is made of one or more frames are also conceivable.

Fig. 4 toont een schematisch overzicht van de belangrijkste onderdelen van de in Fig. 2 getoonde omzeteenheid 3. De omzeteenheid 3 heeft een toevoer voor vloeibare koolstofdioxide 33a (onder in Fig. 4 getoond), en een toevoer voor stikstof 33b (boven in Fig. 4). De vloeibare koolstofdioxide wordt in een verdamper 9 omgezet in gasvormige koolstofdioxide, en wordt vervolgens in een bufferhouder 82 voor koolstofdioxide opgeslagen. De stikstof wordt opgeslagen in een bufferhouder 81 voor stikstof. Bij inwerkingstelling van het systeem, kan dan gebufferde koolstofdioxide uit de bufferhouder 82 gemengd worden met gebufferde stikstof uit de bufferhouder 81, waarna het mengsel kan worden toegevoerd aan de gastoevoermiddelen 8 van de anoxiekamer 4.FIG. 4 shows a schematic overview of the most important parts of the device shown in FIG. 2, the conversion unit 3. The conversion unit 3 has a supply for liquid carbon dioxide 33a (shown below in Fig. 4), and a supply for nitrogen 33b (above in Fig. 4). The liquid carbon dioxide is converted to gaseous carbon dioxide in an evaporator 9, and is then stored in a carbon dioxide buffer container 82. The nitrogen is stored in a buffer container 81 for nitrogen. Upon activation of the system, buffered carbon dioxide from the buffer container 82 can then be mixed with buffered nitrogen from the buffer container 81, after which the mixture can be supplied to the gas supply means 8 of the anox chamber.

Fig. 5 toont een mogelijke uitvoeringsvorm van een verdamper 9 voor toepassing in de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding. De verdamper heeft een toevoer 233 voor vloeibare koolstofdioxide, en een afvoer 234 voor gasvormige koolstofdioxide. De verdamper omvat een energiebron 51, in het bijzonder een verwarmingsketel met een vermogen dat bijvoorbeeld gelegen is tussen 100 kW en 1000 kW. Via leidingen 61, 62 kan door de energiebron 51 verwarmd fluïdum, in het bijzonder water, van en naar een buffervat 52 getransporteerd worden. Het buffervat 52 is ingericht voor het op voorraad houden van het fluïdum op een temperatuur tussen 20°C en 95°C. Tussen de ketel 51 en het buffervat 52 is een expansievat 57 voorzien, dat is aangesloten via leiding 67.FIG. 5 shows a possible embodiment of an evaporator 9 for use in the method according to the present invention. The evaporator has a feed 233 for liquid carbon dioxide, and a drain 234 for gaseous carbon dioxide. The evaporator comprises an energy source 51, in particular a heating boiler with a power that is, for example, between 100 kW and 1000 kW. Via lines 61, 62, heated fluid, in particular water, can be transported by the energy source 51 from and to a buffer vessel 52. The buffer vessel 52 is adapted to keep the fluid in stock at a temperature between 20 ° C and 95 ° C. Between the boiler 51 and the buffer tank 52, an expansion tank 57 is provided, which is connected via line 67.

Vanuit het buffervat is er een kringloop die via leiding 63 en een daarin geplaatste pompeenheid 55 naar een warmtewisselaar 53 loopt, en via leiding 66 terugkeert naar het buffervat 52. Het warmtewisselend gedeelte 53 is ingericht om vloeibare koolstofdioxide van -25°C te verdampen (dat wil zeggen gasvormig te maken). Hiertoe wordt het fluïdum in leiding 65 op een temperatuur van ongeveer 20°C toegevoerd aan het warmtewisselend gedeelte 53. Na het opwarmen van de koolstofdioxide, en het omzetten naar gasvormige koolstofdioxide, is het fluïdum afgekoeld tot ongeveer 1°C, en zal het teruggeleid worden via leiding 66 aan het buffervat 52. Door toepassing van de energiebron 51, in dit geval de verwarmingsketel 51, kan het buffervat 52 weer op de gewenste voorraadtemperatuur gebracht en gehouden worden. Het vermogen van de energiebron 51 is daarbij zodanig ingesteld dat tijdens gebruik voldoende energie aan het fluïdum toegevoerd kan worden om het buffervat op de gewenste temperatuur te houden, en de omzetting van vloeibare koolstofdioxide naar gasvormige koolstofdioxide tijdens continu gebruik van de omzeteenheid te laten voortduren. Bij toepassing van de hier in Fig. 5 beschreven omzeteenheid 9 in het systeem zoals getoond in Fig. 4, kan de verdamper 9 gebruikt worden voor het creëren van een gewenste hoeveelheid vloeibare koolstofdioxide, die vervolgens wordt opgeslagen in de bufferhouder 82. Op deze wijze is het niet noodzakelijk dat de verdamper zodanig is ingericht dat deze continu de benodigde hoeveelheid CO2 kan leveren, maar kan de benodigde hoeveelheid CO2 op een rustiger tempo omgezet worden. Hierdoor kan het systeem met een relatief laag vermogen toe.From the buffer vessel there is a cycle which runs via line 63 and a pump unit 55 placed therein to a heat exchanger 53 and returns via line 66 to the buffer vessel 52. The heat exchanging part 53 is adapted to evaporate liquid carbon dioxide from -25 ° C ( that is, to make it gaseous). To this end, the fluid in line 65 is supplied to the heat exchanging portion 53 at a temperature of about 20 ° C. After heating up the carbon dioxide, and converting to gaseous carbon dioxide, the fluid is cooled to about 1 ° C, and it will be recycled via line 66 to the buffer vessel 52. By using the energy source 51, in this case the heating boiler 51, the buffer vessel 52 can be brought back to the desired storage temperature and kept there. The power of the energy source 51 is thereby set such that during use sufficient energy can be supplied to the fluid to keep the buffer vessel at the desired temperature, and to allow the conversion of liquid carbon dioxide to gaseous carbon dioxide to continue during continuous use of the converter. When applying the method shown here in FIG. 5 in the system as shown in FIG. 4, the evaporator 9 can be used to create a desired amount of liquid carbon dioxide, which is then stored in the buffer container 82. In this way, it is not necessary for the evaporator to be arranged such that it can continuously supply the required amount of CO2, but the required amount of CO2 can be converted at a slower pace. This allows the system to operate with a relatively low power.

In de in Fig. 5 getoonde uitvoeringsvorm, is het warmtewisselend gedeelte 53 gevormd door een warmtewisselaar. In een bijzondere uitvoeringsvorm kan dit een warmtewisselaar van het “Shell-and-plate” type zijn. Andere warmtewisselaars zijn uiteraard ook denkbaar.In the embodiment shown in FIG. 5, the heat exchanging portion 53 is formed by a heat exchanger. In a special embodiment this can be a heat-exchanger of the "Shell-and-plate" type. Other heat exchangers are of course also conceivable.

De verdamper 9 kan op zich voor de vakman bekende regeleenheid omvatten, zodanig dat het vermogen van de energiebron, de temperatuur van het buffervat, en de fluïdumstromen doorheen de eerste kringloop en de tweede kringloop automatisch gestuurd worden.The evaporator 9 may comprise a control unit known per se to the person skilled in the art, such that the power of the energy source, the temperature of the buffer vessel, and the fluid flows through the first cycle and the second cycle are controlled automatically.

De anoxiekamer 4 kan op eenvoudige wijze zijn uitgevoerd door het aanpassen en ombouwen van een (standaard) container. De anoxiecontainer 4 kan gevuld worden met (transport)kratten waarin varkens gehouden zijn. De kratten worden aan de deur van de stal gevuld met varkens waarna deze in de anoxiecontainer opgestapeld worden. De kratten zijn dusdanig ontworpen met aandacht voor hygiëne en welzijn. Dieren ervaren daardoor niet meer stress dan bij een standaard verplaatsing en/of transport. Zodra de gehele anoxiecontainer is gevuld met de kratten, of zodra alle gewenste kratten in de anoxiecontainer geplaatst zijn, wordt de anoxiecontainer hermetisch afgesloten en wordt er een anoxie gecreëerd door het geforceerd inbrengen van CO2, en bij voorkeur een mengsel van CO2 θη N2.The anox chamber 4 can be designed in a simple manner by adapting and converting a (standard) container. The anoxia container 4 can be filled with (transport) crates in which pigs are kept. The crates are filled with pigs at the door of the stable, after which they are stacked in the anoxia container. The crates are designed with attention to hygiene and well-being. As a result, animals experience no more stress than with a standard movement and / or transport. As soon as the entire anoxia container has been filled with the crates, or as soon as all the desired crates have been placed in the anoxia container, the anoxia container is hermetically sealed and an anoxia is created by the forced introduction of CO2, and preferably a mixture of CO2 θη N2.

Deze anoxie wordt voor een bepaalde tijd gehandhaafd, totdat de dieren in de containers niet meer in leven zijn. Daarna kan de anoxiecontainer worden ontlucht, bijvoorbeeld door daartoe ingerichte ontluchtingsmiddelen, waarna de anoxiecontainer geopend kan worden en de kratten met de kadavers verwijderd en geledigd kunnen worden.This anoxia is maintained for a certain time until the animals in the containers are no longer alive. The anoxia container can then be vented, for example by means of venting means provided for this purpose, after which the anoxia container can be opened and the crates with the cadavers can be removed and emptied.

Aanvrager heeft ondervonden dat bij het gebruik van gasvormige CO2 het verbruik lager is dan bij vloeibare CO2 die in een ruimte ingebracht wordt om van daaruit te verdampen. De oorzaak hiervan ligt volgens aanvrager in het feit dat moleculair gezien een gasvorm CO2 volumineuzer is dan een vloeibare vorm. Hierdoor is met minder kg CO2 een gelijkblijvend volumepercentage te bereiken.The applicant has found that when using gaseous CO2, the consumption is lower than with liquid CO2 that is introduced into a space to evaporate from there. According to the applicant, the cause of this lies in the fact that, from a molecular point of view, a gas form is CO2 more voluminous than a liquid form. As a result, a constant volume percentage can be achieved with less kg of CO2.

Verder wordt volgens de onderhavige uitvinding een zuurstofarm gas, in het bijzonder gasvormige koolstofdioxide of een koolstofdioxide houdend gasmengsel, toegevoerd aan de afgesloten ruimte. Daar wordt in ieder geval onder begrepen het rechtstreeks inbrengen van een koolstofdioxide houdend mengsel in een gasvormige fase. Het gebruik van eventuele hulpstoffen wordt daar ook onder begrepen. Zo is het denkbaar dat het gasvormige koolstofdioxide gebruikt wordt bij het vervaardigen van een schuim, waarbij vervolgens het schuim in de ruimte wordt ingebracht. Hiermee is een landbouwhuisdier eenvoudig te bedekken met schuim, waardoor deze omgeven wordt door gasvormige CO2. Dit is bijvoorbeeld voordelig in een tweede stap, dat wil zeggen in een eerste stap wordt gasvormig CO2 ingebracht totdat de dieren bewusteloos zijn, vervolgens wordt schuim met CO2 ingebracht om de dieren te omgeven in CO2-schuim totdat de dood intreedt. Een dergelijk toevoeren van een schuimmengsel is in ieder geval onderdeel van de uitvindingsgedachte.Furthermore, according to the present invention, a low-oxygen gas, in particular gaseous carbon dioxide or a carbon dioxide-containing gas mixture, is supplied to the sealed space. This includes in any case the direct introduction of a carbon dioxide-containing mixture into a gaseous phase. The use of any additives is also included. Thus, it is conceivable that the gaseous carbon dioxide is used in the manufacture of a foam, wherein the foam is subsequently introduced into the space. This makes it easy to cover a farm animal with foam, so that it is surrounded by gaseous CO2. This is advantageous, for example, in a second step, i.e. in a first step, gaseous CO2 is introduced until the animals are unconscious, then foam with CO2 is introduced to surround the animals in CO2 foam until death occurs. Such a supply of a foam mixture is in any case part of the inventive concept.

Overigens wordt opgemerkt dat de hierboven beschreven uitvinding in principe toepasbaar is met een zuurstofarm gasmengsel, dat wil zeggen een gasmengsel waarin in hoofdzaak geen zuurstof aanwezig is, maar wel bijvoorbeeld stikstof en/of koolstofdioxide. Het is voordelig wanneer het aan de in hoofdzaak afgesloten ruimte toegevoerde gasmengsel minder dan 5 vol-%, zoals bijvoorbeeld minder dan 1 vol-% zuurstof omvat. Een dergelijk mengsel is ook voordelig voor gebruik bij schuim.It is otherwise noted that the invention described above can in principle be applied with a low-oxygen gas mixture, that is to say a gas mixture in which substantially no oxygen is present, but, for example, nitrogen and / or carbon dioxide. It is advantageous if the gas mixture supplied to the substantially sealed space comprises less than 5% by volume, such as, for example, less than 1% by volume of oxygen. Such a mixture is also advantageous for use with foam.

De gevraagde bescherming wordt bepaald door de aangehechte conclusies.The requested protection is determined by the appended claims.

Claims (16)

CONCLUSIESCONCLUSIONS 1. Werkwijze voor het afdoden van landbouwhuisdieren, zoals bijvoorbeeld varkens, gekenmerkt door de stappen van:Method for killing farm animals, such as, for example, pigs, characterized by the steps of: - het verschaffen van een in hoofdzaak afgesloten ruimte met daarin ten minste een landbouwhuisdier, zoals een varken; en- providing a substantially closed space with at least one farm animal therein, such as a pig; and - het vervolgens aan de in hoofdzaak afgesloten ruimte toevoeren van een zuurstofarm gasmengsel, in het bijzonder een koolstofdioxide houdend gasmengsel.- subsequently supplying a low-oxygen gas mixture to the substantially sealed space, in particular a gas mixture containing carbon dioxide. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het toegevoerde gasmengsel koolstofdioxide en stikstof omvat.The method of claim 1, wherein the gas mixture supplied comprises carbon dioxide and nitrogen. 3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij het toegevoerde gasmengsel tussen 20 vol-% tot 60 vol-%, in het bijzonder ongeveer 30 vol-%, koolstofdioxide omvat, en waarbij het toegevoerde gasmengsel voor het overige deel in hoofdzaak bestaat uit stikstof.Method according to claim 2, wherein the gas mixture supplied comprises between 20% by volume and 60% by volume, in particular approximately 30% by volume, of carbon dioxide, and wherein the gas mixture supplied consists essentially of nitrogen. 4. Werkwijze volgens conclusie een van de voorgaande conclusies, omvattende de stap van het verschaffen van vloeibare koolstofdioxide, en van het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar gasvormige koolstofdioxide.The method of claim any of the preceding claims, comprising the step of providing liquid carbon dioxide, and converting the liquid carbon dioxide to gaseous carbon dioxide. 5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar de gasvormige koolstofdioxide de stap omvat van het verdampen van de vloeibare koolstofdioxide.The method of claim 4, wherein converting the liquid carbon dioxide to the gaseous carbon dioxide comprises the step of vaporizing the liquid carbon dioxide. 6. Werkwijze volgens conclusie 4 of 5, waarbij het omzetten van de vloeibare koolstofdioxide naar de gasvormige koolstofdioxide buiten de in hoofdzaak afgesloten ruimte plaatsvindt.A method according to claim 4 or 5, wherein the conversion of the liquid carbon dioxide to the gaseous carbon dioxide takes place outside the substantially sealed space. 7. Werkwijze volgens een van de conclusies 2 tot en met 6, omvattende de stap van het mengen van gasvormige koolstofdioxide en gasvormige stikstof.The method of any one of claims 2 to 6, comprising the step of mixing gaseous carbon dioxide and gaseous nitrogen. 8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende de stap van het conditioneren van het toe te voeren gasmengsel.Method according to one of the preceding claims, comprising the step of conditioning the gas mixture to be supplied. 9. Werkwijze volgens conclusie 8, omvattende de stap van het naar een gewenste temperatuur brengen van het toe te voeren gasmengsel, waarbij de gewenste temperatuur gelegen is tussen 10°C en 35°C, in het bijzonder tussen 15°C en 30°C, zoals bijvoorbeeld 20°C.Method according to claim 8, comprising the step of bringing the gas mixture to be supplied to a desired temperature, wherein the desired temperature is between 10 ° C and 35 ° C, in particular between 15 ° C and 30 ° C , such as, for example, 20 ° C. 10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende de stap van het in een houder plaatsen van het ten minste ene landbouwhuisdier, zoals een varken, en het vervolgens in de ruimte plaatsen van de houder met het ten minste ene landbouwhuisdier.A method according to any one of the preceding claims, comprising the step of placing the at least one farm animal, such as a pig, in a holder and subsequently placing the holder with the at least one farm animal in the space. 11. Systeem voor toepassing in de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een in hoofdzaak afsluitbare anoxiekamer waarin ten minste een af te doden landbouwhuisdier, zoals een varken plaatsbaar is, alsmede gasmengseltoevoermiddelen die zijn ingericht voor het aan de anoxiekamer toevoeren van een koolstofdioxide houdend gasmengsel.A system for use in the method according to any one of the preceding claims, comprising a substantially lockable anox chamber in which at least one farm animal to be killed, such as a pig, can be placed, and gas mixture supply means adapted to supply a carbon dioxide to the anox chamber containing gas mixture. 12. Systeem volgens conclusie 11, omvattende een voorraadhouder voor koolstofdioxide, in het bijzonder voor vloeibare koolstofdioxide.12. System as claimed in claim 11, comprising a storage container for carbon dioxide, in particular for liquid carbon dioxide. 13. Systeem volgens conclusie 12, omvattende een verdampereenheid met een inlaat en met een uitlaat, waarbij de verdampereenheid is ingericht om vloeibare koolstofdioxide afkomstig uit de voorraadhouder om te zetten in gasvormige koolstofdioxide.A system according to claim 12, comprising an evaporator unit with an inlet and with an outlet, wherein the evaporator unit is adapted to convert liquid carbon dioxide from the storage container into gaseous carbon dioxide. 14. Systeem volgens conclusie 13, omvattende een conditioneereenheid voor het op een gewenste temperatuur brengen van de gasvormige koolstofdioxide.14. System as claimed in claim 13, comprising a conditioning unit for bringing the gaseous carbon dioxide to a desired temperature. 15. Systeem volgens conclusie 13 of 14, omvattende een warmtewisselaar, in het bijzonder waarbij de warmtewisselaar onderdeel uitmaakt van de verdampereenheid en/of de conditioneereenheid.System according to claim 13 or 14, comprising a heat exchanger, in particular wherein the heat exchanger forms part of the evaporator unit and / or the conditioning unit. 16. Systeem volgens conclusie 15, waarbij de warmtewisselaar van het type “Shell and Plate” is.The system of claim 15, wherein the heat exchanger is of the "Shell and Plate" type. 1 /31/3
NL2018449A 2017-03-01 2017-03-01 Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method. NL2018449B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018449A NL2018449B1 (en) 2017-03-01 2017-03-01 Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2018449A NL2018449B1 (en) 2017-03-01 2017-03-01 Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2018449B1 true NL2018449B1 (en) 2018-09-21

Family

ID=58548809

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2018449A NL2018449B1 (en) 2017-03-01 2017-03-01 Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2018449B1 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7448943B1 (en) * 2007-01-09 2008-11-11 Dakota Turkey Growers, Llc Poultry stunning system
US20150216190A1 (en) * 2014-02-03 2015-08-06 Ryan Moyle Poultry euthanasia device
US9125423B2 (en) * 2013-02-21 2015-09-08 Clifford Broderick Animal euthanasia apparatus
US20150250192A1 (en) * 2012-09-10 2015-09-10 Linco Food Systme A/S Method and a monitoring system for monitoring gas stunning of birds

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US7448943B1 (en) * 2007-01-09 2008-11-11 Dakota Turkey Growers, Llc Poultry stunning system
US20150250192A1 (en) * 2012-09-10 2015-09-10 Linco Food Systme A/S Method and a monitoring system for monitoring gas stunning of birds
US9125423B2 (en) * 2013-02-21 2015-09-08 Clifford Broderick Animal euthanasia apparatus
US20150216190A1 (en) * 2014-02-03 2015-08-06 Ryan Moyle Poultry euthanasia device

Similar Documents

Publication Publication Date Title
AU2011100193B4 (en) Shipping containers and methods of transporting livestock
Lambooij Transport of pigs.
US20090117016A1 (en) Fumigation and sanitation of biological products storage systems using ozone
NO314061B1 (en) Technical arrangement for the transport of live fish or shellfish
NL2018449B1 (en) Method for killing farm animals, such as pigs, as well as a system for use in that method.
US3824958A (en) Livestock container
Lambooij Transport of pigs.
NO20150636A1 (en) Feeding system and method for feeding purified fish in a fish farm
NL2018448B1 (en) A method for gasifying poultry, as well as a device for use in that method.
AU2013201956B2 (en) Systems and methods of transporting livestock
NL2018450B1 (en) Method for controlling vermin, in particular insects and / or rodents present in transport containers
RU2420064C2 (en) Method and device to put marine animals in condition of artificial hybernation
Vesseur Causes and consequences of variation in weaning to oestrus interval in the sow
WO2005070198A1 (en) Method for holding poikilothermic poultry, and device for holding poikilothermic poultry
Johnson et al. Effects of transportation of green eggs, and of water temperature during incubation, on the mortality of chinook salmon
Goddard Deer handling and transport.
Parvathy et al. Effect of anaesthetics, temperature and aeration in live transportation of tilapia (Oreochromis mossambicus)(Peters, 1852)
WO2018211231A1 (en) System and method for stunning animals
Kis et al. Effect of a phytogenic feed additive on weaning-to-estrus interval and farrowing rate in sows
Chernyshev et al. Long-term storage of combined feed in containers with unregulated gas medium
Assefa et al. Overview of Dairy Breeding and Animal Health Management
BE1025719A1 (en) Improved hatching process of eggs in hatcheries.
CN214950027U (en) Medicine refrigerated transport case that poultry animal doctor used
Neathery Acceptance of orphan lambs by tranquilized ewes (Ovis aries)
Grandin REDUCING TRANSPORTATION STRESSES