NL2014495B1 - Defoliator. - Google Patents

Defoliator. Download PDF

Info

Publication number
NL2014495B1
NL2014495B1 NL2014495A NL2014495A NL2014495B1 NL 2014495 B1 NL2014495 B1 NL 2014495B1 NL 2014495 A NL2014495 A NL 2014495A NL 2014495 A NL2014495 A NL 2014495A NL 2014495 B1 NL2014495 B1 NL 2014495B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
displacement means
teeth
displacement
defoliating
transport
Prior art date
Application number
NL2014495A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2014495A (en
Inventor
Johannes Maria Timmerman Cornelis
Original Assignee
Potveer Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Potveer Bv filed Critical Potveer Bv
Publication of NL2014495A publication Critical patent/NL2014495A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2014495B1 publication Critical patent/NL2014495B1/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G5/00Floral handling

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een ontbladerinrichting (30) voor het individueel ontbladeren van stelen (20) van gewassen (18). De inrichting omvat eerste eindloze verplaatsingsmiddelen (32) met eerste riselementen (60) voor het afstropen van bladeren, in een ontbladertraject daaraan evenwijdig opgestelde tweede eindloze verplaatsingsmiddelen (34) tweede riselementen (70) voor het afstropen van bladeren, ten minste een aandrijving (80) daarvoor. De draairichting van de verplaatsingsmiddelen (32, 34) is zodanig dat de in het ontbladertraject (54) de eerste en tweede riselementen (60, 70) een steeluiteinde (22) opnemen en bij verdere verplaatsing van de eerste en tweede riselementen (60, 70) in het ontbladertraject (54) bladeren (55) van het steeluiteinde (22) verwijderen.The invention relates to a defoliator (30) for the individual defoliation of stems (20) from crops (18). The device comprises first endless displacement means (32) with first riser elements (60) for stripping leaves, in a defoliating path arranged second endless displacement means (34) parallel to it, stripping leaves, at least one drive (80) ) therefor. The direction of rotation of the displacement means (32, 34) is such that the first and second risers (60, 70) receive a stem end (22) in the defoliating path (54) and upon further displacement of the first and second risers (60, 70) ) remove leaves (55) from the stem end (22) in the defoliating section (54).

Description

Korte aanduiding: OntbladerinrichtingShort indication: defoliator

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het individueel ontbladeren van stelen van gewassen, in het bijzonder snijbloemen, hierna kortweg ook ontbladerinrichting genoemd.The present invention relates to a device for the individual defoliation of stalks of crops, in particular cut flowers, hereinafter also referred to simply as defoliator.

In verwerkingslijnen van sierbloemen, zoals, anjers, chrysanten, lelies, is doorgaans een positie ingeruimd, waar de bladeren nabij het vrije steeluiteinde van een aantal tot een bos gebundelde gewassen (bloemen, groentakken en/of andere decoratie-elementen) worden verwijderd met een ontbladerinrichting. Een in het vak gebruikte inrichting, zie bijv. ook US 4,704,846 A1 fig. 7, omvat ten minste een paar boven elkaar en draaibaar opgestelde borstels, die tijdens bedrijf met hoge snelheid in tegengestelde richting roteren. Een borstel omvat een horizontale draagkoker met radiaal uitstekende vingers van een enigszins flexibel materiaal. De vingers van een paar samenwerkende borstels overlappen elkaar. De borstels staan onder een hoek ten opzichte van de langsrichting van een transportband, waarop de bossen worden verplaatst. De vrije steeluiteinden van de geboste gewassen worden tussen de borstels door geleid, waarbij de draaiende vingers de bladeren en andere uitsteeksels verwijderen.In processing lines of ornamental flowers, such as carnations, chrysanthemums, lilies, a position is usually provided where the leaves are removed near the free stem end of a number of crops bundled into a bunch (flowers, green branches and / or other decorative elements) with a defoliator. A device used in the art, see e.g. also US 4,704,846 A1 in Fig. 7, comprises at least a pair of superimposed and rotatable brushes which rotate in opposite directions during high speed operation. A brush comprises a horizontal carrier tube with radially projecting fingers of a somewhat flexible material. The fingers of a pair of cooperating brushes overlap each other. The brushes are angled with respect to the longitudinal direction of a conveyor belt on which the bunches are moved. The free stem ends of the forested crops are passed between the brushes, the rotating fingers removing the leaves and other protrusions.

Ook in een bekende stand-alone ontbladerinrichting, zoals gebruikt in bloemenwinkels e.d., worden paren van in tegengestelde richting roterende borstels toegepast. Zie bijv. NL 8900392 A1.Also in a known stand-alone defoliator, such as used in flower shops and the like, pairs of brushes rotating in the opposite direction are used. See e.g. NL 8900392 A1.

De ontbladerresultaten van de bekende op draaiende borstels gebaseerde inrichtingen laten echter te wensen over. Enerzijds worden kleine blaadjes niet altijd in voldoende mate van de steel verwijderd. Anderzijds komen de met hoge snelheid ronddraaiende vingers ook met de steel zelf in aanraking, waardoor deze kan beschadigen.However, the defoliating results of the known rotating brush-based devices are unsatisfactory. On the one hand, small leaves are not always sufficiently removed from the stem. On the other hand, the rotating fingers at high speed also come into contact with the handle itself, which can damage it.

De uitvinding heeft ten doel een ontbladerinrichting te verschaffen, waarmee een gewas individueel van bladeren kan worden ontdaan.The invention has for its object to provide a defoliator device with which a crop can be stripped of leaves individually.

Nog een ander doel is een dergelijke ontbladerinrichting te verschaffen, waarbij de kans op beschadiging van de gewassen, in het bijzonder de stelen, klein is.Yet another object is to provide such a defoliator, wherein the risk of damage to the crops, in particular the stems, is small.

De inrichting voor het individueel ontbladeren van stelen van gewassen, zoals snijbloemen, in het bijzonder in een transportrichting bewegende gewassen, volgens de uitvinding omvat: eerste eindloze verplaatsingsmiddelen die over ten minste twee in een eerste richting draaibaar opgestelde keerrollen worden geleid, voorzien van eerste riselementen voor het afstropen van bladeren, in een ontbladertraject evenwijdig aan de eerste eindloze verplaatsingsmiddelen opgestelde tweede eindloze verplaatsingsmiddelen die over ten minste twee draaibaar opgestelde keerrollen worden geleid, voorzien van tweede riselementen voor het afstropen van bladeren, ten minste een aandrijving voor het aandrijven van de eerste en tweede eindloze verplaatsingsmiddelen, zodanig dat de in een ontbladertraject samenwerkende eerste en tweede riselementen bij een opneemuiteinde van de eerste en tweede eindloze verplaatsingsmiddelen een steeluiteinde van een te ontbladeren gewas opnemen en bij verdere verplaatsing van de verplaatsingsmiddelen in het ontbladertraject de eerste en tweede riselementen bladeren van het steeluiteinde verwijderen.The device for individually de-leafing stalks of crops, such as cut flowers, in particular crops moving in a conveying direction, according to the invention comprises: first endless displacement means which are guided over at least two return rollers rotatably arranged in a first direction, provided with first risers for stripping leaves, in a defoliating path parallel to the first endless displacement means arranged second endless displacement means which are guided over at least two rotatably arranged deflection rollers, provided with second risers for stripping leaves, at least one drive for driving the first and second endless displacement means, such that the first and second riser elements cooperating in a defoliating path receive a stem end of a crop to be deflated at a pick-up end of the first and second endless displacement means and upon further displacement of the d The displacement means in the defoliating path remove the first and second riser leaves from the stem end.

De inrichting volgens de uitvinding omvat eerste en tweede verplaatsingsmiddelen zonder einde, zoals snaren, (smalle) banden en kettingsystemen, die al dan niet meervoudig uitgevoerd kunnen zijn. De eerste en tweede verplaatsingsmiddelen lopen over keerrollen- of wielen, waarvan er telkens ten minste een door middel van een aandrijving, zoals een elektromotor en overbrengingskast, wordt aangedreven. De eerste en tweede verplaatsingsmiddelen zijn voorzien van eerste, respectievelijk tweede riselementen voor het afstropen van bladeren, die in het ontbladertraject naar elkaar zijn toegekeerd en met elkaar samenwerken voor het verwijderen van bladeren. In dit ontbladertraject bewegen de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen in dezelfde richting. Het ontbladertraject beslaat zodoende de baangedeelten van de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen, waar de eerste en tweede riselementen naar elkaar zijn toegekeerd, welke baangedeelten zich uitstrekken vanaf een opneemuiteinde, waar een steeleinde wordt opgenomen door de daartoe met elkaar samenwerkende eerste en tweede riselementen, tot voorbij het opgenomen steeluiteinde. Door de schuivende beweging van de zich verplaatsende eerste en tweede riselementen langs de steel (in plaats van de slaande beweging bij de roterende borstels volgens de stand van de techniek) vanaf de opneempositie in de richting van het steeluiteinde stropen de riselementen de bladeren en andere uitstekende plantendelen van de steel op en bij verdere beweging tot voorbij het steeluiteinde worden de bladeren van de steel losgemaakt. Omdat bij de inrichting volgens de uitvinding elk steeluiteinde individueel wordt behandeld in plaats van een bundel steeluiteinden gelijk, en een dergelijk steeluiteinde nagenoeg aan alle kanten wordt omsloten door de samenwerkende eerste en tweede riselementen worden alle bladeren en andere uitstekende plantendelen met grote doelmatigheid en betrouwbaarheid van het steeluiteinde verwijderd. Het risico van beschadiging van de steel is ook verminderd. Met voordeel zijn de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen evenwijdig op afstand boven elkaar opgesteld, zodat er een zekere ruimte tussen deze verplaatsingsmiddelen aanwezig is, die groot genoeg is om de eerste en tweede riselementen, en de stelen van de gewassen, door te laten. Tijdens bedrijf draaien dan de keerrollen van de eerste en tweede verplaatsingmiddelen in tegengestelde richting, waardoor wordt bereikt dat in het ontbladertraject de verplaatsingsmiddelen in dezelfde richting bewegen. Voorbeelden van geschikte verplaatsingsmiddelen omvatten kettingsystemen, eindloze smalle banden of snaren.The device according to the invention comprises first and second endless moving means, such as strings, (narrow) belts and chain systems, which may or may not be of multiple design. The first and second displacement means run on deflection rollers or wheels, at least one of which is each driven by means of a drive, such as an electric motor and transmission box. The first and second displacement means are provided with first and second riser elements, respectively, for stripping leaves, which face each other in the defoliating path and cooperate with each other for removing leaves. In this defolding path, the first and second displacement means move in the same direction. The defoliating path thus covers the web portions of the first and second displacement means, where the first and second risers face each other, which web portions extend from a receiving end, where a stem end is received by the first and second risers cooperating therewith, beyond the included stem end. Due to the sliding movement of the moving first and second risers along the handle (instead of the beating movement with the rotating brushes according to the prior art) from the pick-up position towards the handle end, the risers scrape the leaves and other protruding plant parts of the stem on and with further movement beyond the stem end, the leaves are detached from the stem. Because in the device according to the invention each stem end is treated individually instead of a bundle of stem ends being the same, and such a stem end is enclosed substantially on all sides by the cooperating first and second risers, all leaves and other protruding parts of plants become highly efficient and reliable. the stem end removed. The risk of damaging the stem is also reduced. Advantageously, the first and second displacement means are arranged parallel to one another at a distance above each other, so that a certain space is present between these displacement means, which is large enough to allow the first and second risers and the stalks of the crops to pass through. During operation, the return rollers of the first and second displacement means then rotate in the opposite direction, whereby it is achieved that the displacement means move in the same direction in the defoliating path. Examples of suitable displacement means include chain systems, endless narrow bands or strings.

Als samenwerkende riselementen voor het opnemen van een steeluiteinde en verwijderen van de bladeren genoemd komen tanden, van tanden voorziene stroken, flexibele strips, en combinaties daarvan in aanmerking.Mentioned as cooperating risers for receiving a stem end and removing the leaves are teeth, toothed strips, flexible strips, and combinations thereof.

In een uitvoeringsvorm omvatten de eerste en tweede riselementen in de verplaatsingsrichting van de eerste, respectievelijk tweede verplaatsingsmiddelen op afstand van elkaar opgestelde sets van opstaande, in het ontbladertraject in hoofdzaak parallel opgestelde eerste en tweede tanden, waarbij de langsrichting van de eerste en tweede tanden in het ontbladertraject onder hoek α < 90° ten opzichte van de verplaatsingsrichting van de eerste en tweede eindloze verplaatsingsrichting staat. Bij deze uitvoeringsvorm zijn gebruikelijk aan de buitenomtrek de eerste verplaatsingsmiddelen voorzien van sets van minimaal 2 eerste tanden en de tweede verplaatsingsmiddelen voorzien van sets van minimaal 2 tweede tanden, zodat met elkaar samenwerkende sets van eerste en tweede tanden bij het opneemuiteinde een opening omsluiten, waarin een steeluiteinde wordt opgenomen. Bij verdere verplaatsing bewegen de eerste en tweede tanden dan als een paar samenwerkende harken of kammen om de steel heen in de richting van het vrije steeluiteinde. Door de beweging van de eerste en tweede tanden ten opzichte van het gewas worden de bladeren en eventuele andere uitstekende gewasgedeelten van het steeluiteinde verwijderd. Aangenomen wordt dat het eerste blad dat wordt afgeschoven een prop in de steelopening tussen de tanden vormt en de afmetingen van de openingen dus verkleind. Bij de verdere verplaatsing worden volgende bladeren van het steeluiteinde afgeschoven. De steel zelf komt zodoende niet of nauwelijks met de tanden in aanraking, en wordt niet beschadigd. Een daaropvolgend gewas wordt door een van de volgende sets samenwerkende eerste en tweede tanden ontbladert. De sets tanden zijn telkens op afstand van elkaar opgesteld. Dit is in het bijzonder voordelig wanneer de gewassen op een onderlinge afstand zoals 5 - cm of meer, liggend op een transporteur, bijvoorbeeld een transportband met hun steeluiteinde uitstekend voorbij de langsrand daarvan worden aangevoerd om te worden ontbladerd.In one embodiment the first and second riser elements comprise spaced apart sets of upstanding, first and second teeth arranged in parallel in the direction of movement of the first and second teeth, the longitudinal direction of the first and second teeth the defolding path is at angle α <90 ° with respect to the direction of movement of the first and second endless direction of movement. In this embodiment, the first displacement means are usually provided with sets of at least 2 first teeth on the outer circumference and the second displacement means are provided with sets of at least 2 second teeth, so that cooperating sets of first and second teeth enclose an opening at the receiving end, in which a stem end is included. Upon further displacement, the first and second teeth then move around the shank in the direction of the free shank end as a pair of cooperating rakes or combs. The movement of the first and second teeth relative to the crop removes the leaves and any other protruding crop portions from the stem end. It is believed that the first blade that is sheared forms a plug in the stem opening between the teeth and thus reduces the dimensions of the openings. During further movement, the following leaves are pushed off the stem end. The stem itself therefore hardly comes into contact with the teeth, and is not damaged. A subsequent crop is deflated by one of the following sets of cooperating first and second teeth. The sets of teeth are always spaced apart. This is particularly advantageous when the crops are supplied at a mutual distance such as 5 cm or more, lying on a conveyor, for example a conveyor belt with their handle end protruding beyond the longitudinal edge thereof, to be deflated.

Bij deze uitvoeringsvorm met op afstand van elkaar gelegen sets van tanden staat de langsrichting van de eerste en tweede tanden onder een hoek ten opzichte van de verplaatsingsrichting van de eerste en tweede eindloze verplaatsingmiddelen. Om de liggende positie van een met de transportband meebewegend gewas niet aan te tasten tijdens verplaatsing van de tanden staat het ontbladertraject (verplaatsingsrichting van verplaatsingsmiddelen) onder een (ingesloten) hoek α <90°, bijvoorbeeld 40-80°, ten opzichte van de transportrichting van de transportband. Vanwege dezelfde redenen staat met voordeel de door de samenwerkende sets tanden begrensde steelopening in hoofdzaak dwars op de transportrichting, en zodoende is de langsrichting van de eerste en tweede tanden in hoofdzaak gelijk aan de transportrichting van de transportrichting, zodat de scheefstand van de verplaatsingsmiddelen ten opzichte van de transportrichting gecorrigeerd wordt door een gelijke scheefstand van de tanden ten opzichte van de verplaatsingsmiddelen.In this embodiment with spaced sets of teeth, the longitudinal direction of the first and second teeth is angled with respect to the direction of movement of the first and second endless displacement means. In order not to affect the lying position of a crop moving with the conveyor belt during displacement of the tines, the defolding path (displacement direction of displacement means) is at an (enclosed) angle α <90 °, for example 40-80 °, with respect to the conveying direction of the conveyor belt. For the same reasons, the stem opening bounded by the cooperating sets of teeth is advantageously substantially transverse to the conveying direction, and thus the longitudinal direction of the first and second teeth is substantially equal to the conveying direction of the conveying direction, so that the skew position of the displacing means relative to of the direction of transport is corrected by an equal skew position of the teeth relative to the displacement means.

Met voordeel omvat een set meer dan 2 tanden naast elkaar, d.w.z. in het ontbladertraject vormen met elkaar samenwerkende sets van eerste en tweede tanden meerdere opneemopeningen, zodat ook bij een enigszins variërende onderlinge afstand tussen de aangevoerde steeluiteinden wordt verzekerd dat elk steeluiteinde bij het opneemuiteinde wordt opgenomen in een van deze opneemopeningen.Advantageously, a set comprises more than 2 teeth next to each other, ie sets of first and second teeth cooperating with each other form several receiving openings, so that even with a slightly varying mutual distance between the supplied stem ends it is ensured that each stem end is secured at the receiving end included in one of these receiving openings.

In een verdere uitvoeringsvorm omvatten de eerste en tweede verplaatsingmiddelen elk een dubbel kettingsysteem, waarbij van elk dubbel kettingsysteem de tandwielen bij voorkeur op gemeenschappelijke assen zijn gemonteerd, en de bijbehorende tanden, in het bijzonder een van opstaande tanden voorzien plaatvormig element, zoals hierna besproken, op beide kettingen zijn bevestigd. Dit vereenvoudigt het op de juiste positie monteren van de eerste en tweede tanden op de verplaatsingsmiddelen en behouden ervan.In a further embodiment, the first and second displacement means each comprise a double chain system, wherein of each double chain system the gears are preferably mounted on common shafts, and the associated teeth, in particular a plate-shaped element provided with upright teeth, as discussed below, are attached to both chains. This simplifies mounting the first and second teeth on the displacement means in the correct position and maintaining them.

De optimale vorm van de door de eerste en tweede tanden gedefinieerde opneemopening, bijvoorbeeld diameter, kan per te verwerken gewas verschillen. Derhalve is met voordeel de afstand tussen de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen instelbaar. Gunstig is ook als de eerste en tweede tanden eenvoudig verwisselbaar zijn.The optimum shape of the receiving opening defined by the first and second tines, for example diameter, can differ per crop to be processed. Therefore, the distance between the first and second displacement means is advantageously adjustable. It is also beneficial if the first and second teeth are easily interchangeable.

Bij een uitvoeringsvorm daarvan zijn de eerste en tweede tanden - gezien in de verplaatsingsrichting van de eerste, respectievelijk tweede verplaatsingsmiddelen - met voordeel op afstand van elkaar opgestelde paren van van opstaande tanden voorziene plaatvormige elementen. Met voordeel omvat daartoe een van opstaande tanden voorzien plaatvormig element een evenwijdig aan het verplaatsingsvlak van de verplaatsingsmiddelen gelegen basisplaat voor bevestiging aan de verplaatsingsmiddelen, in het bijzonder de schakels van de (dubbele) kettingen daarvan, met een van tanden voorziene, opstaande plaat. De basisplaat maakt ook mogelijk om de genoemde scheefstand van de tanden ten opzichte van de verplaatsingsmiddelen eenvoudig te realiseren.In an embodiment thereof, the first and second teeth - viewed in the direction of displacement of the first and second displacement means respectively - are advantageously spaced apart pairs of plate-shaped elements provided with upright teeth. To this end, a plate-shaped element provided with upright teeth advantageously comprises a base plate located parallel to the displacement surface of the displacement means for attachment to the displacement means, in particular the links of the (double) chains thereof, with an upright plate provided with teeth. The base plate also makes it possible to easily realize the said skew position of the teeth relative to the displacement means.

Bij voorkeur zijn in de verplaatsingsrichting in het ontbladertraject de eerste tanden versprongen ten opzichte van de tweede tanden gelegen. Anders gezegd, gezien in de verplaatsingsrichting sluiten bij het opneemuiteinde de tweede tanden, die van boven komen, aan bij de van beneden naar boven om de betreffende keerrol bewegende eerste tanden, die als het ware een steun voor het steeluiteinde vormen.The first teeth are preferably staggered with respect to the second teeth in the direction of movement in the defoliating path. In other words, seen in the direction of movement, the second teeth coming from the top connect at the pick-up end to the first teeth moving from bottom to top about the respective deflection roller, which form a support for the stem end, as it were.

Teneinde te voorkomen dat bij het ronden van de keerwielen de eerste en tweede tanden elkaar raken of anderszins hinderen zijn de eerste tanden in het ontbladertraject van het opneemuiteinde weg gebogen.In order to prevent the first and second teeth from touching or otherwise hindering each other when the turning wheels are rounded, the first teeth are deflected away from the receiving end in the defoliating path.

Bij een andere uitvoeringsvorm omvatten de eerste riselementen een zich over de lengte van de verplaatsingsmiddelen uitstrekkende, van eerste tanden voorziene stijve strip. De tweede riselementen kunnen daarbij een soortgelijke zich over de lengte van de tweede verplaatsingsmiddelen uitstrekkende, van tanden voorziene strip omvatten. De lengterichting van de tanden is zodoende gelijk aan de langsrichting van de verplaatsingsmiddelen. In een voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de tweede riselementen een strip met vlakke omtreksrand. In het ontbladertraject vormen de van eerste tanden voorziene stirp als eerste riselementen en de tweede riselementen, hetzij strip met tweede tanden hetzij strip met vlakke rand, een reeks van opneemopeningen voor een steeluiteinde. De strip met eerste tanden is met voordeel uit een relatief stijf materiaal vervaardigd, terwijl de als tweede riselementen toegepaste strip eveneens uit een relatief stijf materiaal kan zijn vervaardigd. Bij voorkeur wordt daarvoor een materiaal toegepast dat buigzamer is dan het materiaal van de strip met eerste tanden. Teneinde de keerrollen te kunnen ronden zullen gebruikelijk de strippen in gedeelten zijn opgedeeld, welke gedeelten ieder apart op de toegepaste verplaatsingsmiddelen zijn gemonteerd. Voor een strip met vlakke rand kan ook een strip met een uit het vlak van de strip gegolfde rand worden toegepast, die bij het ronden van de keerrollen de vereiste grotere lengte geeft. Met het oog op het gemakkelijk en geleidelijk opnemen van een steeluiteinde omvat een eerste tand - gezien in de verplaatsingsrichting -een onder een hoek kleiner dan 90° staand voorvlak en een in hoofzaak loodrecht achtervlak ten opzichte van de langsrichting van de eerste verplaatsingsmiddelen. Het aldus vormgegeven voorvlak vergemakkelijkt het opnemen van een steeluiteinde bij het ronden van de aan het opneemuiteinde gelegen keerrol.In another embodiment, the first riser elements comprise a rigid strip provided with first teeth and extending along the length of the displacement means. The second riser elements can herein comprise a similar toothed strip extending along the length of the second displacement means. The longitudinal direction of the teeth is therefore equal to the longitudinal direction of the displacement means. In a preferred embodiment, the second riser elements comprise a strip with a flat peripheral edge. In the defoliating range, the first toothed stirp forms as first risers and the second risers, either strip with second teeth or strip with flat edge, form a series of receiving openings for a stem end. The strip with first teeth is advantageously made from a relatively stiff material, while the strip used as second riser elements can also be made from a relatively stiff material. Preferably, a material is used for this that is more flexible than the material of the strip with first teeth. In order to be able to round the return rollers, the strips will usually be divided into sections, which sections are each mounted separately on the moving means used. For a strip with flat edge, it is also possible to use a strip with an edge rippled out of the plane of the strip, which gives the required greater length when rounding the deflection rollers. In view of the easy and gradual pick-up of a handle end, a first tooth - viewed in the direction of movement - comprises a front surface which is smaller than 90 ° and a substantially rear face perpendicular to the longitudinal direction of the first displacement means. The front surface thus designed facilitates the incorporation of a stem end when rounding the deflection roller located at the receiving end.

Bij een andere uitvoeringsvorm omvatten de eerste en tweede riselementen een of meer zich in de lengterichting van de eerste, en tweede verplaatsingsmiddelen uitstrekkende opstaande stroken van een flexibel materiaal. In het ontbladertraject overlappen de opstaande stroken elkaar enigszins, waardoor ze vanwege hun flexibiliteit voldoende nauw aansluiten om een steel op te nemen, en voldoende stijf zijn - en dus weerstand bieden - om bladeren van de steel af te stropen. Een strip van rubber met een dikte tot aan enkele millimeters is een geschikt materiaal. Wanneer de strip onvoldoende elastisch is, kan een strip met een gegolfde rand worden toegepast.In another embodiment, the first and second riser elements comprise one or more upright strips of a flexible material extending in the longitudinal direction of the first and second displacement means. In the defoliating path, the upright strips overlap slightly, so that their flexibility allows them to fit close enough to receive a stem, and are sufficiently stiff - and therefore resistant - to strip leaves off the stem. A strip of rubber with a thickness up to a few millimeters is a suitable material. If the strip is insufficiently elastic, a strip with a corrugated edge can be used.

Doorgaans is bij de hierboven besproken uitvoeringsvormen de hoek tussen de langsrichting van de verplaatsingsmiddelen en de transportrichting van de gewassen op een transporteur kleiner, bijvoorbeeld in het gebied van 10-40°, dan bij de hierboven besproken uitvoeringsvorm met op afstand van elkaar gelegen sets riselementen.In the above-discussed embodiments, the angle between the longitudinal direction of the moving means and the conveying direction of the crops on a conveyor is generally smaller, for example in the range of 10-40 °, than in the above-discussed embodiment with spaced apart sets of risk elements .

Bij nog een andere uitvoeringsvorm omvatten de eerste respectievelijk tweede riselementen een of meer naast elkaar opgestelde rijen van buigzame haren. De haren, bijvoorbeeld haren vergelijkbaar qua flexibiliteit met de haren van een straatbezem, nemen een steeluiteinde op en door verplaatsing worden de bladeren verwijderd.In yet another embodiment, the first and second risk elements comprise one or more rows of flexible hairs arranged side by side. The hairs, for example hairs comparable in flexibility to the hairs of a street broom, pick up a stem end and the leaves are removed by displacement.

Zoals hierboven reeds aangeduid, wordt de ontbladerinrichting volgens de uitvinding met voordeel gebruikt in combinatie met transportmiddelen, zoals een gebruikelijke transportband, voor het liggend verplaatsen van op afstand van elkaar gelegen gewassen in een transportrichting waarbij een steeluiteinde voorbij de langsrand van de transportmiddelen uitsteekt, voorzien van een aandrijving voor de transportmiddelen. Het invoeruiteinde van de verplaatsingsmiddelen bevindt zich dan op in wezen dezelfde hoogte als het transportpart van de transportmiddelen.As already indicated above, the defoliating device according to the invention is advantageously used in combination with conveying means, such as a conventional conveyor belt, for the horizontal displacement of spaced crops in a conveying direction with a stem end protruding beyond the longitudinal edge of the conveying means of a drive for the means of transport. The input end of the displacing means is then at substantially the same height as the conveying part of the conveying means.

Om te verhinderen dat de gewassen door de beweging van de riselementen langs de steel van de transportinrichting worden meegesleurd, zijn met voordeel klemmiddelen voor het klemmen van de gewassen op de transportmiddelen voorzien. Een geschikte uitvoeringsvorm van dergelijke klemmiddelen is een op geringe afstand boven de transportmiddelen opgestelde eindloze klemband, bijvoorbeeld een smal bandje zonder einde, dat desgewenst aan de buitenzijde is voorzien van een veerkrachtig en samendrukbaar, bijvoorbeeld spons- of schuimachtig, materiaal, dat tijdens bedrijf met dezelfde snelheid als de transportmiddelen in de transportrichting mee beweegt.In order to prevent the crops from being dragged along by the movement of the riser elements along the handle of the transport device, clamping means are advantageously provided for clamping the crops on the transport means. A suitable embodiment of such clamping means is an endless clamping band arranged at a small distance above the transporting means, for example a narrow endless belt, which if desired is provided on the outside with a resilient and compressible, for example sponge or foamy, material which during operation with the same speed as the transport means moves in the transport direction.

Teneinde de transportsnelheid van de transportmiddelen en de verplaatsingsnelheid van de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen op elkaar af te stemmen is bij voorkeur een regelinrichting voorzien voor het aansturen van de aandrijvingen van de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen en de transportmiddelen, zodanig dat de verplaatsingcomponent van de eerste en tweede tanden in de transportrichting gelijk is aan de verplaatsingssnelheid van de transportmiddelen.In order to match the transport speed of the transport means and the displacement speed of the first and second displacement means, a control device is preferably provided for controlling the drives of the first and second displacement means and the transport means, such that the displacement component of the first and second displacement means second teeth in the conveying direction is equal to the displacement speed of the conveying means.

Volgens een verder aspect heeft de uitvinding ook betrekking op een bloemenverwerkingslijn voor het verwerken van bloemen tot bloembossen, die een ontbladerinrichting volgens de uitvinding zoals hierboven is beschreven omvat.According to a further aspect, the invention also relates to a flower processing line for processing flowers into flower bunches, which comprises a defoliating device according to the invention as described above.

Met voordeel omvat de bloemenverwerkingslijn verder een of meer bloemenverwerkingsstations, gekozen uit een sorteerinrichting voor het op een of meer geselecteerde gewaskenmerken sorteren van gewassen, een bindinrichting voor het met bindmateriaal binden van meerdere gewassen, zoals een elastiekbinder of taper, een bosinrichting voor het tot een bos van meerdere bloemen verzamelen van op de transportmiddelen getransporteerde bloemen welke bosinrichting benedenstrooms van de sorteerinrichting en bovenstrooms van de bindinrichting, indien aanwezig, is opgesteld.Advantageously, the flower processing line further comprises one or more flower processing stations selected from a sorting device for sorting crops according to one or more selected crop characteristics, a binding device for binding several crops with binding material, such as an elastic binder or taper, a bunching device for forming a collecting a bunch of flowers from flowers transported on the conveying means, which bunching device is arranged downstream of the sorting device and upstream of the binding device, if present.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening, waarinThe invention is explained below with reference to the appended drawing, in which

Fig. 1 een schematisch aanzicht in perspectief is van een eerste uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting volgens de uitvinding met sets van eerste en tweede tanden als riselementen;FIG. 1 is a schematic perspective view of a first embodiment of a defoliator device according to the invention with sets of first and second teeth as risers;

Fig. 2 en 3 details van de in Fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm weergeven;FIG. 2 and 3 details of the data shown in FIG. 1 shown embodiment;

Fig. 4 een schematisch aanzicht is van een gedeelte van een tweede uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting volgens de uitvinding met van eerste en tweede tanden voorziene strips als riselementen;FIG. 4 is a schematic view of a portion of a second embodiment of a defoliator device according to the invention with strips provided with first and second teeth as risers;

Fig. 5 een schematisch aanzicht is van een gedeelte van een derde uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting volgens de uitvinding met een van eerste tanden voorzien strip en een opstaande strip als riselementen;FIG. 5 is a schematic view of a portion of a third embodiment of a defoliator device according to the invention with a strip provided with first teeth and an upright strip as risers;

Fig. 6 een schematisch aanzicht is van een gedeelte van een vierde uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting volgens de uitvinding met meerdere opstaande strippen als riselementen; enFIG. 6 is a schematic view of a portion of a fourth embodiment of a defoliator device according to the invention with a plurality of upright strips as risers; and

Fig. 7 een schematisch aanzicht is van een gedeelte van een vijfde uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting volgens de uitvinding met borstelbanden als riselementen.FIG. 7 is a schematic view of a portion of a fifth embodiment of a defoliator device according to the invention with brush bands as risk elements.

In Fig. 1 - 3 duidt verwijzingscijfer 10 een transportinrichting voor het op een onderlinge afstand liggend verplaatsen van gewassen, in het bijzonder snijbloemen, in de met een pijl weergegeven transportrichting aan, zoals een transportband zonder einde, die op op zich bekende wijze over keerrollen 12 wordt geleid, waarvan er ten minste een wordt aangedreven met een aandrijving 14, bestuurd door regelinrichting 16. De gewassen 18 liggen met de richting van hun steel 20 in hoofdzaak dwars op de genoemde transportrichting, waarbij het te ontbladeren steeluiteinde 22 voorbij de langsrand 24 van de transportinrichting 10 uitsteekt. Een klemband 26, die tijdens bedrijf met dezelfde snelheid met de transportinrichting 10 meebeweegt, klemt het gewas op het transportvlak 28 van de transportinrichting 10 en zorgt bij het hierna te beschrijven ontbladeren voor voldoende tegenkracht.In FIG. 1 to 3, reference numeral 10 denotes a conveying device for moving crops, in particular cut flowers, at a mutual distance, in the conveying direction indicated by an arrow, such as an endless conveyor belt which is guided in a manner known per se over reversing rollers 12 at least one of which is driven by a drive 14 controlled by control device 16. The crops 18 lie with the direction of their stem 20 substantially transversely of the said conveying direction, the stem end 22 to be deflated past the longitudinal edge 24 of the conveyor device 10 protrudes. A clamping belt 26, which moves with the transport device 10 at the same speed during operation, clamps the crop onto the transport surface 28 of the transport device 10 and ensures sufficient counterforce when defoliating is described below.

Voor het ontbladeren is een ontbladerinrichting 30 nabij de langsrand 24 van de transportinrichting 10 opgesteld. In de weergegeven uitvoeringsvorm omvat de ontbladerinrichting 30 twee dubbel uitgevoerde kettingsystemen als eerste verplaatsingsmiddelen 32, respectievelijk tweede verplaatsingsmiddelen 34. Elk kettingsysteem omvat twee kettingen 36, 38, 40, 42, die bij het opneemuiteinde 44 nabij de langsrand 24 over tandwielen 46 met gemeenschappelijke as 48 worden geleid en aan het andere uiteinde over tandwielen 47, welke tandwielen in de met pijlen aangegeven richtingen draaibaar zijn. De draairichting van het eerste kettingsysteem is tegen de klok in, zodat het bovenste kettingpart 50 van het opneemuiteinde 44 af beweegt. De draairichting van het tweede kettingsysteem is tegengesteld aan de draairichting van het eerste kettingsysteem, d.w.z. met de klok mee, zodat het onderste kettingpart 52 daarvan in dezelfde richting als genoemd bovenste kettingpart 50 van het eerste kettingsysteem beweegt. De verplaatsingsrichting van de kettingsystemen staat onder een hoek α < 90° ten opzichte van de transportrichting van de transportinrichting 10. Het ontbladertraject 54, waar te beschrijven sets tanden als eerste en tweede riselementen de bladeren 55 van het steeluiteinde 22 verwijderen, strekt zich vanaf het opneemuiteinde 44 in de verplaatsingsrichting van het bovenste kettingpart 50 en onderste kettingpart 52 uit. Op de kettingen 36 en 38 zijn als eerste tanden uitgevoerde eerste riselementen 60 gemonteerd in de vorm van in de verplaatsingsrichting op afstand van elkaar opgestelde eendelige elementen 62. Een dergelijk element 62 omvat een basisplaat 64 die onder tussenkomst van verbindingsstukken 66 is bevestigd aan betreffende schakels 68 van de beide kettingen 36 en 38. De basisplaat 64 is aan een uiteinde omgebogen tot een opstaand plaatdeel 69 dat aan het vrije uiteinde is voorzien van een reeks eerste tanden, die zich schuin in de verplaatsingsrichting weg van de kettingen 36, 38 uitstrekken. Op soortgelijke wijze zijn tweede tanden als tweede riselementen 70 als onderdeel van bevestigingselementen 72 gemonteerd op de kettingen 40, 42 van het tweede kettingsysteem 34, behalve dat de tweede tanden in hoofdzaak loodrecht op de kettingen 40, 42 staan. De basisplaten 64 van de elementen 62, 72 bezitten een dusdanige vorm dat de reeksen eerste en tweede tanden in het ontbladertraject evenwijdig staan aan de transportrichting van de transportinrichting 10. Met andere woorden de langsrichting van de reeksen tanden staat in dat traject onder de genoemde hoek α ten opzichte van de verplaatsingsrichting van de kettingen. Gezien in de verplaatsingsrichting in het ontbladertraject sluiten de tweede tanden bovenstrooms op eerste tanden aan, zodat zij -in aanzicht - elkaar overlappen onder vrijlating van openingen 74 voor het opnemen van een steeluiteinde 22. Met verwijzingscijfer 80 is een aandrijving voor de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen 32, 34 aangeduid, die wordt geregeld met regelinrichting 16. De verplaatsingscomponent van de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen 32, 34 in de richting van de transportrichting van de transportinrichting 10 kan daarmee afgestemd worden op de transportsnelheid van de gewassen 18 met de transportinrichting 10.For defoliating, a defoliator device 30 is arranged near the longitudinal edge 24 of the conveyor device 10. In the embodiment shown, the defoliator 30 comprises two double-design chain systems as first displacement means 32 and second displacement means 34, respectively. Each chain system comprises two chains 36, 38, 40, 42, which at the receiving end 44 near the longitudinal edge 24 over sprockets 46 with common shaft 48 and at the other end over gear wheels 47, which gear wheels are rotatable in the directions indicated by arrows. The direction of rotation of the first chain system is counterclockwise so that the upper chain part 50 moves away from the receiving end 44. The direction of rotation of the second chain system is opposite to the direction of rotation of the first chain system, i.e. clockwise, so that the lower chain part 52 thereof moves in the same direction as said upper chain part 50 of the first chain system. The direction of movement of the chain systems is at an angle α <90 ° with respect to the direction of transport of the conveyor device 10. The defoliator section 54, where sets of teeth to be described as first and second risers remove the leaves 55 from the stem end 22, extends from the receiving end 44 in the direction of movement of the upper chain part 50 and lower chain part 52. On the chains 36 and 38 first riser elements 60 designed as first teeth are mounted in the form of one-piece elements 62 arranged in the direction of movement and spaced apart from each other. Such an element 62 comprises a base plate 64 which is connected to the relevant links via connecting pieces 66 68 of the two chains 36 and 38. The base plate 64 is bent at one end into an upright plate part 69 which at its free end is provided with a series of first teeth which extend obliquely in the direction of movement away from the chains 36, 38. Similarly, second teeth are mounted as second risers 70 as part of fastening elements 72 on the chains 40, 42 of the second chain system 34, except that the second teeth are substantially perpendicular to the chains 40, 42. The base plates 64 of the elements 62, 72 have such a shape that the sets of first and second teeth in the defoliating path are parallel to the conveying direction of the conveying device 10. In other words, the longitudinal direction of the rows of teeth is in that path under the said angle α with respect to the direction of movement of the chains. Viewed in the direction of movement in the defoliating path, the second teeth connect upstream to first teeth, so that they are mutually overlapping while leaving openings 74 for receiving a stem end 22. Reference numeral 80 is a drive for the first and second displacement means. 32, 34, which is controlled with control device 16. The displacement component of the first and second displacement means 32, 34 in the direction of the transport direction of the transport device 10 can thus be adjusted to the transport speed of the crops 18 with the transport device 10.

In de hierna te bespreken in Fig. 4-7 getoonde uitvoeringsvormen zijn de transportinrichting 10, de aandrijvingen 14 en 80, besturingsinrichting 16 niet opnieuw weergegeven. De Fig. 4-7 en bijbehorende beschrijving richten zich op de eerste en tweede riselementen 60 en 70. Onderdelen die aan in Fig. 1-3 beschreven onderdelen gelijk zijn, zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.In the following to be discussed in FIG. 4 to 7, the transport device 10, the drives 14 and 80, the control device 16 are not shown again. FIG. 4-7 and associated description focus on the first and second risk elements 60 and 70. Components that are shown in Figs. 1-3 described are identical, are designated by the same reference numerals.

Fig. 4 toont een tweede uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting volgens de uitvinding. Naast de transportband 10, waarop gewassen 18 met hun steeluiteinde 22 voorbij de langsrand 24 uitstekend op een onderlinge afstand worden getransporteerd, is de ontbladerinrichting 30 opgesteld, waarbij de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen 32, respectievelijk 34 zijn voorzien van een zich in de lengterichting daarvan uitstrekkende stroken 100 en 102 die respectievelijk van als eerste en tweede tanden uitgevoerde riselementen 60 respectievelijk 70 zijn voorzien, die in het ontbladertraject opneemopeningen 74 voor een steeluiteinde 22 begrenzen.FIG. 4 shows a second embodiment of a defoliator device according to the invention. In addition to the conveyor belt 10, on which plants 18 with their stem end 22 are transported protrudingly beyond the longitudinal edge 24 at a mutual distance, the defoliator device 30 is arranged, wherein the first and second displacement means 32, 34 respectively are provided with a longitudinally extending thereof strips 100 and 102 which are provided with risers 60 and 70, respectively, designed as first and second teeth, which define receiving openings 74 for a stem end 22 in the defoliating path.

Fig. 5 toont een deel van een derde uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting 30 volgens de uitvinding. Op de als ketting 36 uitgevoerde eerste verplaatsingsmiddelen 32 zijn in de langsrichting ervan plaatelementen 110 met een van eerste tanden als eerste riselementen 60 gemonteerd, zodanig dat in het ontbladertraject de plaatelementen 110 een reeks van aaneengesloten tanden vormen. De tandvormige eerste riselementen 60 bezitten een voorvlak 112, dat in het ontbladertraject onder een hoek van ongeveer 45° staat ten opzichte van de lengterichting van de verplaatsingsmiddelen, hetgeen het opnemen van een steel 18 bij het ronden van een in Fig. 5 niet weergegeven tandwiel vergemakkelijkt. Het achtervlak 114 staat hier nagenoeg loodrecht op die langsrichting. De tweede verplaatsingsmiddelen 34 omvatten eveneens een ketting 40, waarop plaatelementen 116 met een vlakke rand 118 zijn gemonteerd. In het ontbladertraject overlappen de plaatelementen 116, die in breedterichting versprongen zijn ten opzichte van de plaatelementen 112, de eerste riselementen 60 onder vrijlating van een opneemopeningen 74 voor een te ontbladeren steel 20. Voordelig is wanneer een steel 20 zowel op het voorvlak 112 als het achervlak 114 van de eerste tanden rust, maar niet op de bodem van het dal tussen opeenvolgende tanden, en de vlakke rand 118 ook voldoende contact maakt met de steel 18.FIG. 5 shows a part of a third embodiment of a defoliator device 30 according to the invention. On the first displacement means 32 designed as chain 36, plate elements 110 are mounted in their longitudinal direction with one of first teeth as first riser elements 60, such that in the defoliating path the plate elements 110 form a series of contiguous teeth. The tooth-like first riser elements 60 have a front surface 112 which, in the defoliating path, is at an angle of approximately 45 ° with respect to the longitudinal direction of the displacement means, which is to receive a stem 18 when rounding a stem shown in FIG. 5 gear not shown. The rear face 114 here is substantially perpendicular to that longitudinal direction. The second displacement means 34 also comprise a chain 40, on which plate elements 116 with a flat edge 118 are mounted. In the defoliating path, the plate elements 116, which are offset in width direction with respect to the plate elements 112, overlap the first riser elements 60 while leaving a receiving opening 74 for a stem 20 to be deflated. It is advantageous if a stem 20 is located on both the front face 112 and the the surface 114 of the first teeth rests, but not on the bottom of the trough between successive teeth, and the flat edge 118 also makes sufficient contact with the shank 18.

Fig. 6 toont een vierde uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting 30 volgens de uitvinding, waarbij de eerste en tweede riselementen 60 resp. 70 elk meerdere naast elkaar opgestelde, opstaande stroken 120 met een vlakke rand 122 uit een enigszins flexibel en elastisch materiaal omvatten, die op smalle eindloze banden als eerste en tweede verplaatsingsmiddelen 32 resp. 34 zijn bevestigd, waarbij in het ontbladertraject er geen overlap is van de eerste en tweede riselementen 60 en 70, maar voldoende ruimte voor het opnemen van een steel 20 aanwezig is.FIG. 6 shows a fourth embodiment of a defoliator device 30 according to the invention, wherein the first and second riser elements 60 and 60 respectively. 70 each comprise a plurality of upright strips 120 arranged side by side with a flat edge 122 of a somewhat flexible and elastic material, which on narrow endless bands are the first and second displacement means 32 and 32, respectively. 34 are attached, wherein there is no overlap of the first and second riser elements 60 and 70 in the defoliating path, but there is sufficient space for receiving a stem 20.

Fig. 7 toont een vijfde uitvoeringsvorm van een ontbladerinrichting 30 volgens de uitvinding, waarbij de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen 32 en 34 met eerste riselementen 60 resp. tweede riselementen 70 elk uit zogeheten borstelbanden bestaan, die buigzame borstelharen omvatten, die voldoende stijf en sterk zijn om bladeren van een steel 20 af te ritsen.FIG. 7 shows a fifth embodiment of a defoliator device 30 according to the invention, wherein the first and second displacement means 32 and 34 with first riser elements 60 and 7, respectively. second riser elements 70 each consist of so-called brush belts, which comprise flexible bristles that are sufficiently stiff and strong to unzip leaves from a stem 20.

Claims (17)

1. Inrichting (30) voor het individueel ontbladeren van stelen (20) van gewassen (18), in het bijzonder in een transportrichting bewegende gewassen, omvattende eerste eindloze verplaatsingsmiddelen (32) die over ten minste twee draaibaar opgestelde keerrollen (46, 47) worden geleid, voorzien van eerste riselementen (60) voor het afstropen van bladeren, in een ontbladertraject evenwijdig aan de eerste eindloze verplaatsingsmiddelen (32) opgestelde tweede eindloze verplaatsingsmiddelen (34), die over ten minste twee keerrollen (46, 47) worden geleid, voorzien van tweede riselementen (70) voor het afstropen van bladeren, ten minste een aandrijving (80) voor het aandrijven van de eerste en tweede eindloze verplaatsingsmiddelen (32, 34), zodanig dat de in het ontbladertraject (54) met elkaar samenwerkende riselementen (60, 70) bij een opneemuiteinde (44) van de eerste en tweede eindloze verplaatsingsmiddelen (32, 34) een steeluiteinde (22) van een te ontbladeren gewas (18) opnemen en bij verdere verplaatsing van de verplaatsingsmiddelen (32, 34) in het ontbladertraject (54) de eerste en tweede riselementen (60, 70) bladeren (55) van het steeluiteinde (22) verwijderen.Device (30) for individually defoliation of stalks (20) of plants (18), in particular plants moving in a conveying direction, comprising first endless displacement means (32) which are arranged over at least two rotatably arranged return rollers (46, 47) are guided, provided with first riser elements (60) for stripping leaves, in a defoliating path parallel to the first endless displacement means (32) arranged second endless displacement means (34), which are guided over at least two deflection rollers (46, 47), provided with second riser elements (70) for stripping leaves, at least one drive (80) for driving the first and second endless displacement means (32, 34), such that the riser elements cooperating in the defoliant path (54) 60, 70) at a pick-up end (44) of the first and second endless displacement means (32, 34) pick up a stem end (22) of a crop to be deflated and For further displacement of the displacement means (32, 34) in the defoliating path (54) remove the first and second riser elements (60, 70) leaves (55) from the stem end (22). 2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste en tweede riselementen (60, 70) in de verplaatsingsrichting van de eerste, respectievelijk tweede verplaatsingsmiddelen (32, 34) op afstand van elkaar opgestelde sets van van opstaande, in het ontbladertraject (54) in hoofdzaak parallel opgestelde eerste en tweede tanden voorziene plaatvormige elementen (62, 72) omvatten, waarbij de langsrichting van de eerste en tweede tanden in het ontbladertraject onder een hoek α < 90° ten opzichte van de verplaatsingsrichting van de eerste en tweede eindloze verplaatsingsmiddelen (32, 34) staat.Device as claimed in claim 1, wherein the first and second riser elements (60, 70) in the displacement direction of the first and second displacement means (32, 34) are spaced apart from each other from sets of upright, in the defoliating path (54) substantially first and second teeth arranged plate-like elements (62, 72) arranged in parallel, wherein the longitudinal direction of the first and second teeth in the defoliating path at an angle α <90 ° with respect to the direction of movement of the first and second endless displacement means (32) , 34). 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij in de verplaatsingsrichting in het ontbladertraject (54) de eerste tanden versprongen ten opzichte van de tweede tanden zijn gelegen.Device according to claim 2, wherein in the direction of movement in the defoliating path (54) the first teeth are staggered with respect to the second teeth. 4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, waarbij de eerste tanden in de richting van de verplaatsingsrichting van de eerste verplaatsingsmiddelen (32) zijn gebogen.Device according to claim 2 or 3, wherein the first teeth are bent in the direction of the direction of movement of the first movement means (32). 5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies 2-4, waarbij de afstand tussen opeenvolgende sets van met elkaar samenwerkende eerste en tweede tanden groter is dan de te ontbladeren steellengte.5. Device as claimed in any of the foregoing claims 2-4, wherein the distance between successive sets of cooperating first and second teeth is greater than the stem length to be deflated. 6. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste riselementen (60) een zich over de lengte van de verplaatsingsmiddelen (32) uitstrekkende van eerste tanden voorziene strip (110) omvatten.The device of claim 1, wherein the first riser elements (60) comprise a strip (110) provided with first teeth extending along the length of the displacement means (32). 7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij een eerste tand een onder een hoek kleiner dan 90° staand voorvlak (112) en een in hoofdzaak loodrecht achtervlak (114) bezit ten opzichte van de langsrichting van de eerste verplaatsingsmiddelen (32).Device as claimed in claim 6, wherein a first tooth has a front surface (112) which is angled smaller than 90 ° and a substantially perpendicular rear surface (114) with respect to the longitudinal direction of the first displacement means (32). 8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de tweede riselementen (70) een of meer zich over in de lengterichting van de tweede verplaatsingsmiddelen (34) uitstrekkende opstaande stroken (116) met vlakke rand (118) van een flexibel materiaal omvatten.Device according to claim 6 or 7, wherein the second riser elements (70) comprise one or more upright strips (116) with a flat edge (118) of a flexible material extending in the longitudinal direction of the second displacement means (34). 9. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste en tweede riselementen (60, 70) een of meer zich over in de lengterichting van de eerste, respectievelijk tweede verplaatsingsmiddelen (32, 34) uitstrekkende opstaande stroken (120) met vlakke langsranden (122) van een flexibel materiaal omvatten.Device according to claim 1, wherein the first and second riser elements (60, 70) have one or more upright strips (120) extending in the longitudinal direction of the first and second displacement means (32, 34) with flat longitudinal edges (122) made of a flexible material. 10. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de eerste respectievelijk tweede verplaatsingmiddelen (32, 34) met eerste respectievelijk tweede riselementen (60, 70) elk een of meer naast elkaar opgestelde borstelbanden omvatten.Device according to claim 1, wherein the first and second displacement means (32, 34) with first and second riser elements (60, 70) each comprise one or more brush belts arranged next to each other. 11. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste verplaatsingsmiddelen (32) over ten minste twee in een eerste richting om een horizontale as (48) draaibaar opgesteld keerrollen (46, 47) worden geleid, en de tweede verplaatsingsmiddelen (34) op afstand boven en evenwijdig aan de eerste verplaatsingsmiddelen (32) zijn opgesteld en over ten minste twee in een aan de eerste richting tegengestelde tweede richting om een horizontale as( 48) draaibaar opgestelde keerrollen (46,47) worden geleid.Device as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first displacement means (32) are guided over at least two return rollers (46, 47) rotatably arranged in a first direction about a horizontal axis (48), and the second displacement means (34) are arranged at a distance above and parallel to the first displacement means (32) and are guided over at least two return rollers (46.47) rotatably arranged in a direction opposite to the first direction about a horizontal axis (48). 12. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende transportmiddelen (10) voor het liggend verplaatsen van op afstand van elkaar gelegen gewassen (18) in een transportrichting waarbij een steeluiteinde (22) voorbij de langsrand (24) van de transportmiddelen(IO) uitsteekt, voorzien van een aandrijving (14) voor de transportmiddelen (10).Device as claimed in any of the foregoing claims, further comprising transport means (10) for horizontally displacing spaced crops (18) in a transport direction wherein a stem end (22) past the longitudinal edge (24) of the transport means (10) ), provided with a drive (14) for the transport means (10). 13. Inrichting volgens conclusie 12, verder omvattende klemmiddelen (26) voor het klemmen van de gewassen (18) op de transportmiddelen (10).Device according to claim 12, further comprising clamping means (26) for clamping the crops (18) on the transport means (10). 14. Inrichting volgens een van de conclusies 12-13, waarbij de verplaatsingsrichting van de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen (32, 34) onder een hoek α < 90° staat ten opzichte van de transportrichting van de transportmiddelen (10).Device as claimed in any of the claims 12-13, wherein the direction of displacement of the first and second displacement means (32, 34) is at an angle α <90 ° with respect to the direction of transport of the transport means (10). 15. Inrichting volgens een van de conclusie 12-14, waarbij een regelinrichting (16) is voorzien voor het aansturen van de aandrijvingen (80, 14) van de eerste en tweede verplaatsingsmiddelen (32, 34) en de transportmiddelen (10), zodanig dat de verplaatsingcomponent van de eerste en tweede riselementen (60, 70) in de transportrichting gelijk is aan de verplaatsingssnelheid van de transportmiddelen (10).Device as claimed in any of the claims 12-14, wherein a control device (16) is provided for controlling the drives (80, 14) of the first and second displacement means (32, 34) and the transport means (10), such in that the displacement component of the first and second risers (60, 70) in the conveying direction is equal to the displacement speed of the conveying means (10). 16. Bloemenverwerkingslijn voor het verwerken van bloemen tot bloembossen, die een ontbladerinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies omvat.A flower processing line for processing flowers into flower bunches, which comprises a defoliating device according to one or more of the preceding claims. 17. Bloemenverwerkingslijn volgens conclusie 16, verder omvattende een of meer bloemenverwerkingsstations, gekozen uit een sorteerinrichting voor het op een of meer geselecteerde gewaskenmerken sorteren van gewassen, een bindinrichting voor het met bindmateriaal binden van meerdere gewassen,, een bosinrichting voor het tot een bos van meerdere bloemen verzamelen van op de transportmiddelen getransporteerde bloemen.The flower processing line according to claim 16, further comprising one or more flower processing stations selected from a sorting device for sorting crops according to one or more selected crop characteristics, a binding device for binding several crops with binding material, a forest device for forming a bunch of collect several flowers from flowers transported on the means of transport.
NL2014495A 2015-01-12 2015-03-20 Defoliator. NL2014495B1 (en)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014109 2015-01-12

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2014495A NL2014495A (en) 2016-09-23
NL2014495B1 true NL2014495B1 (en) 2016-09-30

Family

ID=52781241

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014495A NL2014495B1 (en) 2015-01-12 2015-03-20 Defoliator.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2014495B1 (en)

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7713014A (en) * 1977-11-25 1979-05-29 Teunis Cornelis Van Den Dool Cut flower bunching machine - has primary unit cutting blooms at required stem length and secondary unit releasing stems to tying station
CN1215545A (en) * 1997-10-26 1999-05-05 广西壮族自治区农业机械研究所 Semi-feed sugar-cane combine harvester
CN201601985U (en) * 2009-12-08 2010-10-13 严嘉昌 Vertical spinning peeling device
CN203801298U (en) * 2013-12-14 2014-09-03 张文艳 Fast sugarcane leaf removal machine in harvest

Also Published As

Publication number Publication date
NL2014495A (en) 2016-09-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
ES2886541T3 (en) tuber harvester
FR2548518A1 (en) MACHINE TRAILERED OR WELL PROVIDED FOR THREE-POINT TRACTOR COUPLING FOR MAIZE HARVESTING OR SIMILAR ANALOGS OF ROD HAMMERING
US20080209800A1 (en) Apparatus and method for the receiving/delivering of crop holders
NL8104971A (en) APPARATUS FOR PROCESSING CUTTING HALM EQUIPMENT.
NL2014495B1 (en) Defoliator.
BE1023145B1 (en) Corn harvesting machine and combine harvester that contains corn harvesting machines
US11197424B2 (en) Sorting table for a fruit harvester
CZ2007660A3 (en) Picking apparatus for hop-picking machine
NL1041543B1 (en) Device for harvesting forest and hedge plants.
JP5200390B2 (en) Root crop harvesting machine
JP3785597B2 (en) Leafy vegetable removal device
JP2018164411A (en) Crop pull-out machine
US2001077A (en) Harvester
JP2009189336A (en) Farm implement
CN105284275A (en) Ordered conveying and collecting device
BE1017993A3 (en) PROCESSING MACHINE FOR BRUSHING A MAT OF STEMS OF FIBERY PLANTS, mainly FLAX.
KR101797159B1 (en) Harvest Apparatus for Box-Cultured Crops
BE1021353B1 (en) BEAUTIFUL FOR HARVESTING HEEL FRUITS
NL193603C (en) A method for harvesting long-stemmed crops, in particular chrysanthemums, and an apparatus for carrying out this method.
JP7504047B2 (en) Crop harvesting machine
EP4285717A1 (en) Egg cleaning device for removing feathers attached to eggs
NL2013710B1 (en) Device and method for cutting stem ends of crops.
JP3382051B2 (en) Vine shoot processing machine
JP3645775B2 (en) Conveyor equipment and harvester
NL8701609A (en) Prepn. of half pig-heads for de-boning - has endless belt of links with telescoping clamp and stop plate on preceding link running on wavy gear wheels between table halves