NL2014344B1 - Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis. - Google Patents

Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis. Download PDF

Info

Publication number
NL2014344B1
NL2014344B1 NL2014344A NL2014344A NL2014344B1 NL 2014344 B1 NL2014344 B1 NL 2014344B1 NL 2014344 A NL2014344 A NL 2014344A NL 2014344 A NL2014344 A NL 2014344A NL 2014344 B1 NL2014344 B1 NL 2014344B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tube
connecting body
plastic
pipe
end part
Prior art date
Application number
NL2014344A
Other languages
English (en)
Inventor
Fijma Siete
Brons Hendrik
Original Assignee
H S F Samenwerkende Fabrieken B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by H S F Samenwerkende Fabrieken B V filed Critical H S F Samenwerkende Fabrieken B V
Priority to NL2014344A priority Critical patent/NL2014344B1/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2014344B1 publication Critical patent/NL2014344B1/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L47/00Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics
    • F16L47/20Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics based principally on specific properties of plastics
    • F16L47/24Connecting arrangements or other fittings specially adapted to be made of plastics or to be used with pipes made of plastics based principally on specific properties of plastics for joints between metal and plastics pipes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Rigid Pipes And Flexible Pipes (AREA)

Abstract

Buis (1), vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, waarbij een einddeel (9) van de buis (1) is voorzien van een kunststof verbindingslichaam (2), waarbij het verbindingslichaam (2) een op een buitenzijde van het buiseinddeel (9) fluïdumdicht aansluitend bevestigingsdeel (5) omvat, alsmede een in een van de buis (1) afgekeerde richting uitstekend aankoppeldeel (6) voor fluïdumdichte koppeling aan een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk

Description

Titel: Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis
De uitvinding betreft een buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, waarbij een einddeel van de buis is voorzien van een kunststof verbindingshchaam, waarbij het verbindingshchaam een op een buitenzijde van het buiseinddeel fluïdum dicht aansluitend bevestigingsdeel omvat, alsmede een in een van de buis afgekeerde richting uitstekend aankoppeldeel voor fhüdumdichte koppebng aan een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk.
Buizen voorzien van een kunststof verbindingshchaam zijn reeds bekend, bijvoorbeeld uit EP0692667. Nadeel van een daarin beschreven buisverbinding is dat ze relatief moeüijk te verwezenlijken is door de vele benodigde onderdelen, en daardoor relatief duur wordt.
Doel van de onderhavige uitvinding is een buis voorzien van een verbindingshchaam te creëren die relatief eenvoudig en dus voordehg te produceren is, en waarvoor relatief weinig onderdelen nodig zijn om een koppeling met een tweede buis te realiseren.
Dit doel wordt bereikt doordat de buis volgens deze uitvinding daardoor gekenmerkt is dat het genoemde einddeel van de buis is voorzien van ten minste één buitendiameterverandering, bijvoorbeeld verwijding en/of verjonging, ten opzichte van een buitendiameter (Dl) van een overig deel van de buis, waarbij genoemd bevestigingsdeel van het verbindingshchaam zich ten minste over genoemde buitendiameterverandering uitstrekt.
Genoemde buitendiameterverandering zorgt ervoor dat het verbindingshchaam eenvoudig en krachtig kan aangrijpen op het einddeel van de buis. Zo zijn relatief weinig onderdelen nodig om —via het verbindingshchaam- een koppebng met een tweede buis te realiseren, en is het relatief voordehg te produceren.
In een voordehge uitwerking van de uitvinding omvat de ten minste ene buitendiameterverandering een vervorming, een rib, een ril, een verwijding en/of een vernauwing, en bij voorkeur ten minste twee of ten minste drie dergelijke diameterveranderingen. Genoemd verbindingslichaam kan naadloos aansluiten op genoemde vervorming, om zonder gebruik te maken van bijkomende onderdelen aan te grijpen op genoemd einddeel van de buis.
Bij voorkeur is genoemd einddeel van de buis voorzien van ten minste één rib, zodanig dat de buitendiameter (D2) van het buiseinddeel ter plekke van de rib groter is dan de buiten diameter (Dl) van het overig deel van de buis, bijvoorbeeld ten minste 1 mm groter. De relatief grote buitendiameter ter plekke van de rib laat een goede koppeling tussen genoemd verbindingslichaam en genoemd einddeel van de buis toe.
Bij voorkeur is genoemd einddeel van de buis voorzien van ten minste één vernauwing, waarbij de buitendiameter (D3) van het buiseinddeel ter plekke van de vernauwing kleiner is dan de buitendiameter (D1) van het overig deel van de buis, bijvoorbeeld ten minste 1 mm kleiner. De kleinere buitendiameter ter plekke van de vernauwing laat eveneens een effectief aangrijpen van genoemd verbindingslichaam op genoemd einddeel van de buis toe.
Bij voorkeur is genoemd einddeel van de buis voorzien van ten minste één vernauwing, waarbij de binnendiameter (D4) van het buiseinddeel ter plekke van de vernauwing kleiner is dan de binnendiameter (D5) van het overig deel van de buis, bijvoorbeeld ten minste 1 mm kleiner. Op deze manier is lokaal extra ruimte buiten de buis beschikbaar om te worden opgevuld door het verbindingslichaam, zodat lokaal een relatief breed en sterk deel van dat hchaam kan worden gevormd.
Bij voorkeur is genoemd einddeel van de buis voorzien van ten minste één taps uitlopende of trechtervormige verwijding, bijvoorbeeld gezien vanaf een genoemde vernauwing. In het bijzonder kan genoemde taps uitlopende of trechtervormige verwijding zich aan het kopse eind van de buis bevinden. Genoemde trechtervormige verwijding van genoemd einddeel van de buis kan extra grip bieden voor een genoemd verbin din gslich aam.
In een extra voordelige uitwerking is genoemd einddeel van de buis ten minste voorzien van een vernauwing en een rib, waarbij de vernauwing zich bevindt tussen genoemde rib en een kops eind van het einddeel van de buis, waarbij de binnendiameter (D4) van de buis ter plekke van de vernauwing kleiner is dan de binnendiameter (D5) van het overig deel van de buis, waarbij de buitendiameter (D2) van de buis ter plekke van de rib groter is dan de buitendiameter (Dl) van het overig deel van de buis. Een combinatie van één of meerdere buitendiameterveranderingen zoals een rib of een vernauwing en een binnendiameterverandering ter plekke van een vernauwing aan het einddeel van de buis verbetert het aangrijpen van genoemd verbindingslichaam op het einddeel van genoemde eerste buis, en op een tweede aan te koppelen buis.
In een voordelige uitwerking wordt het verbindingsdeel gevormd uit gegoten kunststof, bijvoorbeeld polyetheen, bijvoorbeeld spuitgegoten kunststof. Het verbindingslichaam kan bijvoorbeeld om de buis worden gevormd (bijvoorbeeld uit een uithardbare substantie), onder gebruikmaking van een daarvoor geschikte matrijs, hetgeen voor de vakman duidelijk zal zijn. Op deze manier kan het verbindingslichaam eenvoudig en voordelig worden gerealiseerd.
Volgens een nadere uitwerking kan het bevestigingsdeel van genoemd verbindingslichaam ten minste zowel een onvervormd buisdeel dat geen diameterverandering omvat, als een vervormd deel van de buis dat wel een genoemde ten minste ene diameterverandering omvat, omhullen. Dit verbetert het aangrijpen van het verbindingslichaam op het einddeel van de buis, en kan verder dienen als bescherming of versteviging een relatief lang deel van de buis.
In een voordelige uitwerking is de buis op zichzelf tevens ten minste gedeeltelijk voorzien van een kunststof omhulsel, bijvoorbeeld uit polyetheen, waarbij genoemd kunststof omhulsel zich bij voorkeur net of slechts deels uitstrekt over genoemd einddeel van de buis. Dit kunststof omhulsel kan rond de metalen buis een schutbuis vormen als bescherming.
De onderhavige uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het aanpassen van een buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, bijvoorbeeld ten behoeve van het koppelen van die buis aan een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk, omvattende in geschikte volgorde ten minste de stappen: -het vervormen van een einddeel van de buis om ten minste één buitendiameterverandering van de buis te bewerkstelligen; en -het op het genoemde (vervormde) einddeel van de buis in fLuïdumdichte aansluiting aanbrengen van een kunststof verbindingslichaam, welk verbindingslichaam een in een van de buis afgekeerde richting uitstekend aankoppeldeel voor fLuïdumdichte koppeling aan een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis, omvat.
Zo wordt op een voordelige en eenvoudig te vervaardigen manier een fLuïdumdichte koppeling tussen twee buizen gecreëerd, enkel door middel van een verbindingslichaam zonder verscheidene bijkomende onderdelen.
Volgens een voordelige werkwijze wordt het verbindingslichaam gevormd in een het buiseinddeel omgevende mal welke een matrijsholte voor vorming van dat lichaam definieert. De werkwijze kan bijvoorbeeld een kunststof spuitgietproces omvatten. Het verbindingslichaam wordt bij voorkeur ten minste rond zowel een onvervormd buisdeel, als een vervormd einddeel van de buis aangebracht. Alvorens het verbindingslichaam wordt aangebracht, wordt bovendien genoemd einddeel van de buis bijvoorbeeld voorzien van ten minste één rib, en bij voorkeur ten minste twee ribben, bijvoorbeeld met een onderlinge afstand van ten minste 1 cm gemeten in een buislangsrichting, en/of wordt het voorzien van ten minste één vernauwing, of van ten minste één verwijding, bijvoorbeeld door optrompen.
De uitvinding betreft ook een werkwijze om een buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, en een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk aan elkaar te koppelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een buis volgens de uitvinding om genoemde koppeling, via het verbindingslichaam, te bewerkstelligen. Hiermee kunnen bovengenoemde voordelen worden bereikt.
Voorts betreft de uitvinding een leidingnetwerk, bijvoorbeeld voor gas- of water, voorzien van ten minste één eerste buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, waarbij het leidingnetwerk is voorzien van ten minste een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis, met het kenmerk dat de eerste buis een buis volgens de uitvinding omvat, waarbij de tweede buis aan de eerste buis is gekoppeld via het bevestigingsdeel van het verbindingslichaam van die eerste buis.
De uitvinding wordt in het volgende ander toegelicht aan de hand van de tekening van twee uitvoeringsvoorbeelden. Daarin tonen:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht op een deel van een buis volgens een voorbeeld van de onderhavige uitvinding;
Figuur 2 een vooraanzicht van het in Figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld;
Figuur 3 een langsdoorsnede van het in Figuur 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld;
Figuur 4a een vooraanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld volgens de onderhavige uitvinding;
Figuur 4b een langsdoorsnede van het in Figuur 4a getoonde tweede uitvoeringsvoorbeeld.
Gelijke of corresponderende maatregelen worden in deze aanvrage met gelijke of corresponderende verwijzingstekens aangeduid.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht op een uitvoeringsvoorbeeld van een deel van een eerste buis 1 (of samenstel) volgens de onderhavige uitvinding, bijvoorbeeld een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk. De buis 1 is op zichzelf vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, bijvoorbeeld uit koper. Een proximaal einddeel 9 van de buis 1 is voorzien van een - in dit geval hulsvormig-kunststof verbindingsbchaam 2. Genoemd verbindingshchaam 2 omvat een op een buitenzijde van het buiseinddeel 9 fluïdumdicht aansluitend bevestigingsdeel 5, alsmede een in een van de buis 1 afgekeerde richting uitstekend aankoppeldeel 6 voor fluïdum dichte koppeling aan een niet weergegeven tweede buis.
De eerste buis 1 is bij voorkeur ten minste gedeeltelijk voorzien van een omhulsel 3, bijvoorbeeld uit kunststof, polyetheen of dergelijke, waarbij genoemd omhulsel 3 zich bij voorkeur net of slechts deels uitstrekt over genoemd einddeel 9 van de buis 1.
Zoals uit Figuren 2 en 3 volgt is het genoemde einddeel 9 van de eerste buis 1 voorzien van ten minste één buitendiameterverandering, bijvoorbeeld verwijding en/of verjonging, ten opzichte van een buitendiameter Dl van een overig deel van de buis 1, waarbij genoemd bevestigingsdeel 5 van het verbindingshchaam 2 zich ten minste over genoemde buitendiameterverandering uitstrekt. Het bevestigingsdeel 5 van genoemd verbindingshchaam 2 omhult ten minste zowel een onvervormd buisdeel dat geen diameterverandering omvat, als een vervormd deel van de buis dat wel een genoemde ten minste ene diameterverandering omvat.
De ten minste ene diameterverandering omvat een vervorming, een rib, een ril, een verwijding en/of een vernauwing, waarbij bij voorkeur ten minste twee of ten minste drie dergelijke diameterveranderingen zijn voorzien.
Bij voorkeur is genoemd einddeel 9 van de buis 1 voorzien van ten minste één rib 10 (twee in dit voorbeeld), waarbij de buitendiameter D2 van het buiseinddeel 9 ter plekke van de rib 10 groter is dan de buitendiameter Dl van het overig deel van de buis 1, bijvoorbeeld ten minste 1 mm groter.
Bij voorkeur is genoemd einddeel 9 van de buis 1 voorzien van ten minste één vernauwing 11 (één, in dit voorbeeld, te weten proximaal van genoemde ribben 10), waarbij de buitendiameter D3 van het buiseinddeel 9 ter plekke van de vernauwing 11 kleiner is dan de buitendiameter D1 van het overig deel van de buis 1, bijvoorbeeld ten minste 1 mm kleiner. Zoals uit de tekening verder volgt is waarbij een binnendiameter D4 van het buiseinddeel 9 ter plekke van de vernauwing 11 kleiner dan de binnendiameter D5 van het overig deel van de buis 1, bijvoorbeeld ten minste 1 mm kleiner.
Tenslotte is genoemd einddeel 9 van de buis 1 bij voorkeur voorzien van ten minste één taps uitlopende of trechtervormige verwijding 12.
In een voordelige uitwerking, zoals bijvoorbeeld getoond in Figuur 3, is genoemd einddeel 9 van de buis 1 voorzien van een vernauwing 11 en een rib 10, waarbij de vernauwing 11 zich bevindt tussen genoemde rib 10 en een kops (proximaal) eind van het einddeel 9 van de buis 1, waarbij de binnendiameter D4 van de buis 1 ter plekke van de vernauwing 11 kleiner is dan de binnendiameter D5 van het overig deel van de buis 1, waarbij de buitendiameter D2 van de buis 1 ter plekke van de rib 10 groter is rlan de buitendiameter Dl van het overig deel van de buis 1.
Indien de buis 1 is voorzien van een genoemd omhulsel 3 dan kan een proximaal einddeel van dat omhulsel 3 bijvoorbeeld worden omgeven door het verbindingslichaam 2 (zie Fig. 3). In het voorbeeld reikt het omhulsel 3 tot aan de vervormingen van de buis 1, te weten tot aan de distale rib 10. Op deze manier kan het omhulsel 3 geen of slechts weinig nadelige invloed hebben op een aangrijpkracht tussen de buis 1 en het verbindingslichaam 2.
Verder kan een zich vanaf de buis 1 uitstekend deel 6 van het (hulsvormig) verbindingslichaam 2 bijvoorbeeld zich voorzien van een in hoofdzaak cihndervormig deel, al dan niet met een enigszins conisch uitlopende binnenruimte (gezien vanaf het proximale eind van de buis 1).
Daarnaast kan het verbindingslichaam 2 aan/in een buitenzijde bijvoorbeeld zijn voorzien van gripverhogende middelen, bijvoorbeeld een of meer inkepingen, nokken of dergelijk (zoals in dit voorbeeld), bijvoorbeeld voor aangrijping door middel van gereedschap of dergelijke. In het voorbeeld zijn gripverhogende middelen aangebracht in het deel van het verbindingslichaam 2 dat aanligt tegen een proximale rib 10 en daarnaastgelegen vernauwing 11 van de buis 1.
Het vormen van het in figuren 1-3 getoonde samenstel 1, 2 omvat bijvoorbeeld een werkwijze voor het aanpassen van een buis 1, waarbij het buis-einddeel 9 eerst wordt voorzien van de ribben 10, vernauwing en optionele proximale verwijding 12. Vervolgens wordt het kunststof verbindingslichaam 2 op het buiseinddeel 9 gevormd, bijvoorbeeld met behulp van een het buiseinddeel 9 omgevende mal (niet getoond) welke een matrijsholte voor vorming van dat lichaam definieert. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een kunststof spuitgietproces of dergelijke. De tekeningen tonen nog een uitgehard zijwaarts uitstekend deel 7 van kunststof, corresponderend met een matrijsinstroomkanaal. Dat deel 7 kan worden verwijderd in dien gewenst.
Na vorming van het samenstel 1, 2 kan een tweede buis (niet getoond) op of in het axiaal uitstekende deel 6 van het verbindingslichaam worden bevestigd. De tweede buis kan bijvoorbeeld een open eind 8 van het genoemde uitstekende deel 6 van het verbindingslichaam 2 worden ingeschoven, bijvoorbeeld om zich in dat uitstekende deel 6 vast te klemmen. Fixatie van de tweede buis aan het uitstekende deel 6 van het verbindingslichaam 2 kan bijvoorbeeld worden bereikt door toepassing van een adhesief middel, een lijmverbinding of op andere wijze. Bij voorkeur wordt de tweede buis zodanig aangebracht dat deze fluïdumdicht (bijvoorbeeld gasdicht) aansluit op verbindingslichaam 2.
Figuren 4a, 4b tonen een tweede uitvoeringsvoorbeeld volgens de onderhavige uitvinding, dat daarin verschilt van het in Figuren 1-3 getoonde voorbeeld dat een buis 1 met een enigszins grotere diameter. Verder zijn grip verhogende middelen voorzien met een alternatief vorm.
Het spreekt voor zich dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden en werkwijzen. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam zoals is verwoord in de navolgende conclusies.

Claims (20)

1. Buis (1), vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, waarbij een einddeel (9) van de buis (1) is voorzien van een kunststof verbindingslichaam (2), waarbij het verbindingslichaam (2) een op een buitenzijde van het buiseinddeel (9) fluïdum dicht aansluitend bevestigingsdeel (5) omvat, alsmede een in een van de buis (1) afgekeerde richting uitstekend aankoppeldeel (6) voor fluïdumdichte koppeling aan een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk, daardoor gekenmerkt dat het genoemde einddeel (9) van de buis (1) is voorzien van ten minste één buitendiameterverandering, bijvoorbeeld verwijding en/of verjonging, ten opzichte van een buiten diameter (Dl) van een overig deel van de buis (1), waarbij genoemd bevestigingsdeel (5) van het verbindingslichaam (2) zich ten minste over genoemde buitendiameterverandering uitstrekt.
2. Buis (1) volgens conclusie l, waarbij genoemde ten minste ene diameterverandering een vervorming, een rib (10), een ril, een verwijding (12) en/of een vernauwing (11) omvat, waarbij bij voorkeur ten minste twee of ten minste drie dergelijke diameterveranderingen zijn voorzien.
3. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) is voorzien van ten minste één rib (10), waarbij de buitendiameter (D2) van het buiseinddeel (9) ter plekke van de rib (10) groter is dan de buitendiameter (Dl) van het overig deel van de buis (1), bijvoorbeeld ten minste 1 mm groter.
4. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) is voorzien van ten minste één vernauwing (11), waarbij de buitendiameter (D3) van het buiseinddeel (9) ter plekke van de vernauwing (11) kleiner is dan de buitendiameter (Dl) van het overig deel van de buis (1), bijvoorbeeld ten minste 1 mm kleiner.
5. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) is voorzien van ten minste één vernauwing (11), waarbij de binnendiameter (D4) van het buiseinddeel (9) ter plekke van de vernauwing (11) kleiner is dan de binnendiameter (D5) van het overig deel van de buis (1), bijvoorbeeld ten minste 1 mm kleiner.
6. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) is voorzien van ten minste één taps uitlopende of trechtervormige verwijding (12).
7. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) ten minste is voorzien van een vernauwing (11) en een rib (10), waarbij de vernauwing (11) zich bevindt tussen genoemde rib (10) en een kops eind van het einddeel (9) van de buis (1), waarbij de binnendiameter (D4) van de buis (1) ter plekke van de vernauwing (11) kleiner is dan de binnendiameter (D5) van het overig deel van de buis (1), waarbij de buitendiameter (D2) van de buis (1) ter plekke van de rib (10) groter is dan de buitendiameter (Dl) van het overig deel van de buis (1).
8. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij genoemd verbindingslichaam (2) uit gegoten kunststof, bijvoorbeeld polyetheen, is gevormd, bijvoorbeeld spuitgegoten kunststof.
9. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsdeel (5) van genoemd verbindingslichaam (2) ten minste zowel een onvervormd buisdeel dat geen diameterverandering omvat, als een vervormd deel van de buis (1) dat wel een genoemde ten minste ene diameterverandering omvat, omhult.
10. Buis (1) volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de buis (1) ten minste gedeeltelijk is voorzien van een kunststof omhulsel (3), bijvoorbeeld uit polyetheen, waarbij genoemd kunststof omhulsel (3) zich bij voorkeur net of slechts deels uitstrekt over genoemd einddeel (9) van de buis (1).
11. Werkwijze voor het aanpassen van een buis (1), vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, bijvoorbeeld ten behoeve van het koppelen van die buis (1) aan een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk, omvattende in geschikte volgorde ten minste de stappen: -het vervormen van een einddeel (9) van de buis (1) om ten minste één buitendiameterverandering van de buis (1) te bewerkstelligen; en -het op het genoemde einddeel (9) van de buis (1) in fLuïdumdichte aansluiting aanbrengen van een kunststof verbindingslichaam (2), welk verbindingslichaam (2) een in een van de buis (1) afgekeerde richting uitstekend aankoppeldeel (6) voor fLuïdumdichte koppeling aan een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis, omvat.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, waarbij het verbindingshchaam (2) wordt gevormd in een het buiseinddeel (9) omgevende mal welke een matrijsholte voor vorming van dat lichaam definieert.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, waarbij het verbindingshchaam (2) wordt gevormd in een kunststof spuitgietproces.
14. Werkwijze volgens een der conclusies 11-13, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) wordt voorzien van ten minste één rib (10) alvorens het verbindingslichaam (2) wordt aangebracht, en bij voorkeur ten minste twee ribben (10), bijvoorbeeld met een onderlinge afstand van ten minste 1 cm gemeten in een buislangsrichting.
15. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-14, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) wordt voorzien van ten minste één vernauwing (11) alvorens het verbindingslichaam (2) wordt aangebracht.
16. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-15, waarbij genoemd einddeel (9) van de buis (1) wordt voorzien van ten minste één verwijding (12), bijvoorbeeld door optrompen.
17. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-16, waarbij genoemd verbindingslichaam (2) ten minste rond zowel een onvervormd buisdeel, als een vervormd einddeel (9) van de buis (1) aangebracht.
18. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 11-17, waarbij ten minste een deel van de buis (1) wordt of is voorzien van een kunststof omhulsel (3), bijvoorbeeld uit polyetheen.
19. Werkwijze om een buis (1), vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, en een tweede buis , bijvoorbeeld een kunststof buis van een gas- of waterleidingnetwerk aan elkaar te koppelen, waarbij gebruik wordt gemaakt van een buis (1) volgens één der conclusies 1-10 om genoemde koppeling, via het verbindingslichaam (2), te bewerkstelligen
20. Leidingnetwerk, bijvoorbeeld voor gas- of water, voorzien van ten minste één eerste buis (1), vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, waarbij het leidingnetwerk is voorzien van ten minste een tweede buis, bijvoorbeeld een kunststof buis, met het kenmerk dat de eerste buis (1) een buis (1) volgens één der conclusies 1-10 omvat, waarbij de tweede buis aan de eerste buis (1) is gekoppeld via het bevestigingsdeel (5) van het verbindingslichaam (2) van die eerste buis (1).
NL2014344A 2015-02-24 2015-02-24 Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis. NL2014344B1 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014344A NL2014344B1 (nl) 2015-02-24 2015-02-24 Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2014344A NL2014344B1 (nl) 2015-02-24 2015-02-24 Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2014344B1 true NL2014344B1 (nl) 2016-10-13

Family

ID=53502761

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2014344A NL2014344B1 (nl) 2015-02-24 2015-02-24 Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2014344B1 (nl)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB806173A (en) * 1956-04-20 1958-12-23 Ici Ltd Improvements in or relating to tubular connections
US4712809A (en) * 1983-04-18 1987-12-15 Societe Anonyme Styled Legris Method and device for assembling several components, particularly connection fittings for fluid couplings
WO2007073579A1 (en) * 2005-12-29 2007-07-05 Bluescope Steel Limited Method of making a composite product

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB806173A (en) * 1956-04-20 1958-12-23 Ici Ltd Improvements in or relating to tubular connections
US4712809A (en) * 1983-04-18 1987-12-15 Societe Anonyme Styled Legris Method and device for assembling several components, particularly connection fittings for fluid couplings
WO2007073579A1 (en) * 2005-12-29 2007-07-05 Bluescope Steel Limited Method of making a composite product

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8333102B2 (en) Extension for a pipe expander
ES2575408T3 (es) Tramo de bandeja de cables
FR3024351B1 (fr) Implants osseux
WO2007092533A3 (en) Endoscope with an imaging catheter assembly and method of configuring an endoscope
NL2014344B1 (nl) Buis, vervaardigd uit ten minste een metaal en/of een legering, alsmede een werkwijze voor het aanpassen van een buis.
RU2017120548A (ru) Шланг и переходник шланга
ATE458954T1 (de) Verbindungsanordnung mit koaxialen endabschnitten zweier zu verbindender fluidleitungen
DK1486294T3 (da) Stang til fjernbetjening af håndværktöj
US20100187815A1 (en) Hose fitting and method for fastening the hose fitting to a hose
RU2020109744A (ru) Устройство для закупоривания скважины и способ временной закупорки скважины
WO2007121420A3 (en) Protective sleeve having an integral closure member
DE602006010570D1 (de) Kraftfahrzeugölmessstabmittel
CN105025838A (zh) 手术模板装置和方法
ATE372247T1 (de) Strukturelles rohrbauteil für ein kraftfahrzeug
CN105431193A (zh) 导管及其制造方法
CL2004000393A1 (es) Metodo, conjunto y bloque conector, para la retencion de por lo menos un tubo guia de onda de choque, en el extremo de accionamiento del detonador, comprende una caja con un cuerpo de material plastico que fluye y se endurece dentro del agujero, en l
DE102009048246A1 (de) Versprungbogen
DE50208154D1 (de) Dichtung an einem öffnungsabschluss einer kraftfahrzeugkarosserie, insbesondere in space-frame-bauweise
ITUA20163802A1 (it) Dispositivo di accoppiamento e protezione di tipo perfezionato
JP6893962B2 (ja) コンクリート壁の補強構造
CA2646472A1 (en) Method for reducing diameter reduction near ends of expanded tubulars
FR3066737B1 (fr) Partie avant de la caisse d'un vehicule a renforts lateraux en cas de choc frontal contre un autre vehicule
MX2020003499A (es) Cambio de cateter en herramienta de direccion.
US9440280B1 (en) Portable hydraulic house member crimping device
JP2018009566A (ja) 密閉型圧縮機のシリンダキャップに冷媒流体排出管を結合するシステムに導入される改良およびそれを実施する対応する方法