NL2014305B1 - Bekistingsrandelement en werkwijze voor het vormen van een fundering voor een gebouw. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een bekistingsrandelement (11) van isolatiemateriaal voor het vervaardigen van een bekistingsrand om een bekistingsvloer van isolatiemateriaal voor een te storten funderingsvloer van een gebouw. Het randelement omvat een bodemdeel (3) en een topdeel (12), die middels een randdeel (4) met elkaar zijn verbonden. Het topdeel strekt zich vanaf het randdeel boven het bodemdeel uit op enige afstand van het bodemdeel, zodanig dat een ruimte is gevormd tussen het bodemdeel, het randdeel en het topdeel, welke ruimte is ingericht voor het opnemen van te storten beton. Het bodemdeel is ingericht voor aansluiting op de bekistingsvloer en het topdeel is ingericht voor plaatsing van een wand van het gebouw en voor aansluiting op isolatiemateriaal in de wand. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vormen van een fundering voor een gebouw gebruik makend van een bekistingsrandelement volgens de uitvinding.

Description

BEKISTINGSRANDELEMENT EN WERKWIJZE VOOR HET VORMEN VAN EEN FUNDERING VOOR EEN GEBOUW

De onderhavige uitvinding betreft een bekistingsrandelement van isolatiemateriaal voor het vervaardigen van een bekistingsrand voor een bekistingsvloer van isolatiemateriaal voor een te storten funderingsvloer van een gebouw.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het vormen van een fundering voor een gebouw, zoals een woning, omvattende de stappen: a) Het vervaardigen van een bekisting door het aangrenzend leggen van plaatelementen van isolatiemateriaal voor het vormen van een bekistingsvloer en het aanbrengen van een bekistingsrand langs de bekistingsvloer; en b) Het storten van beton in de bekisting,

Een dergelijke werkwijze is bijvoorbeeld beschreven in WO2011/135354 samen met een systeem van blokken isolatiemateriaal voor toepassing bij de werkwijze.

Volgens de bekende werkwijze wordt er een tijdelijke rand aangebracht om de bekistingsvloer. Na het storten van een deel van de funderingsvloer wordt de rand verplaatst en wordt de rest van de funderingsvloer gestort, waarna de rand wordt verwijderd. Op deze wijze wordt er een funderingsvloer met een getrapte omtreksrand gevormd voor verdiepte plaatsing van een wand.

De bekende werkwijze heeft als nadeel dat ter plaatse van de contactoppervlakken tussen de wand en de funderingsvloer koudebruggen ontstaan, die een nadelige invloed hebben op de isolatiewaarde van het gebouw.

De uitvinding heeft tot doel om een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die dit nadeel opheft.

De uitvinding verschaft daartoe een bekistingsrandelement van de in de aanhef genoemde soort, dat is voorzien van een bodemdeel en van een topdeel, die middels een randdeel met elkaar zijn verbonden, welk topdeel zich vanaf het randdeel boven een gedeelte van het bodemdeel uitstrekt op enige afstand van het bodemdeel, zodanig dat een ruimte is gevormd tussen het bodemdeel, het randdeel en het topdeel, welke ruimte is ingericht voor het opnemen van te storten beton, waarin het bodemdeel is ingericht voor aansluiting op de bekistingsvloer en waarin het topdeel is ingericht voor plaatsing van een wand van het gebouw en voor aansluiting op isolatiemateriaal in de wand.

Het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is ingericht om te worden geïntegreerd in de fundering en verbindt daarbij de bekistingsvloerisolatie met de wandisolatie waardoor een isolatieschil in het gebouw ontstaat, die de isolatiewaarde van het gebouw gunstig beïnvloedt. Dankzij de ruimte in het bekistingsrandelement ontstaat er een omtreksrand aan de betonnen funderingsvloer, die zich in het bekistingsrandelement uitstrekt en hieraan stevigheid verleend. Dientengevolge ontstaat een fundering met een funderingsrandelement voor plaatsing van wanden zonder koudebruggen.

In een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is het topdeel voorzien van één of meer versterkingselementen ter ondersteuning van de wand. Een aldus versterkte fundering is geschikt voor zwaardere wanden, bijvoorbeeld buitengevels van metselwerk.

Volgens een elegante variant van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de één of meer versterkingselementen stroken van een tweede isolatiemateriaal met een groter draagvermogen dan het eerste isolatiemateriaal.

Volgens een praktische variant van de eerste voorkeursuitvoeringsvorm omvatten de één of meer versterkingselementen inzetstukken van een derde isolatiemateriaal met een groter draagvermogen dan het eerste isolatiemateriaal en is het topdeel voorzien van doorgaande openingen voor opname van de inzetstukken. Het aantal inzetstukken en de onderlinge afstand daartussen kan worden aangepast aan het benodigde draagvermogen van de fundering.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding omvat het topdeel een althans ten dele afgeschuind oppervlak voor aansluiting op de wand van het gebouw. Het afgeschuinde oppervlak faciliteert afwatering, bijvoorbeeld van spouwwater afkomstig uit een spouwmuur.

In een vormvaste voorkeursuitvoeringsvorm omvat het bekistingsrandelement een aantal schotten, die zich uitstrekken in de ruimte tussen het topdeel en het bodemdeel.

Geschikt isolatiemateriaal is geëxpandeerd polystyreen (EPS), bij voorkeur met een druksterkte tussen 100 en 350 kPa.

Het tweede isolatiemateriaal is dan bij voorkeur geëxpandeerd polystyreen (EPS) met een druksterkte tussen 250 en 500 kPa.

Een zeer geschikt derde isolatiemateriaal is glasschuim, bij voorkeur gebonden glasschuim granulaat.

De uitvinding verschaft verder een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de werkwijze is gekenmerkt door de volgende stappen: c) Het aanbrengen van de rand door het langs de omtrek van de bekistingsvloer leggen van een aantal bekistingsrandelementen volgens de uitvinding; en d) Het storten van het materiaal, zoals beton, in de bekistingsrandelementen, waarbij de bekistingsrandelementen de randelementen van de fundering vormen.

Toepassing van de bekistingsrandelementen bij de werkwijze volgens de uitvinding leidt tot een verkorte bouwtijd. De werkwijze kan bovendien met minder personeel worden uitgevoerd. De bekisting vormt onderdeel van de fundering waardoor aan- en afvoer van bekistingsmaterialen kan worden vermeden.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde figuren, waarin:

Figuur 1A schematisch een dwarsdoorsnede toont door een deel van een gebouw waarin een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is aangebracht;

Figuur 1B het bekistingsrandelement uit figuur 1A schematisch in vooraanzicht toont; Figuur 1C het bekistingsrandelement uit figuur 1A schematisch in achteraanzicht toont; Figuur 2A schematisch een dwarsdoorsnede toont door een deel van een gebouw waarin een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is aangebracht;

Figuur 2B het bekistingsrandelement uit figuur 2A schematisch in vooraanzicht toont; Figuur 3A schematisch een dwarsdoorsnede toont door een deel van een gebouw waarin een derde voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is aangebracht; en

Figuur 3B het bekistingsrandelement uit figuur 3A schematisch in vooraanzicht toont.

In alle figuren zijn gelijke onderdelen aangeduid met gelijke cijfers.

Figuren 1A en 1B tonen schematisch een dwarsdoorsnede door een deel van een eerste gebouw, waarin een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is aangebracht. Het gebouw is bijvoorbeeld een woning. Figuur 1B toont het bekistingsrandelement uit figuur 1A schematisch in vooraanzicht en figuur 1C toont het bekistingsrandelement uit figuur 1A schematisch in achteraanzicht.

Meerdere bekistingsrandelementen 1 dienen te worden geplaatst langs de omtrek van een bekistingsvloer 100. Bekistingsvloer 100 kan uit meerdere, aangrenzende plaatelementen bestaan. De bekistingsrandelementen vormen samen met de bekistingsvloerelementen een bekisting van een eerste isolatiemateriaal voor een te storten betonnen funderingsvloer 101. Geschikte materialen voor gebruik als eerste isolatiemateriaal zijn geëxpandeerd polystyreen (EPS), geëxtrudeerd polystyreen (XPS) of vergelijkbare materialen met vergelijkbare isolatiewaarde en druksterkte. Hierop kunnen diverse betonsoorten worden gestort, waaronder conventioneel (gewapend) beton, staalvezel beton of een combinatie daarvan, ook bekend als hybride beton.

Dankzij de specifieke vorm van het bekistingsrandelement 1 wordt aan de funderingsvloer 100 een uitstekende omtreksrand 102 gevormd. Deze omtreksrand 102 wordt in het kader van deze tekst aangeduid als zijwaartse vorstrand.

Wand 110 is geplaatst op het bekistingsrandelement 1 boven de zijwaartse vorstrand 102. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de wand 110 en houtskeletbouwwand, die bestaat uit diverse plaatmaterialen, waaronder isolatiemateriaal 111. Dankzij het bekistingsrandelement 1 is een doorlopende schil van isolatiemateriaal gecreëerd (100, 1, 111) zonder koudebruggen.

Het bekistingsrandelement 1 volgens de onderhavige uitvinding omvat een bodemdeel 3 en een topdeel 2, die middels een randdeel 4 aan één zijde met elkaar zijn verbonden. Het topdeel 2 strekt zich vanaf de randdeel 4 over een gedeelte van het bodemdeel 3 uit op enige afstand daarvan. Tussen topdeel 2 en bodemdeel 3 is dientengevolge een ruimte gevormd voor het opnemen van te storten beton. Deze ruimte bepaalt de vorm van de zijwaartse vorstrand 102.

Tussen het topdeel 2 en het bodemdeel 3 strekken zich een aantal schotten 5 uit. Deze schotten 5 zijn verstijvingsschotten, die de vormvastheid van het bekistingsrandelement 1 garanderen tijdens het storten en uitharden van het beton.

Het bodemdeel 3 is ingericht voor aansluiting op de bekistingsvloer 100. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvormen omvat het bodemdeel 3 aan één zijde een getrapte vorm met oppervlakken 3A, 3B en 3C. De bekistingsvloer 100 heeft een daarmee samenwerkende getrapte vorm, zodat het bekistingsrandelement 1 vormvast tegen de bekistingsvloer 100 kan worden geplaatst.

Het topdeel 2 is ingericht voor aansluiting op isolatiemateriaal in de wand 110. Het topdeel 2 is daartoe voorzien van aansluitoppervlak 2A. Aangrenzend aan aansluitoppervlak 2A bevindt zich een omhoog hellend afwateringsoppervlak 2B, dat overgaat in een bevestigingsoppervlak 2C.

Het bekistingsrandelement 1 is aan de onderzijde bij voorkeur voorzien van een zaagtandpatroon 9. Het zaagtand patroon dient ervoor om na het storten van de funderingsvloer ontstane drukverschillen in de ondergrond op te vangen om scheurvorming van het bekistingsrandelement te voorkomen.

Figuur 2A toont schematisch een dwarsdoorsnede door een deel van een tweede gebouw, waarin een tweede voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is aangebracht. Figuur 2B toont het bekistingsrandelement uit figuur 2A schematisch in vooraanzicht.

Figuur 3A toont schematisch een dwarsdoorsnede door een deel van een derde gebouw, waarin een derde voorkeursuitvoeringsvorm van het bekistingsrandelement volgens de uitvinding is aangebracht. Figuur 3B toont het bekistingsrandelement uit figuur 3A schematisch in vooraanzicht.

In de tweede en derde voorkeursuitvoeringsvorm is het bekistingsrandelement 11 respectievelijk 21 aangepast om een zware buitengevel 112 respectievelijk 212 te kunnen dragen. In de tweede en derde voorkeursuitvoeringsvorm betreft de aanpassing alleen het topdeel 12 respectievelijk 22 van het betreffende bekistingsrandelement 11 respectievelijk 21.

Bekistingsrandelement 11 en bekistingsrandelement 21 zijn voorzien van één of meer versterkingselementen 6 respectievelijk 8 ter ondersteuning van een op het topdeel 12 respectievelijk 22 te plaatsen buitengevel 112 respectievelijk 212.

Bekistingsrandelement 11 is voorzien van stroken 6 van een tweede isolatiemateriaal met een groter draagvermogen dan het eerste isolatiemateriaal. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van hetzelfde isolatiemateriaal, maar dan met een hogere druksterkte. In een voorkeursuitvoeringsvorm is het eerste isolatiemateriaal EPS met een druksterkte tussen 100 en 350 kPa. Een geschikt tweede isolatiemateriaal is dan bijvoorbeeld EPS met een druksterkte tussen 250 en 500 kPa. De stroken bevinden zich ter plaatse van het bevestigingsoppervlak 2C in figuur 1C. Deze stroken kunnen tijdens het autoclaveren mee worden gevormd in het bekistingsrandelement 11. Uit sterkteberekeningen is gebleken dat het bekistingsrandelement 11 voldoende draagvermogen heeft om een buitengevel 112 van metselwerk, bij voorbeeld als onderdeel van een spouwmuur, te kunnen dragen.

Bekistingsrandelement 21 is voorzien van één of meer inzetstukken 8 van een derde isolatiemateriaal met een groter draagvermogen dan het eerste isolatiemateriaal.

In het bevestigingsoppervlak 21C zijn openingen 7 aangebracht voor opname van de inzetstukken 8. Een geschikt materiaal voor de inzetstukken 8 is glasschuim, bij voorkeur gebonden glasschuimgranulaat. De gewenste vorm van de inzetstukken kan worden verkregen door binding middels cement of een ander geschikt bindmiddel.

Spouwmuur 210 omvat een buitengevel 212 en een binnengevel 213 waartussen Isolatiemateriaal 211 is aangebracht. Het isolatiemateriaal 211 sluit aan op het oppervlak 21A en vormt een isolatieschil in samenwerking met het bekistingsrandelement 21 en de bekistingsvloer 100.

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat bekistingsrandelementen 11 en 21 uitwisselbaar zijn in figuren 2A en 3A.

De onderhavige uitvinding berust op het inzicht om een bekistingsrandelement te verschaffen voor samenwerking met een bekistingsvloer van isolatiemateriaal voor het vormen van een zogenaamde verloren bekisting voor het storten van een betonnen funderingsvloer. Het bekistingsrandelement vormt als het ware een schoen voor het opnemen van beton en het vormen van een zijwaartse vorstrand. Het bekistingsrandelement is ingericht voor het ondersteunen van een wand. Het bekistingsrandelement is zodanig ingericht dat dit tevens aansluit op isolatiemateriaal van een wand, die is bestemd om op het bekistingsrandelement te worden geplaatst.

De uitvinding is vanzelfsprekend niet beperkt tot de beschreven en getoonde uitvoeringsvormen. De uitvinding strekt zich in het algemeen uit tot elke uitvoeringsvorm die valt binnen de reikwijdte van de beschermingsomvang, zoals gedefinieerd in de conclusies en bezien in het licht van de voorgaande beschrijving en bijbehorende tekeningen.

Claims (10)

1. Bekistingsrandelement van isolatiemateriaal voor het vervaardigen van een bekistingsrand om een bekistingsvloer van isolatiemateriaal vooreen te storten funderingsvloer van een gebouw, waarin het randelement is voorzien van een bodemdeel en van een topdeel, die middels een randdeel met elkaar zijn verbonden, welk topdeel zich vanaf het randdeel boven een gedeelte van het bodemdeel uitstrekt op enige afstand van het bodemdeel, zodanig dat een ruimte is gevormd tussen het bodemdeel, het randdeel en het topdeel, welke ruimte is ingericht voor het opnemen van te storten beton, waarin het bodemdeel is ingericht voor aansluiting op de bekistingsvloer en waarin het topdeel is ingericht voor plaatsing van een wand van het gebouw en voor aansluiting op isolatiemateriaal in de wand.

2. Bekistingsrandelement volgens conclusie 1, waarin het topdeel is voorzien van één of meer versterkingselementen ter ondersteuning van de wand.

3. Bekistingsrandelement volgens conclusie 2, waarin de één of meer versterkingselementen stroken omvatten van een tweede isolatiemateriaal met een groter draagvermogen dan het eerste isolatiemateriaal.

4. Bekistingsrandelement volgens conclusie 2, waarin de één of meer versterkingselementen inzetstukken van een derde isolatiemateriaal omvatten met een groter draagvermogen dan het eerste isolatiemateriaal en waarin het topdeel is voorzien van doorgaande openingen voor opname van de inzetstukken.

5. Bekistingsrandelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin het topdeel een althans ten dele afgeschuind oppervlak omvat voor aansluiting op de wand van het gebouw.

6. Bekistingsrandelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin het bekistingsrandelement een aantal schotten omvat, die zich uitstrekken in de ruimte tussen het topdeel en het bodemdeel.

7. Bekistingsrandelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarin het isolatiemateriaal geëxpandeerd polystyreen (EPS) is, bij voorkeur met een druksterkte tussen 100 en 350 kPa.

8. Bekistingsrandelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies 3-7, waarin het tweede isolatiemateriaal geëxpandeerd polystyreen (EPS) is, bij voorkeur met een druksterkte tussen 250 en 500 kPa.

9. Bekistingsrandelement volgens één of meer van de voorgaande conclusies 4-7, waarin het derde isolatiemateriaal glasschuim omvat, bij voorkeur gebonden glasschuim granulaat.

10. Werkwijze voor het vormen van een fundering voor een gebouw, zoals een woning, omvattende de stappen: a) Het vervaardigen van een bekisting door het aangrenzend leggen van plaatelementen van isolatiemateriaal voor het vormen van een bekistingsvloer en het aanbrengen van een rand langs de bekistingsvloer; en b) Het storten van materiaal, zoals beton, in de bekisting, waarbij de werkwijze is gekenmerkt door de volgende stappen: c) Het aanbrengen van de rand door het langs de omtrek van de bekistingsvloer leggen van een aantal bekistingsrandelementen volgens één of meer van de voorgaande conclusies; en d) Het storten van het materiaal, zoals beton, in de bekistingsrandelementen, waarbij de bekistingsrandelementen de randelementen van de fundering vormen.