NL2012799B1 - Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer. - Google Patents

Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer. Download PDF

Info

Publication number
NL2012799B1
NL2012799B1 NL2012799A NL2012799A NL2012799B1 NL 2012799 B1 NL2012799 B1 NL 2012799B1 NL 2012799 A NL2012799 A NL 2012799A NL 2012799 A NL2012799 A NL 2012799A NL 2012799 B1 NL2012799 B1 NL 2012799B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
plate
clamping element
width
clamping
central opening
Prior art date
Application number
NL2012799A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Johannes Van Der Arend Ferdinandus
Martien Broos Johan
Adrianus Maria Bentvelzen Martinus
Original Assignee
Hecmar B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Hecmar B V filed Critical Hecmar B V
Priority to NL2012799A priority Critical patent/NL2012799B1/nl
Priority to EP15733933.4A priority patent/EP3143218B1/en
Priority to PCT/NL2015/050334 priority patent/WO2015174835A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2012799B1 publication Critical patent/NL2012799B1/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/024Sectional false floors, e.g. computer floors
    • E04F15/02447Supporting structures
    • E04F15/02452Details of junctions between the supporting structures and the panels or a panel-supporting framework
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B5/00Floors; Floor construction with regard to insulation; Connections specially adapted therefor
    • E04B5/02Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units
    • E04B5/10Load-carrying floor structures formed substantially of prefabricated units with metal beams or girders, e.g. with steel lattice girders
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02177Floor elements for use at a specific location
    • E04F15/02183Floor elements for use at a specific location for outdoor use, e.g. in decks, patios, terraces, verandas or the like
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F15/00Flooring
    • E04F15/02Flooring or floor layers composed of a number of similar elements
    • E04F15/02044Separate elements for fastening to an underlayer
    • E04F2015/0205Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer
    • E04F2015/02066Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional fastening elements between furring elements and flooring elements
    • E04F2015/02077Separate elements for fastening to an underlayer with load-supporting elongated furring elements between the flooring elements and the underlayer with additional fastening elements between furring elements and flooring elements the additional fastening elements located in-between two adjacent flooring elements
    • E04F2015/02094Engaging side grooves running along the whole length of the flooring elements
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04FFINISHING WORK ON BUILDINGS, e.g. STAIRS, FLOORS
    • E04F2201/00Joining sheets or plates or panels
    • E04F2201/05Separate connectors or inserts, e.g. pegs, pins, keys or strips
    • E04F2201/0523Separate tongues; Interlocking keys, e.g. joining mouldings of circular, square or rectangular shape

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)

Abstract

Een klemelement omvat een plaatvormig deel, dat rechthoekig is met een plaatbreedte en een plaatlengte, aan elke van de kopse zijden in de plaatlengterichting voorzien is van een naar een eerste zijde van het plaatvormige deel loodrecht op het plaatvormige element uitsteeksel, en is voorzien van een centrale opening voor het opnemen van een schroef. Elk uitsteeksel bevindt zich in het midden van één van de respectieve kopse zijden en heeft een breedte die kleiner is dan de plaatbreedte. Hierbij is het plaatvormige deel voorzien van een randelement dat zich op de eerste zijde uitstrekt tussen de uitsteeksels en een hoofdzakelijk zelfde breedte heeft als het uitsteeksel, waarbij de centrale opening zich uitstrekt door het randelement, en de breedte van het randelement ten minste gelijk is aan de afmeting van de centrale opening in de breedterichting.

Description

Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer
Technisch gebied
De uitvinding heeft betrekking op een klemelement. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een balk voor gebruik met het klemelement. Eveneens heeft de uitvinding betrekking op een product voor het vormen van een uit planken samengestelde vloer of vlakbedekking. Tenslotte heeft de uitvinding betrekking op een uit planken samengestelde vloer of vlakbedekking.
Stand van de techniek
Uit de Amerikaanse publicatie US2004/0045244A1 is een uit vloerplanken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer bekend.
De uit planken samengestelde vloer omvat een aantal planken, een aantal houten balken en een aantal klemmen.
De balken die de planken dragen zijn parallel naast elkaar gerangschikt in hun lengterichting op regelmatige tussenafstanden van elkaar. De planken zijn aangebracht op de balken, waarbij de lengterichting van de planken hoofdzakelijk loodrecht op de lengterichting van de gerangschikte balken staat.
De planken zijn op hun smalle langszijden voorzien van een groef.
Tussen de planken zijn klemmen op de balken aangebracht die met een vrijstaand uiteinde ingrijpen in de groeven van de planken. De klemmen zijn plaatvormig met een centraal schroefgat en voorzien van zijwaarts geplaatste veerlippen die de klem op de balk vast houden.
De klemmen zijn symmetrisch van vorm zodat een klem op de groef van ieder van de planken waartussen de klem is geplaatst, ingrijpt. De klem tussen twee planken wordt vastgeschroefd nadat de planken en tussenliggende klem correct zijn gepositioneerd.
Op deze wijze wordt een vaste verbinding tussen iedere plank en de balken en tussen de planken onderling verkregen. US 2004/0045244 beschrijft dat het vrijstaand uiteinde aan weerszijde van de klemmen breder is dan de groef in de plank en zo gevormd dient te zijn ten opzichte van de groef in de plank dat een minimale tussenafstand tussen de planken wordt gehandhaafd, om te zorgen dat na het positioneren van planken en tussenliggende klemmen, het mogelijk is een schroef in het schroefgat te plaatsen. De breedte tussen de randen van de vrijstaande uiteinden van de klem verminderd met de groefdiepte is dus minstens gelijk aan de diameter van de schroefkop.
Dit systeem en de bijbehorende werkwijze hebben als nadeel dat tussen planken een tussenruimte van ten minste de breedte van een schroefkop bestaat.
Vanuit esthetisch oogpunt kan het wenselijk zijn deze tussenruimte zo klein mogelijk te houden maar dit gaat ten koste van de diameter van de schroefkop en eventueel ook van de schroefdiameter. Door het gebruik van relatief dunne schroeven zal de toegestane trekkracht op de schroef afnemen met toenemende kans op breuk van de schroef tijdens montage als te grote kracht wordt uitgeoefend op de schroef. Ook zal de kans op breuk tijdens gebruik door een te grote kracht ten gevolg van een belasting van de vloer, van weersinvloeden en/of van temperatuurschommelingen toenemen, door de geringe toegestane trekkracht op de schroeven. Ook verkleining van de schroefkop kan tot mechanische problemen van de bevestiging leiden.
Een bijkomend nadeel is nog dat reparatie alleen mogelijk is door opnieuw een schroef in de balk te bevestigen, als daar ruimte voor is.
Samenvatting van de uitvinding
Het is een doelstelling van de uitvinding een oplossing te bieden voor het probleem van de stand van de techniek.
Daartoe verschaft de uitvinding een klemelement omvattend een plaatvormig deel, hoofdzakelijk rechthoekig met een plaatbreedte en een plaatlengte, voorzien van een centrale opening voor het opnemen van een schroef, waarbij het plaatvormig deel aan een oppervlak daarvan voorzien is van een loodrecht op het plaatvormige element balkvormig randelement, dat een breedte heeft die kleiner is dan de plaatbreedte, zich op het oppervlak uitstrekt over hoofdzakelijk de lengte van het plaatvormig deel, waarbij de centrale opening zich uitstrekt door het randelement, en de breedte van het randelement ten minste gelijk is aan de afmeting van de centrale opening in de breedterichting.
Door het aanbrengen van het randelement op het ene oppervlak met een breedte van het randelement ten minste gelijk aan de afmeting van de centrale opening in de breedterichting wordt een aanslagelement voorzien waartegen planken kunnen aanliggen tegen het klemelement. Door de groef van de planken groter of ten hoogste gelijk te kiezen aan de breedte waarover het plaatvormig deel uitsteekt buiten het randelement, wordt de afstand tussen in hun langsrichting naast elkaar gerangschikte planken dus bepaald door de breedte van het randelement. Omdat het randelement ten minste een breedte heeft die gelijk is aan de afmeting van de centrale opening zal de breedte van het randelement nagenoeg gelijk zijn aan de diameter van de schroef die door de centrale opening kan worden gestoken. Op deze wijze wordt dus bereikt dat de tussenruimte van in hun langsrichting naast elkaar gerangschikte planken kleiner kan zijn dan in de bovengenoemde stand van de techniek, bij een zelfde diameter van de schroef.
De uitvinding voorziet eveneens een balk voor gebruik met een klemelement zoals hierboven beschreven, waarbij de balk een kokerprofiel heeft met een breedte die overeenkomt met een lengte van het randelement van het klemelement, en de balk op een zijde daarvan een verbindingsstructuur omvat die dient voor het verbinden van de balk met ten minste één klemelement door middel van een schroef die is opgenomen in de centrale opening van het klemelement, waarbij de verbindingsstructuur van de balk een geleidende sleuf omvat die geschikt is om een langwerpige moer die aan de schroef is verbonden, op te nemen.
De balk met deze verbindingsstructuur heeft het voordeel dat het klemelement op de balk kan worden geplaatst in een positie die wordt gefixeerd door de uitsteeksels zonder dat het nodig is om de schroef aan te draaien tot een klemming op de sleufrand tot stand komt. Omdat de schroef nog niet is aangedraaid, kan het klemelement nog verschoven worden over de balk in de richting van de sleuf zodat het klemelement nog vrij verplaatsbaar is tegen een rand van een plank. Ook kan de hoogte van het klemelement nog worden ingesteld zolang de schroef niet is aangedraaid.
Tevens heeft de uitvinding betrekking op een product voor het vormen van een uit planken samengestelde vloer, omvattend ten minste een veelheid balken, en een veelheid klemelementen zoals hierboven beschreven.
Daarnaast betreft de uitvinding een samengestelde vloer geconstrueerd uit een product zoals hierboven beschreven, waarbij de balken in hun lengterichting zijn gerangschikt langs een eerste richting, met onderlinge tussenruimte tussen naast elkaar geplaatste balken; de planken zijn gerangschikt op de veelheid balken met de lengterichting van de planken langs een tweede richting die hoofdzakelijk loodrecht is op de eerste richting, waarbij telkens op ten minste één van de balken tussen telkens twee naburige planken zich een klemelement bevindt, met het randelement daarvan op het bovenvlak van de balk geplaatst; elk van de naburige planken met zijn zijvlak tegen het randelement van het klemelement is geplaatst; het klemelement verbonden is aan de aan weerszijden van het klemelement geplaatste planken doordat telkens het naar de plank toegekeerde vrijstaande deel van het plaatvormig deel is opgenomen in de groef van de respectieve plank.
De vakman zal begrijpen dat de aldus gedefinieerde vloer een vlakbedekking is die zonder daartoe beperkt te zijn zowel een vloer, een terrasvloer als een wandbekleding omvat.
Verdere uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding worden beschreven in de volgconclusies.
Verdere kenmerken, toepassingsmogelijkheden en voordelen van de uitvinding blijken uit de navolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding, die in de figuren van de tekening zijn weergegeven.
Korte beschrijving van de figuren
De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van enkele tekeningen, waarin enkele uitvoeringsvoorbeelden worden getoond. De tekeningen zijn slechts bedoeld voor illustratieve doeleinden, en dienen niet te worden uitgelegd als beperking van de uitvindingsgedachte, welke wordt gedefinieerd door de bijgevoegde conclusies.
Daarbij tonen:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 2 een zijaanzicht van het klemelement van figuur 1 in een breedterichting; Figuur 3 een zijaanzicht van het klemelement in een lengterichting;
Figuur 4 een aanzicht van de onderzijde van het klemelement;
Figuur 5 een perspectivisch aanzicht van een balk waarop een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan worden bevestigd;
Figuur 6 een dwarsdoorsnede van de balk van figuur 5;
Figuur 7 een perspectivisch aanzicht van een samenstel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding;
Figuur 8 de dwarsdoorsnede van de balk voorzien van een klemelement en een plank; Figuur 9 een detail aanzicht van een doorsnede van het samenstel ter plaatse van een klemelement;
Figuur 10a -10c een aanzicht van een klemplaat van een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een boven-, respectievelijk zijaanzichten; Figuur 1 la -1 lc een aanzicht van een grondplaat van een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een boven-, respectievelijk zijaanzichten; Figuur 12a — 12b aanzichten van een samenstelling van het klemelement van figuren 10a- 11c, en
Figuur 13 een doorsnede van een detail van een samengestelde vloer volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Beschrijving van uitvoeringsvormen
In de hiernavolgende beschrijving duiden elementen met dezelfde verwijzingscijfers telkens gelijke of overeenkomstige componenten aan in de bijbehorende figuren.
Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Het klemelement 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat een rechthoekige langwerpige plaat 10 met breedte B en lengte L.
Aan de breedtes B is de plaat 10 voorzien van een balkvormig of langwerpig uitsteeksel 12 dat zich telkens naar één zijde van de plaat 10 loodrecht uitstrekt. Het uitsteeksel 12 dient als uitsteeksel voor stabilisatie op een balk, zoals hieronder zal worden toegelicht.
In het centrum van de plaat 10 is een centrale opening 14 voorzien voor het opnemen van een schroef 50.
Wanneer de plaat relatief dik is kan de centrale opening zijn voorzien van een verdieping zodanig dat een kop van een in de centrale opening opgenomen schroef 50 zich onder het bovenoppervlak 11 van de plaat 10 bevindt. Wanneer de plaat uit een dun metaal (bijvoorbeeld een dun staal) bestaat, is een dergelijke verdieping vaak overbodig.
Figuur 2 toont een zijaanzicht van het klemelement in de lengterichting van de plaat 10. In een uitvoeringsvorm is het bovenoppervlak 11 van de plaat voorzien van afschuining 26 langs de plaatomtrek. Deze afschuining kan het insteken van het klemelement in een groef van een plank (niet getoond) vergemakkelijken.
In de breedterichting B heeft de plaat vrijstaande uiteinden 28 die zich uitstrekken buiten de breedte van de uitsteeksels 12 over een vrije breedte C.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van het klemelement van figuur 1 in een breedterichting.
Aan het onderoppervlak 16 tegenover het bovenoppervlak 11 van de plaat omvat het klemelement 1 een randelement of nok 18 dat/die zich uitstrekt tussen de beide uitsteeksels 12. Het randelement 18 heeft een hoogte 20 die geringer is dan de lengte 22 van de uitsteeksels 12, zodat de uitsteeksels zich uitstrekken voorbij de vrije rand 24 van het randelement.
Het randelement heeft de functie van een aanslag wanneer het klemelement wordt geplaatst tussen twee planken die voorzien zijn van een groef in het smalle zijvlak in langrichting. Van het klemelement grijpt telkens het vrijstaand uiteinde 28 in in de groef van de plank. Als de diepte van de groef minimaal gelijk is aan de vrije breedte C van het vrijstaand uiteinde 28, zal bij correct aangeschoven positie van het klemelement het zijvlak van de plank aanliggen tegen het randelement 18. Dit zal nader worden getoond in figuur 4.
In een uitvoeringsvorm kunnen de uitsteeksels 12 bij hun uiteinden aan de naar elkaar toegerichte zijde voorzien zijn van een verdikking 13.
Er wordt opgemerkt dat de uitvinding niet beperkt is tot de uitvoeringsvorm met deze uitsteeksels 12. De uitsteeksels 12 kunnen achterwege worden gelaten zodat de plaat langs de lange hartlijn aan een oppervlak van de plaat slechts voorzien is van het balkvormig randelement 18 dat zich uitstrekt over hoofdzakelijk de lengte van de plaat 10.
Figuur 4 toont een aanzicht van de onderzijde van het klemelement.
Het randelement 18 dat zich uitstrekt langs de plaatlO heeft een breedte 30 die hoofdzakelijk gelijk is aan de diameter van de centrale opening 14. Op deze wijze wordt voorzien dat de tussenruimte tussen twee planken hoofdzakelijk gelijk is aan de diameter van de schroef. Omdat de schroefkop wordt opgenomen in de verdieping van de centrale opening 14 in de plaat 10 van het klemelement 1 (of bij montage in de groef van de planken valt), wordt de tussenruimte dus niet bepaald door de maat van de schroefkop, maar uitsluitend door de breedte van het schroefdraaddragend deel van de schroef. De tussenruimte blijft nog voldoende voor een bit van een schroevendraaier wanneer de schroef tussen twee planken zal worden aangedraaid.
In een uitvoeringsvorm is het randelement 18 voorzien van een verdikking 28 ter plekke van de centrale opening, zodat het randelement een ten opzichte van de breedte 30 van het randelement dunne wand 32 heeft ter plekke van de centrale opening 14. De vakman zal inzien dat deze dunne wand niet essentieel is en eventueel achterwege kan worden gelaten door de breedte 30 van het randelement gelijk te kiezen aan de diameter van de centrale opening (of de afmeting daarvan in de breedterichting van het randelement 18).
In een uitvoeringsvorm is de wanddikte van de wand van het randelement ter plekke 28 van de centrale opening minder dan 5% van de breedte 30 van het randelement.
In een voorbeeld zal het klemelement kunnen worden voorzien van een schroef met schroefdraad diameter van 5mm. De dunne wand heeft dan een dikte van minder dan 0.25 mm.
Figuur 5 toont een perspectivisch aanzicht van een balk 100 waarop een klemelement 1 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan worden bevestigd.
In een uitvoeringsvorm heeft de balk 100 een kokerprofiel 102 met een breedte E die zo gekozen is dat deze hoofdzakelijk overeenkomt met de lengte van het randelement, of wanneer uitsteeksels zijn toegepast, de tussenruimte tussen de uitsteeksels 12 van het klemelement 1 iets kleiner is.
De balk 100 omvat op een zijde 106 die naar de planken wordt gericht, dat wil zeggen in geplaatste toestand de bovenzijde, een verbindingsstructuur in de vorm van een geleidende sleuf 108. Deze verbindingstructuur dient voor het verbinden van de balk met ten minste één klemelement door middel van een schroef 50 die is opgenomen in de centrale opening 14 van het klemelement 1 zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 1,2 of 3.
Aan de schroef 50 is een langwerpige moer 52 verbonden, die kan worden opgenomen in de sleuf 108.
De positie van het klemelement 1 zal stabiel zijn wanneer de schroef in de sleuf is gestoken, overigens zonder dat een verbinding tussen de balk 100 en het klemelement 1 hoeft te worden gemaakt door de schroef 50. Dit heeft als voordeel dat een samenstel van twee planken met daartussen een klemelement 1 kan worden opgebouwd zonder dat het klemelement al strak verbonden hoeft te worden met de balk. Hierdoor wordt het plaatsen en ook het stellen van de planken en klemelementen vereenvoudigd.
De breedte F van de sleuf is groter dan een kleinste breedte van de langwerpige moer maar kleiner is dan een diagonaal van de langwerpige moer. Wanneer de langwerpige moer is ingestoken in de sleuf en de schroef wordt gedraaid, zal de moer in eerste instantie meedraaien tot de moer de begrenzing van de sleuf raakt. Bij verder draaien van de schroef wordt de moer dan aangetrokken zodat het klemelement tegen de bovenzijde van de balk wordt geklemd en een vaste verbinding ontstaat.
De verbinding tussen klemelement 1 en de hierboven beschreven balk 100 door middel van een sleuf 106 en langwerpige moer 52 heeft bij het gebruik van een klemelement zoals hierboven beschreven als voordeel dat in tegenstelling bij het gebruik van een houten balk, op de balk zoals hierboven beschreven het klemelement stabiel geplaatst kan worden en bovendien toch eenvoudig kan worden verschoven zonder dat al een verbinding tussen klemelement en sleuf tot stand hoeft te worden gebracht.
Ook heeft deze verbindingswijze een voordeel dat de hoogte van de groef in de plank ten opzichte van de zijde 106 waarop de plank rust door de schroefverbinding wordt overbrugd waardoor het klemelement 1 “universeel” is, dat wil zeggen, toepasbaar is voor verschillende hoogten van de groef,
Figuur 6 toont een dwarsdoorsnede van de balk 100 van figuur 5.
Hierna tonen figuren 7-9 details van een uit planken samengestelde vloer die wordt opgebouwd met behulp van het klemelement 1 en de balk 100 zoals hierboven beschreven. Zonder daartoe beperkt te zijn, kan een dergelijke samengestelde vloer worden toegepast als vloer binnen een gebouw maar ook als terrasvloer of als een wandbekleding.
De uit planken samengestelde vloer omvat een veelheid balken 100, een veelheid klemelementen 1 en een veelheid planken 200. Uitvoeringsvormen van de balk 100 en het klemelement 1 zijn hiervoor besproken onder verwijzing naar figuren 5, 6 respectievelijk figuren 1-4.
In de samengestelde vloer is de veelheid balken 100 in hun lengterichting gerangschikt langs een eerste richting Rl. Naast elkaar geplaatste balken zijn geplaatst met onderlinge tussenruimte. Van elke balk is een zijde 106 waarop de planken dienen te worden geplaatst naar boven gericht.
De veelheid planken 200 worden gerangschikt op de naar boven gerichte zijde van de balken 100. De lengterichting van de planken verloopt langs een tweede richting R2 die hoofdzakelijk loodrecht is op de eerste richting waarlangs de balken zich in lengterichting uitstrekken.
Figuur 7 toont een perspectivisch deel aanzicht van een deel van een samenstel volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Op een balk 100 zijn klemelementen 1 geplaatst waarbij een schroef 50 is opgenomen in de verdieping van de centrale opening 14 in het klemelement 1. De schroef 50 is door middel van een langwerpige moer 52 verbonden aan de geleidende sleuf 108 van de balk 100.
Het vrijstaande uiteinde 28 van het klemelement 1 is opgenomen in de groef 202 in de plank 200. De groef 202 is aangebracht in de smalle langszijden van de plank 200 in tweede richting R2.
De groef kan doorlopend zijn over de lengte van de plank, maar kan ook zijn aangebracht als groefdelen op vooraf bepaalde plaatsen langs de lengte met tussenruimten zonder groef.
De planken 200 liggen telkens met hun langszijde aan tegen het randelement 18 van het klemelement 1. Omdat het randelement 18 een nagenoeg zelfde breedte heeft als de diameter van de schroef 50 en de groef 202 van de plank dieper is dan de vrije breedte C van het vrijstaande uiteinde 28 van het klemelement, ontstaat tussen planken 200 waartussen een klemelement 1 is geplaatst steeds een tussenruimte D die nagenoeg gelijk is aan de breedte van het randelement dan wel de diameter van de schroef. In de uitvoeringsvorm waarbij de kop van de schroef 50 opgenomen is in de verdieping van het klemelement 1, wordt de plaatsing van planken 200 en klemelement 1 volgens deze bouwwijze niet gehinderd. Anderzijds kan bij voldoende hoogte van de groef in de plank, bij een dun plaatvormig deel 10 zonder verdieping daarin, de schroefkop ook deels zijn opgenomen binnen de plank.
Optioneel zijn de planken 200 voorzien van een profiel 204 op het bovenvlak.
Figuur 8 toont een detail aanzicht van een doorsnede van het samenstel ter plaatse van een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het klemelement 1 is op de balk 100 geplaatst met de uitsteeksels 12 aan weerszijde tegen de balk geklemd. De schroef 50 is in de centrale opening van het klemelement 1 opgenomen, waarbij de moer aan de schroef zich bevindt in de sleuf 108 van de balk. Het vrijstaande uiteinde van het klemelement is opgenomen in de groef 202 van de plank 20, zodat de plank tegen de bovenzijde 106 van de balk wordt geklemd.
Figuur 9 toont een detailaanzicht van een doorsnede van een klemelement tussen twee planken volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.
Figuur 10a -10c toont een aanzicht van een klemplaat van een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een boven-, respectievelijk zijaanzicht in breedterichting en lengterichting.
Het klemelement 300 volgens de uitvinding omvat een klemplaat 302, en een grondplaat (niet getoond in Figuren 10a - 10c).
De klemplaat 302 bestaat uit een plaat, die hoofdzakelijk rechthoekig van vorm is met als afmetingen een eerste plaatbreedte B1 en een eerste plaatlengte LI.
Voorts is de klemplaat 302 voorzien van een centrale opening 304 voor het opnemen van een schroef (niet getoond).
Daarbij is de klemplaat uitgerust aan elke van de kopse zijden in de plaatlengterichting met een naar een eerste oppervlak Al van de klemplaat omgebogen vlakke lip 306. De lip 306 staat telkens hoofdzakelijk loodrecht op het oppervlak van de klemplaat 302.
Ten opzichte van de lengte-hartlijn H van de klemplaat 302 zijnde omgebogen lippen 306 telkens in dezelfde breedterichting verschoven over een stap dB.
De klemplaat omvat derhalve ten opzichte van de hartlijn H een in breedterichting vrijstaand deel 323 met een vrije breedte ter grootte van de eerste breedte BI verminderd met de stap dB. Dit zal nog nader worden toegelicht bij figuren 11a- 11c.
Figuur 1 la -1 lc tonen een aanzicht van een grondplaat van een klemelement volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een boven-, respectievelijk zijaanzicht in breedterichting en lengterichting.
Het klemelement 300 volgens de uitvoeringsvorm omvat naast de klemplaat 302 volgens Figuur 10a - 10c (hier niet getoond) een grondplaat 310.
De grondplaat 310 is hoofdzakelijk rechthoekig van vorm met als afmetingen een tweede plaatbreedte B2 en een tweede plaatlengte L2 en omvat een vlak plaatdeel 312.
De tweede breedte B2 en tweede lengte L2 komen in een uitvoeringsvorm qua grootte hoofdzakelijk overeen met de eerste breedte BI, respectievelijk de eerste lengte LI. In een uitvoeringsvorm wordt de tweede breedte B2 groter gekozen dan de eerste breedte zodat een plank opgelegd kan worden op de grondplaat voordat de plank wordt aangeschoven
De grondplaat 310 is in het midden van het vlak plaatdeel 312 aan één oppervlak voorzien van een balkvormige nok 314 met een derde breedte B3 en derde lengte L3.
De derde breedte B3 is kleiner dan de tweede breedte B2, en de derde lengte L3 is kleiner dan de tweede lengte L2, zodat de balkvormige nok 314 binnen het oppervlak van het vlak plaatdeel 312 in het centrum daarvan is geplaatst.
De derde breedte van de nok 314 komt hoofdzakelijk overeen met het dubbele van de stap dB waarover de omgebogen lip 306 verplaatst is ten opzichte van de hartlijn H op de klemplaat 302.
De grondplaat 310 is in het midden ervan voorzien van een tweede centrale opening 316 in de balkvormige nok 314. De tweede centrale opening dient voor het opnemen van een schroef (niet getoond).
De tweede centrale opening 316 strekt zich loodrecht uit door ten minste een deel van de balkvormige nok 314. In een uitvoeringsvorm loopt de tweede centrale opening volledig door de nok 314 en het vlakke plaatdeel 312. In een verdere uitvoeringsvorm is de tweede centrale opening taps van vorm.
Figuur 12a - 12b tonen aanzichten van een samenstelling van het klemelement van figuren 10a - 1 lc in een lengterichting respectievelijk een breedterichting.
In de samenstelling omvat het klemelement een schroef 322 die is opgenomen in de centrale opening 304 van de klemplaat 302 en in de tweede centrale opening 316 van de grondplaat 310, 312, 314. De grondplaat en klemplaat zijn getoond met hun rechthoekig vorm in overeenkomstige stand.
De klemplaat 302 is zodanig op de grondplaat aangebracht dat de omgebogen lippen 306 van de klemplaat 302 gericht zijn naar de grondplaat 310 en de balkvormige nok 314 zich bevindt tussen de grondplaat 312 en de klemplaat 302.
Zoals in Figuur 12a zichtbaar is zal de klemplaat aan de zijde waar zich geen omgebogen lip 306 bevindt een tweede vrijstaand deel 324 omvatten met een vergelijkbare breedte als de vrije breedte van het vrijstaand deel 323.
Daarnaast zal de vakman uit Figuur 12 begrijpen dat wanneer de klemplaat zich dicht boven de nok 314 bevindt, de omgebogen lip 306 zich naast de nok 314 zal bevinden. Dit kan zich voordoen wanneer het klemelement 300 geplaatst wordt op een balk en de schroef 322 wordt ingedraaid in de balk. Op deze wijze is de klemplaat van het klemelement dus instelbaar in een verticale afstand boven de grondplaat.
Figuur 13 toont een doorsnede van een detail van een samengestelde vloer volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding. Op balken 400 wordt een uit planken 200 samengestelde vloer opgebouwd, waarbij de balken zich uitstrekken in een eerste richting en de planken in een tweede richting hoofdzakelijk loodrecht daarop.
Op een balk 400 zijn klemelementen 300 geplaatst. Elk klemelement bevindt zich telkens tussen twee planken 200 die ieder op hun in lengterichting verlopende zijvlakken zijn voorzien van een groef 202. De lengte van het klemelement 300 valt samen met de lengterichting van de plank 200, zodat het vrijstaand deel 323, 324 van de klemplaat loodrecht op de plank staat.
De diepte van de groef 202 is tenminste gelijk aan of groter dan de vrije breedte van het vrijstaand deel 323, 324 van de klemplaat 302, zodat het vrijstaand deel 323, 324 van de klemplaat kan worden opgenomen in de groef 202. De plank 200 wordt telkens aangeschoven tegen het klemelement zodat ofwel de ongebogen lip 306 ofwel de balkvormige nok 314 wordt geraakt. De omgebogen lip 306 en de balkvormige nok 314 dienen aldus als aanslag voor de planken 200 waartussen het klemelement 300 zich bevindt.
Alternatieve en equivalente uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding zijn denkbaar binnen de uitvindingsgedachte, zoals aan de deskundige op het vakgebied duidelijk zal zijn. De uitvindingsgedachte wordt slechts beperkt door de bij gevoegde conclusies.

Claims (28)

1. KIemelement (1) omvattend een plaatvormig deel (10), hoofdzakelijk rechthoekig met een plaatbreedte (B) en een plaatlengte (L), voorzien van een centrale opening (14) voor het opnemen van een schroef; met het kenmerk dat het plaatvormig deel (10) aan een oppervlak daarvan voorzien is van een loodrecht op het plaatvormige element balkvormig randelement (18), dat een breedte (R) heeft die kleiner is dan de plaatbreedte (B), zich op het oppervlak uitstrekt over hoofdzakelijk de lengte van het plaatvormig deel, waarbij de centrale opening (14) zich uitstrekt door het randelement (18), en de breedte (R) van het randelement ten minste gelijk is aan de afmeting van de centrale opening (14) in de breedterichting (B).
2. Klemelement volgens conclusie 1, aan elke van de kopse zijden in de plaatlengterichting voorzien van een naar een eerste zijde van het plaatvormige deel loodrecht op het plaatvormige deel balkvormig uitsteeksel (12), waarbij elk uitsteeksel zich bevindt in het midden van een van de respectieve kopse zijden, en een breedte heeft die kleiner is dan de plaatbreedte, waarbij het randelement (18) zich op de eerste zijde uitstrekt tussen de uitsteeksels (12) en de breedte daarvan hoofdzakelijk gelijk is aan de breedte van het uitsteeksel.
3. Klemelement volgens conclusie 1 of 2, waarbij de centrale opening (14) een verdieping (16) van grotere afmeting dan de afmeting van de centrale opening omvat aan een tweede zijde tegenover de eerste zijde van het plaatvormige deel, voor het opnemen van een kop van de schroef.
4. Klemelement volgens een van de conclusies 1-3, waarbij ter plekke van de centrale opening (14) het randelement (18) wandelementen (32) omvat met een ten opzichte van de breedte (R) van het randelement dunne wanddikte.
5. Klemelement volgens conclusie 4, waarbij de wanddikte van de wandelementen minder dan 5% van de breedte van het randelement bedraagt.
6. Klemelement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het plaatvormige deel in de breedterichting van de plaat een vrijstaand deel (28) is vanaf het randelement over een vrije breedteafstand (C).
7. Klemelement volgens één van de voorgaande conclusies voor zover afhankelijk van conclusie 2, waarbij een hoogte (K) van het randelement vanaf het plaatvormige deel kleiner is dan de lengte (P) van de uitsteeksels (12).
8. Klemelement volgens één van de voorgaande conclusies 2-7, waarbij de vrije uiteinden van de uitsteeksels aan een naar elkaar toe gerichte zijde zijn voorzien van een verdikking (13).
9. Balk (100) voor gebruik met een klemelement (1) volgens één van de conclusies 1-8, waarbij de balk een kokerprofiel (102) heeft met een breedte (E) die overeenkomt met een lengte van het randelement (18) van het klemelement (1), en de balk op een zijde (106) daarvan een verbindingsstructuur (108) omvat die dient voor het verbinden van de balk met ten minste één klemelement door middel van een schroef (50) die is opgenomen in de centrale opening van het klemelement, waarbij de verbindingsstructuur van de balk een geleidende sleuf (108) omvat die geschikt is om een langwerpige moer (52) die aan de schroef is verbonden, op te nemen.
10. Balk volgens conclusie 9, waarbij de breedte (F) van de sleuf kleiner is dan een diagonaal van de langwerpige moer, maar groter is dan een kleinste breedte van de langwerpige moer. 11 Product voor het vormen van een uit planken samengestelde vloer, omvattend ten minste: een veelheid balken (100), en een veelheid klemelementen (1) volgens één van de conclusies 1 - 8.
12. Product volgens conclusie 11, waarbij de veelheid balken (100) zijn gedefinieerd volgens een of meer van de conclusies 9-10.
13. Product volgens conclusie 11 of 12, waarbij de verbindingsstructuur (108) van de balk een geleidende sleuf omvat die geschikt is om een langwerpige moer (52) die aan de schroef (50) is verbonden, op te nemen.
14. Product volgens conclusie 11 of 12, waarbij de balk op een zijde (106) daarvan een verbindingsstructuur (108) omvat die dient voor het verbinden van de balk met ten minste één klemelement (1) door middel van een schroef (50) die is opgenomen in de centrale opening (14) van het klemelement, en de balk een breedte (E) heeft die overeenkomt met de lengte van het randelement (18) van het plaatvormig deel of met een tussenruimte tussen de uitsteeksels (12) van het klemelement.
15. Product volgens één van de conclusies 11-14, verder omvattend een veelheid planken, waarbij de planken (200) zijn voorzien van een groef (202), of een reeks groefdelen met onderbrekingen daartussen, in hun in langsrichting verlopende zijvlakken; de groef of het groefdeel is ingericht voor opname van een vrijstaand deel (28) van het plaatvormig deel (10) van het klemelement (1), en de diepte van de groef of het groefdeel groter of ten minste gelijk is aan de vrije breedte (C) van het vrijstaand deel van het plaatvormig deel van het klemelement.
16. Samengestelde vloer geconstrueerd uit een product volgens één van de conclusies 11 - 15, waarbij de balken (100) in hun lengterichting zijn gerangschikt langs een eerste richting (Rl), met onderlinge tussenruimte tussen naast elkaar geplaatste balken; de planken (200) zijn gerangschikt op de veelheid balken (100) met de lengterichting van de planken langs een tweede richting (R2) die hoofdzakelijk loodrecht is op de eerste richting, waarbij telkens op ten minste één van de balken (100) tussen telkens twee naburige planken zich een klemelement (1) bevindt, met het randelement (18) daarvan op het bovenvlak (106) van de balk geplaatst; elk van de naburige planken met zijn zijvlak tegen het randelement (18) van het klemelement (1) is geplaatst; het klemelement verbonden is aan de aan weerszijden van het klemelement geplaatste planken (200) doordat telkens het naar de plank toegekeerde vrijstaande deel (28) van het plaatvormig deel is opgenomen in de groef (202) van de respectieve plank (200).
17. Samengestelde vloer volgens conclusie 16, waarbij de vrije breedte (C) van het vrijstaande deel (28) van het plaatvormige deel gelijk aan of kleiner dan een diepte van de groef of het groefdeel (202) in de plank (200) is.
18. Samengestelde vloer volgens conclusie 16 of 17, waarbij het klemelement verbonden is aan de verbindingsstructuur (108) van de balk door middel van een schroef (50) die is opgenomen in de centrale opening (14) van het klemelement.
19. Samengestelde vloer volgens conclusie 18, waarbij de kop van de schroef (50) verzonken is in een verdieping (16) rond de centrale opening (14).
20. Samengestelde vloer volgens conclusie 18 of 19, waarbij de verbindingsstructuur van de balk een geleidende sleuf (108) omvat die geschikt is om een langwerpige moer (52) die aan de schroef is verbonden, op te nemen.
21. Klemelement (300) omvattend een klemplaat (302) en een grondplaat (310); waarbij de klemplaat hoofdzakelijk rechthoekig is met een eerste plaatbreedte (BI) en een eerste plaatlengte (LI), voorzien is van een centrale opening (304) voor het opnemen van een schroef, en aan elke van de kopse zijden in de plaatlengterichting voorzien is van een naar een eerste oppervlak (Al) van de klemplaat omgebogen lip (306), en waarbij de grondplaat (310) hoofdzakelijk rechthoekig is met een tweede plaatbreedte (B2) en een tweede plaatlengte (L2); in het midden ervan aan een oppervlak is voorzien van een balkvormig nok (314) met een derde breedte (B3) en derde lengte (L3), en in het midden ervan is voorzien van een tweede centrale opening (316) in de balkvormige nok en de tweede centrale opening zich uitstrekt door ten minste een deel van de balkvormige nok.
22. Klemelement volgens conclusie 21, waarbij de omgebogen lip (306) ten opzichte van de hartlijn (H) van de klemplaat (302) in lengterichting hoofdzakelijk over de helft (dB) van de derde breedte (B3) van de nok is verschoven.
23. Klemelement volgens conclusie 22, verder omvattend een schroef (322) die is opgenomen in de centrale opening (304) van de klemplaat en opgenomen is in de tweede centrale opening (316) van de grondplaat, waarbij de omgebogen lippen (306) van de klemplaat gericht zijn naar de grondplaat en de balkvormige nok zich bevindt tussen de grondplaat en de klemplaat.
24. Klemelement volgens een van de voorgaande conclusies 21 - 23, waarbij de klemplaat (302) ten opzichte van de hartlijn (H) in lengterichting een in breedterichting vrijstaand deel omvat met een vrije breedte ter grootte van de helft van de eerste breedte (BI) verminderd met de helft van de derde breedte (B3).
25. Klemelement volgens een van de voorgaande conclusies 21 - 24, waarbij de klemplaat uit metaal of kunststof bestaat.
26. Klemelement volgens een van de voorgaande conclusies 21 - 25, waarbij de grondplaat uit metaal of kunststof of rubber bestaat.
27. Samengestelde vloer omvattend een veelheid planken (200) en klemelementen (300) volgens een van de conclusies 21 - 26, waarbij de samengestelde vloer wordt gevormd op een veelheid balken (400), waarbij de balken in hun lengterichting zijn gerangschikt langs een eerste richting (Rl), met onderlinge tussenruimte tussen naast elkaar geplaatste balken; de planken (200) zijn gerangschikt op de veelheid balken met de lengterichting van de planken langs een tweede richting (R2) die hoofdzakelijk loodrecht is op de eerste richting; de planken (200) in hun lengterichting aan de zijvlakken zijn voorzien van een groef of groefdeel (202), waarbij telkens op ten minste één van de balken tussen telkens twee naburige planken zich een klemelement bevindt; het klemelement telkens met de lengterichting ervan parallel aan de tweede richting met zijn grondvlak (310) op de balk geplaatst is; elk van de naburige planken met zijn zijvlak tegen het zijvlak van de balkvormige nok (314) van het klemelement is geplaatst; het klemelement verbonden is aan de aan weerszijden van het klemelement geplaatste planken doordat telkens het naar de plank toegekeerde vrijstaande deel van de klemplaat is opgenomen in de groef of het groefdeel van de respectieve plank.
28. Samengestelde vloer volgens conclusie 27, waarbij de vrije breedte van het vrijstaande deel van de klemplaat gelijk aan of kleiner dan een diepte van de groef in de plank is.
29. Samengestelde vloer volgens conclusie 27 of 28, waarbij het klemelement verbonden is aan de balk door middel van de in het klemelement opgenomen schroef.
NL2012799A 2014-05-12 2014-05-12 Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer. NL2012799B1 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012799A NL2012799B1 (nl) 2014-05-12 2014-05-12 Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer.
EP15733933.4A EP3143218B1 (en) 2014-05-12 2015-05-12 Clamping element; floors or walls formed by such clamping elements, boards and beams
PCT/NL2015/050334 WO2015174835A1 (en) 2014-05-12 2015-05-12 Floor or wall composed of boards, and a product for producing such a floor or wall

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2012799A NL2012799B1 (nl) 2014-05-12 2014-05-12 Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2012799B1 true NL2012799B1 (nl) 2016-02-24

Family

ID=53502809

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2012799A NL2012799B1 (nl) 2014-05-12 2014-05-12 Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer.

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3143218B1 (nl)
NL (1) NL2012799B1 (nl)
WO (1) WO2015174835A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EA037600B1 (ru) * 2015-08-24 2021-04-20 Велинге Инновейшн Аб Система для соединения панелей пола с несущей конструкцией
SE541420C2 (en) 2016-12-16 2019-09-24 Vaelinge Innovation Ab A set of decking boards provided with a connecting system
WO2018169483A1 (en) 2017-03-16 2018-09-20 Välinge Innovation AB Connecting device, support element and connecting system for boards
US10526796B1 (en) * 2017-06-26 2020-01-07 Crescent Equipment Company Deck systems and related methods
EP3908717A4 (en) 2019-01-08 2022-10-12 Välinge Innovation AB FLOOR SYSTEM COMPLETE WITH AN ASSEMBLY SYSTEM AND ASSOCIATED ASSEMBLY DEVICE

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6871467B2 (en) * 2002-09-06 2005-03-29 Robert Hafner Decking system with clip apparatus
FR2866912A1 (fr) * 2004-02-27 2005-09-02 Cerland Systeme de fixation de panneaux d'habillage, notamment lames de parquet
DE202007002282U1 (de) * 2007-02-16 2008-06-19 Möller GmbH & Co. KG Profilelemente
AU2009101288B4 (en) * 2008-12-22 2010-07-01 Peter Charles Campbell-Lloyd Floorboards for a flooring system
WO2015159136A1 (en) * 2014-04-16 2015-10-22 Control Y Desarrollo Empresarial, S.L. Covering comprising cover plates clamped to profiles

Also Published As

Publication number Publication date
EP3143218B1 (en) 2022-06-08
EP3143218A1 (en) 2017-03-22
WO2015174835A1 (en) 2015-11-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2012799B1 (nl) Klem voor een uit planken samengestelde vloer, en een systeem voor het vervaardigen van een dergelijke vloer.
KR102475315B1 (ko) 빌딩 패널용 기계적 잠금 시스템
EP1771630B1 (en) Fitting or slipping system for laying wooden floors on the outside and the inside
CA2997626C (en) A set comprising panels, a supporting structure and a fastening device
US20200318358A1 (en) Anchor-free system for fastening of cladding panels and a method of fastening thereof
KR101697709B1 (ko) 높이 조절이 가능한 책장
US10767373B2 (en) Leveling coating structure with quick installation and removal
DK3169483T3 (en) TENSION SYSTEM WITH THE USE OF ANGLE TRANSMISSION
EP3040486B1 (en) Device for fastening and levelling sanitary fittings onto walls
JP5681509B2 (ja) 建具枠調整具及び建具枠調整構造
CN107890384B (zh) 3d打印椎间融合器及其装配固定方法
EP3335595A1 (en) Group of improved elements for joining the plinths of a piece of furniture or the like
US20220154451A1 (en) End brackets
US11342733B2 (en) Bracket system for mounting electrical boxes
EP2664256B1 (en) Reinforced metallic shelf for modular shelves structure
JP6553889B2 (ja) 板材の取付構造
CN113226119B (zh) 具有锁定***的搁架和用于将搁架锁定至家具用品的方法
CN112443121A (zh) 用于架空地板的底座/支架
BE1019860A3 (nl) Hoekverbinding voor een opbouwsysteem.
US10597877B2 (en) Fitting for laying decking boards
EP2180103B1 (en) Device for joining profiles
WO2017007413A1 (en) Furniture system with insertable plate
JP5469139B2 (ja) リップ溝形材接続装置
NL2031082B1 (en) Anchoring assembly, nut holder, combination of an anchoring assembly and a structural element, method of mounting an anchoring assembly in a thin-walled structural element
KR20090004127U (ko) 행거용 u채널 연결구