NL2009229C2 - Bevestigingssysteem voor panelen, alsmede veermiddel daarvoor. - Google Patents

Bevestigingssysteem voor panelen, alsmede veermiddel daarvoor. Download PDF

Info

Publication number
NL2009229C2
NL2009229C2 NL2009229A NL2009229A NL2009229C2 NL 2009229 C2 NL2009229 C2 NL 2009229C2 NL 2009229 A NL2009229 A NL 2009229A NL 2009229 A NL2009229 A NL 2009229A NL 2009229 C2 NL2009229 C2 NL 2009229C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
leg
fastening
spring means
retaining
retaining member
Prior art date
Application number
NL2009229A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Gerardus Deursen
Vincent Prins
Johan Martien Broos
Original Assignee
Valk Systemen Bvvd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Valk Systemen Bvvd filed Critical Valk Systemen Bvvd
Priority to NL2009229A priority Critical patent/NL2009229C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2009229C2 publication Critical patent/NL2009229C2/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02SGENERATION OF ELECTRIC POWER BY CONVERSION OF INFRARED RADIATION, VISIBLE LIGHT OR ULTRAVIOLET LIGHT, e.g. USING PHOTOVOLTAIC [PV] MODULES
    • H02S20/00Supporting structures for PV modules
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/04Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
    • F16B37/045Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates specially adapted for fastening in channels, e.g. sliding bolts, channel nuts
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S25/00Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
    • F24S25/30Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules using elongate rigid mounting elements extending substantially along the supporting surface, e.g. for covering buildings with solar heat collectors
    • F24S25/33Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules using elongate rigid mounting elements extending substantially along the supporting surface, e.g. for covering buildings with solar heat collectors forming substantially planar assemblies, e.g. of coplanar or stacked profiles
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S25/00Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
    • F24S25/60Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules
    • F24S25/63Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules for fixing modules or their peripheral frames to supporting elements
    • F24S25/634Clamps; Clips
    • F24S25/636Clamps; Clips clamping by screw-threaded elements
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S25/00Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
    • F24S2025/01Special support components; Methods of use
    • F24S2025/016Filling or spacing means; Elastic means
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24SSOLAR HEAT COLLECTORS; SOLAR HEAT SYSTEMS
    • F24S25/00Arrangement of stationary mountings or supports for solar heat collector modules
    • F24S25/60Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules
    • F24S2025/6003Fixation means, e.g. fasteners, specially adapted for supporting solar heat collector modules by clamping
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/40Solar thermal energy, e.g. solar towers
    • Y02E10/47Mountings or tracking
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02EREDUCTION OF GREENHOUSE GAS [GHG] EMISSIONS, RELATED TO ENERGY GENERATION, TRANSMISSION OR DISTRIBUTION
    • Y02E10/00Energy generation through renewable energy sources
    • Y02E10/50Photovoltaic [PV] energy

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Sustainable Energy (AREA)
  • Thermal Sciences (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

Bevestigingssvsteem voor panelen, alsmede veermiridel Haarvoor
De uitvinding betreft een bevestigingssysteem voor panelen, zoals zonnepanelen, omvattende tenminste een drager waarop de panelen ondersteunbaar 5 zijn, welke drager profielvormig is en een ondersneden holte bezit die aan de naar de panelen te keren zijde uitmondt in een langsopening die is begrensd door twee naast elkaar verlopende langsranden, alsmede tenminste een bevestigingsinrichting omvattende een met de panelen in samenwerking brengbaar klemorgaan, een met de drager in samenwerking brengbaar vasthoudorgaan, een het klemorgaan en het 10 vasthoudorgaan bijeenhoudend bevestigingsorgaan en een veermiddel dat zich uitstrekt tussen het klemorgaan en het vasthoudorgaan, waarbij het vasthoudorgaan een hoogte heeft gezien in de richting tussen het klemorgaan en het vasthoudorgaan alsmede een breedte B en een lengte L beide dwars op die hoogte, welke breedte B van het vasthoudorgaan geringer is dan de breedte A van de langsopening van de drager en 15 welke lengte L van het vasthoudorgaan groter is dan de breedte A van de langsopening, zodanig dat het vasthoudorgaan met de langsrichting daarvan gericht volgens de langsrichting van de drager, brengbaar is in de drager en door daarna verdraaien in de drager vastgehouden is, waarbij het veermiddel tenminste een been uit elastisch materiaal omvat alsmede een houder door middel waarvan het been in samenwerking 20 wordt gehouden met het bevestigingsorgaan, welke houder het bevestigingsorgaan in omtreksrichting daarvan althans gedeeltelijk omvat.
Een dergelijk bevestigingssysteem is bekend uit DE-A-102009033804. Het bevestigingsorgaan daarvan wordt gestoken door twee ten opzichte van elkaar uitgelijnde gaten in het veermiddel. Ook de bijbehorende moer wordt gestoken in een 25 daartoe aan het veermiddel aangevormde schacht. Het samenstellen van de bij dit bekende bevestigingssysteem behorende bevestigingsinrichting is daardoor lastig.
Een verder bevestigingssysteem is bekend uit NL-C-2005497. Bij installatie van de bevestigingsinrichting daarvan worden het vasthoudorgaan en het klemorgaan aanvankelijk op afstand van elkaar gehouden door een schroefveer. In die toestand is 30 het relatief eenvoudig om het vasthoudorgaan in de ondersneden holte van de drager aan te brengen. De bevestigingsinrichting wordt, na inbrengen van het vasthoudorgaan in de holte, een kwartslag gedraaid, waarbij ook het klemorgaan over de betreffende 2 panelen wordt gedraaid, Daarna wordt de bevestigingsschroef vastgedraaid en is de bevestiging van de panelen op de drager gereed.
Hoewel een dergelijke bevestigingsinrichting het monteren van een installatie met panelen aanzienlijk vergemakkelijkt, aangezien het aantal te verrichten 5 handelingen beperkt is, bestaat er niettemin ruimte voor verbetering. Vanwege het feit dat het klem orgaan en het vasthoudorgaan draaibaar ten opzichte van elkaar zijn rond het als een bout met moer uitgevoerde bevestigingsorgaan, leidt het verdraaien van het klemorgaan niet altijd tot het eveneens verdraaien van het vasthoudorgaan. Bij het installeren van de panelen echter kan de bevestigingsinrichting feitelijk slechts goed 10 worden gehanteerd door het klemorgaan te grijpen. Indien het vasthoudorgaan ook nog eens het apart zou moeten worden geleid bij het inbrengen daarvan in de ondersneden holte zijn beide handen nodig om de bevestigingsinrichting te bedienen. Dat is lastig, vooral ook gezien de beperkte mogelijkheden om te manoeuvreren op bijvoorbeeld een dak.
15 Het doel van de uitvinding is daarom een bevestigingssysteem van het hiervoor genoemde type zodanig te verbeteren, dat het nog eenvoudiger is om de bevestigingsinrichting samen te stellen en aan te brengen. Dat doel wordt bereikt doordat_de houder, gezien in doorsnede dwars op de langsrichting van het been, in wezen U-vormig of C-vormig is. Een dergelijk houder kan eenvoudig op het 20 bevestigingsorgaan worden aangebracht door deze zijdelings daar op te schuiven. In verband met de stabiliteit van de bevestigingsinrichting kunnen aan tegenoverliggende einden van het been houders zijn aangebracht, welke houders beide het bevestigingsorgaan althans gedeeltelijk omgeven. De holte van in het bijzonder de bovenste houder kan overigens een dwarsafmeting bezitten die kleiner is dan de breedte 25 van het bevestigingsorgaan. Ook daardoor kan het bevestigingsorgaan goed worden vastgehouden in de houder. Deze heeft een holte met een ondersneden vorm, zodanig dat het bevestigingsorgaan daarin betrouwbaar kan worden vastgehouden.
Door het elastische been kan, zoals gebruikelijk, de afstand tussen het klemorgaan en het vasthoudorgaan aanvankelijk worden bewaard. Bij het aandraaien 30 van het bevestigingsorgaan veert het been mee, waardoor het klemorgaan en het vasthoudorgaan naar elkaar toe kunnen worden bewogen en de bevestiging een feit is. Omdat een dergelijk been zich echter excentrisch naast het bevestigingsorgaan bevindt, wordt het vasthoudorgaan gedwongen mee te verdraaien met het klemorgaan wanneer 3 dat klemorgaan in de gewenste positie wordt gebracht. Het aanbrengen van de bevestigingsinrichting wordt daardoor aanzienlijk vereenvoudigd.
Zoals reeds genoemd verschaft het been een verende werking. Deze werking kan op verschillende manieren worden bereikt, bijvoorbeeld door het been in 5 langsrichting samen te drukken. De voorkeur gaat uit naar een been dat is uitgevoerd voor het verschaffen van een vooraf bepaalde knikvorm bij het onder drukbelasting brengen van het been in de langsrichting daarvan. Aan de ene kant kan een dergelijk been een behoorlijke stevigheid bezitten, nodig in verband met het in draairichting ten opzichte van elkaar gepositioneerd houden van het klemorgaan en de 10 vasthoudinrichting, terwijl anderzijds toch de gewenste mate van flexibiliteit kan worden verzekerd. In het bijzonder kan het been althans twee beendelen hebben die door een schamiergebied met elkaar zijn verbonden.
Met als doel de invering van het been in deze uitvoering te bevorderen, kan het been, dat zich langs en naast het bevestigingsorgaan uitstrekt, aan de naar het 15 bevestigingsorgaan gekeerde zijde een uitsteeksel dragen zodanig dat het been in onbelaste toestand volgens een enigszins geknikte vorm zich uitstrekt tussen het klemorgaan en het vasthoudorgaan. Bij voorkeur omvat het veermiddel twee benen die zich aan tegenoverliggende zijde van het bevestigingsorgaan bevinden. Een dergelijke uitvoering biedt een gelijkmatige, symmetrische ondersteuning van het klemorgaan en 20 het vasthoudorgaan ten opzichte van elkaar.
Het klemorgaan en het veermiddel kunnen door overeenkomstige vormen met elkaar samenwerken zodanig dat het klemorgaan en het veermiddel een vaste oriëntatie ten opzichte van elkaar bezitten. Verder kunnen het vasthoudorgaan en het veermiddel door overeenkomstige vormen samenwerken zodanig dat het steunorgaan en het 25 veermiddel een vaste oriëntatie ten opzichte van elkaar hebben.
In een verdere uitvoering kan het veermiddel aan het naar het klemorgaan gekeerde eind een steun omvatten die zich dwars ten opzichte van elk been uitstrekt en welke steun met het klemorgaan samenwerkt. Het klemorgaan kan daartoe richels bezitten tussen welke de steun nauwsluitend is opgenomen. Daarnaast kan het 30 veermiddel aan het naar het vasthoudorgaan gekeerde eind een voet omvatten die zich dwars ten opzichte van elk been uitstrekt en welke voet met het vasthoudorgaan samenwerkt. Ook hierbij kan door overeenkomstige vormen de gewenste oriëntatie worden behouden.
4
Zoals bekend kan het vasthoudorgaan gezien in langsrichting daarvan tegenoverliggende inkepingen hebben waarin respectievelijke langsranden van de drager opneembaar zijn ter verkrijging van de vastgehouden toestand van het vasthoudorgaan. In dat geval kan de voet, gezien in de langsrichting van het 5 vasthoudorgaan, een lengte hebben die groter is dan de naar elkaar toe gekeerde einden van de tegenoverliggende inkepingen. Het voordeel van een dergelijke uitvoering is dat de bevestigingsinrichting enigszins klemmend wordt vastgehouden in de drager. Daardoor blijft deze aanvankelijk in een vaste positie, doch verschuiven naar de gewenste positie blijft mogelijk. In het bijzonder kan daarbij de lengte van de voet 10 (gezien in dezelfde richting als de lengte L van het vasthoudorgaan) in wezen gelijk zijn aan, of enigszins groter zijn dan, de breedte A van de langsopening van de drager.
De uitvinding betreft tevens een veermiddel voor een bevestigingssysteem zoals hiervoor beschreven, omvattende tenminste een, bij voorkeur twee naast elkaar zich uitstrekkende, been/benen uit elastisch materiaal, welk(e) been/benen aan beide 15 langsuiteinden zijn verbonden aan houders waarin een bevestigingsorgaan, zoals een bout, opneembaar is met het kenmerk dat de houder, gezien in doorsnede dwars op de langsrichting van het been, in wezen U-vormig of C-vormig is.
Tevens betreft de uitvinding een bevestigingsinrichting voor het bevestigingssysteem zoals hiervoor beschreven, omvattende een klemorgaan, een met 20 de drager in samenwerking brengbaar vasthoudorgaan, een het klemorgaan en het vasthoudorgaan bijeenhoudend bevestigingsorgaan en een veermiddel dat zich uitstrekt tussen het klemorgaan en het vasthoudorgaan. Het veermiddel omvat tenminste een been uit elastisch materiaal alsmede een houder door middel waarvan het been in samenwerking wordt gehouden ten opzichte van het bevestigingsorgaan. De houder is, 25 gezien in doorsnede dwars op de langsrichting van het been, in wezen U-vormig of C-vormig.
De uitvinding zal vervolgens worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont verschillende stadia bij het samenstellen van het 30 bevestigingssysteem.
Figuur 2 toont de bevestigingsinrichting in uiteengenomen toestand.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van de bevestigingsinrichting, met drager.
5
De in figuur 1 in zijn geheel met 1 aangeduide bevestigingsinrichting bestaat uit het klemprofiel 6 en het vasthoudprofiel 7, die onderling zijn verbonden door het bevestigingsorgaan 8. Het klemprofiel bezit een tweetal flenzen 9 alsmede zich in de richting van het vasthoudprofiel 7 uitstrekkende aanslagen of richels 10. Door een gat, 5 gelokaliseerd tussen de aanslagen 10, is de steel 12 van de bout 11 van het bevestigingsorgaan 8 gestoken. De kop 13 van de bout rust op het oppervlak van het klemprofiel 6 dat is afgekeerd van het vasthoudprofiel 7. Tegen de andere zijde van het klemprofiel 6 steunt een veermiddel 14, dat anderzijds tegen het vasthoudprofiel 7 steunt.
10 Dit veermiddel 14 bestaat, zoals getoond in figuur 2, uit twee elastische benen 30, die elk uit twee beendelen 31,32 bestaan met een tussengelegen elastisch scharnier 37. Ter hoogte van het scharnier 37 bevindt zich een verdikking 33 aan elk been 31, 32, welke verdikking rust tegen de steel 12 van de bout 11. De benen 31, 32 hebben daardoor een enigszins voorgeknikte vorm. Aan het boveneind en het ondereind van de 15 benen bevindt zich telkens een U-vormige of C-vormige houder 36. Met deze U- vormige houders kan het veermiddel 14 zijdelings om de steel 12 van de bout 11 worden geschoven, hetgeen het samenstellen van het veermiddel vereenvoudigt.
Aan de bovenzijde bezit het veermiddel 14 een steun 34, waarop het klemorgaan 6 steunt. De aanslagen 10 van het klemprofiel sluiten de steun 34 in, zodat 20 verdraaiingen van het klemorgaan 6 ten opzichte van het veermiddel 14 worden tegen gegaan. Aan de onderzijde bezit het veermiddel een voet 35 die nauwsluitend past binnen de wanden 15 van het vasthoudprofiel 7. Ook aldaar zijn onderlinge verdraaiingen tegen gegaan. Zoals getoond in figuur 3 heeft de voet een breedte D die gelijk is aan, of een weinig groter is dan, de breedte A van de langsopening 20 in de 25 drager 2. De bevestigingsinrichting wordt daardoor met enige wrijving verschuifbaar vastgehouden in de drager; nadat het bevestigingsorgaan 8 is aangedraaid is verder verschuiven onmogelijk.
Aan de van het klemprofiel 6 afgekeerde zijde van het vasthoudprofiel 7 is een moerkamer 24 bepaald door de dam 29 en de ten opzichte daarvan uitstekende delen 30 van de wanden 15. In deze moerkamer 24 is de moer 25 opgenomen, waarin het schroefdraadgedeelte 28 van de bout 11 is geschroefd. De moerkamer 24 bezit naar binnen wijzende borgranden 26, die verhinderen dat de moer 25 uit de moerkamer 24 6 valt. Verder wordt de moer 25 klemmend op zijn plaats gehouden door de naar binnen wijzende uitsteeksels 27 aan de wanden 15, zoals weergegeven in figuur 2.
Het vasthoudprofiel 7 bestaat uit een tweetal zich in wezen evenwijdig naast elkaar uitstrekkende wanden 15 die onderling zijn verbonden door een dam 29. In deze 5 wanden zijn de inkepingen 16 aangebracht, die enerzijds, aan de naar het klemprofiel 6 gekeerde zijde, begrensd zijn door een oplegsteun 17 en aan de andere zijde door een vasthoudsteun 18. De gebieden 19 van de wanden 15, die gekeerd zijn naar het klemprofiel 6, vormen eveneens aanslagen waarvan de onderlinge afstand in wezen gelijk is aan die van de aanslagen 10 van dat klemprofiel 6.
10 Zoals weergegeven in figuur 1, bestaat de drager 2 uit een profiel, in dit geval een aluminium profiel, over de gehele lengte waarvan in een zijde een langsopening 20 is aangebracht. Deze langsopening 20 is aan weerszijden begrensd door langsranden 21, die eindigen in naar het inwendige van het profiel gerichte vasthoudrichels 22. De langsopening 20 bezit een breedte A die groter is dan de maximale breedte B van het 15 vasthoudprofiel 7, gemeten tussen de langswanden 15 daarvan, maar kleiner dan de lengte L van het vasthoudprofiel 7. Dit betekent dat bij het installeren van de bevestigingsinrichting 1 aan de drager 2, het vasthoudprofiel 7 volgens zijn grootste langsafmeting gericht wordt in de richting van de langsopening 20 van de drager. Aangezien de breedte B van het vasthoudprofiel 7 kleiner is dan de breedte A van die 20 langsopening, kan het vasthoudprofiel 7 door die langsopening 20 in het profiel van de drager 2 worden gestoken.
Het vasthoudprofiel 7 wordt echter niet volledig tot in het inwendige van het profiel van de drager 2 gestoken. Zodra de oplegsteunen 17 zich bevinden nabij de langsranden 21 van het profiel van de drager 2, en de inkepingen 16 op de juiste hoogte 25 zijn gebracht ten opzichte van de langsranden 21 en vasthoudrichels 22, wordt het vasthoudprofiel 7 verdraaid. De langsranden 21 en vasthoudrichels 22 van het profiel van de drager 2 komen daarbij te steken in de inkepingen 16, tussen de vasthoudsteunen 18 en de oplegsteunen 17. Zodra deze positie is bereikt, kan de bevestigingsinrichting 1 eventueel worden losgelaten, aangezien nu deze in de 30 gewenste positie ten opzichte van de drager 2 blijft doordat de oplegsteunen 17 komen te liggen op de langsranden 21 van het profiel van de drager 2. Het klemprofiel 6 blijft hierbij in positie aangedrukt tegen de onderzijde van de kop 13, als gevolg van de aandrukkende werking van het veermiddel 14.
7
Aanvankelijk wordt de bevestigingsinrichting enigszins klemmend vastgehouden in de langsopening 20 van de drager 2. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat de voet 35 enigszins uitsteekt tot in de inkepingen 16, waardoor de hiervoor beschreven klemmende werking ten opzichte van de langsranden 21 van de langsopening 20 wordt 5 verkregen. In deze positie kan de bevestigingsinrichting 1 op geschikte wijze tegen een reeds aangebracht paneel 3 worden geschoven. De flens 9 van het klemprofiel 6 komt daarbij op de bovenzijde van het paneel 3 te liggen, zoals weergegeven in figuur 1. Aldaar is een zonnepaneel weergegeven, bestaande uit frameprofielen 5 waarin de eigenlijke zonnecellen 4 zijn opgenomen. De flens 9 van het klemprofiel 6 komt te 10 liggen op genoemde frameprofielen 5. In het bijzonder komen daarbij de aanslagen 10 van het klemprofiel 6 en de aanslagen 19 van het vasthoudprofiel 7 te liggen tegen genoemde frameprofielen 5. Vervolgens kan een volgend paneel 3 tegen de andere aanslagen 10 respectievelijk 19 van de bevestigingsinrichting 1 worden geschoven, waardoor de juiste gewenste onderlinge afstand van de panelen is verkregen.
15 In die toestand kunnen, door een geschikt gereedschap aan te brengen op de kop 13 van de bout 11, het klemprofiel 6 en het vasthoudprofiel 7 naar elkaar toegetrokken worden. Het schroefdraadgedeelte 28 van de bout 11 wordt daarbij verdraaid in de moer 25, zodanig dat het klemprofiel 6, in het bijzonder de flenzen 9 daarvan, stevig aangedrukt wordt op de panelen 3, terwijl de vasthoudsteunen 18 van het 20 vasthoudprofiel 7 stevig aangedrukt worden tegen de vrije randen van de naar binnen wijzende vasthoudrichels 22 van het profiel van de drager 2. Doordat de vasthoudsteunen 18 verder aan hun vrije eind nog zijn voorzien van een neus 23, die is gericht naar de tegenoverliggend de oplegsteun 17, worden de vasthoudrichels 22 aanvullend geblokkeerd, achter deze opstaande neuzen 23.
25 Het vasthoudprofiel 7 en het klemprofiel 6 zijn in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld extrusieprofielen. Daardoor kunnen zij eenvoudig in de gewenste vorm worden uitgevoerd, zoals een vorm waarin de aanslagen 19 respectievelijk 10 zijn voorzien. Verder kan het vasthoudprofiel 7 op eenvoudige wijze een zodanige vorm gegeven worden dat de op dat profiel 7 werkende buigende momenten bij een zo gering 30 mogelijk materiaalgebruik goed kunnen worden opgenomen. Dit betekent dat in het bijzonder relatief hoge langswanden 15 kunnen worden toegepast, die het gewenste traagheidsmoment of weerstandsmoment opleveren. Verder kan op eenvoudige wijze een moerkamer 24 worden aangebracht.
8
Lijst van verwijzingstekens 1. Bevestigingsinrichting 2. Drager 5 3. Zonnepaneel 4. Zonnecellen van zonnepaneel 5. Frameprofiel van zonnepaneel 6. Klemprofiel 7. Vasthoudprofiel 10 8. Bevestigingsorgaan tussen klemprofiel en vasthoudprofiel 9. Flens van klemprofiel 10. Aanslag van klemprofiel 11. Bout 12. Steel van bout 15 13. Kop van bout 14. Veermiddel 15. Wand van vasthoudprofiel 16. Inkeping in vasthoudprofiel 17. Oplegsteun 20 18. Vasthoudsteun 19. Aanslagen van vasthoudprofiel 20. Langsopening in drager 21. Langsrand 22. Vasthoudrichel aan langsrand 25 23. Neus aan vasthoudsteun 24. Moerkamer van vasthoudprofiel 25. Moer 26. Borgrand 27. Uitsteeksel 30 28. S chroefdraadgedeelte 29. Dam 30. Been 31. Beendeel 9 32. Beendeel 33. Verdikking 34. Steun 35. Voet 5 36. Houder 37. Schamierdeel A Breedte langsopening B Breedte vasthoudprofiel D Breedte voet 10 E Lengte vasthoudprofiel tussen inkepingen L Lengte vasthoudprofiel 15 20 25 30

Claims (16)

1. Bevestigingssysteem voor panelen (3), zoals zonnepanelen, omvattende tenminste een drager (2) waarop de panelen ondersteunbaar zijn, welke drager 5 profielvormig is en een ondersneden holte bezit die aan de naar de panelen te keren zijde uitmondt in een langsopening (20) die is begrensd door twee naast elkaar verlopende langsranden (21), alsmede tenminste een bevestigingsinrichting (1) omvattende een met de panelen (3) in samenwerking brengbaar klemorgaan (6), een met de drager (2) in samenwerking brengbaar vasthoudorgaan (7), een het klemorgaan 10 (6) en het vasthoudorgaan (7) bijeenhoudend bevestigingsorgaan (8) en een veermiddel (14) dat zich uitstrekt tussen het klemorgaan (6) en het vasthoudorgaan (7), waarbij het vasthoudorgaan een hoogte heeft, gezien in de richting tussen het klemorgaan (6) en het vasthoudorgaan (7), alsmede een breedte B en een lengte L beide dwars op die hoogte, welke breedte B van het vasthoudorgaan (7) geringer is dan de breedte A van de 15 langsopening (20) van de drager (2) en welke lengte L van het vasthoudorgaan (7) groter is dan de breedte A van de langsopening (20), zodanig dat het vasthoudorgaan (7) met de langsrichting daarvan gericht volgens de langsrichting van de drager (2), brengbaar is in de drager en door daarna verdraaien in de drager vastgehouden is, waarbij het veermiddel (14) tenminste een been (30) uit elastisch materiaal omvat, 20 alsmede houdermiddelen (36) en waarbij het veermiddel (14) een houder (36) door middel waarvan het been in samenwerking wordt gehouden met het bevestigingsorgaan (8) , welke houder (36) het bevestigingsorgaan (8) in omtreksrichting daarvan althans gedeeltelijk omvat, met het kenmerk dat de houder (36), gezien in doorsnede dwars op de langsrichting van het been (30), in wezen U-vormig of C-vormig is. 25
2. Bevestigingssysteem volgens conclusie 1, waarbij aan tegenoverliggende einden van het been (30) zich telkens een houder (36) bevindt, welke houders beide het bevestigingsorgaan althans gedeeltelijk omgeven.
3. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het been (30) is uitgevoerd voor het verschaffen van een vooraf bepaalde knikvorm bij het onder drukbelasting brengen van het been in de langsrichting daarvan.
4. Bevestigingssysteem volgens conclusie 3, waarbij het been (30) althans twee beendelen (31, 32) heeft die door een scharniergebied (37) met elkaar zijn verbonden.
5. Bevestigingssysteem volgens conclusie 3 of 4, waarbij het been (30) zich 5 langs en naast het bevestigingsorgaan (8) uitstrekt en aan de naar het bevestigingsorgaan gekeerde zijde een uitsteeksel (33) draagt zodanig dat het been in onbelaste toestand volgens een enigszins geknikte vorm zich uitstrekt tussen het klemorgaan (6) en het vasthoudorgaan (7).
6. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het veermiddel (14) twee benen (30) omvat die zich aan tegenoverliggende zijde van het bevestigingsorgaan (8) bevinden.
7. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 15 klemorgaan (6) en het veermiddel (14) door overeenkomstige vormen (10, 34) met elkaar samenwerken zodanig dat het klemorgaan (6) en het veermiddel een vaste oriëntatie ten opzichte van elkaar bezitten.
8. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 20 vasthoudorgaan (7) en het veermiddel (14) door overeenkomstige vormen (19, 35) samenwerken zodanig dat het steunorgaan (7) en het veermiddel een vaste oriëntatie ten opzichte van elkaar hebben.
9. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 25 veermiddel (14) aan het naar het klemorgaan (6) gekeerde eind een steun (34) omvat die zich dwars ten opzichte van elk been uitstrekt en welke steun met het klemorgaan (6) samenwerkt.
10. Bevestigingsysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 30 veermiddel (14) aan het naar het vasthoudorgaan (7) gekeerde eind een voet (35) omvat die zich dwars ten opzichte van elk been uitstrekt en welke voet met het vasthoudorgaan (7) samenwerkt.
11. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het vasthoudorgaan (7) gezien in langsrichting daarvan tegenoverliggende inkepingen (16) heeft waarin respectievelijke langsranden (21) van de drager (2) opneembaar zijn ter verkrijging van de vastgehouden toestand van het vasthoudorgaan (7). 5
12. Bevestigingssysteem volgens conclusie 10 en 11, waarbij de voet (35), gezien in de langsrichting van het vasthoudorgaan (7), een breedte D heeft die groter is dan de kleinste afstand E tussen de tegenoverliggende inkepingen (16).
13. Bevestigingssysteem volgens conclusie 12, waarbij de breedte D van de voet (35) in wezen gelijk is aan, of enigszins groter is dan, de breedte A van de langsopening (20) van de drager (2).
14. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 15 inwendige dwarsafmeting van een houder (36) kleiner is dan de breedte van het bevestigingsorgaan (11) zodanig dat het bevestigingsorgaan klemmend is gehouden in de houder.
15. Veermiddel (14) voor een bevestigingssysteem volgens een der voorgaande 20 conclusies, omvattende tenminste een been, bij voorkeur twee naast elkaar zich uitstrekkende benen (30), uit elastisch materiaal, welke been/benen aan de langsuiteinden daarvan is/zijn verbonden aan houders (36) waarin een bevestigingsorgaan (8), zoals een bout, opneembaar is met het kenmerk dat de houder (36), gezien in doorsnede dwars op de langsrichting van het been (30), in wezen U-25 vormig of C-vormig is.
16. Bevestigingsinrichting (1) voor het bevestigingssysteem volgens een der conclusies 1-14, omvattende een klemorgaan (6), een met de drager (2) in samenwerking brengbaar vasthoudorgaan (7), een het klemorgaan (6) en het 30 vasthoudorgaan (7) bijeenhoudend bevestigingsorgaan (8) en een veermiddel (14) dat zich uitstrekt tussen het klemorgaan (6) en het vasthoudorgaan (7), met het kenmerk dat het veermiddel (14) tenminste een been uit elastisch materiaal omvat, alsmede een houder (36) door middel waarvan het been in samenwerking wordt gehouden ten opzichte van het bevestigingsorgaan (8), welke houder (36) het bevestigingsorgaan (8) in omtreksrichting daarvan althans gedeeltelijk omvat, met het kenmerk dat de houder (36), gezien in doorsnede dwars op de langsrichting van het been (30), in wezen U-vormig of C-vormig is. 5 10 15 20 25 30
NL2009229A 2012-07-25 2012-07-25 Bevestigingssysteem voor panelen, alsmede veermiddel daarvoor. NL2009229C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009229A NL2009229C2 (nl) 2012-07-25 2012-07-25 Bevestigingssysteem voor panelen, alsmede veermiddel daarvoor.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2009229 2012-07-25
NL2009229A NL2009229C2 (nl) 2012-07-25 2012-07-25 Bevestigingssysteem voor panelen, alsmede veermiddel daarvoor.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2009229C2 true NL2009229C2 (nl) 2014-01-28

Family

ID=46800352

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2009229A NL2009229C2 (nl) 2012-07-25 2012-07-25 Bevestigingssysteem voor panelen, alsmede veermiddel daarvoor.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2009229C2 (nl)

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1426634A1 (de) * 2002-12-05 2004-06-09 HILTI Aktiengesellschaft Befestigungssystem
EP1426633A1 (de) * 2002-12-05 2004-06-09 HILTI Aktiengesellschaft Befestigungssystem
DE102006000089A1 (de) * 2006-02-23 2007-08-30 Hilti Ag Befestigungsvorrichtung für die Befestigung von Solarpaneelen an einer Montageschiene
DE102009033804A1 (de) * 2009-07-18 2011-01-20 Fischerwerke Gmbh & Co. Kg Befestigungsvorrichtung für die Befestigung von Solarpaneelen an einer Montageschiene
US20110179606A1 (en) * 2010-01-22 2011-07-28 Thomas & Betts International, Inc. Panel clamp
NL2005497C2 (nl) * 2010-10-11 2012-04-12 Valk Systemen Bvvd Bevestigingssysteem voor zonnepanelen.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1426634A1 (de) * 2002-12-05 2004-06-09 HILTI Aktiengesellschaft Befestigungssystem
EP1426633A1 (de) * 2002-12-05 2004-06-09 HILTI Aktiengesellschaft Befestigungssystem
DE102006000089A1 (de) * 2006-02-23 2007-08-30 Hilti Ag Befestigungsvorrichtung für die Befestigung von Solarpaneelen an einer Montageschiene
DE102009033804A1 (de) * 2009-07-18 2011-01-20 Fischerwerke Gmbh & Co. Kg Befestigungsvorrichtung für die Befestigung von Solarpaneelen an einer Montageschiene
US20110179606A1 (en) * 2010-01-22 2011-07-28 Thomas & Betts International, Inc. Panel clamp
NL2005497C2 (nl) * 2010-10-11 2012-04-12 Valk Systemen Bvvd Bevestigingssysteem voor zonnepanelen.

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100819950B1 (ko) 나사산이 형성된 슬라이더 장착 시스템
CA2966346C (en) Fitting for channel framing
KR101238389B1 (ko) 태양 모듈용 설치 시스템
CA2984852C (en) Electrical box bar hanger
CN111971204B (zh) 顶部架支脚、顶部架横梁和包括它们的***
US20100193645A1 (en) Channel joining system with a mounting channel and a joining part for joining the mounting channel to a support
US20170302219A1 (en) Slide-on spring clip for installing solar panels and method of use
US20050025603A1 (en) Fixing clamp for anchoring a component in the hole of a support plate
CN105507406B (zh) 具有两个固定件的落地式卫生用具
RU2317764C2 (ru) Система, зажимной элемент и запирающий элемент для соединения профильных элементов
WO2007109839A1 (en) A panel attachment clip
NL2009229C2 (nl) Bevestigingssysteem voor panelen, alsmede veermiddel daarvoor.
US20150137058A1 (en) Post mounting assembly for post and rail constructions
CA2902025C (en) Roof rail retainer, roof rail assembly, and vehicle having the roof rail assembly
JP5863879B2 (ja) 横葺屋根用の屋根上設置物取付金具
NL1028490C2 (nl) Ophangelement.
JP5703242B2 (ja) 屋根上取付具
CA2394477C (en) Holding device for holding long objects, especially roof drainage gutters, which are to be attached to a building
NL2005497C2 (nl) Bevestigingssysteem voor zonnepanelen.
JP3206776U (ja) タイル取り付け用金具
RU92496U1 (ru) Крепежный узел для закрепления конструктивных элементов
KR200436258Y1 (ko) 천장패널 지지용 행거
RU156593U1 (ru) Узел крепления трубостойки антенно-фидерного устройства на поясе металлической решетчатой опоры
JP7373381B2 (ja) 天井ルーバーの取付構造および取付方法
JP6239874B2 (ja) 吊り支持具

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20160801