NL2008618C2 - Ledemaatsteun, stoelzitverbeteringsinrichting, werkwijze voor het verschaffen daarvan en een stoel die daarvan is voorzien. - Google Patents

Description

Ledemaatsteun, stoelzitverbeteringsinrichting, werkwijze voor het verschaffen daarvan en een stoel die daarvan is voorzien 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een stoelzitverbeteringsinrichting voor het verbeteren van de zit in een stoel, zoals een vliegtuigstoel van de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning.

10 De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrek king op een werkwijze voor het verschaffen van een stoel-zitverbetering.

Verder heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een vliegtuigstoel van de standaardklasse of een bus- 15 stoel, welke is voorzien van een stoelzitverbeteringsinrichting volgens de uitvinding.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een ledemaatsteun voor het verbeteren van de zit in een stoel.

20 Jaarlijks maken miljarden passagier een vlucht per vliegtuig om naar een bestemming te vliegen voor bijvoorbeeld een vakantieperiode of werk gerelateerde doeleinden. Een deel van de vluchten, zoals bijvoorbeeld intercontinentale vluchten, neemt een grote tijdsperiode in beslag.

25 In het licht van de passagiers weinig ruimte biedende stoelenrangschikking is het zitcomfort in de huidige situatie beperkt. Met de onderhavige uitvinding is beoogd een dergelijk nadeel van de bekende techniek te verhelpen of althans te verminderen.

30 Hiertoe verschaft de uitvinding een ledemaatsteun voor het verbeteren van de zit in een stoel, omvattende: 2 - een ledemaatsteunelement voor het ondersteunen van een zich van een zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet, en - een rangschikelement voor het rangschikken van 5 het ledemaatsteunelement ten opzichte van de stoel, waarbij de ledemaatsteun in een gebruikstoestand een ledemaatsteunorgaan heeft voor het ondersteunen van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet.

10 Een voordeel van de ledemaatsteun volgens de uit vinding is dat in gebruik de gebruiker zijn voeten en/of benen kan laten rusten op het ledemaatsteunorgaan. Een resultaat hiervan is, dat de gebruiker comfortabel en/of ontspannen in de stoel kan zitten.

15 De uitvinding kent diverse geprefereerde uitvoe ringsvormen, die blijken uit de hierna volgende beschrijving van enkele dergelijke uitvoeringsvormen. De voordelen en inventieve eigenschappen van de uitvinding in al haar aspecten, met inbegrip van de in de afhankelijke conclu-20 sies gedefinieerde maatregelen, zijn geenszins beperkt tot de hierboven en/of hieronder genoemde overwegingen.

Een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van de ledemaatsteun volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat de ledemaatsteun in de gebruikstoestand een gebogen ledemaat-25 steunorgaan heeft. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het ledemaatsteunorgaan een zodanige ondersteuning biedt aan de benen van een gebruiker, dat de benen van gebruik in hoofdzaak compleet worden ondersteund door het ledemaatsteunorgaan. Een resultaat hiervan is, dat de ge-30 bruiker plaats kan nemen op een stoel, zijn benen kan plaatsen op de ledemaatsteun en zijn benen kan laten rusten op de ledemaatsteun.

3

Een geprefereerde uitvoeringsvorm van de ledemaat-steun volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat de le-demaatsteun opvouwbaar is, bij voorkeur een balkvorm verschaffend in opgevouwen toestand. Op deze wijze is eenvou-5 dig bewerkstelligt dat het ledemaatsteun van een "gevouwen" toestand naar een "uitgevouwen" toestand kan gaan. Verder is de omzetting van "gevouwen" toestand naar "uitgevouwen" toestand snel uit te voeren.

Een verder voordeel is, dat de ledemaatsteun in 10 "gevouwen" toestand kleine afmetingen heeft. Een resultaat hiervan is, dat een gebruiker het geheel bijvoorbeeld in een tas kan meenemen zonder dat er extra benodigdheden nodig zijn.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een lede-15 maatsteun volgens de conclusie heeft als kenmerk, dat het ledemaatsteunorgaan een voetsteundeel omvat voor het ondersteunen van een voet van een gebruiker. Daarbij is het van voordeel, dat het voetsteundeel is geselecteerd uit de groep omvattende een richel, gaten en combinaties daarvan. 20 Een passagier kan tijdens gebruik zijn voet(en) op het voetsteundeel plaatsen, of laten rusten tegen het voetsteundeel. Een voordeel hiervan is dat de benen van de passagier niet vrij hangen, maar ondersteund zijn door het voetsteundeel, zodat zijn benen niet, of althans minder, 25 vermoeid zullen aanvoelen wanneer de reis is beëindigd.

Verder is het voordelig, dat het ledemaatsteunorgaan een kuitsteundeel omvat voor het ondersteunen van een kuit van een gebruiker. In deze voorkeursuitvoeringsvorm van de zitverbeteringsinrichting wordt een groot deel van 30 een onderbeen van een gebruiker ondersteund tijdens gebruik, waardoor de positieve effecten van de zitverbeteringsinrichting meer uitwerking zullen hebben. De kuiten van de passagier zijn tijdens gebruik ondersteund door het 4 kuitsteundeel, waardoor er minder druk staat op de voeten die rusten op het voetsteundeel. De passagier kan op deze wijze tijdens de reis een comfortabele positie aannemen, en zal geen van de bovenstaand genoemde nadelige effecten 5 ondervinden.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van een ledemaatsteun volgens de uitvinding omvattende koppelmiddelen voor, wanneer in gebruikstoestand, het gebogen houden van het lede-maatsteunorgaan van de ledemaatsteun. Zoals bovenstaand 10 uiteengezet kan de ledemaatsteun worden opgevouwen, teneinde bijvoorbeeld het transport van deze ledemaatsteun te vereenvoudigen. Om te voorkomen dat de ledemaatsteun in gebruikstoestand terug keert naar de opgevouwen toestand, zijn de koppelmiddelen voorzien. Aldus is een voordeel van 15 deze uitvoeringsvorm dat de ledemaatsteun gedurende het gebruik in de vorm blijft, in welke de gebruiker de ledemaatsteun heeft gepositioneerd.

Daarbij is het van voordeel, dat de koppelmiddelen fixatiemiddelen omvatten, bij voorkeur klittenband, druk-20 kers, haken of een combinatie daarvan. Dergelijke fixatie-middelen hebben als voordeel dat deze op zichzelf bekend zijn, zodat een vakman in de techniek een goed beeld heeft welke krachten de fixatiemiddelen bijvoorbeeld kan weerstaan, alvorens de fixatie wordt verbroken. Verder kunnen 25 dergelijke fixatiemiddelen op betrouwbare wijze worden voorzien aan de ledemaatsteun.

Een geprefereerde uitvoeringsvorm van de ledemaatsteun volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat vouwlijnen zijn voorzien in het ledemaatsteunorgaan van de le-30 demaatsteun. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat het in gebruikstoestand brengen van de ledemaatsteun eenvoudig kan worden bewerkstelligd. Verder wordt middels de vouwlijnen voorkomen dat beschadigingen optreden aan het 5 ledemaatsteunorgaan als gevolg van het vouwen van het le-demaatsteunorgaan. De uitstraling van de ledemaatsteun zal als gevolg hiervan in hoofdzaak in stand worden gehouden.

Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm is, 5 dat door het aanbrengen van de vouwlijnen een kromming van het in gebruikstoestand gebogen ledemaatsteunorgaan kan worden beïnvloed. Op deze wijze kan een kromming tot stand worden gebracht, welke optimaal is voor een bepaald type stoel.

10 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de ledemaatsteun heeft als kenmerk, dat de ledemaatsteun is vervaardigd uit een plaatmateriaal, welke bij voorkeur is geselecteerd uit de groep omvattende kanaalplaat, karton en composietmateriaal, zoals middels koolstofvezel versterkt kunststof.

15 Beide materialen bieden een zodanige stevigheid, dat een gebruiker zijn benen en/of voeten kan laten rusten op de ledemaatsteun in gebruikstoestand, waarbij de materialen in staat zijn tot het weerstaan van de daarbij optredende krachten. Een verder voordeel is dat beide materialen com-20 mercieel beschikbaar zijn en eenvoudig bewerkbaar zijn.

Een geprefereerde uitvoeringsvorm van de ledemaatsteun volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat het ledemaatsteun in neerwaartse richting gezien een variabele, zoals instelbare, lengte heeft. Door een variabele lengte 25 kan de gebruiker de hoek en lengte van het instellen in een stand die hij prefereert voor individueel ideale ondersteuning van de voet en/of de kuit. Een verder voordeel is dat de lengte van het ledemaatsteun op deze aanpasbaar is aan de lengte van een passagier, zodat deze passagier 30 maximale ondersteuning krijgt van het ledemaatsteun. Op deze wijze is de zitverbeteringsinrichting toepasbaar voor een breed publiek.

6

Het is op zichzelf bekend dat de hoogte van de bodem tot de zitting van een vliegtuigstoel, evenals de ruimte tussen twee rijen vliegtuigstoelen niet altijd hetzelfde is, bijvoorbeeld afhankelijk van een luchtvaart-5 maatschappij. Door een variabele lengte van het ledemaat-steun kan de zitverbeteringsinrichting toepassing vinden in een variëteit van vliegtuigen of eventueel andere vervoersmiddelen .

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de lede-10 maatsteun volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat het ledemaatsteun scharnierbaar is ten einde de variabele lengte te bewerkstelligen. Door de scharnierbaarheid van het ledemaatsteun is het mogelijk om een deel van het ledemaatsteun te scharnieren ten opzichte van een andere 15 deel hetzij om een lengte-as, hetzij om een breedte-as.

Een voordeel hiervan is, dat afmetingen in een "opgevouwen" toestand kleiner zijn dan de afmetingen in "uitgevouwen" toestand. Hierdoor is het door een gebruiker eenvoudiger om de zitverbeteringsinrichting mee te nemen, aange-20 zien het minder ruimte in beslag neemt.

Daarbij is het van voordeel, dat het ledemaatsteu-norgaan uitschuifbaar, bij voorkeur op telescopische wijze, is ten einde de variabele lengte te bewerkstelligen.

Een verdere geprefereerde uitvoeringsvorm van de 25 ledemaatsteun volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat het ledemaatsteunorgaan een schuimmateriaal of een op-blaaselement omvat, en/of een frame van buismateriaal met een materiaal daartussen omvat. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat een ledemaatsteunorgaan is verschaft 30 dat robuust is, goede materiaaleigenschappen heeft met betrekking tot aanraking met de huid van een passagier, en tevens tot kleine afmetingen opvouwbaar is. De breedte van 7 het ledemaatsteunorgaan is tenminste voldoende voor het verschaffen van steun aan de voeten en/of de kuiten.

Verder blijft door de materiaalkeuze het gewicht van de ledemaatsteun bij voorkeur laag, zodat een gebrui-5 ker de ledemaatsteun makkelijk kan meenemen.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de ledemaatsteun volgens de uitvinding heeft als kenmerk, dat de breedte van het ledemaatsteunorgaan taps versmallend is in de richting van voeten van een gebruiker. Een voordeel van 10 deze voorkeursuitvoeringsvorm is dat in het geval dat een gebruiker wil opstaan, deze gebruiker zijn voeten naast het taps toelopende ledemaatsteunorgaan kan plaatsen. Met andere woorden, de gebruiker kan eenvoudig en snel opstaan en heeft tevens de voordelen die zijn verschaft door de 15 ledemaatsteun.

Een verder voordeel is, dat het voor een gebruiker mogelijk is om langs het taps toelopende ledemaatsteunorgaan naar een tas te grijpen die bijvoorbeeld onder de stoel is geplaatst.

20 Een voorkeursuitvoeringsvorm van de ledemaatsteun heeft als kenmerk, dat het ledemaatsteunorgaan een steunelement omvat voor het steunen op een bodem, bij voorkeur een steunelement dat een stroef contact met de bodem verschaft. In het geval dat een gebruiker met zijn benen op 25 het ledemaatsteunorgaan rust, dan is het mogelijk dat door het gewicht van de benen van de gebruiker het ledemaatsteunorgaan zal verplaatsen ten opzichte van de stoel. Een voordeel van deze voorkeursuitvoeringsvorm is, dat door het steunelement deze verplaatsing ten opzichte van de 30 stoel is tegengegaan zodat het ledemaatsteunorgaan in de positie zal blijven waarin de gebruiker het ledemaatsteunorgaan heeft geplaatst. Op deze wijze biedt de ledemaatsteun de optimale ondersteuning aan de gebruiker ten min- 8 ste in overeenstemming met de voorkeur van de gebruiker zelf.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een stoelzitverbeteringsinrichting voor het verbe-5 teren van de zit in een stoel, zoals een vliegtuigstoel van de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, omvattende: - een zittingsteunorgaan voor plaatsing op de zitting welke in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan 10 achterzijde heeft; - een ledemaatsteun volgens de uitvinding, voor het ondersteunen van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet.

Een voordeel van de zitverbeteringsinrichting vol-15 gens de uitvinding is dat passagiers in bijvoorbeeld een vliegtuig comfortabeler in een stoel van bijvoorbeeld een vliegtuig zitten. Ofwel met andere woorden, het comfort is verhoogd voor de passagiers door de stoelverbeteringsin-richting.

20 Immers, door het zittingsteunorgaan komt de zit ting onder een hoek te staan ten opzichte van een rugleuning van een stoel. Uit de praktijk is gebleken dat er passagiers zijn die onder invloed van het lichaam voorwaarts glijden in de stoelzitting. Dit wordt versterkt 25 wanneer de rugleuning in de achterwaartse positie wordt gekanteld. Doordat zitting volgens de uitvinding, welke in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan achterzijde heeft, wordt steun verschaft die het vooruit glijden ten minste ten dele voorkomt waardoor het zitcomfort voor de 30 passagier verbetert. Opgemerkt wordt dat het resultaat in het bijzonder wordt verschaft in combinatie met een naar achter gekantelde rugleuning van de stoel.

9

Verder heeft het ledemaatsteun als voordeel dat in gebruik ten minste een deel van een been van de passagier is ondersteund. Een voordeel hiervan is, dat de passagier zijn benen op het ledemaatsteun kan laten rusten, waardoor 5 de passagier geen, of althans minder, vermoeid gevoel in zijn benen krijgt. In het bijzonder is de uitvoeringsvorm erop gericht dat de achterzijde van de voet en/of het been kan rusten tegen een schuins opwaarts gericht steunvlak van het ledemaatsteun terwijl bij verdere voorkeur de on-10 derzijde van de voet vrij ligt. Verder verbetert de gehele zithouding van de passagier door toepassing van de zitver-beteringsinrichting, waardoor de passagier meer ontspannen in de stoel zit.

Een verdere uitvoeringsvorm van de stoelzitverbe-15 teringsinrichting heeft als kenmerk, dat het zittingssteu-norgaan vouwbaar is, bij voorkeur een balkvorm verschaffend in opgevouwen toestand. Een voordeel hiervan is, dat afmetingen in een "gevouwen" toestand kleiner zijn dan de afmetingen in "uitgevouwen" toestand. Hierdoor is het door 20 een gebruiker eenvoudiger om de zitverbeteringsinrichting mee te nemen, aangezien de zitverbeteringsinrichting minder ruimte in beslag neemt. Een verder voordeel hiervan is, dat een gebruiker het geheel bijvoorbeeld in een de bagage kan meenemen zonder behoefte aan extra benodigdhe-25 den. Verder heeft deze uitvoeringsvorm van de zitverbeteringsinrichting ten minste dezelfde voordelen als die bovenstaand zijn genoemd in relatie tot het vouwbare lede-maatsteunorgaan. Bijvoorbeeld is het zittingssteunorgaan zodanig opvouwbaar, dat het in gevouwen toestand een 30 rechthoekige vorm heeft.

Daarbij is het voordelig, dat het zittingssteunorgaan een materiaal omvat dat is geselecteerd uit een groep, omvattende: schuim en springveren, en/of een op- 10 blaaselement omvat. Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat een zittingssteunorgaan is verschaft dat robuust is, goede materiaaleigenschappen heeft met betrekking tot aanraking met kleding van een passagier, en tevens opvouw-5 baar is tot kleine afmetingen.

Een verder voordeel van deze uitvoeringsvorm is, dat het mogelijk is om een zittingssteunorgaan te vervaardigen dat in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan achterzijde heeft.

10 Een verdere uitvoeringsvorm van de zitverbete- ringsinrichting heeft als kenmerk, dat de onderzijde van het zittingssteunorgaan een wrijving verschaffend element omvat. Daarbij is het van voordeel, dat het wrijving verschaffende element aan de onderzijde van het zittingssteu-15 norgaan rubber strippen en/of klittenband omvat. In het geval dat een gebruiker op de zitverbeteringsinrichting zit, veroorzaakt de zwaartekracht voorwaarts glijden van de persoon. Een resultaat hiervan kan zijn, dat de zitverbeteringsinrichting van de stoel afglijdt, waardoor de ge-20 bruiker eveneens van de stoel kan vallen. Door aan de onderzijde van het zittingssteunorgaan een wrijving verschaffend element te verschaffen, zal de zitverbeteringsinrichting niet meer, of althans significant minder, de van de stoel af schuiven. Een voordeel hiervan is, dat de 25 zitverbeteringsinrichting een betrouwbare zitting verschaft aan de gebruiker.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een vliegtuigstoel volgens de standaardklasse of een busstoel, omvattende een ledemaatsteun voor het onder-30 steunen van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet; en/of enige verdere maatregel volgens de uitvinding. Een dergelijke stoel heeft ten minste dezelfde voordelen als die bovenstaand 11 zijn vernoemd in relatie tot de zitverbeteringsinrichting volgens de uitvinding.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een vliegtuigstoel volgens de standaardklasse of 5 een busstoel, omvattende een zittingsteunorgaan voor plaatsing op de zitting welke in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan achterzijde heeft; en/of enige verdere maatregel volgens de uitvinding. Een dergelijke stoel heeft ten minste dezelfde voordelen als die bovenstaand 10 zijn vernoemd in relatie tot de zitverbeteringsinrichting volgens de uitvinding.

Verder heeft de uitvinding eveneens betrekking op een stoelzitverbeteringsinrichting voor het verbeteren van de zit in een stoel, zoals een vliegtuigstoel van de 15 standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, omvattende een zittingsteunorgaan voor plaatsing op de zitting welke in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan achterzijde heeft.

20 Een voordeel van de zitverbeteringsinrichting is, dat door het zittingsteunorgaan de zitting onder een hoek komt te staan ten opzichte van een rugleuning van een stoel. Door de hoek van de zitting ten opzichte van de rugleuning van de stoel wordt deze neiging opgevangen en 25 zal de passagier in een prettigere houding in de stoel blijven zitten. Opgemerkt wordt dat het resultaat beter is in combinatie met een naar achter gekantelde rugleuning van de stoel.

Een verder aspect van de uitvinding is een stoel-30 zitverbeteringsinrichting voor het verbeteren van de zit in een stoel, zoals een vliegtuigstoel van de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, omvattende een ledemaatsteun 12 voor het ondersteunen van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet.

Een voordeel van de zitverbeteringsinrichting is, dat in gebruik ten minste een deel van een been van de 5 passagier is ondersteund. Een voordeel hiervan is, dat de passagier zijn benen op het ledemaatsteun kan laten rusten, waardoor de passagier geen, of althans minder, vermoeid gevoel in zijn benen krijgt. Verder verbetert de gehele zithouding van de passagier door toepassing van de 10 zitverbeteringsinrichting, waardoor de passagier meer ontspannen in de stoel zit.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verschaffen van een stoel-zitverbetering als gedefinieerd in een voorgaande conclu-15 sie, omvattende stappen voor het verschaffen van een stoelzitverbeteringsinrichting aan een passagier. De onderhavige werkwijze verschaft onder andere de voordelen die bovenstaand zijn vernoemd aan een gebruiker van een zitverbeteringsinrichting.

20 Een verder aspect van de uitvinding heeft betrek king op een plano voor het vervaardigen van een ledemaatsteun volgens de onderhavige uitvinding.

Een verder aspect van de uitvinding heeft betrekking op een zitkussen voor een stoel, zoals een vliegtuig-25 stoel van bijvoorbeeld de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, omvattende koppelmiddelen voor koppeling met een ledemaatsteun volgens de onderhavige uitvinding. Het zitkussen heeft in combinatie met de ledemaatsteun ten minste de-30 zelfde voordelen als die bovenstaand zijn genoemd in relatie tot de ledemaatsteun.

Hieronder volgt een beschrijving van enkele in de bijbehorende figuren weergegeven uitvoeringsvormen, die 13 slechts bij wijze van voorbeeld zijn verschaft, en waarin gelijke of gelijksoortige onderdelen, componenten en elementen zijn aangeduid met dezelfde referentienummers, en waarin: 5 Fig. 1 toont een schematische weergave van een eerste uitvoeringsvorm van een zitverbeteringsinrichting;

Fig. 2 toont een schematische weergave van een verdere uitvoeringsvorm van een zitverbeteringsinrichting;

Fig. 3 toont een vooraanzicht van een uitvoerings-10 vorm van een ledemaatsteunorgaan;

Fig. 4 toont een vooraanzicht van een verdere uitvoeringsvorm van een ledemaatsteunorgaan;

Fig. 5 toont een schematische weergave van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een stoelzitverbete-15 ringsinrichting;

Fig. 6 een ledemaatsteun toont volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een ontvouwde toestand;

Fig. 7 een dwarsdoorsnede van de ledemaatsteun uit Fig. 6 toont; en 20 Fig. 8 een verdere uitvoeringsvorm toont van een zitverbeteringsinrichting volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont een schematische weergave van een eerste uitvoeringsvorm van een zitverbeteringsinrichting 1. De zitverbeteringsinrichting 1 omvat een zittingsteu-25 norgaan 2 en een ledemaatsteunorgaan 3, welke met elkaar in verbinding staan, bijvoorbeeld middels een pen-gatverbinding (niet getoond). De zitverbeteringsinrichting 1 is geplaatst op een stoel 4, waarvan een rugleuning 5 achterwaarts is gekanteld. Het zittingsteunorgaan 2 heeft 30 aan de voorzijde een grote hoogte dan aan de achterzijde. In de figuur is duidelijk te zien dat een onderbeen 6 vrijwel compleet op het ledemaatsteunorgaan 3 kan rusten.

14

Fig. 2 toont een schematische weergave van een verdere uitvoeringsvorm van een zitverbeteringsinrichting 1. In deze uitvoeringsvorm heeft het zittingsteunorgaan 2 in niet-gebruikte toestand een gelijke hoogte aan de voor-5 zijde en aan de achterzijde. In het geval dat een gebruiker plaatsneemt op het zittingsteunorgaan 2, dan zal de achterzijde verder inzakken dan de voorzijde en op deze wijze wordt het hoogteverschil tussen de voorzijde en de achterzijde tot stand gebracht.

10 Fig. 3 toont een vooraanzicht van een uitvoerings vorm van een ledemaatsteunorgaan 3. In deze uitvoeringsvorm heeft het ledemaatsteunorgaan 3 in vooraanzicht een in hoofdzaak rechthoekige vorm. In een uitvoeringsvorm van het ledemaatsteunorgaan 3 kan het ledemaatsteunorgaan 3 15 uit-/inschuifbaar zijn in de richting van pijl a.

In een verdere uitvoeringsvorm van het ledemaatsteunorgaan 3 kan het ledemaatsteunorgaan vouw-/scharnierbaar zijn om lengte-as D en/of breedte-as C, welke in de figuur op een willekeurige positie zijn ge-20 toond.

Opgemerkt wordt dat het ledemaatsteunorgaan 3 een frame (niet getoond) kan omvatten, welke tussen het frame een opgespannen materiaal (niet getoond) omvat.

Fig. 4 toont een vooraanzicht van een verdere uit-25 voeringsvorm van een ledemaatsteunorgaan 3. De kenmerken die zijn genoemd in relatie tot Fig. 3 zijn hier eveneens van toepassing. Verder is het ledemaatsteunorgaan 3 in deze uitvoeringsvorm in neerwaartse richting d taps toelopend. Oftewel de breedte b van het ledemaatsteunorgaan 3 30 neemt of in de neerwaartse richting d.

Fig. 5 toont een schematische weergave van een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een stoelzitverbete-ringsinrichting 1. De stoelzitverbeteringsinrichting 1 om- 15 vat een zittingssteunorgaan 2 en een ledemaatsteunorgaan 3, welke met elkaar zijn verbonden onder toepassing van een tussenorgaan 7. Een voordeel van het tussenorgaan 7 is dat de afstand tussen het zittingssteunorgaan 2 en het le-5 demaatsteunorgaan 3 zodanig is dat een gebruiker met een zekere lengte met een groot deel van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet kan rusten op het ledemaatsteunorgaan 3. Toepassing in andere toepassingsgebieden, zoals in een trein is door 10 de onderhavige uitvinder eveneens voorzien.

Fig. 6 toont een ledemaatsteun 3 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding in een ontvouwde toestand. Fig. 6 is een bovenaanzicht van een geprefereerde uitvoeringsvorm van een ledemaatsteun 3 volgens de uitvinding.

15 Het ledemaatsteunorgaan 10 is het deel van de ledemaatsteun 3 waarop de gebruiker in gebruikstoestand zijn benen en/of voeten kan laten rusten. De ledemaatsteun 3 is voorzien van vouwlijnen 13, welke aan twee zijden van de ledemaatsteun 3 zijn voorzien. In het geval dat een gebruiker 20 de ledemaatsteun 3 wil gebruiken, dienen de randen 7 van de ledemaatsteun 3 in de richting van pijl G te worden bewogen. Als gevolg van het verloop van de vouwlijnen 13 zal de ledemaatsteun 3 een gebogen vorm aannemen, zoals te zien is in Fig. 7. Tevens zijn vouwlijnen H voorzien, zo-25 dat het mogelijk is de ledemaatsteun te vouwen, zoals bovenstaand beschreven.

Verder omvat de ledemaatsteun 3 koppelmiddelen 8 die fixatiemiddelen 8 omvatten. In deze uitvoeringsvorm van de ledemaatsteun 3 is een insnijding aangebracht in 30 het plaatmateriaal, zoals kanaalplaat of karton, aan twee zijden 7 van de ledemaatsteun 3. Wanneer de randen 7 van de ledemaatsteun 3 in de richting van pijl G worden bewogen, worden de koppelmiddelen 8 naar elkaar toe bewogen.

16

In de gebruikstoestand van de ledemaatsteun 3 kunnen de koppelmiddelen 8 met elkaar worden gekoppeld, zodat de ledemaatsteun 3 in gebruikstoestand wordt gehouden. De koppelmiddelen 8 omvatten bijvoorbeeld fixatiemiddelen zoals 5 klittenband en/of drukkers voor het tot stand brengen van de koppeling.

Tevens kan een deel 11 van de ledemaatsteun 3 buigbaar zijn om vouwlijn F. Het deel 11 kan zodanig worden gevouwen, dat het deel 11 steunt op de grond van de 10 omgeving waarin de ledemaatsteun wordt toegepast. Om het deel 11 in gebruikstoestand in de gewenste positie te houden, zijn fixatiemiddelen 12 voorzien voor het fixeren van deel 11 ten opzichte van het overige deel van de ledemaatsteun 3. De fixatiemiddelen 12 kunnen bijvoorbeeld klit-15 tenband en/of drukkers omvatten.

Fig. 7 toont een dwarsdoorsnede van de ledemaatsteun 3 uit Fig. 6. De dwarsdoorsnede is genomen in de richting van lijn E uit Fig. 6 In deze figuur is te zien dat het deel 11 van de ledemaatsteun 3 steunt op de bodem 20 van de omgeving, zoals de vloer van een vliegtuig, waarin de ledemaatsteun 3 wordt toegepast. Verder is te zien in de figuur de het ledemaatsteunorgaan 10 in gebruikstoestand een gebogen vorm heeft, zodat de gebruiker van de ledemaatsteun 3 zijn benen en/of kan laten rusten op het 25 ledemaatsteunorgaan.

Fig. 8 toont een verdere uitvoeringsvorm van een zitverbeteringsinrichting volgens de uitvinding. De figuur toont eveneens een dwarsdoorsnede van de ledemaatsteun 3 in de richting van lijn E uit Fig. 6. In Fig. 8 is een le-30 demaatsteun 3 getoond omvattende een ledemaatsteunorgaan 10, welke in gebruikstoestand een gebogen vorm heeft, en het deel 11 dat steunt op de bodem van de omgeving, zoals een vloer van een vliegtuig. De uitvoeringsvorm van de le- 17 demaatsteun 3 omvat een voetsteundeel in de vorm van een richel 13. In gebruik kan een gebruiker zijn voeten op deze richel 13 plaatsen, zodat de voeten van de gebruiker worden ondersteund. De richel 13 kan een driehoekige 5 dwarsdoorsnede hebben en bijvoorbeeld middels klittenband worden bevestigd aan de ledemaatsteun 23.

Na kennisneming van het voorgaande zal de vakman vele alternatieve en aanvullende uitvoeringsvormen voor ogen hebben, die allen zijn gelegen binnen het bereik van 10 de onderhavige uitvinding, zoals die is gedefinieerd in de bijbehorende conclusies.

Opgemerkt wordt dat in de context van deze beschrijving het oprollen van de ledemaatsteun wordt beschouwd als het opvouwen van de ledemaatsteun.

15 Verder is het mogelijk dat ten minste één tussen- orgaan is gepositioneerd tussen een zittingssteunorgaan en een ledemaatsteunorgaan, teneinde afstand te verschaffen tussen het zittingssteunorgaan en het ledemaatsteunorgaan om zodoende een additionele ondersteuning te bieden aan 20 een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet. Opgemerkt wordt dat het tussenor-gaan bijvoorbeeld één of meer dan één stang kan omvatten, waarbij de stang de afstand verschaft tussen het zittingssteunorgaan en het ledemaatsteunorgaan; het tussenorgaan 25 is in dit geval open. Voorts kan het tussenorgaan een gesloten orgaan zijn, en bijvoorbeeld een frame van buisma-teriaal met een materiaal daartussen omvatten.

k k k k k

Claims (28)

1. Ledemaatsteun voor het verbeteren van de zit in een stoel, omvattende: - een ledemaatsteunelement voor het ondersteunen 5 van een zich van een zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet, en - een rangschikelement voor het rangschikken van het ledemaatsteunelement ten opzichte van de stoel, waarbij de ledemaatsteun in een gebruikstoestand 10 een steunorgaan heeft voor het ondersteunen van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet.

2. Ledemaatsteun volgens conclusie 1, waarbij de 15 ledemaatsteun in de gebruikstoestand een gebogen ledemaat- steunorgaan heeft.

3. Ledemaatsteun volgens conclusie 1 of conclusie 2, waarbij de ledemaatsteun opvouwbaar is, bij voorkeur 20 een balkvorm verschaffend in opgevouwen toestand.

4. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ledemaatsteunorgaan een voetsteun-deel omvat voor het ondersteunen van een voet van een ge- 25 bruiker.

5. Ledemaatsteun volgens conclusie 4, waarbij het voetsteundeel is geselecteerd uit de groep omvattende een richel, gaten en combinaties daarvan. 30

6. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het ledemaatsteunorgaan een kuitsteun- deel omvat voor het ondersteunen van een kuit van een gebruiker .

7. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande 5 conclusies, verder omvattende koppelmiddelen voor, wanneer in gebruikstoestand, het gebogen houden van het ledemaat-steunorgaan van de ledemaatsteun.

8. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande 10 conclusies, waarbij de koppelmiddelen fixatiemiddelen omvatten, bij voorkeur klittenband, drukkers, haken of een combinatie daarvan.

9. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande 15 conclusies, waarbij vouwlijnen zijn voorzien in het ledemaat steunorgaan van de ledemaatsteun.

10. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ledemaatsteun is vervaardigd uit 20 een plaatmateriaal, welke bij voorkeur is geselecteerd uit de groep omvattende kanaalplaat, karton en composietmateriaal, zoals middels koolstofvezel versterkt kunststof.

11. Ledemaatsteun volgens conclusie 1 of conclusie 25 3, waarbij de ledemaatsteun in neerwaartse richting gezien een variabele, zoals instelbare, lengte heeft.

12. Ledemaatsteun volgens één van de conclusies 1, 3 of 11, waarbij het ledemaatsteunorgaan scharnierbaar is 30 teneinde de variabele lengte te bewerkstelligen.

13. Ledemaatsteun volgens conclusie 12, waarbij de ledemaatsteun uitschuifbaar, bij voorkeur op telescopische wijze, is ten einde de variabele lengte te bewerkstelligen.

14. Ledemaatsteun volgens één van de conclusies 1, 5. of 11-1, waarbij het ledemaatsteunorgaan een schuimmate- riaal of een opblaaselement omvat, en/of een frame van buismateriaal met een materiaal daartussen omvat.

15. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande 10 conclusies, waarbij de breedte van het ledemaatsteunorgaan taps versmallend is in de richting van voeten van een gebruiker .

16. Ledemaatsteun volgens één van de voorgaande 15 conclusies, waarbij het ledemaatsteunorgaan een steunelement omvat voor het steunen op een bodem, bij voorkeur een steunelement dat een stroef contact met de bodem verschaft .

17. Stoelzitverbeteringsinrichting voor het verbe teren van de zit in een stoel, zoals een vliegtuigstoel van bijvoorbeeld de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, omvattende : 25. een zittingsteunorgaan voor plaatsing op de zit ting welke in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan achterzijde heeft; - een ledemaatsteun volgens ten minste één van de conclusies 1 t/m 16. 30

18. Stoelzitverbeteringsinrichting volgens conclusie 16, waarbij het zittingssteunorgaan vouwbaar is, bij voorkeur een balkvorm verschaffend in opgevouwen toestand.

19. Stoelzitverbeteringsinrichting volgens één van de conclusies 17-18, waarbij het zittingssteunorgaan een materiaal omvat dat is geselecteerd uit een groep, omvattende: schuim en springveren, en/of een opblaaselement omvat . 10

20. Stoelzitverbeteringsinrichting volgens één van de conclusies 17-19, waarbij de onderzijde van het zittingssteunorgaan een wrijving verschaffend element omvat.

21. Stoelzitverbeteringsinrichting volgens één van de conclusies 17-20, waarbij een wrijving verschaffende element rubber strippen en/of klittenband omvat.

22. Stoelzitverbeteringselement volgens één van de 20 conclusies 17-21, waarbij een tussenorgaan is voorzien tussen het zittingssteunorgaan en het ledemaatsteunorgaan, waarbij het tussenorgaan bij voorkeur één of meer dan één stang en/of een frame van buismateriaal met een materiaal daartussen omvat. 25

23. Stoelzitverbeteringssamenstel voor het verbeteren van de zit in een stoel, zoals een vliegtuigstoel van bijvoorbeeld de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, om- 30 vattende een zittingsteunorgaan voor plaatsing op de zitting welke in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan achterzijde heeft.

24. Stoelzitverbeteringssamenstel voor het verbeteren van de zit in een stoel, zoals een vliegtuigstoel van bijvoorbeeld de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, om- 5 vattende een ledemaatsteun voor het ondersteunen van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet.

25. Een vliegtuigstoel volgens de standaardklasse 10 of een busstoel, omvattende een ledemaatsteun voor het ondersteunen van een zich vanaf de zitting neerwaarts uitstrekkend deel van het been en/of de voet; en/of enige verdere maatregel volgens een of meer van de conclusies 17-22 . 15

26. Een vliegtuigstoel volgens de standaardklasse of een busstoel, omvattende een zittingsteunorgaan voor plaatsing op de zitting welke in geplaatste toestand een hogere voorzijde dan achterzijde heeft; en/of enige verde- 20 re maatregel volgens een of meer van de conclusies 17-22.

27. Plano voor het vervaardigen van een ledemaatsteun volgens ten minste één van de conclusies 1 t/m 10.

28. Zitkussen voor een stoel, zoals een vliegtuig stoel van bijvoorbeeld de standaardklasse of een busstoel, met een zitting en een achterwaarts kantelbare rugleuning, omvattende koppelmiddelen voor koppeling met een ledemaatsteun volgens één de conclusies 1 t/m 15. 30

28. Werkwijze voor het verschaffen van een stoel-zitverbetering als gedefinieerd in een voorgaande conclu- sie, omvattende stappen voor het verschaffen van een stoelzitverbeteringsinrichting aan een passagier. k k k k k