NL2007007C2 - Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas. - Google Patents
Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2007007C2 NL2007007C2 NL2007007A NL2007007A NL2007007C2 NL 2007007 C2 NL2007007 C2 NL 2007007C2 NL 2007007 A NL2007007 A NL 2007007A NL 2007007 A NL2007007 A NL 2007007A NL 2007007 C2 NL2007007 C2 NL 2007007C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- crop
- conveyor belt
- water
- substrates
- water supply
- Prior art date
Links
- 238000000034 method Methods 0.000 title claims description 47
- 239000000203 mixture Substances 0.000 title description 2
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 106
- 239000000758 substrate Substances 0.000 claims description 80
- 238000005520 cutting process Methods 0.000 claims description 17
- 238000003306 harvesting Methods 0.000 claims description 16
- 238000012545 processing Methods 0.000 claims description 12
- 238000009434 installation Methods 0.000 claims description 11
- 230000001143 conditioned effect Effects 0.000 claims description 7
- 239000002243 precursor Substances 0.000 claims description 7
- 238000005086 pumping Methods 0.000 claims description 6
- 238000000926 separation method Methods 0.000 claims description 5
- QVGXLLKOCUKJST-UHFFFAOYSA-N atomic oxygen Chemical compound [O] QVGXLLKOCUKJST-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 4
- 239000003337 fertilizer Substances 0.000 claims description 4
- 229910052760 oxygen Inorganic materials 0.000 claims description 4
- 239000001301 oxygen Substances 0.000 claims description 4
- 238000004140 cleaning Methods 0.000 claims description 3
- 238000003825 pressing Methods 0.000 claims description 3
- 238000007599 discharging Methods 0.000 claims 6
- 230000006978 adaptation Effects 0.000 claims 1
- 238000001816 cooling Methods 0.000 claims 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 claims 1
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 claims 1
- 241000196324 Embryophyta Species 0.000 description 5
- 239000006260 foam Substances 0.000 description 4
- 201000010099 disease Diseases 0.000 description 3
- 208000037265 diseases, disorders, signs and symptoms Diseases 0.000 description 3
- 239000000463 material Substances 0.000 description 3
- 239000011368 organic material Substances 0.000 description 3
- 235000013162 Cocos nucifera Nutrition 0.000 description 2
- 244000060011 Cocos nucifera Species 0.000 description 2
- 241000238631 Hexapoda Species 0.000 description 2
- 229920005830 Polyurethane Foam Polymers 0.000 description 2
- 244000052616 bacterial pathogen Species 0.000 description 2
- 239000000835 fiber Substances 0.000 description 2
- 229910010272 inorganic material Inorganic materials 0.000 description 2
- 239000011147 inorganic material Substances 0.000 description 2
- 238000005259 measurement Methods 0.000 description 2
- 239000011490 mineral wool Substances 0.000 description 2
- 238000005192 partition Methods 0.000 description 2
- 238000004382 potting Methods 0.000 description 2
- 239000002689 soil Substances 0.000 description 2
- 239000000654 additive Substances 0.000 description 1
- 230000003698 anagen phase Effects 0.000 description 1
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 description 1
- 238000011161 development Methods 0.000 description 1
- 230000018109 developmental process Effects 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 238000010899 nucleation Methods 0.000 description 1
- 244000052769 pathogen Species 0.000 description 1
- 239000011496 polyurethane foam Substances 0.000 description 1
- 239000002356 single layer Substances 0.000 description 1
- 238000003860 storage Methods 0.000 description 1
- 239000002699 waste material Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G31/00—Soilless cultivation, e.g. hydroponics
- A01G31/02—Special apparatus therefor
- A01G31/04—Hydroponic culture on conveyors
- A01G31/042—Hydroponic culture on conveyors with containers travelling on a belt or the like, or conveyed by chains
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02P—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
- Y02P60/00—Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
- Y02P60/20—Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
- Y02P60/21—Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Hydroponics (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
Description
WERKWIJZE, INRICHTING EN SAMENSTEL VOOR HET TELEN VAN GEWAS
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het telen van gewas, omvattende het aanbrengen van substraten in respectievelijke openingen van een drager, 5 waarbij de substraten zijn ingericht voor het opnemen van gewas of een voorloper daarvanen voor het vervolgens daarin verder telen van het gewas. De uitvinding heeft ook betrekking op een inrichting voor het telen van gewas, de inrichting omvattende een op een ondergrond op te stellen drager voorzien van openingen die geschikt zijn voor het daarin aanbrengen van substraten voor het opnemen van gewas of een voorloper 10 daarvan alsmede een waterhouder voor het daarin houden van een watermassa. Ten slotte heeft de uitvinding betrekking op een samenstel van een gebouw, zoals een schuur, warenhuis of kas, en een of meer van dergelijke inrichtingen voor het telen van gewas.
Het telen van gewassen op water, meer in het bijzonder in vijvers, is op zich bekend. Bekend is bijvoorbeeld een systeem waarin wordt voorzien in een aantal platen 15 met drijfvermogen. In elk van de platen is een groot aantal kokervormige opnames aangebracht waarin gewashouders met gewas of een voorloper daarvan kan worden geplaatst. De platen met de daarin geplaatste gewashouders laat men drijven op het wateroppervlak van de vijver en wel zodanig dat de kokervormige opnames zich tot aan of in het water uitstrekken. Het gewas groeit vervolgens terwijl dit zich in de 2 0 kokervormige opnames bevindt. Door het microklimaat binnen de kokervormige opname zou het mogelijk zijn het gewas goed te laten gedijen.
Aan het bekende systeem kleeft echter een aantal bezwaren. Allereerst bevinden de vijvers zich in de buitenlucht. Dit betekent dat het gewas in de gewashouders blootgesteld is aan weersinvloeden. Doordat het gewas afhankelijk is van weersinvloeden 25 en de seizoenen en verder last kan hebben van insecten en ziektes van buitenaf is de opbrengst en de kwaliteit van het gewas in het algemeen niet optimaal te noemen.
Een verder bezwaar is dat het gewas in de gewashouder van de op het water drijvende plaat zich altijd op een vaste afstand ten opzichte van het wateroppervlak bevindt. Afhankelijk van een aantal factoren, waaronder het type gewas, het 3 0 ontwikkelingsstadium daarvan en de lengtes van de wortels, kan een andere afstand tussen de gewashouder en het wateroppervlak gewenst zijn om een grote en kwalitatief goede opbrengst mogelijk te maken.
2
Om het gewas te oogsten is het voorts nodig de platen uit vijver te verwijderen en de gewashouders een voor een uit de opnames te halen en het gewas uit de gewashouders verwijderen. Het oogsten is daarmee weinig efficiënt en vergt relatief veel tijd en arbeid. Bovendien is de capaciteit van het systeem beperkt aangezien per vijver slechts een 5 enkele laag platen kan worden aangebracht en het aantal te telen eenheden gewas per plaat in de praktijk beperkt is.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze, inrichting en systeem te verschaffen waarin ten minste enige van de bovengenoemde bezwaren van het bekende systeem zijn ondervangen of zijn verminderd.
10 Het is een ook doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze, inrichting en systeem te verschaffen waarin de kwaliteit van het geteelde gewas relatief uniform is en/of er weinig verlies met zich meebrengt.
Het is verder een doel van de onderhavige uitvinding een werkwijze, inrichting en systeem te verschaffen waarin het oogsten van het geteelde gewas op snelle en efficiënte 15 wijze kan worden gerealiseerd.
Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt ten minste een van deze doelen bereikt in een inrichting van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de drager een verplaatsbare transporteur, in het bijzonder een transportband, omvat die gerangschikt is om de substraten op een afstand boven een watervoorraad te houden.
2 0 De transporteur kan een eindige of eindloze transportband, een carrouselsysteem of soortgelijke transporteur zijn waarmee het gewas op een gewenste positie boven het wateroppervlak gehouden kan worden. In een uitvoering van de uitvinding omvat de werkwijze het aanpassen van de afstand tussen het substraat in de transportband en het oppervlak van de watervoorraad, bijvoorbeeld om afhankelijk van het type gewas en/of 2 5 het teelstadium van het gewas, tot goede teelomstandigheden te komen. Dit aanpassen van de afstand kan tijdens het proces van het telen zelf of vooraf plaatsvinden.
Het substraat waarin het gewas, althans de voorloper daarvan, bijvoorbeeld een of meer zaden, wordt aangebracht, kan zijn vervaardigd van organisch materiaal, in het bijzonder potgrond en/of kokosvezel. In andere uitvoeringen wordt gebruik gemaakt van 3 0 inorganisch materiaal, in het bijzonder steenwol of een schuim, bij voorkeur polyurethaanschuim. De inorganische materialen kunnen vrij van ziektekiemen geleverd worden, zodat de kans op ziektes sterk verminderd wordt.
3
Het substraat kan een houder omvatten met een in hoofdzaak afgeknotte piramidevorm. Deze vorm is klemmend in een opening van de transportband schuifbaar zodat het substraat in de gewenste (opstaande) positie ten opzichte van de transportband blijft staan, tijdens het telen en het oogsten van het gewas.
5 Volgens een uitvoering van de uitvinding omvat de werkwijze het in hoogterichting verplaatsen van het oppervlak van de watervoorraad voor het instellen van de gewenste afstand tussen het wateroppervlak en de transportband. Dit kan bijvoorbeeld gerealiseerd worden door de watervoorraad aan te brengen in een waterhouder en door het waterniveau te veranderen door water in de waterhouder te 10 pompen of water uit de waterhouder te pompen.
Als alternatief voor of in aanvulling op het veranderen van het waterniveau kan de afstand tussen het wateroppervlak en de substraten ook veranderd worden door de transportband zelf in hoogterichting te verplaatsen. Hierdoor laat zich de gewenste afstand tussen het wateroppervlak en de transportband eenvoudig instellen.
15 In een bepaalde uitvoering waarin de watervoorraad is aangebracht in een langgerekte waterhouder, omvat de werkwijze het transporteren van de transportband in langsrichting langs de waterhouder. De substraten die als eerste op de band zijn aangebracht worden ook weer als eerste afgevoerd nadat ze over de gehele teeltlengte langs de bovenzijde van de waterhouder zijn verplaatst. Het verplaatsen van de 2 0 transportband kan op intermitterende wijze plaatsvinden. Wanneer bijvoorbeeld in de transportband telkens rijen van openingen zijn aangebracht (bijv. rijen loodrecht op de langsrichting van de band) kan tijdens het stilstaan op handmatige of gemechaniseerde wijze een rij openingen gevuld worden met substraten voorzien van een zaadje of plantje zodat de transportband zich eenvoudig laat vullen. Op soortgelijke wijze kunnen de rijen 2 5 substraten met gewassen worden afgevoerd. In bepaalde uitvoeringen worden de substraten op intermitterende wijze langs één of meer snij-installaties geleid om het geteelde gewas automatisch te oogsten. In andere uitvoeringen is het mogelijk de band continu te laten lopen.
In bepaalde uitvoeringen wordt de werkwijze uitgevoerd in de buitenlucht of 3 0 binnenin een kas of warenhuis waarin het natuurlijke omgevingslicht kan binnendringen.
In andere uitvoeringen worden de gewassen echter belicht met kunstlicht, bij voorkeur afkomstig van LED-verlichting. Hierbij kunnen de gewassen worden belicht met een combinatie van kunstlicht en omgevingslicht, maar in een voorkeursuitvoering wordt het 4 gewas alleen met kunstlicht belicht teneinde te kunnen zorgen voor de voor het betreffende gewas in de betreffende groeifase van het gewas optimale belichting.
Wanneer de gewassen zover geteeld zijn dat ze geoogst mogen worden, verplaatst de transportband zich in de richting van een zogenaamde oogstsectie. Om te voorkomen 5 dat de wortels van het gewas blijven hangen achter de achterwand van de waterhouder, omvat de werkwijze in bepaalde uitvoeringen waarin de waterhouder een verwijderbare beginwand en/of eindwand heeft, het verwijderen van de eindwand, het verwijderen van de gewassen van de transportband en het weer aanbrengen van de eindwand. Dit maakt het afvoeren en vervolgens oogsten van het gewas eenvoudig, zonder dat de 10 transportband in hoogterichting verplaatst behoeft te worden. Op soortgelijke wijze kan de beginwand verwijderbaar zijn uitgevoerd, zodat een werkwijze mogelijk is waarin de beginwand verwijderd wordt, waarna de substraten op de transportband worden geplaatsten en de beginwand weer wordt aangebracht. Dit kan nodig zijn in uitvoeringen waarin de substraten een stuk onder de band uitsteken terwijl de beginwand tot tegen de 15 onderzijde van de komt.
De werkwijze kan verder omvatten het meten van de tussenruimte tussen de transportband en het wateroppervlak van de watervoorraad en het afhankelijk van de gemeten afstand automatisch aanpassen van de tussenruimte.
De wens om de afstand aan te passen kan afhankelijk zijn van de lengte van de 2 0 wortels van het gewas in de substraten. De lengte van de wortels van het gewas kan door een operator bepaald worden. Voor verschillende gewassen kan een afwijkende afstand nodig zijn om deze optimaal te telen. Ook kan het in sommige gevallen voordelig zijn om de afstand tijdens het teeltproces aan te passen, bijvoorbeeld wanneer de wortels van het gewas langer worden. In andere gevallen kan een eenmaal ingestelde afstand tijdens het 2 5 telen van een bepaald gewas gelijk blijven. In bepaalde uitvoeringen omvat de werkwijze het meten van de (gemiddelde) lengte van de wortels van het gewas en het afhankelijk van de uitkomst van de metingen automatisch aanpassen van de genoemde afstand.
Het is mogelijk om met een circulatiepomp in de waterhouder het water van de watervoorraad rond te pompen. Bij voorkeur vindt invoer plaats aan één uiteinde en 3 0 afvoer aan een ander, tegenoverliggend uiteinde van de waterhouder. Hierbij kunnen verder additieven, zoals meststoffen en/of zuurstof aan het water worden toegevoegd om de juiste teeltcondities te verkrijgen. Ook is het mogelijk, met name voor in de buitenlucht opgestelde systemen (maar niet daartoe beperkt), het water in de 5 waterhouder te verwarmen of koelen om wederom goede teeltcondities voor het gewas te regelen.
In een verdere uitvoeringsvorm omvat de werkwijze het voorzien in twee of meer boven elkaar gerangschikte transportbanden en het tegelijkertijd telen van gewas op de 5 twee of meer van deze de transportbanden. Door dit stapelen van transportbanden is er bij gelijke capaciteit veel minder vloeroppervlak nodig of is er met hetzelfde vloeroppervlak een veel grotere capaciteit te realiseren.
In uitvoeringen van de onderhavige uitvinding wordt tevens voorzien in een mogelijkheid om het gewas snel en efficiënt te oogsten, met een relatief kleine 10 hoeveelheid arbeid. Volgens een bepaalde uitvoering omvat de werkwijze het afsnijden van het deel van het gewas boven het substraat, bij voorkeur door het transporteren van de respectievelijke substraten met gewas langs een snij-installatie, bijvoorbeeld een lintzaag. De werkwijze kan verder het scheiden van de afgesneden delen van het gewas van het substraat en het resterend deel van het gewas omvatten. Bij voorkeur vindt het 15 scheiden plaats door middel van een roterend borstelelement waarlangs het gewas wordt geleid. Na de scheiding kunnen de afgesneden delen via een eerste afvoertransportband afgevoerd worden. Het resterend deel van het gewas en het substraat kan als afval worden verwerkt, maar in bepaalde uitvoering vindt een verdere scheidingsstap plaats. Deze scheidingsstap kan het afsnijden van het deel van het gewas onder het substraat en 2 0 het afvoeren van het afgesneden deel (bijv. de wortels) op een tweede afvoertransportband met zich meebrengen.
Wat resteert zijn dan nog de substraten zelf met daarin meestal nog een klein deel (d.w.z. een tussendeel) van het gewas. In bepaalde uitvoeringen kan het substraat met daarin het tussendeel nog uit de transporteur verwijderd worden door het substraat uit 25 de transporteur te drukken. In deze uitvoeringen is het mogelijk de substraten met daarin het tussendeel van het gewas, op te vangen, af te voeren en eventueel te reinigen en verder te behandelen opdat de substraten opnieuw gebruikt kunnen worden. In een bepaalde uitvoering wordt het geheel van substraat en gewas verpulverd en worden de organische materialen gescheiden van het substraatmateriaal. Het substraatmateriaal 3 0 kan vervolgens worden hergebruikt.
Volgens een ander aspect van de uitvinding wordt ten minste een van de bovengenoemde doelen bereikt in een inrichting voor het telen van gewassen, de inrichting omvattende: 6 - een op een ondergrond opgestelde drager voorzien van openingen die geschikt zijn voor het daarin aanbrengen van substraten voorzien van ten minste een zaad van het gewas en/of een gedeeltelijk geteeld gewas; - een waterhouder; 5 waarbij de drager een verplaatsbare transporteur, in het bijzonder een transportband, is die gerangschikt is om de substraten op gewenste afstand boven een watervoorraad in de waterhouder te houden.
In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting middelen voor het aanpassen van de afstand tussen het substraat in de transportband en het oppervlak van de watervoorraad.
10 De middelen kunnen gevormd worden door pompmiddelen voor het in hoogterichting verplaatsen van het oppervlak van de watervoorraad en/of door verplaatsingsmiddelen voor het in hoogterichting verplaatsen van de transportband zelf.
Volgens een uitvoeringsvorm omvat de inrichting een snij-installatie voor het afsnijden van het deel van het gewas boven het substraat. Hierbij is de snij-installatie 15 (bijvoorbeeld een lintzaag) op vooraf bepaalde afstand boven een transportband (bijvoorbeeld de bij het telen gebruikte transportband of een verdere transportband) te positioneren, zodat deze vlak boven het in de openingen van de transportband aangebrachte substraten op het gewas aangrijpt.
Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt een samenstel verschaft van 2 0 een gebouw omvattende een geconditioneerde ruimte en een daarin geplaatste inrichting zoals hierin gedefinieerd is. De geconditioneerde ruimte is hierbij geconditioneerd in de zin dat ten minste de binnentemperatuur in de ruimte in te stellen is. De ruimte kan verder zodanig zijn uitgevoerd dat deze in hoofdzaak ziektekiemvrij kan blijven. In een bepaalde uitvoering omvat het gebouw een kweekruimte voor het telen van het gewas en 2 5 een verwerkingsruimte voor het oogsten van het gewas. Tussen de kweekruimte en verwerkingsruimte is een afsluitbare opening voorzien. Deze opening blijft zoveel mogelijk gesloten om het binnenklimaat van de kweekruimte te beschermen tegen invloeden van buitenaf (insecten, ziektekiemen, temperatuurswisselingen, e.d.). Na het telen wordt de opening geopend om doorgang te bieden voor het gewas om dit in de 3 0 verwerkingsruimte te kunnen oogsten.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: 7 - Figuur i een schematisch zij-aanzicht in langsdoorsnede van een warenhuis of de kas waarin een inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding is aangebracht; - Figuur 2 een aanzicht in dwarsdoorsnede van het warenhuis of de kas van figuur 5 ï; en - Figuren 3A en 3B respectievelijk een bovenaanzicht en een zij-aanzicht van een voorbeeld van een substraat voorzien van een voorloper van een gewas, wanneer dit op een transportband wordt aangebracht.
Figuur 3B toont substraat 1 in de vorm van een afgeknotte kegel, waarin een 10 zaadje (z) is aangebracht dat zal moeten kiemen tot een plantje. Het substraat kan bestaan uit verschillende materialen zoals potgrond, kokosvezels, steenwol of bij voorkeur (polyurethaan)schuim. Schuim is niet organisch en kan relatief eenvoudig vrij van ziektekiemen worden gemaakt en/of gehouden. Het kiemen van de zaadjes kan gebeuren in het hierna te beschrijven systeem of vooraf in een ander systeem of op een 15 andere locatie.
Figuren 1 en 2 tonen een gebouw 5, bijvoorbeeld een warenhuis of kas, waarin ten minste een tweetal ruimtes zijn voorzien: een kweekruimte 7 waarin het gewas geteeld wordt en een verwerkingsruimte 6 waarin het geteelde gewas geoogst kan worden.
Tussen de kweekruimte 7 en de verwerkingsruimte 6 is een scheidingswand 8 voorzien.
2 0 In deze scheidingswand is een afsluitbare opening aangebracht. In afgesloten toestand zijn beide ruimtes ten opzichte van elkaar geïsoleerd, zodat de kweekruimte in een andere conditie gebracht kan worden dan de verwerkingsruimte.
In de beide ruimtes in een langgerekte transporteur 9 opgesteld. De transporteur is in de getoonde uitvoering gevormd door een gestel of frame 10 waaraan een aantal 2 5 evenwijdige, boven elkaar geplaatste transportbanden 11 zich uitstrekken. De eindloze transportband wordt op intermitterende wijze door een aandrijving (omvattende een of meer elektromotoren die één of meer rollen 12,13 kunnen aandrijven) in beweging gebracht. Eventueel zou ook met een open band (alleen aan de bovenzijde) kunnen worden gewerkt waarbij deze dan dient te worden opgerold of uitgerold.
3 0 Een transportband 11 heeft gaten of openingen 14 (fig. 3A), die volgens een bepaald patroon zijn aangebracht. De openingen 14 zijn in een vooraf bepaald patroon en met vooraf bepaalde afmetingen aangebracht, zodat de substraatvormen 1 in deze openingen 14 kunnen worden geplaatst zodanig dat deze alle in wezen even diep in de 8 band 11 passen. In de weergegeven uitvoering zijn de substraten zodanig gevormd, dat deze in de openingen in de transportband geklemd kunnen worden. Hierdoor is het mogelijk de substraten tijdens het telen in de kweekruimte maar ook tijdens het oogsten in de verwerkingsruimte in een juiste stand ten opzichte van de transportband te houden.
5 Het openingenpatroon is verder bepaald op het aantal gewassen dat per oppervlakte-eenheid kan worden geteeld. De substraatvormen 1 worden aan het uiteinde van de transportband 11 in de band geplaatst waarbij de band telkens een stukje verder loopt totdat alle openingen 14 zijn gevuld. De transportband wordt dan gestopt en het gewas krijgt nu de tijd om te groeien. Hierbij zullen op een gegeven moment de wortels van het 10 gewas met hun onderste uiteinden op of tot onder het wateroppervlak reiken zodat een goede wateraanvoer naar het gewas mogelijk is. In het eerste deel kan het substraat ook gedeeltelijk in het water hangen. Het substraat kan hierbij de eigenschap hebben zich te willen verzadigen met water.
In een bepaald voorbeeld heeft de transportband een breedte tot 3 meter en een 15 (teelt)lengte tot 200 meter. Onder het bovenpart van de transportinrichting is een waterhouder, meer in het bijzonder een langgerekte waterbak 15 voorzien over de teeltlengte van de transportband 11. De waterbak 15 heeft een diepte van tussen de 200 mm en 400 mm en is aan de kopse zijden voorzien van demontabele wanden 18,19 om het vullen en oogsten van de gewassen eenvoudiger te maken.
2 0 De waterbak 15 kan door middel van pompen 17 worden gevuld met (regen)water vanuit een (niet in de figuren weergegeven) bassin of opslagtank. Het waterniveau in de bak 15 wordt gemeten met behulp van een niveaumeter 21. Via een besturingssysteem 25, dat gekoppeld is met de niveaumeter 21 en met de pompen 17, kan het water in de bak, bijvoorbeeld als gevolg van een bepaalde meting van het waterniveau door de 2 5 niveaumeter 21, op elk gewenst niveau worden gebracht. In andere uitvoeringen is de transportband zelf in hoogterichting te verplaatsen. De ondersteuning van de transportband, bijvoorbeeld de eerder genoemde rollen, kan bijvoorbeeld met hydraulische actuatoren omhoog of omlaag worden bewogen. Deze actuatoren zijn met het besturingssysteem gekoppeld zodat het aanpassen van de hoogte van de 3 0 transportband via het besturingssysteem 25 geregeld kan worden.
Om het water in de bak te kunnen voorzien van zuurstof en meststoffen kan het water met behulp van een circulatiepomp 20 indien gewenst worden rondgepompt. Het water wordt hierbij aan één uiteinde van de bak aangezogen en wordt 9 aan het andere uiteinde in de bak gepompt waardoor stroming ontstaat over de gehele lengte van de bak. Meststoffen kunnen worden toegediend aan het water waarbij de circulatie ervoor zorgt dat deze over de gehele bak worden verspreidt.
Om zuurstof aan het water toe te voegen kan tijdens het circuleren lucht 5 worden aangezogen, bijvoorbeeld met behulp van een Venturi ventiel. Het is eventueel ook mogelijk om onder water lucht in de bak te blazen. Bij een binnentoepassing wordt over de gehele lengte boven de transportband kunst(LED)licht 30 aangebracht dat gebruikt kan worden voor het groeien van de gewassen. Bij de beschreven binnentoepassing bevindt het teeltgedeelte van de transportband zich in de 10 geconditioneerde kweekruimte 7 waarbij het klimaat in deze ruimte bij voorkeur geheel regelbaar is. Bij een buitentoepassing (en ook in sommige binnentoepassingen) dient de temperatuur van het water in de waterbak 15 regelbaar te zijn. Tijdens het circuleren kan het water daartoe door een warmtewisselaar 31 worden gepompt waarbij het water indien nodig kan worden verwarmd of gekoeld.
15 Afhankelijk van de gewenste capaciteit en van het beschikbare vloeroppervlak kunnen transporteurs op elkaar worden gestapeld om zodoende veel meer gewassen per oppervlakte-eenheid te kunnen telen. In de weergeven uitvoering is een viertal transportbanden boven elkaar gepositioneerd zodat er per oppervlakte-eenheid vloeroppervlak een ongeveer viermaal zo grote opbrengst te realiseren is. In andere 2 0 uitvoeringen kan dit aantal uiteraard variëren, onder meer afhankelijk van de wensen van de gebruiker, de afmetingen van het gebouw en het type te verbouwen gewas.
Zodra de gewassen (g, voor de duidelijkheid van de figuren slechts schematisch en zonder wortels weergegeven) klaar zijn om te oogsten wordt het water uit de waterbak 15 gepompt en wordt de wand 19 van de waterbak aan de kopse uitvoerzijde verwijderd 2 5 zodat de planten (waarvan de wortels in de waterbak hangen) uit de bak kunnen worden getransporteerd.
Via een afsluitbare opening in de tussenwand 8 komen de gewassen terecht in de verwerkingsruimte 6. Tijdens het transport worden de gewassen net boven het substraat afgesneden met behulp van een snij-installatie 27. De snij-installatie 27 zou bijvoorbeeld 3 0 kunnen bestaan uit een lintzaag over de breedte van de transportband 11. De gewassen worden vervolgens verzameld op een dwarsafvoerband 28. Met behulp van een roterende walsborstel 34 worden de losgesneden gewassen op de afvoerband geveegd en afgevoerd. De substraatvormen 1 met de wortels zitten nog in de transportband 11 en worden verder 10 getransporteerd naar snijmessen 35 die de wortels net onder het substraat afsnijden. De losse wortels vallen op een dwarsafvoerband 36 die onder het bovenste deel van de transportband 11 ligt en worden afgevoerd. Indien het substraat uit een organisch materiaal bestaat zou deze stap eventueel kunnen worden overgeslagen. De 5 substraatvormen zitten nog in de transportband 11 en worden verder getransporteerd naar een set uitdrukkers 37 die de substraten door het opening in de band drukken. De substraten worden opgevangen en afgevoerd via een dwarsafvoerband 38.
Indien gebruik wordt gemaakt van een substraat bestaande uit het schuimsubstraat worden deze gerecycled waarbij de organische wortels worden 10 gescheiden van het schuim. De transportband is nu leeg en kan indien nodig aan beide zijden automatisch worden gereinigd met behulp van een reinigingsinstallatie 39. Indien gewenst kan het overtollige water van de band worden gehaald met behulp van een afstrijker 40.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven 15 uitvoeringsvormen. De rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze modificaties en aanpassen denkbaar zijn.
Claims (40)
1. Werkwijze voor het telen van gewas, de werkwijze omvattende het aanbrengen 5 van substraten in respectievelijke openingen van een drager, waarbij de substraten zijn ingericht voor het opnemen van gewas of een voorloper daarvan en voor het vervolgens daarin verder telen van het gewas; waarbij de drager een verplaatsbare transporteur, in het bijzonder een transportband, omvat die gerangschikt is om de substraten op een afstand boven een watervoorraad te 10 houden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de werkwijze omvat het aanpassen van de afstand tussen het substraat in de transportband en het oppervlak van de watervoorraad. 15
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, omvattende het tijdens het telen aanpassen van de afstand tussen de transporteur en het oppervlak van de watervoorraad.
4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het in 2. hoogterichting verplaatsen van het oppervlak van de watervoorraad voor het instellen van de gewenste afstand tussen het wateroppervlak en de transportband.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarin de watervoorraad is aangebracht in een waterhouder en het verplaatsen van het oppervlak van de waterhouder omvat het 2. pompen van water in of uit de waterhouder.
6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het in hoogterichting verplaatsen van de transportband voor het instellen van de gewenste afstand tussen het wateroppervlak en de transportband. 30
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de watervoorraad is aangebracht in een langgerekte waterhouder en waarin de werkwijze omvat: - het transporteren van de transportband in langsrichting langs de waterhouder.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het continu of intermitterend verplaatsen van de transportband voor het achter elkaar aanvoeren van de substraten met de te telen zaden en/of voor het voor het achter elkaar afvoeren van de 5 substraten met het geteelde gewas.
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het belichten van de gewassen op de transportband met kunstlicht, bij voorkeur afkomstig van LED-verlichting. 10
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het belichten van de gewassen op de transportband met natuurlijk licht. ïi.
Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de 15 watervoorraad is aangebracht in een waterhouder voorzien van een verwijderbare beginwand en/of eindwand, de werkwijze omvattende: - het verwijderen van de beginwand, het plaatsen van de substraten op de transportband en het weer aanbrengen van de beginwand; en/of - het verwijderen van de eindwand, het verwijderen van de substraten met het 2. gewas van de transportband en het weer aanbrengen van de eindwand.
12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het meten van de tussenruimte tussen de transportband en het wateroppervlak van de watervoorraad en het afhankelijk van de gemeten afstand automatisch aanpassen van de 2. tussenruimte.
13. Werkwijze volgens conclusie 12, waarin het aanpassen tevens afhankelijk is van de lengte van de wortels van het gewas in de substraten. 3 0
14. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het met een circulatiepomp in de waterhouder pompen van het water van de watervoorraad.
15- Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het toevoegen van meststoffen aan het water van de watervoorraad en/of het toevoeren van zuurstof aan het water en/of het verwarmen of koelen van het water van de watervoorraad 5 ió.
Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het voorzien in twee of meer boven elkaar gerangschikte transportbanden en het tegelijkertijd telen van gewas op de twee of meer transportbanden.
17. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het rangschikken van de transportband, watervoorraad en substraten in de buitenlucht en/of in een geconditioneerde ruimte.
18. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het telen 15 van het gewas in een geconditioneerde kweekruimte en het oogsten van het gewas in een verwerkingsruimte, waarbij tussen de kweekruimte en verwerkingsruimte een afsluitbare opening is voorzien.
19. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende het oogsten 2. van het gewas door: - het afsnijden van het deel van het gewas boven het substraat, bij voorkeur door het transporteren van de respectievelijke substraten met gewas langs een snij-installatie, bijvoorbeeld een lintzaag. 2 5
20. Werkwijze volgens conclusie 19, omvattende: - het scheiden van de afgesneden delen van het gewas van het substraat en het resterend deel van het gewas, bijvoorkeur met een roterend borstelelement, en het afvoeren van de gescheiden afgesneden delen via een eerste afvoertransportband. 3 0
21. Werkwijze volgens een van de conclusies 19 of 20, omvattende het afsnijden van het deel van het gewas onder het substraat en het afvoeren van het afgesneden deel op een tweede afvoertransportband.
22. Werkwijze volgens een van de conclusies 19-21, omvattende het uit de transportband drukken van het substraat met daarin het resterend deel van het gewas.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, omvattende het opvangen en afvoeren van de 5 substraten, eventueel reinigen daarvan en het opnieuw gebruiken.
24. Inrichting voor het telen van gewas, de inrichting omvattende: - een op een ondergrond op te stellen drager voorzien van openingen die geschikt zijn voor het daarin aanbrengen van substraten voorzien van gewas of een voorloper 10 daarvan; - een waterhouder voor het daarin houden van een watermassa; waarbij de drager een verplaatsbare transporteur, in het bijzonder een transportband, is die gerangschikt is om de substraten op gewenste afstand boven een watervoorraad in de waterhouder te houden. 15
25. Inrichting volgens conclusie 24, omvattende middelen voor het aanpassen van de afstand tussen het substraat in de transportband en het oppervlak van de watervoorraad. 2 0
26. Inrichting volgens conclusie 24 of 25, omvattende pompmiddelen voor het in hoogterichting verplaatsen van het oppervlak van de watervoorraad.
27. Inrichting volgens een van de conclusies 24-26, omvattende verplaatsingsmiddelen voor het in hoogterichting verplaatsen van de transportband. 25
28. Inrichting volgens een van de conclusies 24-27, omvattende een aandrijving voor het continu of intermitterend verplaatsen van de transportband.
29. Inrichting volgens een van de conclusies 24-28, omvattende boven de 3. transportband aangebrachte kunstlichtelementen, in het bijzonder LED-elementen, voor het belichten van de gewassen op de transportband met kunstlicht.
30. Inrichting volgens een van de conclusies 24-29, omvattende een waterhouder voorzien van een verwijderbare beginwand en/of eindwand.
31. Inrichting volgens een van de conclusies 24-30, omvattende een meeteenheid 5 voor het bepalen van de afstand tussen de transportband en het wateroppervlak van de watervoorraad en een met de meeteenheid en de middelen voor het aanpassen van de afstand gekoppelde besturingseenheid voor het afhankelijk van de gemeten afstand aanpassen van de tussenruimte.
32. Inrichting volgens een van de conclusies 24-31, omvattende twee of meer boven elkaar gerangschikte transportbanden.
33. Inrichting volgens een van de conclusies 24-32, omvattende een snij-installatie voor het afsnijden van het deel van het gewas boven het substraat.
34. Inrichting volgens conclusie 33, omvattende een scheidingsinstallatie voor het scheiden van de afgesneden delen van het gewas van het substraat en het resterend deel van het gewas, bij voorkeur omvattende een roteerbaar borstelelement, alsmede een eerste afvoertransportband voor het afvoeren van de gescheiden afgesneden delen. 20
35. Inrichting volgens een van de conclusies 24-34, omvattende een snij-installatie voor het afsnijden van het deel van het gewas onder het substraat alsmede een tweede afvoertransportband voor het afvoeren van de afgesneden wortels op een tweede afvoertransportband. 25
36. Inrichting volgens een van de conclusies 24-35, omvattende een uitdrukeenheid voor het uitdrukken van het substraat met daarin het resterend deel van het gewas uit de transportband. 3 0
37. Inrichting volgens een van de conclusies 24-36, omvattende het opvangen en afvoeren van de substraten, eventueel reinigen daarvan en het opnieuw gebruiken. i6
38. Samenstel van een gebouw omvattende een geconditioneerde ruimte en een daarin geplaatste inrichting volgens een van de conclusies 24-37.
39. Samenstel volgens conclusie 38, omvattende een kweekruimte voor het telen 5 van het gewas en een verwerkingsruimte voor het oogsten van het gewas, waarbij tussen de kweekruimte en verwerkingsruimte een afsluitbare opening is voorzien.
40. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-23, waarin een inrichting volgens 10 een van de conclusies 24-37 wordt toegepast.
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2007007A NL2007007C2 (nl) | 2011-06-28 | 2011-06-28 | Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas. |
EP12174191.2A EP2540156B1 (en) | 2011-06-28 | 2012-06-28 | Method and device for cultivating a crop |
DK12174191.2T DK2540156T3 (en) | 2011-06-28 | 2012-06-28 | A method and apparatus for growing a crop |
ES12174191.2T ES2536092T3 (es) | 2011-06-28 | 2012-06-28 | Método y dispositivo para cultivar un cultivo |
PL12174191T PL2540156T3 (pl) | 2011-06-28 | 2012-06-28 | Sposób i urządzenie do uprawiania uprawy |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2007007A NL2007007C2 (nl) | 2011-06-28 | 2011-06-28 | Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas. |
NL2007007 | 2011-06-28 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2007007C2 true NL2007007C2 (nl) | 2013-01-03 |
Family
ID=46320831
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2007007A NL2007007C2 (nl) | 2011-06-28 | 2011-06-28 | Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP2540156B1 (nl) |
DK (1) | DK2540156T3 (nl) |
ES (1) | ES2536092T3 (nl) |
NL (1) | NL2007007C2 (nl) |
PL (1) | PL2540156T3 (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2011089C2 (nl) * | 2013-07-04 | 2015-01-06 | Viscon B V | Teeltsysteem voor telen op water in een bassin en drijfbakken daarvoor. |
ITBS20130180A1 (it) * | 2013-12-03 | 2015-06-04 | Dante Domenighini | Serra continua per coltivazione di prodotti agricoli con semina e raccolta quotidiana avente lo scopo di rendere disponibili alimenti anche a popolazioni disagiate e con minime risorse, ridurre la filiera distributiva, eliminare lo stoccaggio e la ne |
WO2017185064A1 (en) | 2016-04-21 | 2017-10-26 | Eden Works, Inc. (Dba Edenworks) | Stacked shallow water culture (sswc) growing systems, apparatus and methods |
WO2018107176A1 (en) | 2016-12-09 | 2018-06-14 | Eden Works, Inc. (Dba Edenworks) | Methods systems and apparatus for cultivating densely seeded crops |
FI129644B (en) * | 2018-12-20 | 2022-06-15 | Ali Amirlatifi | Plant cultivation systems and devices therefor |
US11229170B2 (en) | 2020-04-20 | 2022-01-25 | Ivan Z. Martin | Hydroponic growth and cutting method and device |
CN117378488B (zh) * | 2023-12-13 | 2024-02-09 | 陇东学院 | 一种节水集约化蔬菜栽培架 |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2162033A (en) * | 1984-07-26 | 1986-01-29 | Andritz Ag Maschf | Process and apparatus for growing plants eg forage |
US5097627A (en) * | 1988-05-25 | 1992-03-24 | Gourmet Gardens Corporation | Method and apparatus for hydroponic gardening |
JP2004329130A (ja) * | 2003-05-08 | 2004-11-25 | Daito Kogyo Kk | 植物栽培システム |
WO2009067194A1 (en) * | 2007-11-21 | 2009-05-28 | Promachine, Inc. | Continuous loop plant growing system |
-
2011
- 2011-06-28 NL NL2007007A patent/NL2007007C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2012
- 2012-06-28 ES ES12174191.2T patent/ES2536092T3/es active Active
- 2012-06-28 EP EP12174191.2A patent/EP2540156B1/en active Active
- 2012-06-28 PL PL12174191T patent/PL2540156T3/pl unknown
- 2012-06-28 DK DK12174191.2T patent/DK2540156T3/en active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2162033A (en) * | 1984-07-26 | 1986-01-29 | Andritz Ag Maschf | Process and apparatus for growing plants eg forage |
US5097627A (en) * | 1988-05-25 | 1992-03-24 | Gourmet Gardens Corporation | Method and apparatus for hydroponic gardening |
JP2004329130A (ja) * | 2003-05-08 | 2004-11-25 | Daito Kogyo Kk | 植物栽培システム |
WO2009067194A1 (en) * | 2007-11-21 | 2009-05-28 | Promachine, Inc. | Continuous loop plant growing system |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
PL2540156T3 (pl) | 2015-08-31 |
ES2536092T3 (es) | 2015-05-20 |
EP2540156A1 (en) | 2013-01-02 |
EP2540156B1 (en) | 2015-03-04 |
DK2540156T3 (en) | 2015-06-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2007007C2 (nl) | Werkwijze, inrichting en samenstel voor het telen van gewas. | |
US20220007603A1 (en) | Stacked shallow water culture (sswc) growing systems, apparatus and methods | |
FI124499B (fi) | Järjestelmä, menetelmä ja kouru kasvien kasvatusta varten | |
US20150250115A1 (en) | Automated hydroponic growing and harvesting system for sprouts | |
US20160302369A1 (en) | Automated hydroponic growing and harvesting system for sprouts with a paddle-equipped linear seed head | |
EP3768072B1 (en) | Cultivating system and method for cultivating a crop | |
EA028552B1 (ru) | Способ и устройство для выращивания растений вдоль волнообразного пути | |
CA2853753A1 (en) | Method and arrangement for growing plants in a vertical greenhouse | |
BE1025212B1 (nl) | Inrichting voor het transporteren van paddenstoelen | |
US20210185925A1 (en) | Aeroponics system | |
EP3826452B1 (en) | Plant cultivation system and apparatuses therefor | |
EP0156749B1 (fr) | Procédé de culture automatisée sur supports extensibles mobiles et équipements permettant sa mise en oeuvre | |
FI124152B (fi) | Laitteisto kasvualustan muodostamiseksi ja järjestelmä kasvien kasvattamiseksi | |
CN112911925A (zh) | 用于浇灌植物的设备、***和方法 | |
JP3597288B2 (ja) | 育苗施設 | |
KR102034435B1 (ko) | 생초 연속 재배장치 | |
WO2013136014A2 (fr) | Equipement de culture en aeroponie a bloc de substrat individuel et permanent | |
US20230118404A1 (en) | Automated indoor growing apparatuses and related methods | |
AU2003252206A1 (en) | A Method and Apparatus for Hydroponically Growing Fodder or Rootlet Mat Crop | |
NL2006230C2 (nl) | Teelsamenstel en werkwijze voor het telen van gewassen. | |
NL1019560C2 (nl) | Kweken van snijbloemen. | |
JP2024520894A (ja) | ビート植物の人工栽培用装置、プラント及び栽培方法 | |
NL1021180C2 (nl) | Kweken van snijbloemen. | |
GB2054525A (en) | Trays for hydroponically grown plants | |
CA2164657A1 (en) | Method and appparatus for growing pea sprouts |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20230701 |