NL2006664C2 - Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning. - Google Patents

Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning. Download PDF

Info

Publication number
NL2006664C2
NL2006664C2 NL2006664A NL2006664A NL2006664C2 NL 2006664 C2 NL2006664 C2 NL 2006664C2 NL 2006664 A NL2006664 A NL 2006664A NL 2006664 A NL2006664 A NL 2006664A NL 2006664 C2 NL2006664 C2 NL 2006664C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
backrest
back part
person
angle
frame
Prior art date
Application number
NL2006664A
Other languages
English (en)
Inventor
Alouisius Gerhardus Huttenhuis
Tijn Pieter Lodewijk Huttenhuis
Original Assignee
P R Sella B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by P R Sella B V filed Critical P R Sella B V
Priority to NL2006664A priority Critical patent/NL2006664C2/nl
Priority to DK12720682.9T priority patent/DK2701665T3/en
Priority to PCT/NL2012/050286 priority patent/WO2012148271A1/en
Priority to CA2832819A priority patent/CA2832819C/en
Priority to US14/113,687 priority patent/US9827155B2/en
Priority to EP12720682.9A priority patent/EP2701665B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2006664C2 publication Critical patent/NL2006664C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/12Rests specially adapted therefor, e.g. for the head or the feet
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/1043Cushions specially adapted for wheelchairs
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/1056Arrangements for adjusting the seat
    • A61G5/1067Arrangements for adjusting the seat adjusting the backrest relative to the seat portion
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/1091Cushions, seats or abduction devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G5/00Chairs or personal conveyances specially adapted for patients or disabled persons, e.g. wheelchairs
    • A61G5/10Parts, details or accessories
    • A61G5/12Rests specially adapted therefor, e.g. for the head or the feet
    • A61G5/122Rests specially adapted therefor, e.g. for the head or the feet for the back
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29CSHAPING OR JOINING OF PLASTICS; SHAPING OF MATERIAL IN A PLASTIC STATE, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; AFTER-TREATMENT OF THE SHAPED PRODUCTS, e.g. REPAIRING
    • B29C44/00Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles
    • B29C44/02Shaping by internal pressure generated in the material, e.g. swelling or foaming ; Producing porous or cellular expanded plastics articles for articles of definite length, i.e. discrete articles
    • B29C44/12Incorporating or moulding on preformed parts, e.g. inserts or reinforcements
    • B29C44/18Filling preformed cavities
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G2210/00Devices for specific treatment or diagnosis
    • A61G2210/10Devices for specific treatment or diagnosis for orthopedics
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61GTRANSPORT, PERSONAL CONVEYANCES, OR ACCOMMODATION SPECIALLY ADAPTED FOR PATIENTS OR DISABLED PERSONS; OPERATING TABLES OR CHAIRS; CHAIRS FOR DENTISTRY; FUNERAL DEVICES
    • A61G2210/00Devices for specific treatment or diagnosis
    • A61G2210/70Devices for specific treatment or diagnosis for cooling
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29KINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES B29B, B29C OR B29D, RELATING TO MOULDING MATERIALS OR TO MATERIALS FOR MOULDS, REINFORCEMENTS, FILLERS OR PREFORMED PARTS, e.g. INSERTS
    • B29K2075/00Use of PU, i.e. polyureas or polyurethanes or derivatives thereof, as moulding material
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2031/00Other particular articles
    • B29L2031/58Upholstery or cushions, e.g. vehicle upholstery or interior padding
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49718Repairing

Landscapes

  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Chair Legs, Seat Parts, And Backrests (AREA)
  • Orthopedics, Nursing, And Contraception (AREA)

Description

Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning
De uitvinding heeft betrekking op een rugleuning voor 5 het steunen van de rug van een zittende persoon, welke rugleuning bevestigingsmiddelen omvat voor het aan een frame van een zitinrichting, bijvoorbeeld een (rol)stoel bevestigen van de rugleuning. De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het instellen van een 10 dergelijke rugleuning en een (rol)stoel voorzien van een dergelijke rugleuning.
Een dergelijke rugleuning is algemeen bekend. Een nadeel van de algemeen bekende rugleuningen, is dat ze niet, of althans beperkt, de mogelijkheid bieden om op een 15 eenvoudige en/of reproduceerbare wijze de rug van een zittend persoon zodanig te ondersteunen, dat deze een stabiele en anatomisch verantwoorde houding aanneemt. Bij rugleuningen die geen juiste ondersteuning bieden, treden, met name bij personen die langdurig zitten omdat zij 20 bijvoorbeeld niet in staat zijn om te lopen en niet of in beperkte mate kunnen verzitten, vaak zitgerelateerde problemen op, zoals pijn in de schouder, pijn in de rug, pijn in het zitvlak, wat kan leiden tot decubitus, met name op het zitvlak.
25 De uitvinding beoogt de bovengenoemde bezwaren althans gedeeltelijk te ondervangen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een rugleuning van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, die de rug van een zittend persoon op een anatomisch correcte en/of eenvoudige en/of reproduceerbare 30 manier steunt.
Hiertoe omvat de rugleuning van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding: - een eerste rugdeel voor het onder een bepaalde 2 hoek steunen van althans een deel van de rug van de persoon, welk eerste rugdeel een zodanige stijfheid vertoont, dat in gebruik het deel van de rug zich in hoofdzaak vormt naar het eerste rugdeel, en waarbij de rugleuning instelmiddelen 5 omvat voor het instellen van de hoek en/of de positie van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en - een tweede rugdeel, dat een zodanige flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel vervormbaar is naar een ander deel van de rug van de persoon.
10 Door de stijfheid van het eerste rugdeel vormt de rug van de zittende persoon zich zodanig, dat het deel van de rug, in het bijzonder de wervelkolom, een gewenste correctie verkrijgt wanneer het eerste rugdeel juist is ingesteld ten opzichte van het frame van de zitinrichting. Het tweede 15 rugdeel vervormt zich tijdens gebruik juist nagenoeg continu naar het andere deel van de rug van de zittende persoon, zodat een juiste ondersteuning op de juiste locaties van de rug wordt geboden. Op deze wijze wordt met een rugleuning volgens de uitvinding een goede rugondersteuning geboden aan 20 de zittende persoon. Voor een uitleg omtrent een anatomisch verantwoorde stabiele ondersteuning van de rug van een zittende persoon wordt verwezen naar het Nederlands octrooischrift met nr. 2002388.
Een ander voordeel van de rugleuning volgens de 25 uitvinding is, dat de rugleuning eenvoudig (opnieuw) kan worden ingesteld voor een willekeurig zittende persoon. Het instellen van de rugleuning vindt plaats door het op een juiste positie en onder een juiste hoek ten opzichte van het frame van de zitinrichting instellen van het eerste rugdeel. 30 Het instellen van het tweede rugdeel vindt daarna of gelijktijdig op eenvoudige wijze plaats door het steunen van de rug van de zittende persoon tegen de rugleuning, welk tweede rugdeel zich zal vervormen naar de rug van de 3 zittende persoon.
Doordat de rugleuning eenvoudig opnieuw instelbaar is, kan deze voordelig worden gebruikt door verschillende personen. Dit kan bij voorbeeld voordelig zijn als de 5 rugleuning is bevestigd aan het frame van een zitinrichting, die door verschillende personen zal worden gebruikt. Bijvoorbeeld in een vliegtuig, met name op relatief lange vluchten, kan een dergelijke rugleuning voordelig worden toegepast. Wanneer de rugleuning wordt toegepast in een 10 dergelijke zitinrichting die door verschillende personen zal worden gebruikt, kan het wenselijk zijn om het eerste rugdeel vast in te stellen op een positie en onder een hoek ten opzichte van het frame van de zitinrichting, die voor de gemiddelde persoon een anatomisch correcte ondersteuning zal 15 bieden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden uitgegaan van de gemiddelde lengte en de gemiddelde vorm van een rug van een gemiddeld persoon.
In een uitvoeringsvorm van de rugleuning volgens de uitvinding is het tweede rugdeel instelbaar van een eerste 20 fase, waarin het tweede rugdeel de zodanige flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel vervormbaar is naar een ander deel van de rug van de persoon, naar een tweede fase, waarin het tweede rugdeel is gefixeerd in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling.
25 Door het fixeren van het tweede rugdeel naar de rug van de zittende persoon, hoeft het tweede rugdeel slechts éénmaal anatomisch correct te worden ingesteld en wordt na de fixatie van het tweede rugdeel in deze anatomisch correcte stand in het verdere gebruik van de rugleuning door 30 de zelfde zittende persoon een goede ondersteuning geboden. Bijvoorbeeld kan in de eerste fase de houding van de zittende persoon in een anatomisch correcte stand worden gecorrigeerd, bijvoorbeeld door een andere persoon die de 4 zittende persoon in de anatomisch correcte stand vasthoudt. Deze anatomisch correcte stand van de zittende persoon wordt gehandhaafd tijdens de overgang van de eerste fase naar de tweede fase, zodat de rugleuning in deze stand gefixeerd 5 wordt. Doordat de rugleuning in de juiste stand gefixeerd is zal deze altijd een anatomisch correct ondersteuning bieden aan de zelfde zittende persoon.
De rugleuning volgens deze uitvoeringsvorm is met name voordelig voor zittende personen die niet in staat zijn zelf 10 een anatomisch correct houding aan te nemen. Zij hoeven nu slechts éénmalig in een juiste houding te worden gecorrigeerd door een andere persoon, waarbij na fixatie de rugleuning de zittende persoon in de juiste houding corrigeert.
15 Het is in deze uitvoeringsvorm voordelig als de benodigde tijd voor de overgang van de eerste fase naar de tweede fase relatief kort is, bijvoorbeeld in de orde van grootte van enkele minuten.
Een ander voordeel van de rugleuning volgens deze 20 uitvoeringsvorm is, dat het fixeren van het tweede rugdeel plaatsvindt terwijl de zittende persoon tegen de rugleuning steunt. Hierdoor kunnen geen fouten worden gemaakt in het fixeren van het tweede rugdeel, wat wel mogelijk is wanneer bijvoorbeeld een aan een bepaalde persoon aangepaste 25 rugleuning op afstand van de persoon wordt vervaardigd.
In een andere uitvoeringsvorm van de rugleuning volgens de uitvinding is het tweede rugdeel mechanisch, chemisch, thermoplastisch, of thermohardend fixeerbaar.
In een praktische uitvoeringsvorm van de rugleuning 30 volgens de uitvinding omvat het tweede rugdeel een holte met een vulopening voor het aan de holte toevoeren van een chemisch, thermoplastisch of thermohardend fixeerbare vulstof.
5
De holte kan bijvoorbeeld gevuld zijn met een polyurethaan schuim, dat na het vullen uithard. Tevens zou de holle ruimte met vloeibaar gips gevuld kunnen worden, dat 5 na het vullen uithard. Ook zou de holte gevuld kunnen zijn met korrels, welke holte voor fixatie vacuüm wordt gezogen. Verder kan de holte gevuld zijn met een thermoplastisch materiaal, zoals Ethyleen Vinyl Acetaat. Een dergelijk thermoplastisch materiaal kan verwarmd worden tot boven zijn 10 weektemperatuur, zodat het materiaal verweekt en derhalve vervormbaar is. Hiertoe kan de rugleuning volgens de uitvinding verwarmingsmiddelen omvatten voor het tot boven de weektemperatuur verwarmen van althans het tweede rugdeel voor het verweken van althans het tweede rugdeel. Door het 15 afkoelen van het thermoplastische materiaal in zijn vervormde stand, zal het tweede rugdeel gefixeerd worden in zijn vervormde stand. Hierbij wordt opgemerkt, dat wanneer een thermoplastisch materiaal wordt gebruikt, er geen sprake hoeft te zijn van een holte, maar dat het thermoplastisch 20 materiaal het tweede rugdeel vormt. Een dergelijk tweede rugdeel kan in zijn eerste fase althans tijdelijk worden ondersteund door steunhulpmiddelen. Opgemerkt wordt, dat deze voorbeelden slechts ter indicatie dienen en geenszins beperkend zijn.
25 In een alternatieve uitvoeringsvorm van de rugleuning volgens de uitvinding is het tweede rugdeel instelbaar van de tweede fase naar de eerste fase.
Een dergelijke rugleuning heeft het voordeel, dat deze opnieuw kan worden ingesteld, bijvoorbeeld omdat de stand 30 van de rug van de zittende persoon is veranderd of wanneer een andere zittende persoon van de rugleuning gebruik zal maken. Bijvoorbeeld wanneer het tweede rugdeel van een thermoplastisch materiaal is vervaardigd of een 6 thermoplastisch materiaal omvat, kan het instellen van het tweede rugdeel van de tweede fase naar de eerste fase eenvoudig plaatsvinden door het (opnieuw) verwarmen van het thermoplastisch materiaal.
5 In weer een andere uitvoeringsvorm van de rugleuning volgens de uitvinding, omvat het rugdeel een derde rugdeel, dat nabij een eindzone verbonden is met de omtreksrandzone van het eerste rugdeel en zich veerkrachtig daarvan uitstrekt in een in hoofdzaak tangentiële richting.
10 Het derde rugdeel heeft het voordeel, dat een tangentiële, continue, overgang van het eerste rugdeel naar het tweede rugdeel wordt geboden. Hierdoor wordt een goede drukverdeling verkregen. Bijvoorbeeld biedt het derde rugdeel een continue overgang in een laterale richting, een 15 verticale opwaartse richting en/of een verticale neerwaartse richting.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de rugleuning volgens de uitvinding omvat de rugleuning aanzuigmiddelen voor het aanzuigen van omgevingslucht, welke 20 aanzuigmiddelen enerzijds mediumdoorstromend verbonden zijn met de omgeving en anderzijds mediumdoorstromend verbonden zijn met openingen in een naar de rug van de zittende persoon toe gekeerde zijde van de rugleuning.
Door middel van de aanzuigmiddelen kan een luchtstroom 25 worden toegevoerd naar de rug van de zittende persoon, welke luchtstroom kan zorgen voor verkoeling en vochtafname van de rug van de zittende persoon.
Zoals hiervoor is aangegeven wordt het eerste rugdeel onder een juiste hoek ten opzichte van het frame van de 30 zitinrichting ingesteld, teneinde een anatomisch correcte ondersteuning aan de rug van de zittende persoon te bieden. Voor het onder een juiste hoek instellen van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame omvat de rugleuning 7 volgens de uitvinding een hoekmeter die met het eerste rugdeel is verbonden, welke hoekmeter is ingericht voor het meten en weergeven van de hoek van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame.
5 In een alternatieve uitvoeringsvorm van de rugleuning volgens de uitvinding is het eerste rugdeel aan zijn naar de zittende persoon toe gekeerde zijde van een drukverdelend medium is voorzien. In het bijzonder kan een dergelijk drukverdelend medium een veerkrachtig indrukbaar medium 10 zijn, zoals een zacht schuimdeel. Een voordeel van een dergelijk drukverdelend medium is, dat een dergelijk drukverdelend medium kleine (stands) veranderingen van de rug toelaat zonder dat hierdoor te hoge belastingen op de rug ontstaan. De dikte van het drukverdelend materiaal kan 15 op verschillende locaties verschillend zijn. Ter plaatse van de wervelkolom zal het drukverdelend medium bijvoorbeeld dikker kunnen zijn dan ter plaatse van de lendenen.
Praktisch zijn de bevestigingsmiddelen ingericht voor het op een bepaalde locatie en/of onder een bepaalde hoek 20 ten opzichte van het frame bevestigen van de rugleuning.
De uitvinding ziet tevens op een werkwijze voor het instellen van een rugleuning, omvattende de in geschikte volgorde uit te voeren stappen: a) het verschaffen van een rugleuning zoals hiervoor 25 beschreven, welke rugleuning bestemd is voor het steunen van de rug van een zittende persoon, welke rugleuning bevestigingsmiddelen omvat voor het aan een frame van een zitinrichting, bijvoorbeeld een (rol)stoel, bevestigen van de rugleuning en ten minste twee rugdelen: 30 - een eerste rugdeel voor het onder een bepaalde hoek steunen van althans een deel van de rug van de persoon, welk eerste rugdeel een zodanige stijfheid vertoont, dat in gebruik het deel van de rug zich in hoofdzaak vormt naar het 8 eerste rugdeel, en waarbij de rugleuning instelmiddelen omvat voor het instellen van de hoek en/of de positie van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en -een tweede rugdeel, dat een zodanige flexibiliteit 5 vertoont, dat het tweede rugdeel vervormbaar is naar een ander deel van de rug van de persoon; b) het op een bepaalde locatie en/of onder een bepaalde hoek aan het frame van de zitinrichting bevestigen van de rugleuning; 1° c) het instellen van de hoek en/of de positie van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en d) het vervormen van het tweede rugdeel naar het andere deel van de rug van de persoon door het steunen van de rug van de persoon tegen het tweede rugdeel.
15 Met behulp van een dergelijke wijze kan de rugleuning volgens de uitvinding eenvoudig worden ingesteld voor het op een anatomisch correcte manier ondersteunen van de rug van de zittende persoon. Door de stijfheid van het eerste rugdeel vormt de rug van de zittende persoon zich zodanig, dat het 20 deel van de rug, in het bijzonder de wervelkolom, een gewenste correctie verkrijgt wanneer het eerste rugdeel juist is ingesteld ten opzichte van het frame van de zitinrichting. Het tweede rugdeel vervormt zich tijdens stap d) juist nagenoeg continu naar het andere deel van de rug 25 van de zittende persoon, zodat een juiste ondersteuning op de juiste locaties van de rug wordt geboden.
In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding is stap c) uitgevoerd door het uitvoeren van stap b). Hier kan sprake van zijn als het eerste rugdeel vast ten 30 opzichte van de rugleuning is opgesteld. Alternatief kan het eerste rugdeel ten opzichte van de rugleuning worden ingesteld.
9
In weer een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, omvat deze de stap: e) het fixeren van het tweede rugdeel in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling.
5 Door het fixeren van het tweede rugdeel in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling kan voor dezelfde zittende persoon altijd een anatomisch correcte ondersteuning worden geboden, ook wanneer de zittende persoon de zitinrichting tijdelijk heeft verlaten en opnieuw 10 in de zitinrichting plaatsneemt.
Bijvoorbeeld kan stap e) het chemisch, thermoplastisch, of thermohardend fixeren van het tweede rugdeel in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling omvatten.
In nog weer een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze 15 volgens de uitvinding, omvat deze de stap: f) , uit te voeren tijdens of voorafgaand aan stap d), het via een vulopening toevoeren van een chemisch, thermoplastisch of thermohardend fixeerbare vulstof in een holte van het tweede rugdeel.
20 De uitvinding ziet tevens op een (rol)stoel, omvattende een rugleuning voor het steunen van de rug van een zittende persoon zoals hiervoor beschreven, welke rugleuning aan een frame van de (rol)stoel is bevestigd en ten minste twee delen omvat: 25 - een eerste rugdeel voor het onder een bepaalde hoek steunen van althans een deel van de rug van de persoon, welk eerste rugdeel een zodanige stijfheid vertoont, dat in gebruik het deel van de rug zich in hoofdzaak vormt naar het eerste rugdeel, en waarbij de rugleuning instelmiddelen 30 omvat voor het instellen van de hoek en/of de positie van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en - een tweede rugdeel, dat een zodanige flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel vervormbaar 10 is naar een ander deel van de rug van de persoon.
Door de stijfheid van het eerste rugdeel vormt de rug van de zittende persoon zich zodanig, dat het deel van de rug, in het bijzonder de wervelkolom, een gewenste correctie 5 verkrijgt wanneer het eerste rugdeel juist is ingesteld ten opzichte van het frame van de (rol) stoel. Het tweede rugdeel vervormt zich tijdens gebruik juist nagenoeg continu naar het andere deel van de rug van de zittende persoon, zodat een juiste ondersteuning op de juiste locaties van de rug 10 wordt geboden.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. In de tekeningen tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een rugleuning volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding in een 15 op een rolstoel bevestigde toestand; figuur 2 een doorsnede door het hoofdvlak van de rugleuning uit figuur 1; figuur 3 een doorsnede door het hoofdvlak van een rugleuning volgens een tweede uitvoeringsvorm van de 20 uitvinding; figuur 4 een plof-aanzicht van de rugleuning uit figuur 1; figuur 5 een perspectivisch achteraanzicht van de rugleuning uit figuur 1; 25 figuur 6 een plof-aanzicht van een hoekindicator die gebruikt kan worden in de uitvinding; figuren 7a-7e een aantal perspectivische aanzichten van de hoekindicator waarbij de rugleuning onder verschillende hoeken is ingesteld; 30 figuur 8a een sagitale doorsnede van een zittend persoon die steunt tegen een rugleuning volgens de uitvinding; 11 figuur 8b een tweede sagitale doorsnede van een zittend persoon die steunt tegen een rugleuning volgens de uitvinding; figuur 9a een frontale doorsnede ter diepte van de 5 wervelkolom van de zittende persoon uit figuur 8a; figuur 9b een frontale doorsnede ter diepte van de wervelkolom van de tweede zittende persoon uit figuur 8a; figuur 10a een transversale doorsnede ter hoogte van het lumbale deel van de zittende persoon uit de figuren 8a 10 en 9a; figuur 10b een transversale doorsnede ter hoogte van het lumbale deel van de tweede zittende persoon uit de figuren 8a en 9b; figuur 11 een plof-aanzicht van een rugleuning volgens 15 een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding; figuur 12a een achteraanzicht van de rugleuning uit figuur 11 met instelbare drukcellen; figuur 12b een transversale doorsnede van de rugleuning uit figuur 11; 20 figuur 12c een achteraanzicht van de rugleuning uit figuur 11 zonder drukcellen; figuur 12d een transversale doorsnede van de rugleuning uit figuur 11 zonder drukcellen; figuur 13a een schematisch zijaanzicht van een zitting 25 in combinatie met een rugleuning volgens de uitvinding en een zittende persoon; figuur 13b een schematische doorsnede van een zittende persoon; figuur 13c een schematische weergave van een zittende 30 persoon waarin de wervelkolom is getekend, opgedeeld in vier segmenten; figuur 13d een schematische weergave van een wervelkolom; 12 figuur 13e een grafische weergave van de relatieve buigingshoekvrijheid van alle wervels van de wervelkolom; de figuren 14a, 14b en 14c een andere uitvoeringsvorm van de rugleuning volgens de uitvinding met een mechanische 5 klemconstructie.
Figuur 1 toont een rolstoel 1 met een frame 81,82 waar aan een rugleuning 2 voor het steunen van de rug van een zittende persoon volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding is bevestigd met behulp van bevestigingsmiddelen 10 36-43. Figuur 1 toont, dat het voorvlak van de rugleuning 2, ofwel het vlak van de rugleuning 2 waartegen de zittende persoon steunt, acht groeven 93 omvat waardoorheen een geforceerde luchtstroom kan worden gevoerd. Deze luchtstroom wordt door een ventilator 26 (zie figuur 4), die 15 bijvoorbeeld in de rugleuning 2 is geïntegreerd, opgewekt.
Het voorvlak en twee zijsteunen 9,10 van de rugleuning 2 hebben de eigenschap om de wervelkolom van de zittende persoon te corrigeren en zich aan te passen aan de individuele vorm met als resultaat een individuele orthese 20 voor een anatomisch verantwoorde ondersteuning van de rug.
Figuur 2 toont een doorsnede door het hoofdvlak van de rugleuning 2 uit figuur 1, waaruit blijkt, dat de rugleuning 2 twee verschillende rugdelen 4,5 omvat, die samen het totale steunrugdeel 8 vormen. Een eerste centraal gelegen 25 rugdeel 5 is ingericht voor het onder een bepaalde hoek steunen van althans een deel van de rug van de persoon, welk eerste rugdeel 5 een zodanige stijfheid vertoont, dat in gebruik het deel van de rug van de persoon zich in hoofdzaak vormt naar het eerste rugdeel 5. Het eerste rugdeel 5 heeft 30 bijvoorbeeld een breedte 3 van ongeveer 12 centimeter en een hoogte van ongeveer 15 centimeter. Een onderste eindzone van rugdeel 5 ligt ter hoogte van lijn 6, welke lijn 6 het diepste punt 68 (zie figuur 13a) van de lumbaal van de rug 13 representeert wanneer de lumbaal een natuurlijke S-curve volgt. Normaal bevindt het diepste punt 68 van de lumbaal zich ter hoogte van de derde lumbale wervel. Een bovenste eindzone van het eerste rugdeel 5 ligt ter hoogte van lijn 5 7, welke lijn 7 de hoogte van de thorecale wervel 9 (Th9 in figuur 13d) representeert. Duidelijk is, dat de afmetingen en locatie van het eerste rugdeel 5 kunnen worden aangepast aan de zittende persoon.
Het tweede rugdeel 4 is instelbaar van een eerste fase, 10 waarin het tweede rugdeel 4 een zodanige flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel 4 vervormbaar is naar een ander deel van de rug van de persoon, naar een tweede fase, waarin het tweede rugdeel 4 is gefixeerd in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling. In figuur 1 15 bevindt het tweede rugdeel 4 zich in zijn eerste fase, zodat het tweede rugdeel 4 vervormbaar is naar de individuele vorm van de eindgebruiker; de zittende persoon.
Het aan een zittende persoon aanpassen van de rugleuning 2 vindt plaats in drie verschillende stappen.
20 In de eerste stap vindt het juist instellen van het eerste rugdeel 5 plaats. Het eerste rugdeel 5 is een stijf element, dat vrij instelbaar is, bijvoorbeeld in hoogte en hoek, ten opzichte van het frame 81,82 van de rolstoel 1.
Het instellen van de hoek vindt plaats door rotatie van het 25 eerste rugdeel 5 om een rotatie-as die gevormd wordt door de horizontale verbindingslijn tussen de twee framebuizen 81,82, die het diepste punt 68 van de lumbaal snijdt. Na het juist instellen van het eerste rugdeel 5, wordt het eerste rugdeel 5 in zijn ingestelde positie gefixeerd. Het 30 instellen van het rugdeel 5 zal nader worden toegelicht aan de hand van figuur 5. Het eerste rugdeel 5 wordt in deze eerste stap zodanig ingesteld, dat de wervelkolom van de zittende persoon een gewenste correctie verkrijgt. Al naar 14 gelang de aanwezigheid en mate van bijvoorbeeld kyfose of lordose wordt het rugdeel 5 op een bepaalde hoogte en onder een bepaalde hoek ten opzichte van het frame 81,82 van de rolstoel 1 gepositioneerd en ingesteld. Er kan enige 5 rotatievrijheid van +/- 20° om de as 78 gegeven worden om specifiek aan de asymmetrie door scoliose in de wervelkolom van de zittende persoon tegemoet te komen. Het rugdeel 5 is derhalve stijf, maar kan door rotatie om as 78 wel enigszins meegeven aan de vorm van de rug. Het tweede rugdeel 4 heeft 10 in de eerste stap de eigenschap, dat deze vormbaar is, zodat het tweede rugdeel 4 vervormbaar is naar het andere deel van de rug van de zittende persoon. Het tweede rugdeel 4 bevindt zich dus in zijn eerste fase.
Nadat het eerste rugdeel 5 zodanig is ingesteld, dat de 15 zittende persoon juist wordt ondersteund, kan in de tweede stap het tweede rugdeel 4 worden vervormd naar het andere deel van de rug van de zittende persoon. Het vervormen van het tweede rugdeel 4 vindt plaats, doordat het tweede rugdeel 4 een, in hoofdzaak gecontroleerde, druk uitoefent 20 op de rug van de zittende persoon. Door de gecontroleerde druk zal het vlak van het rugdeel 4 zich vormen naar de driedimensionale individuele vorm van de zittende persoon.
In de uitvoeringsvorm van de rugleuning 2 volgens figuur 1, vindt het uitoefenen van de gecontroleerde druk plaats door 25 een met polyurethaan schuim gevulde ruimte en een drukverdelend element, zoals later nader zal worden beschreven. In andere uitvoeringsvormen vindt het uitoefenen van de gecontroleerde druk plaats door een tot boven het weekpunt verwarmd thermoplastisch of thermohardend 30 materiaal, eventueel in combinatie met een drukverdelend element, of door een mechanisch instelbaar tweede rugdeel.
In de derde stap wordt het tweede rugdeel 4 gefixeerd in zijn naar het andere deel van de rug vervormde 15 instelling, zoals is verkregen in stap 2. Deze fixatie kan op verschillende manieren plaatsvinden, bijvoorbeeld door het uitharden van het polyurethaan schuim, door het afkoelen van een thermohardend of thermoplastisch medium, of door het 5 mechanisch fixeren van een mechanisch rugdeel. Het tweede rugdeel 4 is derhalve mechanisch, chemisch, thermoplastisch, of thermohardend fixeerbaar. Aan het einde van de derde stap zijn zowel het rugdeel 4 als het rugdeel 5 vormvast ten opzichte van een draagelement, in het bijzonder een dragende 10 schaal 18, van de rugleuning 2, zodanig, dat een zittende persoon een goede ondersteuning wordt geboden.
Figuur 3 toont een rugleuning 2 volgens een tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, welke rugleuning 2 drie rugdelen omvat, die samen het totale steunrugdeel 8 vormen. 15 De grootte en/of positionering en/of eigenschappen van het eerste rugdeel 5 kunnen identiek zijn aan die van het eerste rugdeel 5 van de rugleuning 2, die is beschreven aan de hand van figuur 2. De grootte en/of positionering en/of eigenschappen van het tweede rugdeel 4 kunnen identiek zijn 20 aan die van het tweede rugdeel 4 van de rugleuning 2, die is beschreven aan de hand van figuur 2. Een verschil tussen de rugleuningen 2 uit de figuren 2 en 3 is, dat, zoals hiervoor beschreven, de rugleuning 2 uit figuur 3 naast de eerder beschreven eerste en tweede rugdelen 5,4 tevens een derde 25 type rugdeel 11,12,13 en 14 omvat, welk derde rugdeel 11,12,13 en 14 is ingericht om in de tweede stap een geleidelijke overgang van de druk te waarborgen tussen een omtreksrandzone van het eerste rugdeel 5 naar het zich daaromheen uitstrekkende tweede rugdeel 4. Dit resulteert in 30 een geleidelijk overgang van vorm en druk in de derde stap. De rugdelen 11, 12, 13 en 14 zijn beweegbaar als een eenzijdig ingeklemde bladveer, waarbij telkens één eindzone van de rugdelen 11,12,13 en 14 is ingeklemd nabij de 16 omtreksrandzone van rugdeel 5. De rugdelen 11, 12, 13 en 14 zijn veerkrachtige elementen, die zich vanaf hun ene eindzones veerkrachtig ten opzichte van het eerste rugdeel 5 uitstrekken. De overgangsrugdelen 12,14 zorgen voor een 5 tangentiële, continue, overgang van het eerste rugdeel 5 naar het tweede rugdeel 4 in de laterale richting, i.e. vanaf de linker- en rechterzijde van de omtreksrandzone 5 naar de zijsteunen 9,10 van de rugleuning 2. Het overgangsrugdeel 11 zorgt voor een tangentiële, continue, 10 overgang van het eerste rugdeel 5 naar het tweede rugdeel 4 in, in hoofdzaak, verticale opwaartse richting, ook wel de craniale richting (naar de schedelzijde). Het overgangsrugdeel 13 zorgt voor een tangentiële, continue, overgang van het eerste rugdeel 5 naar het tweede rugdeel 4 15 in, in hoofdzaak, verticale neerwaartse richting, ook wel de caudale richting (naar de staartzijde). De overgangsrugdelen 11,12,13 en 14 bieden een goede drukverdeling.
Figuur 4 toont een plofaanzicht van de rugleuning 2 uit figuur 1. Hieruit blijkt, dat de rugleuning 2 aan zijn naar 20 de zittende persoon toe gekeerde zijde een drukverdelend medium, in het bijzonder een flexibel schuimelement 20 omvat, waartegen de zittende persoon steunt. Het schuimelement 20 vormt samen met de dragende schaal 18 een holle ruimte 19 (zie bijvoorbeeld de figuren 8a,8b), die 25 door middel van een vulopening gevuld kan worden met bijvoorbeeld polyurethaan schuim. De vulopening kan bijvoorbeeld zijn aangebracht in de dragende schaal 18 of het schuimelement 20 en mondt uit in de holle ruimte 19. Het polyurethaan schuim in de holle ruimte 19 en het 30 schuimelement 20 vormen samen het tweede rugdeel 4. In de holle ruimte 19 strekt een ondersteuningsvlak 24 zich uit, dat gevormd wordt door het eerste rugdeel 5 en, in deze uitvoeringsvorm, de derde rugdelen 11, 12, 13 en 14.
17
Duidelijk is, dat het ondersteuningsvlak 24 de rug steunt en vormt onder een bepaalde hoek en stand, terwijl de rug het polyurethaan schuim in ruimte 19 en het schuimelement 20 vorm geeft.
5 Het ondersteuningsvlak 24 is bevestigd aan een draagelement 25, dat vast verbonden is met de dragende schaal 18. De bevestiging van het ondersteuningsvlak 24 aan het draagelement 25 vindt plaats door een samenwerkende klikverbinding 98,99. In deze uitvoeringsvorm van de 10 rugleuning 2 heeft het ondersteuningsvlak 24 een opening 99 voor het ontvangen van een uitsteeksel 98 van het draagelement 25, maar er kan ook sprake van zijn, dat het draagelement 25 van een opening voorzien is en het ondersteuningsvlak 24 een uitsteeksel omvat. De 15 klikverbinding 98,99 is zodanig flexibel, dat het ondersteuningsvlak 24 in een aan het draagelement 25 bevestigde toestand enigszins kan roteren om rotatie-as 78, zoals blijkt uit de detailweergave bij figuur 4 waarin de rotatie met stippellijnen is weergegeven. De maximale 20 rotatie van het ondersteuningsvlak 24 om rotatie-as 78 bedraagt ongeveer ± 20° ten opzichte van een niet-geroteerde stand waarin de hoofdvlakken van het ondersteuningsvlak 24 en het draagelement 25 zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken. Het ondersteuningsvlak 24 en het draagelement 25 25 zijn elk voorzien van samenwerkende contactvlakken voor het geleiden van de rotatie. Zoals blijkt uit figuur 4 vertoont het draagelement 25 twee ontvangende contactvlakken 60,61 met een in hoofdzaak komvormige doorsnede. Het ondersteuningsvlak vertoont twee zich in de ontvangende 30 contactvlakken 60,61 uitstrekkende contactvlakken met een in hoofdzaak golfvormige doorsnede (zie de figuur 10a en 10b).
Aan de achterzijde van de dragende schaal 18, ofwel aan de naar de rug af gekeerde zijde van de dragende schaal 18, 18 is een ventilator 26 bevestigd voor het aanzuigen van omgevingslucht. Verder is aan de achterzijde van de dragende schaal 18 een hoekmeter 27 bevestigd, die zich door de opening in de dragende schaal 18 heen uitstrekt en nabij een 5 eindzone is verbonden met het draagelement 25, voor het aangeven van de hoek van het ondersteuningsvlak 24. De hoekmeter wordt afgedekt met behulp van een afdekelement of afdeklijst 28.
In figuur 4 zijn de luchtstromen 92 voor het koelen en 10 opnemen van vocht van de rug van de zittende persoon aangegeven. . De lucht wordt aangezogen vanaf de omgeving 29 door openingen in de lijst 28, waarna de lucht door een opening in de dragende schaal 18 gaat, de hoekmeter 27 passeert en de ventilator 26 bereikt. Vervolgens stroomt de 15 lucht door een centraal gat in het draagelement 25 en door de afdichting 22 naar het ondersteuningsvlak 24. Hier wordt tussen het zachte schuimdeel 20, dat zoals hiervoor beschreven dienst doet als drukverdelend element, en het ondersteuningsvlak 24 de lucht verspreid naar de acht 20 openingen of groeven 93 in het zachte schuimdeel 20. Aan de voorzijde van de rugleuning 2 zal de luchtstroom de weg van de minste weerstand volgen. Mits er een persoon tegen de leuning 2 zit volgt elke luchtstroom zijn groef 93. Aan een onderste eindzone 30 van elke groef 93 kan de lucht 25 ontsnappen nadat deze langs zijn pad voor de gewenste verkoeling en vochtafname van de rug van de zittende persoon heeft gezorgd. Figuur 5 toont een perspectivisch achteraanzicht van de rugleuning uit figuur 1 met bevestigingsmiddelen 36-42, waarbij de bevestigingsmiddelen 30 enerzijds zijn bevestigd aan de dragende schaal 18, namelijk de bevestiginsmiddelen 36-39, en anderzijds zijn bevestigd aan de framebuizen 81 en 82 van de rolstoel 1, namelijk de bevestiginsmiddelen 40-43. De door middel van schroeven aan 19 de dragende schaal 18 bevestigde bevestigingsmiddelen 36-39 omvatten elk een zich neerwaarts uitstrekkende pen 94, die zijn opgenomen in respectieve openingen van de aan de framebuizen 81,82 bevestigde bevestigingsmiddelen 40-43. De 5 bevestigingsmiddelen 40-43 zijn instelbaar in hoogte en oriëntatie ten opzichte van de framebuizen 81 en 82, waardoor de diepte-, breedte- en hoogtepositie en de hoek a+cp (zie figuur 13 en de daarbij horende beschrijving) van de dragende schaal 18 en het daarmee verbonden lumbaal-10 thorecaal ondersteuningsvlak, ofwel rugdeel 5, in beperkte mate kan worden ingesteld en gefixeerd in de gewenste stand. De bevestigingsmiddelen 40-43 kunnen aan de framebuizen 81 en 82 worden gefixeerd met behulp van zelftappende schroeven. De positie van elk van de stukken 36-39 op de 15 dragende schaal 18 kan naar wens ingesteld worden door het losdraaien van de schroeven en ze op de gewenste plek aan de dragende schaal 18 vast te schroeven. De pen-gat verbinding tussen de bevestigingsmiddelen 36-39 en de verstelbare bevestigingsmiddelen 40-43 staat een kleine hoekverdraaiing 20 van de pennen 94 in de openingen van de bevestigingsmiddelen 40-43 ten opzichte van de langsrichting van de pennen 94 toe. Hierdoor kan de positie en oriëntatie van de dragende schaal 18 in alle vrijheidsgraden worden versteld ten opzicht van framebuizen 81,82.
25 Het op een juiste locatie en onder een juiste hoek instellen van het eerste rugdeel 5 vindt derhalve op de volgende manier plaats. Eerst wordt de hoogte-, breedte-, en dieptepositie van de dragende schaal 18 zodanig bepaald, dat het eerste rugdeel 5, dat verbonden is met de dragende 30 schaal 18, zich op de juiste positie ten opzichte van de rug van de zittende persoon bevindt. In het bijzonder wordt de hoogte van de dragende schaal 18 en daarmee het eerste rugdeel 5 zodanig ingesteld, dat de onderste eindzone van 20 het eerste rugdeel 5 ter hoogte van het diepste punt 68 (zie figuur 13a) van de lumbaal van de rug komt te liggen, wanneer de lumbaal een natuurlijke S-curve volgt.
Daarna vindt het instellen van de hoek a+cp van het 5 eerste rugdeel 5 plaats. Opgemerkt wordt, dat het eerste rugdeel 5 onder een bepaalde hoek, die bepaald wordt door de hoek tussen het hoofdvlak van het draagelement 25 en het hoofdvlak van de dragende schaal 18, ten opzichte van de dragende schaal 18 is opgesteld. De totale hoek van het 10 eerste rugdeel 5 ten opzichte van het frame 81,82 wordt derhalve bepaald door de som van de hoek tussen het hoofdvlak van het draagelement 25 en het hoofdvlak van de dragende schaal 18 en de hoek tussen het hoofdvlak van de dragende schaal 18 en de langsrichting van de framebuizen 15 81,82. Aangezien de hoek tussen het hoofdvlak van het draagelement 25 en het hoofdvlak van de dragende schaal 18 vast bepaald is vindt het instellen van de hoek plaats door het instellen van de hoek tussen het hoofdvlak van de dragende schaal 18 en de langsrichting van de framebuizen 20 81,82. Deze hoek wordt ingesteld door het instellen van de oriëntatie van de onderste bevestigingsmiddelen 41,42 of de bovenste bevestigingsmiddelen 40,43 ten opzichte van de framebuizen 81,82. In de in figuur 5 getoonde opstelling, strekken zowel de onderste bevestigingsmiddelen 41,42 als de 25 bovenste bevestigingsmiddelen 40,43 zich schuin binnenwaarts naar elkaar toe uit. Wanneer nu bijvoorbeeld alleen de onderste bevestigingsmiddelen 41,42 naar buiten worden verplaatst door het naar buiten toe roteren van de onderste bevestigingsmiddelen 41,42 om de framebuizen 81,82, wat 30 mogelijk is na het losschroeven van de bevestigingsmiddelen 37,38, zal de onderste eindzone van de dragende schaal 18 naar voren verplaatst worden, waardoor de hoek tussen het hoofdvlak van de dragende schaal 18 en het frame 81,82, en 21 daardoor de hoek van het eerste rugdeel 5, zal toenemen. Zodra de hoek juist is, kan deze gefixeerd worden door het opnieuw vastschroeven van de bevestigingsmiddelen 37,38 aan de dragende schaal 18 en het vastschroeven van de onderste 5 bevestigingsmiddelen 41,42 aan de framebuizen 81,82.
Figuur 6 toont een plofaanzicht van de hoekindicator 27, welke kan worden toegepast om het eerste rugdeel 5 in een gewenste hoek in te stellen, zodat het ene deel van de rug van de zittende persoon onder een bepaalde hoek kan 10 worden ingesteld. De hoekindicator 27 geeft aan onder welk stand het lumbaal-thorecaal ondersteuningsvlak, ofwel het eerste rugdeel 5, zich bevindt. De hoekindicator 27 omvat een wijzerelement met een wijzertip 31 en een hoekaanduidingselement 97, waarbij de wijzertip 31 zich 15 uitstrekt over het hoekaanduidingselement 97 en zo de hoek aangeeft. De hoekindicator is verbonden met het draagelement 25, dat enerzijds verbonden is met de in hoek instelbare dragende schaal 18 en anderzijds verbonden is met het eerste rugdeel 5. Het wijzerelement met wijzertip 31 is 20 scharnierend opgehangen aan cilinders 95 die zich uitstrekken in respectieve openingen 96 van het wijzerelement, welke cilinders 95 vast verbonden zijn met het draagelement 25. Het wijzerelement is aan zijn onderzijde voorzien van twee gewichten 32, die het 25 wijzerelement in evenwicht houden. Hierdoor strekt het wijzerelement zich in hoofdzaak verticaal uit, ongeacht de stand van de dragende schaal 18. Wanneer nu de hoek van de rugleuning 2, en daardoor de hoek van de dragende schaal 18 en het eerste rugdeel 5, wordt aangepast door rotatie van de 30 rugleuning 2, zal het hoekaanduidingselement 97 roteren ten opzichte van de rotatie-as 79 die gevormd wordt door de langsrichting van de cilinders 95, terwijl het wijzerelement in zijn in hoofdzaak verticale positie zal verblijven en 22 hierdoor de nieuwe hoek zal aangeven. Voor bescherming wordt er een venster 36 geplaatst tussen twee schaaldelen 33 en 34 welke onderling geklemd worden door schroeven 35. De hoekindicator 27 heeft bijvoorbeeld een meetbereik tussen 5 100° en 140°, welk meetbereik wordt begrensd door wanden van ruimtes 98, zodanig, dat de maximale hoek aan weerszijden is bereikt wanneer de gewichten 32 komen aan te liggen aan de wanden van ruimtes 98.
De figuren 7a-7e tonen een aantal perspectivische 10 aanzichten van de hoekindicator, waarbij de rugleuning 2 onder verschillende hoeken is ingesteld. Opeenvolgend van links naar rechts, oftewel van figuur 7a naar figuur 7e, wijst de wijzer 31 de volgende hoeken aan: 106°, 116°, 120°, 123° en 133°. De lijst 28 dekt het geheel af aan de 15 achterzijde van de rugleuning 2.
In de figuren 8a, 8b, 9a, 9b, 10a en 10b worden twee zittende personen 15 en 15' in verschillende doorsneden getoond namelijk: sagitaal, frontaal en transversaal. De doorsneden zijn representatief voor de tweede en derde stap 20 zoals toegelicht aan de hand van figuur 2.
De figuren 8a, 8b tonen elk een sagitale doorsnede van een zittend persoon 15, 15' , waarbij de pasvorm van het tweede rugdeel 4, van de rugleuning 2, volgens de uitvinding wordt vervormd naar de individuele vorm van de wervelkolom 25 17,17' en het bekken 16,16' van de zittende persoon 15,15'.
In de eerste stap vertonen de zachte schuimdelen 20,20' een nominale vorm wanneer er geen persoon tegen aan leunt en is een volume 19,19', dat wordt omsloten door het zachte schuimdeel 20,20' en de dragende schaal 18,18', ongevuld.
30 In de tweede stap wordt de ongevulde ruimte 19,19' althans in hoofdzaak volledig gevuld met Polyurethaan. De ingesloten lucht verlaat deze vloeistofdichte ruimte 19,19' door het poreuze zachte schuimdeel 20,20', doordat het 23 polyurethaan de lucht verdrukt. Wanneer de ruimte 19,19' gevuld is met het polyurethaan oefent het polyurethaan een druk uit op het zachte schuimdeel 20,20', zodat het zachte schuimdeel 20,20' zich vormt naar de contour van de zittende 5 persoon 15,15'. Duidelijk is, dat verschillende personen normaal verschillende vormen vertonen, waardoor de aanliggende zachte schuimdelen 20,20', die zich vormen naar de vorm van de rug van de zittende personen 15,15', onderling verschillend zullen zijn, en daarmee ook de 10 volumes 19,19'.
In de derde stap zijn het volume 19,19' en het zachte schuimdeel 20,20' in hun naar het andere deel van de rug vervormde instelling gefixeerd, doordat het polyurethaan in de derde stap uithard. Ook de stand van het stijve, maar om 15 rotatie-as 78 enigzins roteerbare eerste rugdeel 5, wordt gefixeerd door het uitgeharde polyurethaan. De stand van het derde rugdeel 11,12,13 en 14 wordt ook gefixeerd door het polyurethaan. Met andere woorden, het ondersteuningvlak 24 wordt gefixeerd door het uitgeharde polyurethaan. De in 20 figuur 8b getoonde persoon 15’ heeft een wervelkolom 17’ met in het thorecale gebied een kyfose, in het lumbale deel een scoliose en bekken 16' met een achterover gekantelde stand. De individuele orthopedische rugondersteuning volgens uitvinding corrigeert hier wederom het lumbaal-thorecale 25 deel en volgt ook hier de rest van de individuele contour op een anatomisch verantwoorde manier, hoewel de persoon verschilt qua vorm ten opzichte van persoon 15. Duidelijk zichtbaar is de grotere afstand tussen de dragende schaal 18' en het zachte schuimdeel 20' boven thorecaal Th9 en 30 onder lumbaal L3 (zie figuur 13d) ten opzichte van de persoon 15 in figuur 8a.
Figuur 9a toont een frontale doorsnede in achteraanzicht van de zittende persoon 15 uit figuur 8a.
24
Duidelijk is, dat de zijsteunen 9,10 aan de linker- en rechterzijde van de rugleuning 2 zijn gevormd naar de contour van de persoon 15. De dragende schaal 18 biedt ook hier de basis voor het zachte schuimdeel 20, welke dragende 5 schaal 18 en zachte schuimdeel 20 samen de ruimte 19 omsluiten. De figuur 9a toont tevens een zittingdeel 80, dat een harde schaal met daarop een drukverdelend medium omvat. Het zittingdeel 80 ondersteunt de persoon in verticale richting.
10 Figuur 9b toont hetzelfde als figuur 9a maar dan voor de persoon 15' uit figuur 8b. In deze frontale doorsnede is duidelijk te zien, dat de wervelkolom 17' niet een rechte lijn volgt, maar door scoliose meerdere krommingen heeft gekregen. De zijsteunen 9', 10' die laterale steun bieden aan 15 de persoon 15' vervormen zich naar de contour van de persoon 15' , doordat het met polyurethaan gevulde volume 19' druk uitoefent op de persoon 15'. De figuur 9b toont, dat de afstand tussen de dragende schaal 18' en het zachte schuimdeel 20' voor zijsteun 9' groter is dan voor zijsteun 20 10', waardoor tevens het volume 19’ aan de rechterzijde (van zijsteun 10') groter is dan het volume 19' aan de linkerzijde (van zijsteun 9').
Figuur 10a toont een dwarsdoorsnede ter hoogte van lumbaal 4 van dezelfde zittende persoon 15' uit de figuren 25 8a en 9a, waarbij de pasvorm van de rugleuning 2 volgens de uitvinding in drie stappen wordt ingesteld. In figuur 10a hebben het zachte schuimdeel 20 en het polyurethaan schuim in volume 19 zich reeds gevormd naar de individuele vorm van de persoon 15. De doorsnede van figuur 10a toont de acht 30 groeven 93 in het zachte schuimdeel 20, waardoorheen de geforceerde luchtstroom langs de rug van de zittende persoon 15 stroomt, zoals hiervoor is toegelicht aan de hand van figuur 4. Tussen de dragende schaal 18 en het drukverdelend 25 medium, ofwel het zachte schuimdeel 20, bevindt zich in het volume 19 het opgeschuimde polyurethaan. Dit, althans in de tweede stap vloeibare, polyurethaan oefent in de tweede stap een druk uit op het zachte schuimdeel 20, en de persoon 15, 5 en zal in de derde stap gefixeerd zijn door uitharding.
Zoals blijkt uit figuur 10a, wordt de ondersteuning die het polyurethaan aan de rug van de zittende persoon geeft in dwarsrichting onderbroken door een ondersteuningsvlak 24, dat het eerste rugdeel 5 en eventueel de derde rugdelen 11, 10 12, 13 en 14 omvat, welke rugdelen nader worden toegelicht aan de hand van figuur 3. Het eerste rugdeel 5 vertoont, zoals eerder beschreven, een zodanige stijfheid, dat in gebruik het deel van de rug zich in hoofdzaak vormt naar het eerste rugdeel 5, terwijl tevens de rug van de zittende 15 persoon de stand van het eerste rugdeel 5 enigszins bepaald door de beperkte rotatiemogelijkheden van rugdeel 5 om rotatie-as 78. Hierdoor wordt de rug gecorrigeerd door het eerste rugdeel 5, terwijl ook enige vrijheid wordt geboden aan de eventuele asymmetrie van de betreffende persoon.Het 20 ondersteuningsvlak 24 wordt ondersteund door het huis 25, met behulp waarvan het ondersteuningsvlak 24 onder een hoek ten opzichte van het hoofdvlak van de dragende schaal 18 is geplaatst. Verder is er in deze doorsnede een afdichting 22 zichtbaar, die er voor zorgt, dat er een lucht- en 25 vloeistofdicht kanaal wordt gevormd voor luchtdoorvoer van het huis 25 naar het rotatievrije ondersteuningsvlak 24.
Figuur 10b toont een transversale doorsnede ter hoogte van lumbaal L4 (zie figuur 13d) van de zittende persoon 15' uit figuur 8b. In deze figuur 10b wordt de pasvorm van de 30 rugleuning 2 volgens de uitvinding ingesteld voor een wervelkolom met scoliose. Zichtbaar is, dat het ondersteuningsvlak 24' enigzins toegeeft aan de asymmetrie van de persoon door in zekere mate te scharnieren rond as 26 78. De figuur 10b toont, dat in de rechter zijsteun 10' de afstand tussen het drukverdelend element 20' en de dragende schaal 18' groter is dan deze afstand bij de persoon 15 in figuur 10a. In de linker zijsteun 9', is de afstand tussen 5 het drukverdelende element 20' en de dragende schaal 18 juist kleiner dan in figuur 10a, doordat de scoliose op deze hoogte het centrum van wervelkolom naar links heeft geplaatst ten opzichte van het streef mediaan vlak.
Figuur 11 toont een plof-aanzicht van een rugleuning 57 10 volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. De rugleuning 57 omvat een tweede rugdeel, dat thermoplastisch vervormbaar en fixeerbaar is. In de uitvoeringsvorm van figuur 11 omvat het tweede rugdeel een sandwich bestaande uit laag 46, laag 47 en laag 48. De lagen 46, 48 bestaan uit 15 een thermoplastisch materiaal, zoals bijvoorbeeld Ethleen Vinyl Acetaat. Dit materiaal wordt week boven een gewenste temperatuur, welke voor deze toepassing rond de 50°C ligt. Onder deze temperatuur is het materiaal stijf. Tussen de lagen 46, 48 strekt een laag 47 zich uit, die verschillende 20 verwarmingselementen 47a-47h omvat. De verwarmingselementen 47a-47h kunnen zodanig worden aangestuurd, dat deze al dan niet warmte afgeven aan de lagen 46,48. De lagen 46,48 zullen in het gebied van de warmteafgevende verwarmingselementen 47a-47h verwarmd worden tot boven de 25 weektemperatuur van het thermoplastische materiaal, waardoor het thermoplastische materiaal in deze gebieden week zal worden en derhalve vervormbaar. Wanneer de lagen 46,48 zich in hun vervormbare toestand bevinden, oftewel in de eerste fase, zijn de lagen 46,48 vervormbaar naar het andere deel 30 van de rug van de persoon. Na vervorming kunnen de verwarmingselementen 47a-47h worden aangestuurd om geen warmte meer af te geven, zodat de temperatuur van de lagen 46,48 zal afnemen tot onder de weektemperatuur, waardoor de 27 lagen 46,48 gefixeerd zijn in hun naar het andere deel van de rug vervormde instelling.
Uit figuur 11 blijkt, dat een drukverdelend element 49 met een cover is bevestigd op de laag 48. De laag 46 is 5 bevestigd aan ondersteuningsvlak 45, omvattende een eerste rugdeel, dat het lumbaal-thorecaal deel van de rug van de zittende persoon ondersteunt. Het ondersteuningsvlak 45 wordt gedragen door een drager 44, die is bevestigd aan de framebuizen 81 en 82 van de rolstoel 1. Om de laag 46 in de 10 eerste stap te ondersteunen, kunnen drukcellen 52 en steunbeugels 50 en 51 althans tijdelijk worden aangebracht. Deze drukcellen 52 en steunbeugels 50 en 51 worden geplaatst aan de voorzijde van de drager 44, zodat er een gecontroleerde druk wordt uitgeoefend op laag 46 welk druk 15 wordt doorgevoerd naar de lagen 47, 48 en het drukverdelende medium 49. Zodra de sandwich is opgewarmd is deze vormbaar en wordt deze middels de druk uit de drukcellen vervormd zodat deze de contour overnemen van de persoon. Eenmaal afgekoeld behoud de rugondersteuning zijn vorm en worden de 20 drukcellen 52 en de tijdelijke steunbeugels 50 en 51 weer weggehaald. Eventueel kunnen de drukcellen 52 en steunbeugels 50 en 51 de laag 46 permanent ondersteunen.
Het instellen van de rugleuning 57 volgens de uitvoeringsvorm van figuur 11 vindt derhalve volgens de 25 eerder beschreven drie stappen plaats, namelijk het eerst instellen van het ondersteuningsvlak 45 omvattende het eerste rugdeel ten opzichte van het frame 80,81 van de rolstoel 1, het vervolgens naar de rug van de zittende persoon vormen van het tweede rugdeel door het althans 30 plaatselijk verwarmen van de thermoplastische lagen 46,48, en in de derde stap het fixeren van het tweede rugdeel in zijn vervormde stand door het laten of geforceerd afkoelen van de thermoplastische lagen 46,48.
28
Figuur 12a toont een achteraanzicht van de instelbare drukcellen 52 uit figuur 11, waaruit blijkt, dat de rugleuning 57 vijf drukcellen 52a-52e vertoont, die elk separaat van de andere drukcellen 52a-52e instelbaar zijn.
5 Het instellen van de drukcellen 52a-52e vindt plaats door het met lucht vullen van de drukcellen 52 met behulp van vulslangen, die elk enerzijds mediumdoorstromend verbonden zijn met een respectieve drukcel 52a-52e, en anderzijds mediumdoorstromend verbonden zijn met een gezamenlijk 10 ventiel en pomp.
Figuur 12b toont een transversale doorsnede van de rugleuning 57 uit figuur 11 met daarin zichtbaar drie gevulde drukcellen 52a, 52b en 52c. Opgemerkt wordt, dat in figuur 12b de rugleuning 57 wordt weergegeven zonder dat een 15 persoon daartegen steunt. De thermoplastisch vervormbare sandwichlaag 83 bestaat uit laag 46, laag 47 en laag 48, die nader zijn omschreven aan de hand van figuur 11. Uit figuur 12b blijkt de functie van de tijdelijk aangebrachte beugels 50 en 51, namelijk het bieden van tijdelijk ondersteuning 20 voor het positioneren van de drukcellen 52a-52e en het overbrengen van de gegenereerde aandrukkracht. De drukverdelende laag 49 is flexibel en voorzien van een cover.
Figuur 12c toont een achteraanzicht van de rugleuning 25 57 uit figuur 11, echter nu zonder drukcellen 52a-52e en beugels 50 en 51, zoals de rugleuning 57 wordt gebruikt nadat deze is gevormd naar de individuele contour van een persoon.
Figuur 12d toont een transversale doorsnede van de 30 rugleuning uit figuur 11 zonder drukcellen en zittende persoon. De figuur 12d toont hoe de lagen zijn verbonden en worden ondersteund vanuit de framebuizen 80 en 81 van de 29 zitvoorziening, namelijk door middel van schroeven 44, die zijn verbonden met ondersteuningsvlak 45.
Een voordeel van een tweede rugdeel dat thermoplastisch materiaal omvat, is dat het tweede rugdeel na een eerdere 5 fixatie eventueel opnieuw verwarmd kan worden, zodat het rugdeel week wordt en opnieuw vervormd kan worden, bijvoorbeeld naar de rug van een andere persoon.
Aan de hand van de figuren 13a, 13b, 13c, 13d en 13d zal nu kort worden uitgelegd, waarom een segmenteerde en 10 scharnierlijn-loze rugleuning noodzakelijk is.
Figuur 13a definieert vanuit een zijaanzicht de standhoeken a en cp van persoon 15. Belangrijk voor de huidige vinding is de hoek (a + cp) . Zichtbaar is, dat deze hoek gemeten dient te worden vanaf het diepste punt van de 15 lumbaal, punt 68. De functionele rugondersteuning hoek (a + cp) van de persoon langs ondersteuningsvlak 69 wordt in dit geval gemeten door waterpas 77 welke 120° aangeeft. De functionele zithoek (a + cp) van een persoon ligt bij voorkeur tussen ongeveer 115° en 123°.
20 Figuur 13b toont een model volgens dat een benadering geeft van de biomechanische eigenschappen van het menselijk lichaam. Het verschil met het model en het werkelijke menselijk lichaam wordt veroorzaakt door het scharnierpunt S en de in werkelijkheid scharnierende werking van de 25 wervelkolom. In werkelijkheid is S dus geen scharnierpunt, maar vormen LI - L5 gezamenlijk de scharnierbeweging tussen de onderrug en bovenrug.
Figuur 13c definieert de vier wervelsegmenten genaamd cervicaal 73, thorecaal 74, lumbaal 75 en sacraal 76.
30 Figuur 13d geeft, zoals reeds vermeld, een overzicht van de wervelkolom met de individuele wervels en hun wetenschappen benaming.
30
In figuur 13e wordt aangegeven, welke maximale verdaaingshoek in het laterale vlak (flexie/extensie) de wervelkolom toelaat tussen aangrenzende wervelschijven.
Figuur 14a toont een plofaanzicht van een rugleuning 58 5 volgens een volgende uitvoeringsvorm van de uitvinding. Het tweede rugdeel 84 van de rugleuning 58 is mechanisch vervormbaar en fixeerbaar. Het eerste rugdeel 59 is zodanig stijf, dat in gebruik het deel van de rug van een persoon zich vormt naar het eerste rugdeel 59. Eventueel kan het 10 eerste rugdeel 59 enigszins roteerbaar zijn om mee te geven aan eventuele asymmetrie van een persoon. Het tweede rugdeel 84 omvat een aantal koppelelementen 90,91, die elk vier cilindervormige holtes 86 omvatten, die zijn ingericht voor het ontvangen van bolvormige uiteinden 85 van koppelstaven 15 87. Zoals blijkt uit figuur 14c vertonen de cilindervormige holtes 86 nabij hun open eindzones een zich radiaal binnenwaarts uitstrekkende flens 88, waarbij een afstand tussen twee tegenovergelegen eindzones van de flens 88 kleiner is dan de diameter van een bolvormig uiteinde 85, 20 zodanig, dat de bolvormige uiteinden 85 niet uit de cilindervormige holtes 86 verwijderd kunnen worden. Zoals blijkt uit figuur 14b, omvatten de koppelelementen 90,91 twee helften 90,91, die door middel van een bout 89 onderling verbonden kunnen worden. In onverbonden toestand 25 kunnen de koppelstaven met hun bolvormige uiteinden 85 in de cilindervormige holtes 86 aangebracht worden of juist verwijderd. De bolvormige uiteinden 85 zijn op deze wijze als een soort kogelverbinding verplaatsbaar in de cilindervormige holtes 86 aangebracht. De door de 30 koppelstaven 87 onderling gekoppelde koppelelementen 90,91 vormen het tweede rugdeel 84, dat op deze wijze zodanig flexibel is, dat het tweede rugdeel vervormbaar is naar het andere deel van de rug van de persoon. Door het strak 31 aandraaien van de bout 89 worden de omtrekswanden van de cilindervormige holtes 86 in aangrijping op de bolvormige uiteinden 85 gebracht, waardoor de bolvormige uiteinden 85 in een bepaalde positie in de cilindervormige holtes 86 5 gefixeerd worden, zodanig, dat het tweede rugdeel 84 gefixeerd is in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling. Het tweede rugdeel 84 en het eerste rugdeel 59 zijn onderling verbonden door middel van soortgelijke of identieke koppelingsstaven 87, die met hun 10 kogelvormige uiteinden 85 stijf verbonden zijn met de omtreksrandzone van het eerste rugdeel 59.
Figuur 14c toont een voor- en bovenaanzicht van twee koppelelementen 90, 91 die onderling gekoppeld zijn door koppelstaven 87, als ook een doorsnede A-A waarin de 15 schakeling van de onderdelen wordt weergeven.
Zoals blijkt uit de diverse uitvoeringsvormen van de rugleuning volgens de uitvinding, kunnen het eerste rugdeel en het tweede rugdeel op verschillende manieren ten opzichte van elkaar zijn opgesteld en/of verbonden. Zo kan er sprake 20 van zijn, dat het eerste rugdeel in een holle ruimte, die althans een deel van het tweede rugdeel vormt, is opgesteld of juist een deel van de holle ruimte, in het bijzonder een achterzijde van de holle ruimte, omsluit. Ook kan er sprake van zijn, dat het tweede rugdeel is bevestigd aan of 25 indirect verbonden is met het eerste rugdeel. Hierbij strekt het eerste rugdeel zich bijvoorbeeld aan een van de rug van de zittende persoon afgekeerde zijde, of vormt het eerste rugdeel een centraal deel, waarbij het tweede rugdeel een omtreksrand van het centrale eerste rugdeel vormt. Diverse 30 opstellingen zijn mogelijk, waarbij van belang is, dat het eerste rugdeel althans een deel van de rug, in het bijzonder het lumbaal-thorocale deel van de rug onder een juiste hoek ten opzichte van het frame van de zitinrichting ondersteunt en het tweede rugdeel een ander deel van de rug ondersteunt door zich te vormen naar dit andere deel van de rug.
32
Opgemerkt wordt, dat de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven besproken uitvoeringsvoorbeelden, maar zich 5 tevens uitstrekt tot andere varianten binnen het bereik van de aangehechte conclusies.
Zo kan er sprake van zijn, dat het tweede rugdeel bijvoorbeeld een met traagschuim gevulde holle ruimte omvat, een luchtbalg, of een elastisch net, zodat het tweede 10 rugdeel permanent in zijn eerste fase verblijft. Een dergelijk tweede rugdeel is derhalve niet fixeerbaar in zijn naar de rug van een persoon vervormde stand. Een dergelijk permanent flexibel tweede rugdeel kan bijvoorbeeld voordelig worden toegepast in zitinrichtingen die telkens door 15 verschillende personen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld in vliegtuig-, trein-, of bioscoopstoelen, of in rolstoelen die eigendom zijn van een ziekenhuis en tijdelijk ter beschikking van een patiënt worden gesteld.

Claims (18)

1. Rugleuning voor het steunen van de rug van een zittende persoon, welke rugleuning bevestigingsmiddelen omvat voor 5 het aan een frame van een zitinrichting, bijvoorbeeld een (rol)stoel, bevestigen van de rugleuning; met het kenmerk, dat de rugleuning ten minste twee rugdelen omvat: - een eerste rugdeel voor het onder een bepaalde 10 hoek steunen van althans een deel van de rug van de persoon, welk eerste rugdeel een zodanige stijfheid vertoont, dat in gebruik het deel van de rug zich in hoofdzaak vormt naar het eerste rugdeel, en waarbij de rugleuning instelmiddelen omvat voor het instellen van de hoek en/of de positie van 15 het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en - een tweede rugdeel, dat een zodanige flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel zich in gebruik nagenoeg continu vervormt naar een ander deel van de rug van de persoon. 20
2. Rugleuning volgens conclusie 1, waarbij het tweede rugdeel instelbaar is van een eerste fase, waarin het tweede rugdeel de zodanige flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel vervormbaar is naar een ander deel van de rug van de 25 persoon, naar een tweede fase, waarin het tweede rugdeel is gefixeerd in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling.
3. Rugleuning volgens conclusie 2, waarbij het tweede 30 rugdeel mechanisch, chemisch, thermoplastisch, of thermohardend fixeerbaar is.
4. Rugleuning volgens conclusie 3, waarbij het tweede rugdeel een holte met een vulopening omvat voor het aan de holte toevoeren van een chemisch, thermoplastisch of thermohardend fixeerbare vulstof. 5
5. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 2 -3, waarbij het tweede rugdeel instelbaar is van de tweede fase naar de eerste fase.
6. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1 - 5, omvattende een derde rugdeel, dat nabij een eindzone verbonden is met de omtreksrandzone van het eerste rugdeel en zich veerkrachtig daarvan uitstrekt in een in hoofdzaak tangentiële richting. 15
7. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1- 6, omvattende aanzuigmiddelen voor het aanzuigen van omgevingslucht, welke aanzuigmiddelen enerzijds mediumdoorstromend verbonden zijn met de omgeving en 20 anderzijds mediumdoorstromend verbonden zijn met openingen in een naar de rug van de zittende persoon toe gekeerde zijde van de rugleuning.
8. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1- 25 7, omvattende verwarmingsmiddelen voor het tot boven een weektemperatuur verwarmen van althans het tweede rugdeel voor het verweken van althans het tweede rugdeel.
9. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1- 30 8, omvattende een hoekmeter die met het eerste rugdeel is verbonden, welke hoekmeter is ingericht voor het meten en weergeven van de hoek van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame.
10. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1-11, waarbij het eerste rugdeel aan zijn naar de zittende persoon toe gekeerde zijde van een drukverdelend medium is 5 voorzien.
11. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1- 10, waarbij de bevestigingsmiddelen zijn ingericht voor het op een bepaalde locatie en/of onder een bepaalde hoek ten 10 opzichte van het frame bevestigen van de rugleuning.
12. Rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1- 11, omvattende een eventueel losneembaar tegendrukelement voor het verschaffen van een tegendruk aan het tweede 15 rugdeel voor het zich naar het andere deel van de rug van de persoon vervormen van het tweede rugdeel.
13. Werkwijze voor het instellen van een rugleuning, omvattende de in geschikte volgorde uit te voeren stappen: 20 a) het verschaffen van een rugleuning volgens een der voorgaande conclusies 1-12, welke rugleuning bestemd is voor het steunen van de rug van een zittende persoon, welke rugleuning bevestigingsmiddelen omvat voor het aan een frame van een zitinrichting, bijvoorbeeld een (rol)stoel, 25 bevestigen van de rugleuning en ten minste twee rugdelen: - een eerste rugdeel voor het onder een bepaalde hoek steunen van althans een deel van de rug van de persoon, welk eerste rugdeel een zodanige stijfheid vertoont, dat in gebruik het deel van de rug zich in hoofdzaak vormt naar het 30 eerste rugdeel, en waarbij de rugleuning instelmiddelen omvat voor het instellen van de hoek en/of de positie van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en - een tweede rugdeel, dat een zodanige flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel zich in gebruik nagenoeg continu vervormt naar een ander deel van de rug van de persoon; 5 b) het op een bepaalde locatie en/of onder een bepaalde hoek aan het frame van de zitinrichting bevestigen van de rugleuning; c) het instellen van de hoek en/of de positie van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en 10 d) het zich nagenoeg continu vervormen van het tweede rugdeel naar het andere deel van de rug van de persoon door het steunen van de rug van de persoon tegen het tweede rugdeel.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij stap c) is uitgevoerd door het uitvoeren van stap b).
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, omvattende de stap: 20 e) het fixeren van het tweede rugdeel in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij stap e) het chemisch, thermoplastisch, of thermohardend fixeren van het 25 tweede rugdeel in zijn naar het andere deel van de rug vervormde instelling omvat.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, omvattende de stap: f), uit te voeren tijdens of voorafgaand aan stap d), 30 het via een vulopening toevoeren van een chemisch, thermoplastisch of thermohardend fixeerbare vulstof in een holte van het tweede rugdeel.
18. (Rol)stoel, omvattende een rugleuning voor het steunen van de rug van een zittende persoon volgens een der voorgaande conclusies 1-12, welke rugleuning aan een frame van de (rol)stoel is bevestigd; 5 met het kenmerk, dat de rugleuning ten minste twee rugdelen omvat: - een eerste rugdeel voor het onder een bepaalde hoek steunen van althans een deel van de rug van de persoon, welk eerste rugdeel een zodanige stijfheid vertoont, dat in 10 gebruik het deel van de rug zich in hoofdzaak vormt naar het eerste rugdeel, en waarbij de rugleuning instelmiddelen omvat voor het instellen van de hoek en/of de positie van het eerste rugdeel ten opzichte van het frame; en - een tweede rugdeel, dat een zodanige 15 flexibiliteit vertoont, dat het tweede rugdeel zich in gebruik nagenoeg continu vervormt naar een ander deel van de rug van de persoon.
NL2006664A 2011-04-26 2011-04-26 Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning. NL2006664C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006664A NL2006664C2 (nl) 2011-04-26 2011-04-26 Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning.
DK12720682.9T DK2701665T3 (en) 2011-04-26 2012-04-26 BACKGROUND, PROCEDURE FOR ADJUSTING A BACKGROUND AND (DRIVING) CHAIR PROVIDED WITH A BACKGROUND
PCT/NL2012/050286 WO2012148271A1 (en) 2011-04-26 2012-04-26 Backrest, method for adjusting a backrest and (wheel) chair provided with a backrest
CA2832819A CA2832819C (en) 2011-04-26 2012-04-26 Backrest, method for adjusting a backrest and (wheel) chair provided with a backrest
US14/113,687 US9827155B2 (en) 2011-04-26 2012-04-26 Backrest, method for adjusting a backrest and (wheel) chair provided with a backrest
EP12720682.9A EP2701665B1 (en) 2011-04-26 2012-04-26 Backrest, method for adjusting a backrest and (wheel)chair provided with a backrest

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2006664A NL2006664C2 (nl) 2011-04-26 2011-04-26 Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning.
NL2006664 2011-04-26

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2006664C2 true NL2006664C2 (nl) 2012-10-29

Family

ID=46062704

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006664A NL2006664C2 (nl) 2011-04-26 2011-04-26 Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US9827155B2 (nl)
EP (1) EP2701665B1 (nl)
CA (1) CA2832819C (nl)
DK (1) DK2701665T3 (nl)
NL (1) NL2006664C2 (nl)
WO (1) WO2012148271A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102011104972B4 (de) 2011-06-08 2015-03-05 Haworth, Inc. Sitzmöbel, insbesondere Bürostuhl
GB2526785A (en) * 2014-05-23 2015-12-09 Specmat Ltd Adjustable backrest for a chair
TWI599350B (zh) * 2016-11-14 2017-09-21 Rear wheelchair dynamic adjustment device
CN109008369B (zh) * 2018-09-11 2023-07-14 浙江安吉荣艺家具有限公司 一种高弹力后仰可固定的电竞椅
GB201818902D0 (en) * 2018-11-20 2019-01-02 Vickers Adam Gordon Contouring back and head support
NL2028342B1 (nl) * 2021-05-31 2022-12-12 P R Sella B V Opvouwbare zitinrichting
DE102021130449B4 (de) * 2021-11-22 2023-08-31 Co12 Gmbh Auflageeinrichtung zur Auflage einer Hand eines Nutzers

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4828325A (en) * 1986-05-16 1989-05-09 University Of Tennessee Research Corporation Method of making a custom fitted composite foamed cushion, a preform kit and the resultant product of the process
WO1991016874A1 (en) * 1990-05-01 1991-11-14 B.V. Optische Industrie 'de Oude Delft' Chair for disabled persons
WO1996007344A1 (en) * 1994-09-09 1996-03-14 David Quennell Adjustable back support
WO2003034869A1 (en) * 2001-10-19 2003-05-01 Sunrise Medical Hhg Inc. Seat back assembly
WO2008002919A2 (en) * 2006-06-27 2008-01-03 Airerx Healthcare Llc Air conditioning cushion for wheelchair
WO2009084961A1 (en) * 2007-12-31 2009-07-09 Pr Sella B.V. Adjustable backrest

Family Cites Families (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4522447A (en) * 1980-02-02 1985-06-11 Snyder William F Foam seat and back cushions
US4658807A (en) * 1982-10-25 1987-04-21 International Positioning Systems, Ltd. Method for supporting and positioning the human anatomy
US4773702A (en) * 1987-06-18 1988-09-27 Combi Co., Ltd. Reversible seat pad for a baby carriage
US5211446A (en) * 1988-11-16 1993-05-18 Jay Medical, Ltd. Wheelchair back system
US5149173A (en) * 1988-11-16 1992-09-22 Jay Medical, Ltd. Bolster with improved attachment means
US5865504A (en) * 1994-05-19 1999-02-02 Skil-Care Corp. Reclining backrest system for a person in a wheelchair
US6257664B1 (en) * 1998-11-16 2001-07-10 Invacare Corporation Multiple adjustable back assembly for use with wheelchair
EP1086852B1 (de) * 1999-09-21 2004-01-28 Johnson Controls GmbH Sitzpolster für Fahrzeugsitze
AU6685200A (en) * 1999-12-15 2001-06-25 Rehatechnik Moller Gmbh Dynamic seat shell
US6533358B1 (en) * 2000-11-10 2003-03-18 Medisol Usa, Inc. Kit for converting a non-reclining wheelchair into a reclining wheelchair
US8668045B2 (en) * 2003-03-10 2014-03-11 Daniel E. Cohen Sound and vibration transmission pad and system
ATE459505T1 (de) * 2003-06-30 2010-03-15 Way To Win Ltd Sitzgestell eines sitzes
US20050116525A1 (en) * 2003-12-01 2005-06-02 Holcomb Malin E. Adjustable seat back for a wheelchair
US20060091706A1 (en) * 2004-10-22 2006-05-04 Sunrise Medical Hhg Inc. Seat assembly for wheelchair
JP2006204887A (ja) * 2004-12-28 2006-08-10 Bridgestone Corp 車両用シートクッションパッド、車両用シートバックパッド及び車両用シート
EP2417876B1 (en) * 2010-08-10 2013-04-24 Schukra Gerätebau GmbH Seat cushion body and method of producing a seat cushion body
US20130180530A1 (en) * 2011-07-22 2013-07-18 Prs Medical Technologies, Inc. Adjustable support system
US10485691B2 (en) * 2011-07-22 2019-11-26 Prs Medical Technologies, Inc. Independently adjustable support system
JP5819142B2 (ja) * 2011-08-31 2015-11-18 トヨタ紡織株式会社 車両用シート

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4828325A (en) * 1986-05-16 1989-05-09 University Of Tennessee Research Corporation Method of making a custom fitted composite foamed cushion, a preform kit and the resultant product of the process
WO1991016874A1 (en) * 1990-05-01 1991-11-14 B.V. Optische Industrie 'de Oude Delft' Chair for disabled persons
WO1996007344A1 (en) * 1994-09-09 1996-03-14 David Quennell Adjustable back support
WO2003034869A1 (en) * 2001-10-19 2003-05-01 Sunrise Medical Hhg Inc. Seat back assembly
WO2008002919A2 (en) * 2006-06-27 2008-01-03 Airerx Healthcare Llc Air conditioning cushion for wheelchair
WO2009084961A1 (en) * 2007-12-31 2009-07-09 Pr Sella B.V. Adjustable backrest

Also Published As

Publication number Publication date
US20140077547A1 (en) 2014-03-20
CA2832819C (en) 2020-08-04
US9827155B2 (en) 2017-11-28
DK2701665T3 (en) 2017-07-17
EP2701665B1 (en) 2017-03-29
EP2701665A1 (en) 2014-03-05
CA2832819A1 (en) 2012-11-01
WO2012148271A1 (en) 2012-11-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2006664C2 (nl) Rugleuning, werkwijze voor het instellen van een rugleuning en (rol)stoel voorzien van een rugleuning.
ES2374427T3 (es) Asiento pivotable.
US8632129B2 (en) Adjustable backrest
US7607738B2 (en) Contoured seat and method
US9427086B2 (en) Apparatus and system for dynamically correcting posture
US6125851A (en) Spinal support system for seating
RU2562038C2 (ru) Постуральная система
ES2854898T3 (es) Silla ortopédica para el tratamiento y la prevención de enfermedades de la columna vertebral
US20090025492A1 (en) Apparatus for adjusting position of vertebral column of dummy model for estimating feeling of sitting in seat
KR20090055617A (ko) 골반 고정 받이
KR20170071927A (ko) 척추 교정장치
KR101713047B1 (ko) 기능성 경추, 요추 교정기
KR101456970B1 (ko) 맞춤형 의자
EP3134051B1 (fr) Dispositif de positionnement orthopedique
Driscoll et al. The impact of intra-operative sternum vertical displacement on the sagittal curves of the spine
WO2011078719A1 (ru) Велосипед
RU92341U1 (ru) Велотренажер
RU2661585C2 (ru) Способ разгрузки позвоночного столба и устройство для его осуществления
TW202304352A (zh) 可折疊座椅裝置
Karwowski Sleeping Postures
KR20170139949A (ko) 3점 응력조절구조로 형성된 의자의 요추받이
AU2009200652A1 (en) Back Supporting Member
WO2001058406A2 (es) Deslordosador lumbar
PL208883B1 (pl) Krzesło albo fotel

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190501