NL2005907C2 - Inrichting voor het ondersteunen van een object. - Google Patents

Inrichting voor het ondersteunen van een object. Download PDF

Info

Publication number
NL2005907C2
NL2005907C2 NL2005907A NL2005907A NL2005907C2 NL 2005907 C2 NL2005907 C2 NL 2005907C2 NL 2005907 A NL2005907 A NL 2005907A NL 2005907 A NL2005907 A NL 2005907A NL 2005907 C2 NL2005907 C2 NL 2005907C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rotation
support
support element
seat
attachment
Prior art date
Application number
NL2005907A
Other languages
English (en)
Inventor
Wytze Knijpstra
Original Assignee
Kig Heerenveen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kig Heerenveen Bv filed Critical Kig Heerenveen Bv
Priority to NL2005907A priority Critical patent/NL2005907C2/nl
Priority to EP11195256.0A priority patent/EP2468623B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2005907C2 publication Critical patent/NL2005907C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63CLAUNCHING, HAULING-OUT, OR DRY-DOCKING OF VESSELS; LIFE-SAVING IN WATER; EQUIPMENT FOR DWELLING OR WORKING UNDER WATER; MEANS FOR SALVAGING OR SEARCHING FOR UNDERWATER OBJECTS
    • B63C15/00Storing of vessels on land otherwise than by dry-docking
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63CLAUNCHING, HAULING-OUT, OR DRY-DOCKING OF VESSELS; LIFE-SAVING IN WATER; EQUIPMENT FOR DWELLING OR WORKING UNDER WATER; MEANS FOR SALVAGING OR SEARCHING FOR UNDERWATER OBJECTS
    • B63C5/00Equipment usable both on slipways and in dry docks
    • B63C5/02Stagings; Scaffolding; Shores or struts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63CLAUNCHING, HAULING-OUT, OR DRY-DOCKING OF VESSELS; LIFE-SAVING IN WATER; EQUIPMENT FOR DWELLING OR WORKING UNDER WATER; MEANS FOR SALVAGING OR SEARCHING FOR UNDERWATER OBJECTS
    • B63C5/00Equipment usable both on slipways and in dry docks
    • B63C5/02Stagings; Scaffolding; Shores or struts
    • B63C2005/022Shores or struts, e.g. individual oblique support elements for stabilizing hulls in dry-docks

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Connection Of Plates (AREA)
  • Vibration Prevention Devices (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET ONDERSTEUNEN VAN EEN OBJECT
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het althans ten dele ondersteunen van een object, zoals een vaartuig, omvattende: 5 - een steunbevestiging voor het bevestigen van de inrichting op een onderstel, - een eerste en een tweede zitting die elk voorzien zijn van een bekledingselement dat ingericht is voor het aanliggen tegen het object, - een eerste draagelement dat via tenminste een eerste rotatiebevestiging 10 verbonden is met de steunbevestiging, welk eerste draagelement via een tweede en een verdere tweede rotatiebevestiging verbonden is met respectievelijk de eerste en de tweede zitting.
Een dergelijke inrichting is in het vakgebied bekend en tenminste door de aanvraagster in de handel gebracht. Deze inrichting wordt toegepast voor het aan 15 weerszijden ondersteunen van een vaartuig, waarvan de romp in het algemeen dubbel gekromd is. Het gewicht van het vaartuig wordt althans ten dele gedragen door de eerste en de tweede zitting van elke ondersteuningsinrichting. Elke door het gewicht van het vaartuig belaste zitting levert zodoende een spanningsconcentratie in de romp van het vaartuig op. Het is een trend om vaartuigen goedkoper te 2 0 vervaardigen door bijvoorbeeld op materiaalkosten te besparen. Om dit doel na te streven worden rompen van de vaartuigen dunner uitgevoerd, waardoor grotere spanningen in de romp optreden bij het ondersteunen van het vaartuig met de bekende inrichting. Vanwege de trend vaartuigen goedkoper te vervaardigen door toepassing van een minimale wanddikte komt het steeds vaker voor dat een zitting 25 spanningsconcentraties in de romp van het vaartuig veroorzaakt die een maximum aanvaardbare waarde overschrijden, waardoor schade aan de romp van het vaartuig optreedt.
De onderhavige uitvinding beoogt schade aan vaartuigen te voorkomen, welke schade het gevolg is van het ondersteunen van het vaartuig via de romp ervan, in het 30 bijzonder de schade die optreedt bij vaartuigen waarvan de romp een zeer dunne wand omvat.
De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk dat een tweede draagelement via de tweede rotatiebevestiging verbonden is met het eerste draagelement, welk tweede draagelement via een derde rotatiebevestiging 35 verbonden is met de eerste zitting, en dat een derde zitting via een vierde 2005907 2 rotatiebevestiging verbonden is met het tweede draagelement. Hierdoor wordt een inrichting voor het ondersteunen van een object mogelijk, zoals het vaartuig, welke inrichting ingericht is voor het over een grotere oppervlakte van de romp aanliggen, waarbij de stand van de eerste en de derde zittingen van de ondersteuningsinrichting 5 verder op de vorm van de romp aanpasbaar zijn voor het verkleinen van spanningsconcentraties op de romp van het object, waardoor de kans op schade aan het vaartuig ter plaatse van de romp met een zeer kleine wanddikte wordt verkleind.
In een zeer aantrekkelijke en briljante uitvoeringsvorm is een verder tweede draagelement via de verdere tweede rotatiebevestiging verbonden met het eerste 10 draagelement, welk verdere tweede draagelement via een verdere derde rotatiebevestiging verbonden is met de tweede zitting, en is een vierde zitting via een verdere vierde rotatiebevestiging verbonden met het verdere tweede draagelement. Hierdoor wordt een zeer stabiele uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding mogelijk, waarin de eerste, tweede, derde, en de vierde zitting elk via twee 15 afhankelijk van elkaar gekoppelde rotatiebevestigingen onder invloed van de vorm van het object instelbaar zijn. De inrichting volgens de uitvinding heeft het voordeel dat de grootte van de belasting gelijkmatiger verdeeld is. In de bekende inrichting kan het voorkomen dat de zittingen ongelijk belast zijn, in een uiterste geval kan het voorkomen dat tenminste een van de zittingen zelfs niet belast wordt, omdat de vorm 2 0 van het object niet tot de zitting reikt zich er op afstand van bevindt. Het eerste en het tweede draagelement, kunnen onder invloed van de vorm van het object in een bepaalde stand gedwongen worden, waarbij de inrichting volgens de uitvinding adaptief is en in staat is de zittingen zodanig te positioneren dat de stand ervan aan de vorm van het object aangepast is.
25 In een gunstige uitvoeringsvorm omvat de eerste rotatiebevestiging eerste elementen die vast verbonden zijn met de steunbevestiging, en tweede elementen die vast verbonden zijn met het eerste draagelement, en zijn de eerste elementen roteerbaar opgesteld ten opzichte van de tweede elementen voor een verdraaiing van het eerste draagelement ten opzichte van de steunbevestiging om een hartlijn 30 die zich in hoofdzaak in de lengterichting van de inrichting uitstrekt. Hierdoor wordt het mogelijk dat de op een onderstel aangebrachte inrichting instelbaar is voor het aanpassen van de stand van de zittingen ten opzichte van de vorm van het object. Indien een doorsnede van het object, welke doorsnede dwars gericht is op de lengterichting van het object, een eerste parabolische vorm heeft, kan de inrichting 3 5 aan weerszijden van het object, met de zittingen tegen de eerste parabolisch 3 verlopende romp aanliggen, waarbij de belasting op de inrichting in de lengterichting verdeeld is over de zittingen.
In een verder gunstige uitvoeringsvorm omvat de eerste rotatiebevestiging een verdere eerste rotatiebevestiging voor een verdraaiing van het eerste draagelement 5 ten opzichte van de steunbevestiging om een hartlijn die zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting van zowel de inrichting als de steunbevestiging uitstrekt. Hierdoor wordt het mogelijk dat de inrichting aan de vorm van de romp in de lengterichting van het object volgens een tweede parabolisch verlopende romp aanpasbaar is, waardoor de zittingen tegen de tweede parabolisch verlopende romp aan kunnen 10 liggen, waarbij de belasting op de inrichting in de lengterichting verdeeld is over de zittingen.
In een algemene uitvoeringsvorm verschaffen de tweede, derde, vierde en vierde rotatiebevestiging elk een verdraaiing verschaffen om een hartlijn, waarin de hartlijnen in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, en dat de hartlijnen in hoofdzaak 15 dwars gericht zijn op de eerste hartlijn. Hierdoor wordt het mogelijk dat de op een onderstel aangebrachte inrichting verder instelbaar is voor het aanpassen van de stand van de zittingen ten opzichte van de vorm van het object. Een op de romp in de lengterichting van het object verlopende lijn waarlangs de inrichting ingericht is voor het op het object aangrijpen, heeft in het algemeen een tweede parabolische 20 vorm die, in het algemeen zwakker is dan de eerste parabolische vorm. De inrichting is bij aanwezigheid ervan aan weerszijden van het object, ingericht voor het aanliggen langs de tweede parabolisch verlopende vorm van de romp, waarbij de belasting op de inrichting in de lengterichting gelijkmatig verdeeld is over de zittingen. Hierdoor zijn de spanningsconcentraties die bij aanligging van het object 25 tegen de zittingen van de inrichting volgens de uitvinding optreden, geminimaliseerd, zodat de wanddikte, en dus het gewicht van het object verder geminimaliseerd is.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm onder verwijzing naar de bijbehorende figuren.
Figuur 1 toont schematisch in een perspectivisch aanzicht een met de inrichting 30 volgens de uitvinding door een onderstel gedragen object;
Figuur 2 toont schematisch de inrichting volgens figuur 1 in een dwarsdoorsnede die zich in de lengterichting van de inrichting uitstrekt, volgens een in figuur 4 verlopende lijn ll-ll;
Figuur 2A toont een dwarsdoorsnede van de inrichting volgens figuur 1 volgens 35 een in figuur 3 verlopende lijn IIA-IIA; 4
Figuur 3 toont schematisch de inrichting volgens figuur 1 in een zijaanzicht, volgens een in figuur 4 verlopende lijn lll-lll;
Figuur 4 toont schematisch de inrichting volgens figuur 1 in een onderaanzicht, volgens een in figuur 2 verlopende lijn IV-IV; 5 Figuur 5 toont schematisch de inrichting volgens figuur 1 in een perspectivisch aanzicht.
In alle figuren duiden gelijke verwijzingscijfers gelijke onderdelen aan. Figuur 1 toont een voorkeursuitvoeringsvorm van een inrichting 1 volgens de uitvinding, waarin de inrichting 1 via een steunbevestiging 2 op een onderstel 20, zoals een 10 chassis van een aanhangwagen, bevestigd is. Op de inrichting 1 ligt een object 11 aan, in dit voorbeeld de romp 10 van een vaartuig 11, dat voor een stabiele plaatsing op het onderstel 20 aan weerszijden van de romp 10 door een verdere inrichting (niet getoond) ondersteund is. De inrichting 1 is voorzien van vier zittingen 51, 52, 53, 54 die elk voorzien zijn van een bekledingselement 50 en contact maken met de romp 15 10 van het vaartuig 11.
Het bekledingselement 50 is vervaardigd van een kunststof die weliswaar hard is, maar voldoende flexibel om een verdere lokale aanpassing op de vorm van de romp 10 te verschaffen. Een verdere eigenschap van het bekledingselement 50 is dat voldoende wrijving gegenereerd kan worden voor het opnemen van zijdelingse 20 belastingen, die bijvoorbeeld optreden tijdens het rijden door bochten, en voor het opnemen van belastingen in de lengterichting van het onderstel 20, die bijvoorbeeld optreden tijdens het versnellen en vertragen van het onderstel 20.
De inrichting 1 is uitgerust met eerste en tweede draagelementen 3, 4, 4’ die de zittingen 51, 52, 53, 54 via diverse hierna besproken rotatiebevestigingen 25 verbinden met de steunbevestiging 2. De eerste en tweede draagelementen 3, 4, 4’ hebben de functie van een hefboom en zijn, in dit voorbeeld als liggers 3, 4, 4’ uitgevoerd voor het opnemen van een dwarskracht die via de zittingen 51, 52, 53, 54 naar de steunbevestiging 2 geleid moeten worden.
Figuur 2 toont de steunbevestiging 2 die met een neerwaarts gekeerd uiteinde 30 aan het onderstel 20 bevestigbaar is, en met een opwaarts gekeerd uiteinde verdraaibaar verbonden is met het eerste draagelement 3 via een eerste rotatiebevestiging S1, die in dit voorbeeld gevormd is door een vast ten opzichte van de steunbevestiging 2 opgestelde eerste as 21 die een eerste hartlijn HS1 heeft die in hoofdzaak parallel aan de lengterichting van de inrichting 1 verloopt, en in 35 hoofdzaak dwars op de zich in de lengterichting van de steunbevestiging 2 5 uitstrekkende hartlijn H2 gericht is, ten opzichte van welke eerste as 21 het eerste draagelement 3 roteerbaar, via met de eerste as 21 samenwerkende aangrijpelementen 31, gekoppeld is voor het in de dwarsrichting van het onderstel 20 aanpassen van de inrichting 1 op de vorm van de romp 10.
5 De roteerbaarheid van het eerste draagelement 3 ten opzichte van bijvoorbeeld de steunbevestiging 2 is beperkt tot een in figuur 2A getoonde hoek A die in dit voorbeeld met de wijzers van de klok mee verloopt, maar die vanzelfsprekend ook in de niet getoonde tegenovergestelde richting kan verlopen. Het eerste draagelement 3 dat zich door verdraaiing om een hoek A in een uiterste stand bevindt is in dit 10 voorbeeld begrensd doordat een deel 33 van het eerste draagelement 3, in dit voorbeeld een rand 33, tegen een deel 23 van de steunbevestiging 2 aanligt.
Hierdoor is het mogelijk dat het eerste draagelement 3, en verdere door het eerste draagelement 3 ondersteunde delen, zoals het tweede en het verdere tweede draagelement 4, 4’, en de zittingen 51, 52, 53, 54, zich in een stand bevindt voor een 15 gebruiksklare inrichting 1 die geschikt is voor het plaatsen van bijvoorbeeld het vaartuig 11.
In een uitvoeringsvorm omvat de eerste rotatiebevestiging S1 een verdere rotatiebevestiging S1’ volgens figuur 2A, welke verdere rotatiebevestiging S1’ gevormd is door een vast ten opzichte van de eerste rotatiebevestiging S1 2 0 opgestelde verdere eerste as 22 die een verdere eerste hartlijn HS1 ’ heeft die in hoofdzaak dwars gericht is op zowel de eerste hartlijn HS1, als de zich in de lengterichting van de steunbevestiging 2 uitstrekkende hartlijn H2. Ten opzichte van de verdere eerste assen 22 is het eerste draagelement 3 roteerbaar gekoppeld voor het in de lengtesrichting van het onderstel 20 aanpassen van de inrichting 1 op de 25 vorm van de romp 10. In dit voorbeeld is het eerste draagelement 3 ten opzichte van de steunbevestiging 2 verdraaibaar opgesteld om zowel de eerste hartlijn HS1 als de verdere eerste hartlijn HST voor het vormen van een dubbel scharnier.
Figuur 3 toont het op de steunbevestiging 2 opgestelde eerste draagelement 3, dat zich, zoals getoond in figuur 4, dwars op de lengterichting van de inrichting 1 30 uitstrekt over in hoofdzaak de breedte van de inrichting 1. Het eerste draagelement 3 is nabij de uiteinden ervan aan weerszijden voorzien van vast aangebrachte assen 25, 25’, die zich in de lengterichting langs in figuur 4 getoonde hartlijnen HS2 respectievelijk HS2’ uitstrekken. Halverwege de lengte-afmeting van het tweede en het verdere tweede draagelement 4, 4’ zijn bijvoorbeeld openingen met een 35 cirkelvormige doorsnede (niet getoond) aangebracht, welke openingen ingericht zijn 6 om aan te grijpen op de assen 25, 25’, en tezamen bijvoorbeeld een glijlager vormen. De assen 25, 25’ die samenwerken met de in het tweede en het verdere tweede draagelement 4, 4’ aanwezige openingen, vormen in dit voorbeeld een tweede en een verdere tweede rotatiebevestiging S2, S2’ voor het ten opzichte van 5 het eerste draagelement 3 verdraaibaar opstellen van het tweede draagelement 4 respectievelijk het verdere tweede draagelement 4’, waarin de rotatie ten opzichte van een in figuur 4 getoonde tweede en een verdere tweede hartlijn HS2, respectievelijk HS2’ verloopt die in hoofdzaak dwars gericht zijn op de eerste hartlijn HS1, en in hoofdzaak dwars gericht zijn op de in de lengterichting van de 10 steunbevestiging 2 uitstrekkende hartlijn H2.
In dit voorbeeld is het tweede draagelement 4 gelegen in een eerste ruimte die begrenst is door een vlak V, in welk vlak V zowel de eerste verdere hartlijn HS1’ als de in de lengterichting van de steunbevestiging 2 uitstrekkende hartlijn H2 verlopen, en is het verdere tweede draagelement 4 gelegen in een tweede ruimte die door 15 middel van vlak V gescheiden is van de eerste ruimte. In dit voorbeeld zijn het tweede en het verdere tweede draagelement 4, 4’, met inbegrip van de erop aangebrachte eerste en derde zittingen 51, 53 respectievelijk tweede en vierde zittingen 52, 54 eikaars spiegelbeeld ten opzichte van het vlak V.
Het tweede draagelement 4, dat zich parallel aan de lengterichting van de 2 0 inrichting 1 uitstrekt, is volgens figuur 4 dubbel uitgevoerd, waarbij elk tweede draagelement 4 op van elkaar afgekeerde uiteinden van de as 25 aangebracht is en het lager vormen voor de tweede rotatiebevestiging S2. Het tweede draagelement 4 is nabij de uiteinden ervan aan weerszijden voorzien van vast aangebrachte assen 35, 45, die zich in de lengterichting langs in figuur 4 getoonde hartlijnen HS3 25 respectievelijk HS4 uitstrekken. Halverwege de lengte-afmeting van de eerste en de derde zitting 51, 53 zijn bijvoorbeeld openingen met een cirkelvormige doorsnede (niet getoond) aangebracht, welke openingen ingericht zijn om aan te grijpen op de assen 35, 45, en tezamen bijvoorbeeld een glijlager vormen. De assen 35, 45 die samenwerken met de in de eerste en de derde zitting 51, 53 aanwezige openingen, 30 vormen in dit voorbeeld een derde en een vierde rotatiebevestiging S3, S4 voor het ten opzichte van het tweede draagelement 4 verdraaibaar opstellen van de eerste respectievelijk derde zitting 51, 53, waarin de rotatie ten opzichte van een in figuur 4 getoonde derde en een vierde hartlijn HS3, respectievelijk HS4 verloopt die in hoofdzaak dwars gericht zijn op de eerste hartlijn HS1, en in hoofdzaak dwars 35 gericht zijn op de in de lengterichting van de steunbevestiging 2 uitstrekkende hartlijn H2.
7
Het verdere tweede draagelement 4’, dat zich parallel aan de lengterichting van de inrichting 1 uitstrekt, is volgens figuur 4 dubbel uitgevoerd, waarbij elk verdere tweede draagelement 4' op van elkaar afgekeerde uiteinden van de as 25’ 5 aangebracht is en het lager vormen voor de tweede rotatiebevestiging S2’. Het verdere tweede draagelement 4’ is nabij de uiteinden ervan aan weerszijden voorzien van vast aangebrachte assen 35’, 45’, die zich in de lengterichting langs in figuur 4 getoonde hartlijnen HS3’ respectievelijk HS4’ uitstrekken. Halverwege de lengte-afmeting van de tweede en de vierde zitting 52, 54 zijn bijvoorbeeld openingen met 10 een cirkelvormige doorsnede (niet getoond) aangebracht, welke openingen ingericht zijn om aan te grijpen op de assen 35’, 45’, en tezamen bijvoorbeeld een glijlager vormen. De assen 35’, 45’ die samenwerken met de in de tweede en de vierde zitting 52, 54 aanwezige openingen, vormen in dit voorbeeld een verdere derde en een verdere vierde rotatiebevestiging S3’, S4’ voor het ten opzichte van het verdere 15 tweede draagelement 4’ verdraaibaar opstellen van de tweede respectievelijk vierde zitting 52, 54, waarin de rotatie ten opzichte van een in figuur 4 getoonde verdere derde en een verdere vierde hartlijn HS3’, respectievelijk HS4’ verloopt die in hoofdzaak dwars gericht zijn op de eerste hartlijn HS1, en in hoofdzaak dwars gericht zijn op de in de lengterichting van de steunbevestiging 2 uitstrekkende hartlijn 20 H2.
Figuur 5 toont in een perspectivisch aanzicht dat de zittingen 51, 52, 53, 54 een in hoofdzaak dubbel gekromd vlak vormt voor het aanpassen op een vorm van de romp 10 die een in hoofdzaak gelijkvormig verlopend dubbel gekromd vlak heeft, welke romp 10 onder invloed van een gewichtsbelasting van het object de zittingen 25 51,52, 53, 54 zodanig positioneert dat een in hoofdzaak op de romp 10 aansluitende verbinding optreedt, waarbij het gewicht van het object gelijkmatig over de zittingen 51, 52, 53, 54 verdeeld is.
In een uitgebreide uitvoeringsvorm is de steunbevestiging 2 zodanig op het onderstel 20 geplaatst, dat elke gehele inrichting 1 om de zich in de lengterichting 30 van de steunbevestiging 2 uitstrekkende hartlijn H2 roteerbaar is voor het ondersteunen van een object 11 dat in de lengterichting ervan ter plaatse van de inrichting 1 een raaklijn heeft die afwijkt van een parallel verloop aan de lengterichting van het onderstel 20. In een verdere uitgebreide uitvoeringsvorm is de steunbevestiging 2 in hoogte instelbaar voor het ondersteunen van objecten zodat 35 een ondersteund object 11 op voldoende afstand van de ondergrond positioneerbaar 5 is.
8
De uitvinding strekt zich dientengevolge uit tot alle uitvoeringsvormen die vallen binnen de beschermingsomvang van de bijgevoegde conclusies, die dienen te worden uitgelegd in het licht van de figuren en de bijbehorende toelichting.
2005907

Claims (5)

1. Inrichting (1) voor het althans ten dele ondersteunen van een object, zoals een vaartuig, omvattende: 5. een steunbevestiging (2) voor het bevestigen van de inrichting (1) op een onderstel (20), een eerste en een tweede zitting (51, 52) die elk voorzien zijn van een bekledingselement (50) dat ingericht is voor het aanliggen van het object, een eerste draagelement (3) dat via tenminste een eerste rotatiebevestiging 10 (S1) verbonden is met de steunbevestiging (2), welk eerste draagelement (3) via een tweede en een verdere tweede rotatiebevestiging (S2, S2’) verbonden is met respectievelijk de eerste en de tweede zitting (51, 52), met het kenmerk, dat een tweede draagelement (4) via de tweede rotatiebevestiging (S2) verbonden is met het eerste draagelement (3), welk tweede draagelement (4) via 15 een derde rotatiebevestiging (S3) verbonden is met de eerste zitting (51), en dat een derde zitting (53) via een vierde rotatiebevestiging (S4) verbonden is met het tweede draagelement (4).
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een verder tweede draagelement (4’) via de verdere tweede rotatiebevestiging (S2’) verbonden is met 20 het eerste draagelement (3), welk verdere tweede draagelement (4’) via een verdere derde rotatiebevestiging (S3’) verbonden is met de tweede zitting (52), en dat een vierde zitting (54) via een verdere vierde rotatiebevestiging (S4’) verbonden is met het verdere tweede draagelement (4’).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de eerste 25 rotatiebevestiging (S1) eerste elementen (21) omvat die vast verbonden zijn met de steunbevestiging (2), en tweede elementen (31) omvat die vast verbonden zijn met het eerste draagelement (3), en dat de eerste elementen (21) roteerbaar opgesteld zijn ten opzichte van de tweede elementen (31) voor een verdraaiing van het eerste draagelement (3) ten opzichte van de steunbevestiging (2) om een hartlijn (HS1) die 30 zich in hoofdzaak in de lengterichting van de inrichting (1) uitstrekt.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste rotatiebevestiging (S1) een verdere eerste rotatiebevestiging (S1 ’) omvat voor een verdraaiing van het eerste draagelement (3) ten opzichte van de steunbevestiging (2) om een hartlijn (HS1’) die zich in hoofdzaak dwars op de lengterichting van zowel de 35 inrichting (1) als de steunbevestiging (2) uitstrekt. 2005907
5. Inrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede, derde, vierde en vierde rotatiebevestiging elk een verdraaiing verschaffen om een hartlijn, waarin de hartlijnen in hoofdzaak parallel aan elkaar verlopen, en dat de hartlijnen in hoofdzaak dwars gericht zijn op de eerste hartlijn. 2005907
NL2005907A 2010-12-22 2010-12-22 Inrichting voor het ondersteunen van een object. NL2005907C2 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005907A NL2005907C2 (nl) 2010-12-22 2010-12-22 Inrichting voor het ondersteunen van een object.
EP11195256.0A EP2468623B1 (en) 2010-12-22 2011-12-22 Device for supporting an object

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2005907A NL2005907C2 (nl) 2010-12-22 2010-12-22 Inrichting voor het ondersteunen van een object.
NL2005907 2010-12-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2005907C2 true NL2005907C2 (nl) 2012-06-25

Family

ID=44357888

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2005907A NL2005907C2 (nl) 2010-12-22 2010-12-22 Inrichting voor het ondersteunen van een object.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2468623B1 (nl)
NL (1) NL2005907C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN109278957A (zh) * 2018-10-19 2019-01-29 江龙船艇科技股份有限公司 一种智能型舷侧支撑装置

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1515435A (en) * 1924-06-30 1924-11-11 William G Glover Bilge block, keel block, and the like
US3341164A (en) * 1965-10-22 1967-09-12 Jr Fred B Ewing Device for supporting an arcuate surface
EP1266822A1 (en) * 2001-06-12 2002-12-18 L.M.P. s.a.s. di Giotto Vittorio & C. Lavarazioni Meccaniche Prealpine Boat supporting structure
WO2005012076A2 (en) * 2003-07-25 2005-02-10 Maffett William C Improved cradle for item transportation and storage, especially watercraft storage
US7025531B1 (en) * 2005-02-18 2006-04-11 Oscar A Fournier Bidirectional adjustable boat cradle

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1515435A (en) * 1924-06-30 1924-11-11 William G Glover Bilge block, keel block, and the like
US3341164A (en) * 1965-10-22 1967-09-12 Jr Fred B Ewing Device for supporting an arcuate surface
EP1266822A1 (en) * 2001-06-12 2002-12-18 L.M.P. s.a.s. di Giotto Vittorio & C. Lavarazioni Meccaniche Prealpine Boat supporting structure
WO2005012076A2 (en) * 2003-07-25 2005-02-10 Maffett William C Improved cradle for item transportation and storage, especially watercraft storage
US7025531B1 (en) * 2005-02-18 2006-04-11 Oscar A Fournier Bidirectional adjustable boat cradle

Also Published As

Publication number Publication date
EP2468623A1 (en) 2012-06-27
EP2468623B1 (en) 2014-01-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US6682291B2 (en) Transport device for loading and unloading a trunk space
US7938471B2 (en) Deck board and mounting structure of deck board
US10946776B2 (en) Adjustable seat assembly
FR2920011A1 (fr) Siege pivotant destine a un aeronef et ensemble de tels sieges
US20100193634A1 (en) Aircraft seat
US20100102609A1 (en) Vehicle Seat Assembly
US8914932B2 (en) Self adjusting ramp
US20200406787A1 (en) Pivoting seat assembly
CN106965721A (zh) 具有颈部支持结构的可调节头枕总成
US20070102983A1 (en) Foldable vehicle seat
NL2005907C2 (nl) Inrichting voor het ondersteunen van een object.
US7976093B2 (en) Cantilevered seat for a vehicle
FR3050703B1 (fr) Dispositif de support pour ecran.
EP0933249A1 (fr) Dispositif d'articulation démontable, structure de siège, siège et véhicule équipé de ce dispositif
FR2890911A1 (fr) Vehicule automobile equipe de deux sieges lateraux mobiles transversalement et longitudinalement au vehicule et procede de transformation des sieges d'un tel vehicule
FR2877293A1 (fr) Vehicule automobile pourvu d'un dispositif d'affichage a ecran souple
FR2597804A1 (fr) Siege a dossier rabattable et notamment siege avant de vehicule automobile
EP1661761B1 (fr) Système de stockage et/ou d'utilisation de barres de galerie à l'intérieur d'un véhicule automobile, pavillon et véhicule corrrespondants
US20020081185A1 (en) Spring assist ramp
FR2869633A1 (fr) Dispositif de montage d'une porte de vehicule automobile.
US11872923B1 (en) Vehicle including a roof rail mounted hoist system
FR2896740A1 (fr) Element de liaison et de couverture entre le dossier des sieges et le coffre arriere d'un vehicule automobile
FR3094295A3 (fr) Poignee dotee d’un dispositif d’eclairage orientable
FR2881387A1 (fr) Plancher mobile pour coffre a bagages d'automobile
FR3061880A1 (fr) Porte-articles de vehicule a barres transversales a basculement en position et escamotables

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20170101