NL2005421C2

NL2005421C2 - Jas bestemd voor gebruik tijdens motorrijden.

Info

Publication number: NL2005421C2
Application number: NL2005421A
Authority: NL
Inventors: J Rgen Luyben
Original assignee: Splash Design B V
Priority date: 2010-09-29
Filing date: 2010-09-29
Publication date: 2012-04-02

Description

Jas bestemd voor gebruik tijdens motorrijden

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een jas bestemd voor gebruik tijdens het motorrijden, in het navolgende “motorjas” genoemd.

5

Motorjassen onderscheiden zich van reguliere jassen en bijvoorbeeld wintersportjassen doordat zij de drager ervan tijdens afwijkende omstandigheden, die zich ten gevolge van rijsnelheid en/of rij wind voordoen, dienen te beschermen tegen temperatuur (kou) en vocht (neerslag of slagregen). Daarnaast hebben zij een beschermende werking bij 10 valpartijen, en zijn zij doorgaans voorzien van opvallende markeringen, om de drager ervan voldoende zichtbaarheid te verschaffen in het verkeer.

Om bescherming tegen temperatuur, vocht en wind te kunnen bieden zijn motorjassen doorgaans uit meerdere lagen opgebouwd. Gebruikelijk is om een buitenlaag, ook 15 buitenschaal genoemd, welke feitelijk een complete jas vormt, een waterdichte eerste binnenlaag, ook wel membraan genoemd, en een tweede binnenlaag als isolerende (thermo)voering. Deze lagen vormen feitelijk separaat draagbare en/of van elkaar losneembare delen, zodat er afhankelijk van de weersomstandigheden voor gekozen kan worden om ze allemaal, of slechts één of twee ervan te dragen.

20

Het dragen van meerdere delen biedt weliswaar het voordeel dat de bescherming tegen temperatuur en vocht optimaal is, maar er kleven tevens nadelen aan. Zo is het één voor één moeten rangschikken en bevestigen van de diverse lagen, en in het bijzonder de kragen ervan een omslachtige bezigheid, en kan er tussen de diverse kragen 25 (regen-)water inregenen, dat vervolgens tussen de lagen door lekt of ingesloten blijft.

Het is dan ook een doel van de onderhavige uitvinding om tot een motoijas te komen die de bovengenoemde nadelen althans gedeeltelijk opheft, danwel een bruikbaar alternatief te bieden.

30

De uitvinding verschaft daartoe een jas, bestemd voor gebruik tijdens motorrijden, omvattende een buitenlaag voorzien van een eerste kraag en ten minste één eerste met de buitenlaag losneembaar verbindbare binnenlaag voorzien van een tweede kraag, waarbij de tweede kraag is ingericht om over de eerste kraag heengeslagen te worden.

2

Hierbij betreft de buitenlaag een basisjas, ook wel buitenschaal genoemd, en de tweede laag bij voorkeur het zogenaamde membraan, hoewel een combinatie van de buitenschaal met een voering evengoed denkbaar is. De tweede kraag kan zijn ingericht om over de eerste kraag heengeslagen te worden doordat deze voldoende hoog is 5 uitgevoerd om over de eerste kraag heengeslagen te worden, en/of bijvoorbeeld doordat deze over een vooraf aangebrachte vouwlijn beschikt.

Doordat de tweede kraag om de eerste heengeslagen kan worden, ontstaat er als het ware één gezamenlijke kraag, waardoor schakeren van meerdere kragen teneinde deze 10 prettig danwel behoorlijk te laten zitten niet meer nodig is, en is het voorts niet meer mogelijk dat er in het geval van neerslag van bovenaf water indringt tussen de verschillende kragen. Voorts wordt hierdoor een te allen tijde gladde afwerking aan de binnenzijde mogelijk gemaakt. Het membraan is bij voorkeur waterdicht uitgevoerd.

15 In een voordelige uitvoeringsvorm omvat de eerste, danwel de tweede kraag een verbindingsmiddel voor het in de om de eerste kraag heengeslagen toestand met de eerste kraag verbinden van de tweede kraag. Hiermee wordt voorkomen dat de kraag tijdens het omdoen of tijdens het gebruik overeind gaat staan, of dat de eerste en de tweede kraag van elkaar loslaten. Bij voorkeur is het verbindingsmiddel daarbij 20 ingericht voor het verbinden van het omgeslagen gedeelte van de tweede kraag met de eerste kraag. Door het omgeslagen gedeelte zelf te verbinden is gebleken dat het op of openstaan van de kraag goed kan worden tegengegaan.

Het beste effect wordt bereikt wanneer het verbindingsmiddel is ingericht voor het 25 verbinden van het omgeslagen gedeelte van de tweede kraag met het niet-omgeslagen gedeelte van de eerste kraag. Teneinde dit mogelijk te maken kan de eerste kraag naar binnen worden gevouwen, en de tweede kraag naar buiten worden gevouwen. Dit voorkomt rechtop staan van beide kragen. Daarbij kan desgewenst de binnenkraag aan een omgeslagen stuk van zichzelf vastgemaakt worden.

Het hierboven beschreven verbindingsmiddel kan op verscheidene manieren worden uitgevoerd, en bijvoorbeeld worden gekozen uit de groep van een drukkerverbinding, een ritsverbinding, een magneetverbinding of een klittenbandverbinding.

30 3

Voorts kan de jas een losneembaar met de eerste binnenlaag verbindbare tweede binnenlaag (thermovoering) omvatten, welke al dan niet voorzien kan zijn van een derde kraag, en welke al dan niet met soortgelijke verbindingsmiddelen zoals hierboven genoemd met de eerste en/of tweede kraag verbonden is.

5

In een verdere voordelige uitvoeringsvorm is de tweede kraag voorzien van een sluitmiddel, voor het afsluitend om een nek/hals van de drager van de jas sluiten van de kraag. Op deze manier kunnen de kragen van alle lagen van de jas middels één enkele handeling gesloten worden. Dit sluitmiddel kan bijvoorbeeld gevormd worden door aan 10 de kraag een flap, voorzien van een verbindingmiddel, te bevestigen.

Teneinde de kraag niet te dik te laten worden bij het gebruik van meer dan twee lagen, kan de tweede binnenlaag aan de éérste binnenlaag verbindbaar zijn, onder de aan de eerste binnenlaag voorziene kraag.

15

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van de volgende niet-limitatieve figuren, waarin:

Figuur 1 een eerste perspectivisch aanzicht toont van een motorjas volgens de onderhavige uitvinding; 20 - Figuur 2 een eerste doorsnede toont van de motorjas uit figuur 1; - Figuur 3 een tweede doorsnede toont van de motorjas uit figuur 1; - Figuur 4 een tweede perspectivisch aanzicht toont van een motorjas volgens de onderhavige uitvinding; en - Figuur 5 een derde doorsnede toont van de motorjas uit figuur 1.

25

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht 1 van een motorjas volgens de onderhavige uitvinding. De figuur toont een buitenjas 2, voorzien van een kraag 4, 5 (gestippeld weergegeven), waarover de kraag 3 van een membraan 8 (niet weergegeven) is geslagen. De kraag 4 is rechts van de stippellijn B aan de achterzijde voorzien van een 30 flap 6 met een sluitmiddel, in dit geval een klittenband 7, dat kan worden bevestigd op het klittenband 7 dat aan de buitenkant is bevestigd. Zoals te zien in figuur 1 kunnen de beide kragen van de buitenjas en het membraan met één handeling omgedaan, gepositioneerd en gesloten worden.

4

Figuur 2 toont een doorsnede van de jas 1 uit figuur 1. Te zien is hoe de kraag 3 van het membraan 8 om de kraag 4, 5 van de buitenjas 2 is geslagen. Aan het membraan 8 is een voering 9 aangebracht, die in het getoonde voorbeeld geen eigen kraag heeft, maar die kan in een alternatieve uitvoeringsvorm wel aanwezig zijn, en in dat geval om de 5 kragen 3 en 4,5 geslagen worden. In figuur 2 is zichtbaar dat de kragen 3 en 4,5 in tegenovergestelde richting zijn omgeslagen. Doordat de kraag 3 van het membraan 8 aan de buitenzijde 5 van de kraag van de buitenjas 2 is bevestigd kan deze niet rechtop gaan staan, en kunnen de beide kragen dat ook niet tezamen. De onderlinge bevestiging van de beide kragen 3 en 4,5 vindt plaats doordat zij met een drukker- rits-, magneet of 10 klittenbandverbinding 10 aan elkaar zijn bevestigd. De bevestiging 11 tussen de voering 9 en het membraan 8 kan eveneens een drukker- rits-, magneet of klittenbandverbinding zijn.

Figuur 3 toont een doorsnede van de jas 1 langs de lijn B in figuur 1. Te zien is hoe de 15 over elkaar geslagen en aan elkaar bevestigde kragen 3 en 4,5 een klittenband 7 aan elkaar bevestigd zijn.

Figuur 4 toont de jas 2 uit de voorgaande figuren, zonder dat membraan 8 bevestigd is. Te zien is de ritssluiting 10 waarmee de kraag van het membraan aan de kraag 4, 5 van 20 de buitenjas bevestigd kan worden. Tevens zijn de schuin afgeronde kanten van de kraag 4,5 zichtbaar, waardoor deze eenvoudiger opgenomen kan worden in de kraag 3 van het membraan 8, zoals weergegeven met de stippellijnen in figuur 1.

Figuur 5 toont een doorsnede van de kragen 3, 4, 5 volgens de lijn C-Cl uit figuur 1. Te 25 zien is hoe de kraag 3 geheel over de kraag 4,5 geslagen is, en hoe het geheel van deze twee over elkaar geslagen kragen een zichzelf gedeeltelijk overlappende cirkelvorm beschrijft. Ter hoogte van de overlap is het klittenband 7 aangebracht.

Opgemerkt zij ten overvloede dat de getoonde voorbeelden eenvoudige schematische 30 weergaven betreffen. Praktische realisaties van de motorjas kunnen extra lagen en verbindingselementen, alsook elkaar overlappende voorflappen voorzien omvatten.

Naast de getoonde uitvoeringsvormen zijn er vele variaties mogelijk, die allen geacht worden te vallen onder de beschermingsomvang van de navolgende conclusies.

Claims

1. Jas, bestemd voor gebruik tijdens motorrijden, omvattende: een buitenlaag voorzien van een eerste kraag; 5. ten minste één eerste met de buitenlaag losneembaar verbindbare binnenlaag voorzien van een tweede kraag; waarbij de tweede kraag is ingericht om over de eerste kraag heengeslagen te worden.

2. Jas volgens conclusie 1, omvattende een verbindingsmiddel voor het in de over de eerste kraag heengeslagen toestand met de eerste kraag verbinden van de tweede kraag.

3. Jas volgens conclusie 2, waarbij het verbindingsmiddel is ingericht voor het verbinden van het omgeslagen gedeelte van de tweede kraag met de eerste kraag. 15

4. Jas volgens conclusie 3, waarbij het verbindingsmiddel is ingericht voor het verbinden van het omgeslagen gedeelte van de tweede kraag met het niet-omgeslagen gedeelte van de eerste kraag.

5. Jas volgens één van de conclusies 2-4, waarbij het verbindingsmiddel is gekozen uit de groep van: - een drukkerverbinding; - een ritsverbinding; - een klittenbandverbinding; 25. een magneetverbinding.

6. Jas volgens conclusie 1, omvattende een losneembaar met de eerste binnenlaag verbindbare tweede binnenlaag.

7. Jas volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede kraag voorzien is van een sluitmiddel, voor het afsluitend om een nek/hals van de drager van de jas sluiten van de kraag.

8. Jas volgens conclusie 7, waarbij het sluitmiddel gevormd wordt door een aan een kraag voorzien van een flap, voorzien van een verbindingmiddel.

9. Jas volgens één van de conclusies 6-8, waarbij de tweede binnenlaag aan de éérste 5 binnenlaag verbindbaar is onder de aan de eerste binnenlaag voorziene kraag.