NL2005286C2 - HOLDER FOR STORING LIQUID. - Google Patents

Description

HOUDER VOOR HET BEWAREN VAN VLOEISTOFHOLDER FOR STORING LIQUID

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een houder voor het bewaren van vloeistof, in het bijzonder 5 olie, de houder omvattende een zijwand en een eerste en tweede zich axiaal op afstand van elkaar bevindende en zich in hoofdzaak dwars op de zijwand uitstrekkende eindwanden, alsmede een handgreep waarmee de houder kan worden vastgegrepen.The present invention relates to a container for storing liquid, in particular oil, the container comprising a side wall and a first and second axially spaced and end walls extending substantially transversely to the side wall, and a handle with which the holder can be grasped.

10 Draagbare houders voor het bewaren en/of transporteren van kleine hoeveelheden olie, zoals motorolie, smeerolie, en dergelijke, zijn algemeen bekend. Een voorbeeld van de dergelijke houders is de zogenaamde jerrycan, een constructief stevige en van plaatstaal 15 vervaardigde reservetank voor brandstof. De houder is aan de bovenzijde voorzien van een vulopening die met een metalen schroefdop afsluitbaar is. Tevens is voorzien in een aantal (meestal een drietal) handvatten waardoor de jerrycan gemakkelijk door één of twee personen te hanteren is. Later 20 zijn dergelijke plaatstalen houders vaak vervangen door kunststof exemplaren.Portable containers for storing and / or transporting small amounts of oil, such as engine oil, lubricating oil, and the like, are generally known. An example of such containers is the so-called jerry can, a structurally sturdy fuel tank made of sheet steel. The holder is provided on the top with a filling opening that can be closed with a metal screw cap. A number of (usually three) handles are also provided, making it easy for one or two people to handle the jerry can. Later, such sheet steel holders have often been replaced by plastic ones.

Een voorbeeld van een kunststof houder wordt beschreven in het Britse octrooischrift GB 2 098 572 A. In dit octrooischrift is een draagbare container voor smeerolie 25 beschreven. De container vormt een houder met een in hoofdzaak rechthoekige langsdoorsnede, welke houder aan de bovenzijde voorzien is van een hendel. Deze hendel kan met de hand worden vastgepakt om de houder op te tillen. Een dergelijke container kan talloze varianten hebben en 30 bijvoorbeeld ruimte bieden aan verschillende hoeveelheden smeerolie.An example of a plastic container is described in the British patent specification GB 2 098 572 A. In this patent specification a portable container for lubricating oil is described. The container forms a holder with a substantially rectangular longitudinal section, which holder is provided with a handle at the top. This handle can be grasped by hand to lift the holder. Such a container can have numerous variants and, for example, offer space for different quantities of lubricating oil.

Een bezwaar van de bekende draagbare houders is echter dat deze als gevolg van onder meer de aanwezigheid 2 aan de bovenzijde van de container van de hendel praktisch gezien niet op stabiele wijze boven op elkaar gestapeld kunnen worden. Aangezien verder de hendel ruimte inneemt die in potentie gebruikt had kunnen worden voor het vergroten 5 van de opvangcapaciteit van de houder, neemt de container relatief veel ruimte in, althans in verhouding tot zijn opvangcapaciteit. Een verder bezwaar van de bekende container is dat deze vanaf de voorzijde en achterzijde gemakkelijk ingedeukt kan worden met als gevolg waarvan de 10 vloeistof via de vulopening op ongewenste momenten naar buiten kan stromen.A drawback of the known portable holders, however, is that, due to, among other things, the presence 2 on the top of the container of the handle, they cannot practically be stacked on top of each other in a stable manner. Furthermore, since the handle occupies space that could potentially have been used to increase the collection capacity of the container, the container takes up relatively much space, at least in proportion to its collection capacity. A further drawback of the known container is that it can easily be dented from the front and rear, as a result of which the liquid can flow out through the filling opening at undesired moments.

Het is een doel van de onderhavige uitvinding een verbeterde houder voor het houden van vloeistof te verschaffen waarin ten minste enige van de bovengenoemde 15 bezwaren van de bekende houder zijn ondervangen of althans verminderd.It is an object of the present invention to provide an improved container for holding liquid in which at least some of the above-mentioned drawbacks of the known container have been overcome or at least reduced.

Het is verder een doel van de onderhavige uitvinding een houder te verschaffen die goed hanteerbaar is en/of die een nauwkeurige dosering van de vloeistof mogelijk maakt.It is a further object of the present invention to provide a container which is easy to handle and / or which allows an accurate dosing of the liquid.

20 Het is verder een doel van de uitvinding een houder te verschaffen die zich snel en gemakkelijk laat stapelen en in gestapelde toestand stabiel blijft staan.It is a further object of the invention to provide a holder which can be stacked quickly and easily and which remains stable in the stacked state.

Volgens een eerste aspect van de onderhavige uitvinding wordt ten minste één van de doelen bereikt in een 25 houder van de in de aanhef genoemde soort, waarbij de handgreep van de houder omvat: - een in de eerste zijwand voorziene eerste uitsparing die is uitgevoerd voor het daarin opnemen van een eerste deel van de hand; 30 - een in de zijwand voorziene tweede uitsparing, die zich op korte afstand ten opzichte van de eerste eindwand en in hoofdzaak dwars op de axiale richting 3 uitstrekt en die is uitgevoerd voor het daarin opnemen van een tweede deel van de hand.According to a first aspect of the present invention, at least one of the objects is achieved in a holder of the type mentioned in the preamble, wherein the handle of the holder comprises: - a first recess provided in the first side wall and which is designed for including a first part of the hand therein; A second recess provided in the side wall, which recess extends a short distance relative to the first end wall and substantially transversely to the axial direction 3 and which is designed for receiving a second part of the hand therein.

Met een deel van een hand kan worden bedoeld een of meer vingers, maar andere delen van de hand, zoals de rand 5 van de handpalm, kunnen ook voor hetzelfde doel gebruikt worden. In een bepaalde uitvoering is een van de uitsparingen zodanig uitgevoerd (dat wil zeggen qua vorm, positie ten opzichte van de zijwand, en/of diepte) dat daarin een duim kan worden geplaatst, terwijl de andere 10 uitsparing in deze uitvoering is uitgevoerd om daarin ten minste de wijsvinger te plaatsen. Door de verschillende delen van de hand in de verschillende uitsparingen te plaatsen, kan de houder goed en stevig worden vastgegrepen. Dit maakt het oppakken en transporteren van de houder 15 gemakkelijk. Doordat de houder bovendien goed hanteerbaar is geworden, kan het uitschenken van de inhoud (vloeistof) van de houder met relatief grote nauwkeurigheid tot stand worden gebracht.A part of a hand can be understood to mean one or more fingers, but other parts of the hand, such as the edge of the palm of the hand, can also be used for the same purpose. In a particular embodiment, one of the recesses is embodied (i.e. in shape, position relative to the side wall, and / or depth) that a thumb can be placed therein, while the other recess in this embodiment is designed to to place at least the index finger. By placing the different parts of the hand in the different recesses, the holder can be gripped properly and securely. This makes picking up and transporting the container 15 easy. Moreover, because the holder has become easy to handle, the pouring out of the contents (liquid) of the holder can be achieved with relatively great accuracy.

In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op 20 door één enkele persoon draagbare en ook door één enkele persoon hanteerbare houders (hoewel de houders uiteraard ook door meer personen tegelijkertijd te dragen en te hanteren zijn). In de praktijk hebben de houders een maximale inhoud die kan variëren tussen de 2 1 en 15 1 zodat ook bij gevulde 25 houders, deze nog door een enkele persoon goed te hanteren zi jn.In particular, the invention relates to containers that are portable by a single person and can also be handled by a single person (although the containers can of course also be carried and handled by more people at the same time). In practice, the containers have a maximum capacity that can vary between 2 and 15 1, so that even with filled containers, these can still be handled well by a single person.

In een bepaalde uitvoering is de eerste uitsparing in de eerste eindwand voorzien op een ten opzichte van het midden van de eindwand radiaal naar buiten toe verschoven 30 positie. De eerste uitsparing kan bijvoorbeeld aan de tegenoverliggende zijde van de vulopening zijn voorzien. De afmetingen van de eerste uitsparing kunnen variëren, zolang als het betreffende deel van de hand van de gebruiker er 4 maar in geplaatst kan worden. In een bepaalde uitvoering strekt de eerste uitsparing zich langs een deel van de omtreksrand van de eindwand uit, waarbij de uitsparing zich over maximaal de helft, bij voorkeur maximaal 1/3, van de 5 totale omtrek van de omtreksrand uitstrekt. Een dergelijke uitsparing biedt voldoende ruimte om de hand in aan te brengen.In a particular embodiment the first recess in the first end wall is provided at a position offset radially outwards with respect to the center of the end wall. The first recess can for instance be provided on the opposite side of the filling opening. The dimensions of the first recess can vary, as long as the relevant part of the user's hand 4 can be placed in it. In a particular embodiment, the first recess extends along a part of the peripheral edge of the end wall, the recess extending over at most half, preferably at most 1/3, of the total circumference of the peripheral edge. Such a recess offers sufficient space for fitting in the hand.

In een uitvoeringsvorm is tussen de eerste uitsparing en de zijwand een eindwandomtreksrand aanwezig.In one embodiment, an end wall peripheral edge is present between the first recess and the side wall.

10 Deze omtreksrand, althans dat deel van de omtreksrand dat zich tegenover de tweede uitsparing in de zijwand bevindt, heeft een radiale breedte die bij voorkeur ligt tussen de circa 1 cm en 5 cm {.. check..}. Evenzo is tussen de tweede uitsparing in de zijwand en de eerste eindwand een 15 zijwandomtreksrand aanwezig en is de axiale hoogte van deze omtreksrand bij voorkeur tussen de circa 1 en 5 cm. In een uitvoeringsvorm van de uitvinding bedraagt de gecombineerde afstand (dat wil zeggen de breedte van de eindwandomtreksrand en de hoogte van de zijwandomtreksrand) 20 tussen de circa 3 cm en 8 cm bedraagt zodat met één hand een goede grip op de houder te realiseren is.This peripheral edge, or at least that part of the peripheral edge that is opposite the second recess in the side wall, has a radial width that is preferably between approximately 1 cm and 5 cm {.. check ..}. Similarly, between the second recess in the side wall and the first end wall, a side wall circumferential edge is present and the axial height of this circumferential edge is preferably between approximately 1 and 5 cm. In an embodiment of the invention the combined distance (i.e. the width of the end wall circumferential edge and the height of the side wall circumferential edge) is between approximately 3 cm and 8 cm so that a good grip on the holder can be realized with one hand.

In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de eindwanden en de zijwand, inclusief dus de uitsparingen, homogeen integraal uit één stuk kunststof materiaal gevormd, 25 bijvoorbeeld in een spuitgietproces.In one embodiment of the invention, the end walls and the side wall, including thus the recesses, are homogeneously integrally formed from one piece of plastic material, for example in an injection molding process.

Voordelen van een spuitgegoten houder zijn dat deze snel en tegen relatief lage kosten geproduceerd kan worden en verder constructief stevig en slijtvast kan worden uitgevoerd.Advantages of an injection-molded container are that it can be produced quickly and at relatively low costs and that it can furthermore be made structurally robust and wear-resistant.

30 In een bepaalde uitvoering is de (recht- of schuin-) opstaande omtrekswand rondom de uitsparing in de eerste eindwand voorzien van een of meer uitsteeksels of 5 inkepingen. Dit geeft de betreffende wand van de uitsparing een meer ruw oppervlak zodat de grip daarop wordt vergroot.In a particular embodiment, the (straight or oblique) upright peripheral wall around the recess in the first end wall is provided with one or more protrusions or notches. This gives the relevant wall of the recess a more rough surface so that the grip thereon is increased.

In een uitvoeringsvorm omvat de houder een in de eerste eindwand voorziene uitvoeropening voor het uitvoeren 5 van de vloeistof in de houder, waarbij de uitvoeropening op een ten opzichte van het midden van de eindwand radiaal naar buiten toe verschoven eerste positie en de eerste uitsparing op een tegenoverliggende, ten opzichte van het midden van de eindwand radiaal naar buiten toe verschoven positie 10 gerangschikt is. In een verdere uitvoeringsvorm omvat de houder een afsluitelement, zoals een schroefdop, een afsluitbaar ventiel of dergelijke, waarmee de uitvoeropening naar wens kan worden geopend of gesloten.In one embodiment the holder comprises an outlet opening provided in the first end wall for carrying out the liquid in the holder, the outlet opening at a first position offset radially outwardly from the center of the end wall and the first recess at a first position opposite position 10, radially outwardly displaced relative to the center of the end wall, is arranged. In a further embodiment, the holder comprises a closing element, such as a screw cap, a closable valve or the like, with which the discharge opening can be opened or closed as desired.

In verdere uitvoeringen omvat de houder een in de 15 eerste eindwand voorziene derde uitsparing, waarbij de derde uitsparing is gerangschikt rondom de uitvoeropening.In further embodiments, the holder comprises a third recess provided in the first end wall, the third recess being arranged around the outlet opening.

Onverhoopt op de bovenzijde van de houder terecht komende vloeistof, bijvoorbeeld vloeistof uit de houder of externe vloeistof (bijv. regenwater), wordt dan in de derde 20 uitsparing (en ook de eerder genoemde eerste uitsparing) opgevangen. In een voordelige uitvoering loopt de derde uitsparing over een deel van de omtrek van eindwand door tot aan de zijwand. Hierdoor kan eventueel in de derde uitsparing terecht gekomen vloeistof gemakkelijk worden 25 afgevoerd en blijft de vloeistof in beginsel niet of nauwelijks in de uitsparing achter. In bepaalde uitvoeringen is de bodem van de derde uitsparing in radiale buitenwaartse richting ten minste gedeeltelijk aflopend uitgevoerd zodat vloeistof in de derde uitsparing ook in een rechtopstaande 30 toestand vrij kan wegstromen. In andere uitvoeringen strekt de bodem zich wel loodrecht op de axiale richting uit of loopt de bodem in radiaal buitenwaartse richting enigszins β op, zodat de houder gekanteld moet worden om de vloeistof uit de uitsparing te gieten.Unexpectedly liquid coming onto the top of the container, for instance liquid from the container or external liquid (eg rain water), is then collected in the third recess (and also the aforementioned first recess). In an advantageous embodiment, the third recess extends over a part of the circumference of the end wall up to the side wall. As a result, any liquid that has ended up in the third recess can easily be discharged and, in principle, the liquid does not or hardly remains behind in the recess. In certain embodiments, the bottom of the third recess is designed to run at least partially in a radial outward direction so that liquid in the third recess can also flow freely in an upright state. In other embodiments, the bottom does extend perpendicularly to the axial direction or the bottom rises slightly β in the radially outward direction, so that the container must be tilted to pour the liquid out of the recess.

In een verdere uitvoering is tussen de eerste en derde uitsparing een brugdeel voorzien. Het brugdeel vormt 5 een vloeistofdoorgang zodat vloeistof tussen de eerste en derde uitsparing kan stromen. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om eventueel in de eerste uitsparing verzamelde vloeistof via de doorgang en de derde uitsparing te laten wegstromen. In een bepaalde uitvoering van de uitvinding 10 vormt het brugdeel een verbinding tussen tegenoverliggende delen van de omtreksrand van de houder. Deze verbinding kan zorg dragen voor een verhoging van de constructieve stijfheid van de houder. In het bijzonder kan een dergelijk brugdeel zich over in hoofdzaak de gehele diameter van de 15 houder uitstrekken door in hoofdzaak het midden van de eindwand, zodat een stevige constructie verkregen kan worden.In a further embodiment, a bridge part is provided between the first and third recess. The bridge part forms a liquid passage so that liquid can flow between the first and third recess. This makes it possible, for example, to allow any liquid collected in the first recess to flow away via the passage and the third recess. In a particular embodiment of the invention, the bridge part forms a connection between opposite parts of the peripheral edge of the holder. This connection can ensure an increase in the structural stiffness of the container. In particular, such a bridge part can extend over substantially the entire diameter of the holder through substantially the center of the end wall, so that a sturdy construction can be obtained.

In bepaalde uitvoeringen is de eerste eindwand over een deel in axiale richting verhoogd uitgevoerd, is de 20 tweede eindwand over een corresponderend deel in axiale richting verlaagd uitgevoerd en is het verhoogde deel van een houder gevormd om ten minste gedeeltelijk passend in het verlaagde deel van een andere houder aangebracht te worden. Op deze wijze kan het risico van het verschuiven van op 25 elkaar geplaatste houders worden verminderd.In certain embodiments, the first end wall is made raised over a part in the axial direction, the second end wall is made lowered over a corresponding part in the axial direction and the raised part of a holder is formed to at least partially fit into the lowered part of a another holder. In this way the risk of shifting superimposed containers can be reduced.

In een bepaalde uitvoering is het brugdeel, en bij voorkeur tevens een deel rondom de eerste en/of tweede uitsparing, verhoogd ten opzichte van de omtreksrand van de eerste eindwand uitgevoerd.In a particular embodiment, the bridge part, and preferably also a part around the first and / or second recess, is made raised relative to the peripheral edge of the first end wall.

30 In een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de eerste en tweede eindwand in hoofdzaak vlak uitgevoerd. Indien de eerste eindwand, inclusief het brugdeel, van een bepaalde houder vlak is uitgevoerd kan deze als stabiele 7 ondergrond fungeren voor een vlak uitgevoerde tweede eindwand van een andere houder, zodat de houders op een stabiele wijze zijn op te stapelen.In an embodiment of the invention, the first and second end wall are of substantially flat design. If the first end wall, including the bridge part, of a certain holder is flat, it can function as a stable base for a second end wall of a different holder, so that the holders can be stacked in a stable manner.

De tweede uitsparing in de zijwand kan 5 bijvoorbeeld een ten minste gedeeltelijk cilindrische vorm hebben.The second recess in the side wall may, for example, have an at least partially cylindrical shape.

In bepaalde uitvoeringen omvat de houder een aantal op onderlinge afstand gepositioneerde groeven in de zijwand. Deze groeven strekken zich bij voorkeur langs in 10 hoofdzaak de gehele zijwandomtrek uit. Naast een esthetisch effect, namelijk het verschaffen van het uiterlijk van een standaard olievat (dat echter in werkelijkheid veel grotere afmetingen heeft), kunnen deze groeven in bepaalde uitvoeringen de mogelijkheid bieden om de zijwand voor de 15 gebruiker minder glad te maken, zodat de houder eventueel met beide handen beter kan worden vastgeklemd.In certain embodiments, the holder comprises a number of grooves positioned at a mutual distance in the side wall. These grooves preferably extend along substantially the entire side wall circumference. In addition to an aesthetic effect, namely providing the appearance of a standard oil vessel (which, however, actually has much larger dimensions), these grooves may in certain embodiments offer the possibility of making the sidewall less smooth for the user, so that the holder could be clamped better with both hands.

De houder kan verschillende vormen aannemen. In een uitvoeringsvorm heeft de zijwand van de houder een in hoofdzaak cilindrische vorm heeft. Onder een in hoofdzaak 20 cilindrische vorm kan ook worden verstaan houders die voor het grootste deel cilindrisch zijn, maar voor het overige deel een gedeeltelijk afgeplatte vorm hebben. In een bepaalde uitvoering omvat de zijwand een tweetal vlakke wanddelen en een tweetal de vlakke wanddelen verbindende 25 gekromde wanddelen omvat. De vlakke wanddelen kunnen de houder, die bijvoorbeeld een in hoofdzaak cilindrische vorm heeft, aan weerszijden een zodanig afgeplatte vorm geven, dat de houder ook in liggende toestand stabiel op een ondergrond te plaatsen is.The container can take various forms. In one embodiment, the side wall of the container has a substantially cylindrical shape. A substantially cylindrical shape can also be understood to mean containers which for the most part are cylindrical, but for the remainder have a partially flattened shape. In a particular embodiment the side wall comprises two flat wall parts and two curved wall parts connecting the flat wall parts. The flat wall parts can give the holder, which for instance has a substantially cylindrical shape, a flattened shape on either side such that the holder can also be stably placed on a surface when lying down.

30 In bepaalde uitvoeringen heeft de houder een zodanige vorm dat deze in dwarsdoorsnede over de gehele hoogte van de houder in wezen constant is. In andere uitvoeringen kan echter een variatie van de dwarsdoorsnede 8 optreden. Zoals eerder is genoemd, kan in een zeer bepaalde uitvoering de houder het uiterlijk, althans de vormverhoudingen, van een standaard stalen olievat hebben gekregen.In certain embodiments, the holder has a shape such that it is essentially constant over the entire height of the holder in cross-section. In other embodiments, however, a variation of the cross-section 8 may occur. As mentioned before, in a very specific embodiment, the holder may have acquired the appearance, or at least the form ratios, of a standard steel oil drum.

5 Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van de navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen: 10 Figuur 1 een vooraanzicht in perspectief van een eerste uitvoeringsvorm van een houder volgens de uitvinding;Further advantages, features and details of the present invention will be elucidated on the basis of the following description of some embodiments thereof. Reference is made in the description to the accompanying figures, in which: Figure 1 shows a front view in perspective of a first embodiment of a holder according to the invention;

Figuur 2 een linkerzijaanzicht in perspectief van de eerste uitvoeringsvorm conform figuur 1;Figure 2 shows a left side perspective view of the first embodiment according to Figure 1;

Figuren 3 en 4 respectievelijk een 15 rechterzijaanzicht en een vooraanzicht van de eerste uitvoeringsvorm;Figures 3 and 4 show a right side view and a front view of the first embodiment, respectively;

Figuren 5 en 6 respectievelijk een onderaanzicht en een bovenaanzicht van de eerste uitvoeringsvorm; enFigures 5 and 6 show respectively a bottom view and a top view of the first embodiment; and

Figuur 7 een vooraanzicht in perspectief van een 20 verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding.Figure 7 shows a front view in perspective of a further embodiment of the invention.

In figuren 1-6 is een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding weergegeven. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat de houder 1 een rondlopende zijwand 2, die aan de onderzijde overgaat in een onderste eindwand 3 en aan de 25 bovenzijde overgaat in een bovenste eindwand 4. De zijwand en eindwanden spannen een ruimte op waarin de vloeistof, in het bijzonder de olie, kan worden opgeslagen. Om de houder 1 te kunnen vullen of te kunnen legen, is in de bovenste eindwand 4, aan de voorzijde van de houder, een opening 15 30 aangebracht. Deze opening 15 omvat een opstaande flens 16 langs de buitenomtrek waarvan uitwendig schroefdraad is aangebracht. Op de flens 16 kan op bekende wijze een (in 9 figuur 1 schematisch weergegeven) afsluitdop 17 vastgedraaid worden.A first embodiment of the invention is shown in Figures 1-6. In the embodiment shown, the holder 1 comprises a circumferential side wall 2, which at the bottom merges into a lower end wall 3 and at the top merges into an upper end wall 4. The side wall and end walls tension a space in which the liquid, in particular the oil can be stored. In order to be able to fill or empty the container 1, an opening 15 is provided in the upper end wall 4, at the front of the container. This opening 15 comprises an upright flange 16 along the outer circumference of which an external screw thread is arranged. A closing cap 17 (shown schematically in Figure 1) can be tightened on the flange 16 in a known manner.

De houder 1 heeft in de getoonde uitvoeringsvorm in hoofdzaak een afgeplatte cilindervorm. De zijwand 2 omvat 5 een tweetal vlakke delen 8 en 9, die onderling verbonden worden door middel van gekromde delen 6 en 7. De vlakke delen 8,9 bevinden zich in de weergegeven uitvoeringsvorm tegenover elkaar en maken het mogelijk dat de houder in liggende stand in twee posities stabiel op een vlakke 10 ondergrond kan worden neergelegd. Bovendien maken de vlakken 8, 9 het mogelijk verschillende houders in liggende stand op elkaar te stapelen. De houders zijn echter ook op stabiele wijze in opstaande toestand op elkaar te stapelen, zoals uit het navolgende duidelijk zal blijken.In the embodiment shown, the holder 1 has substantially a flattened cylindrical shape. The side wall 2 comprises two flat parts 8 and 9, which are mutually connected by means of curved parts 6 and 7. In the embodiment shown, the flat parts 8, 9 are opposite each other and allow the holder to be in the horizontal position. can be laid stably on a flat surface in two positions. Moreover, the surfaces 8, 9 make it possible to stack different holders on top of each other in the horizontal position. However, the holders can also be stacked on one another in a stable manner in the upright position, as will become clear from the following.

15 De bovenste eindwand 4 is in hoofdzaak opgebouwd uit een tussenliggend deel 10 dat zich voornamelijk nabij de omtreksrand bevindt, een verhoogd deel 26 dat voornamelijk zich radiaal meer naar binnen toe bevindt en een aantal verlaagde delen, ook wel uitsparingen 20, 30 genoemd. Zoals 20 duidelijk uit figuren 1 en 2 blijkt, wordt het tussenliggende deel 10 voornamelijk gevormd door de omtreksrand 11. Het verhoogde deel 26 omvat een rand 28 en een zogenaamde brug 27, die beide de uitsparing 20 omgeven. De uitsparing 20 heeft een zodanige uitgebreidheid in 25 tangentiële richting, dat daarin één of meer vingers van een hand geschoven kunnen worden.The upper end wall 4 is essentially composed of an intermediate part 10 which is mainly located near the peripheral edge, a raised part 26 which is mainly located radially more inwards and a number of lowered parts, also called recesses 20, 30. As is clear from figures 1 and 2, the intermediate part 10 is mainly formed by the peripheral edge 11. The raised part 26 comprises an edge 28 and a so-called bridge 27, both of which surround the recess 20. The recess 20 has such an extension in the tangential direction that one or more fingers of a hand can be slid into it.

In de schuine zijwand 22 die de bodem 21 van de uitsparing 20 omgeeft, kunnen voorzieningen, zoals ribbels 23, zijn aangebracht om de grip van de betreffende vingers 30 op de wand 22 te verhogen. In andere, niet weergegeven uitvoeringen zijn deze ribbels echter achterwege gelaten.In the oblique side wall 22 which surrounds the bottom 21 of the recess 20, provisions such as ridges 23 can be provided to increase the grip of the relevant fingers 30 on the wall 22. However, in other embodiments, not shown, these ridges have been omitted.

In de zijwand 2, meer in het bijzonder het gekromde deel 7 daarvan, is een tweede uitsparing 40 10 aangebracht. Ook deze uitsparing 40 is zodanig vormgegeven, dat hierin een deel van een wand, bijvoorbeeld één of meer vingers of een deel van de handpalm, kan worden aangebracht om de houder stevig beet te kunnen pakken. In de getoonde 5 uitvoeringsvorm heeft de uitsparing 40 in hoofdzaak cilindrisch uitgevoerd, maar andere vormen zijn uiteraard ook mogelijk. De uitsparing strekt zich in hoofdzaak dwars uit op de axiale richting, dat wil zeggen dwars op de in figuren 3 en 4 met een stippellijn aangeduide denkbeeldige 10 centrale langsas 18. Beide uitsparingen 38, 40 zijn verder zodanig in respectievelijk de bovenste eindwand 4 en zijwand 2 aangebracht, dat de door de hand te overbruggen afstand die wordt gevormd door de breedte van de rand 43 tussen de bovenzijde van de uitsparing 40 en de bovenrand 44 van de 15 zijwand 2 en de breedte van de rand die gevormd wordt door eerdergenoemde randen 28 in het verhoogde deel 26 en rand 11 in het tussenliggende deel 10, binnen vooraf bepaalde grenzen ligt. Deze grenzen zijn uiteraard afhankelijk van de verschillende mogelijke groottes van een hand van een 20 bedieningspersoon. De afstand ligt in de praktijk echter meestal tussen de 3 en 12 centimeter.In the side wall 2, more particularly the curved part 7 thereof, a second recess 40 is provided. This recess 40 is also designed in such a way that a part of a wall, for example one or more fingers or a part of the palm of the hand, can be arranged in order to be able to grasp the holder firmly. In the embodiment shown, the recess 40 has a substantially cylindrical design, but other shapes are of course also possible. The recess extends substantially transversely to the axial direction, i.e. transversely to the imaginary central longitudinal axis 18, which is indicated by a dotted line. Both recesses 38, 40 are further such in the upper end wall 4 and side wall, respectively. 2 that the distance to be bridged by hand is formed by the width of the edge 43 between the top of the recess 40 and the top edge 44 of the side wall 2 and the width of the edge formed by the aforementioned edges 28 in the raised part 26 and edge 11 in the intermediate part 10, lies within predetermined limits. These limits are of course dependent on the different possible sizes of a hand of an operator. In practice, however, the distance is usually between 3 and 12 centimeters.

De getoonde constructie van beide uitsparingen 30, 40 nabij de eindrand 44 van de zijwand maakt het mogelijk om de houder 1 met één hand goed vast te grijpen, dat wil 25 zeggen door in de ene uitsparing 20 een eerste deel van de hand en in een tweede uitsparing 40 een tweede deel van dezelfde hand te plaatsen en vervolgens de houder in de hand vast te klemmen. Door de houder nu enigszins scheef te houden, al dan niet met een andere hand ondersteund, kan de 30 inhoud van de houder via de opening 15 op nauwkeurige wijze gedoseerd afgegeven worden. Een verder voordeel van de getoonde constructie is dat de handgreep in beginsel geen uitstekende delen behoeft te hebben. Het vastgrijpen van de 11 houder gebeurt immers door de hand in uitsparingen aan te brengen. Dit betekent niet alleen dat de handgreep weinig ruimte in beslag hoeft te nemen, maar tevens dat de bovenzijde van de bovenste eindwand 4, meer in het bijzonder 5 het verhoogde deel 26 daarvan, vlak kan worden uitgevoerd. Deze vlakke uitvoering bevordert de mogelijkheden voor het stabiel stapelen van de houders.The shown construction of both recesses 30, 40 near the end edge 44 of the side wall makes it possible to grasp the holder 1 well with one hand, that is, by inserting a first part of the hand in one recess 20 and in a second recess 40 to place a second part of the same hand and then clamp the holder in the hand. By keeping the holder slightly skewed, whether or not supported with another hand, the contents of the holder can be dispensed in a precise manner via the opening 15. A further advantage of the construction shown is that in principle the handle does not have to have projecting parts. After all, the gripping of the holder takes place by arranging the hand in recesses. This means not only that the handle needs to take up little space, but also that the upper side of the upper end wall 4, more particularly the raised part 26 thereof, can be made flat. This flat design promotes the possibilities for stable stacking of the holders.

In de getoonde uitvoeringsvorm is verder weergegeven dat het verhoogde deel 26 in de bovenste 10 eindwand 4 van de houder 1 correspondeert met een inspringend deel 45 in de onderste eindwand 3 van de houder (dat wil zeggen een deel 45 dat verlaagd is uitgevoerd, gezien vanuit een stand waarin de houder met de bovenste eindwand op een ondergrond is geplaatst). De gekromde rand 15 rondom het opstaande deel 26 heeft ten minste gedeeltelijk een vorm en afmetingen die zodanig zijn gekozen dat het verhoogde deel 26 passend tussen de rand 49 rondom het verlaagde deel 45 in de onderste eindwand kan worden geschoven. In gestapelde toestand betekent dit dat wordt 20 tegengegaan dat de houder in radiale richting (dat wil zeggen dwars op de axiale richting) verschoven wordt. Dit komt de stabiliteit van een stapel houders ten goede.In the embodiment shown, it is further shown that the raised part 26 in the upper end wall 4 of the holder 1 corresponds to a recessed part 45 in the lower end wall 3 of the holder (i.e. a part 45 which is designed in a lowered manner, seen from a position in which the holder with the upper end wall is placed on a surface). The curved edge 15 around the upright part 26 has at least partially a shape and dimensions chosen such that the raised part 26 can be slidably fitted between the edge 49 around the lowered part 45 in the lower end wall. In the stacked state this means that it is prevented that the holder is displaced in the radial direction (i.e. transversely of the axial direction). This improves the stability of a stack of holders.

In figuren 4 en 5 is voorts weergegeven dat aan de onderzijde de houder 1 voorzien is van een aantal verdere 25 uitsparingen 46, 47. Uitsparing 4a heeft als functie dat in gestapelde toestand de flens 16 van de vulopening 15 van een onderste houder vrij ligt van de onderzijde van de daarop geplaatste bovenste houder. Uitsparing 47, in combinatie met de in de rand 49 aangebrachte uitsparing 48, heeft als 30 functie een aangrijppunt te bieden voor een tweede hand (dat wil zeggen een andere hand dan de hand die de houder in de uitsparingen 20, 40 aangrijpt). Dit maakt het mogelijk om de houder met de tweede hand goed te ondersteunen, bijvoorbeeld 12 wanneer deze schuin wordt gehouden om de vloeistof uit de houder te schenken.Figures 4 and 5 furthermore show that on the underside the holder 1 is provided with a number of further recesses 46, 47. Recess 4a has the function that in the stacked state the flange 16 of the filling opening 15 of a lower holder is free from the underside of the upper container placed thereon. Recess 47, in combination with the recess 48 arranged in the edge 49, has the function of providing a point of engagement for a second hand (i.e. a hand other than the hand which grips the holder in the recesses 20, 40). This makes it possible to properly support the container with the second hand, for example 12 when it is tilted to pour the liquid out of the container.

Om ervoor te zorgen dat de opstaande flens 16 van de vulopening 15 niet of nauwelijks boven het verhoogde deel 5 26 van de houder uitkomt (ook niet wanneer de eerdergenoemde afsluitdop 17 aangebracht is), is de aan de voorzijde van de flens 16 voorziene vulopening 15 aangebracht in een verdere uitsparing 30. De verdere uitsparing 30 heeft een bodem 31 en een zich daaromheen uitstrekkende schuine wand 32. De 10 bodem 31 kan zich op gelijke hoogte bevinden als de bodem 21 van de eerdergenoemde uitsparing 20, maar kan, bijvoorbeeld afhankelijk van de afmetingen van de flens 16 en de dop 17, zich ook op een lagere of grotere hoogte bevinden. De bodem en/of de wand 32 van de uitsparing 30 zijn verder zodanig 15 uitgevoerd dat bijvoorbeeld de in de uitsparing 30 terecht gekomen vloeistof (bijvoorbeeld vloeistof uit de houder en/of vloeistof van buiten, zoals regenwater en dergelijke) gemakkelijk kan worden afgevoerd, bijvoorbeeld door de houder enigszins schuin te houden. In bepaalde uitvoeringen 20 zijn de bodem en/of de wand 32 zodanig schuin uitgevoerd, dat ook in rechtopstaande toestand, de vloeistof onder invloed van de zwaartekracht, automatisch naar beneden stroomt.In order to ensure that the upright flange 16 of the filling opening 15 does not or barely exceed the raised part 26 of the holder (not even when the aforementioned closing cap 17 is fitted), the filling opening 15 provided on the front side of the flange 16 is arranged in a further recess 30. The further recess 30 has a bottom 31 and an oblique wall 32 extending around it. The bottom 31 can be at the same height as the bottom 21 of the aforementioned recess 20, but can, for example depending on the dimensions of the flange 16 and the cap 17 are also at a lower or greater height. The bottom and / or the wall 32 of the recess 30 are further designed such that, for example, the liquid which has ended up in the recess 30 (for instance liquid from the container and / or liquid from outside, such as rain water and the like) can be easily discharged, for example by tilting the holder slightly. In certain embodiments 20, the bottom and / or the wall 32 are so inclined that the liquid also flows downwards in the upright state under the influence of gravity.

Om er verder voor te zorgen dat eventueel in de 25 eerdergenoemde uitsparing 20 terechtgekomen vloeistof zich in deze uitsparing opeenhoopt, is in de getoonde uitvoeringsvorm tussen de uitsparing 20 en de uitsparing 30 een doorgang 28 voorzien. Deze doorgang maakt het mogelijk om vloeistof vanaf de uitsparing 20 naar de uitsparing 30 te 30 laten stromen zodat dit gemakkelijk kan worden afgevoerd.In order to further ensure that any liquid that enters the aforementioned recess 20 accumulates in this recess, a passage 28 is provided between the recess 20 and the recess 30 in the embodiment shown. This passage makes it possible for liquid to flow from the recess 20 to the recess 30 so that it can be easily discharged.

In figuren 1 tot en met 6 is een uitvoeringsvorm weergegeven van een houder met een bepaalde maximale opslagcapaciteit, bijvoorbeeld 5 liter. In figuur 7 is een 13 andere uitvoeringsvorm van de houder 1' weergegeven, welke houder een andere opslagcapaciteit heeft. De houder 1' heeft in essentie dezelfde vorm en opbouw als de eerdergenoemde houder 1, met dien verstande dat de hoogte H' daarvan 5 kleiner is dan de hoogte H (zie figuur 2) van de eerste uitvoeringsvorm van de houder 1. Behalve dat de opslagcapaciteit van de houder 1' enigszins kleiner is, (bijvoorbeeld 2 liter, hetgeen veroorzaakt wordt door de kleinere hoogte H') zijn de overige afmetingen van de houder 10 1' gelijk. Dit maakt een onderlinge uitwisselbaarheid van houders 1 en houders 1' mogelijk zodat houders 1 en 1' naar believen boven op elkaar te stapelen zijn, zowel in opstaande toestand als in liggende stand. De opslag en het transport van de houders is hierdoor eenvoudig. Bovendien 15 nemen de houders in gestapelde toestand relatief weinig ruimte in zodat er weinig opslagruimte nodig is.Figures 1 to 6 show an embodiment of a container with a certain maximum storage capacity, for example 5 liters. Figure 7 shows another embodiment of the holder 1 ', which holder has a different storage capacity. The holder 1 'has essentially the same shape and construction as the aforementioned holder 1, on the understanding that the height H' thereof is smaller than the height H (see figure 2) of the first embodiment of the holder 1. Except that the storage capacity of the container 1 'is somewhat smaller, (for example 2 liters, which is caused by the smaller height H'), the other dimensions of the container 10 'are the same. This permits mutual interchangeability of holders 1 and holders 1 'so that holders 1 and 1' can be stacked on top of each other as desired, both in the upright position and in the horizontal position. The storage and transport of the holders is therefore easy. Moreover, the containers take up relatively little space in the stacked state, so that little storage space is required.

Een verder voordeel van de houders volgens de uitvoeringsvormen van de uitvinding is dat deze via een éénstaps of meerstaps spuitgietproces in een geschikt 20 kunststof materiaal worden uitgevoerd. In bepaalde uitvoeringen is de houder inclusief handgreep verder uit één stuk vervaardigd, hetgeen gunstig kan zijn voor de fabricagekosten.A further advantage of the holders according to the embodiments of the invention is that they are made in a suitable plastic material via a one-step or multi-step injection molding process. In certain embodiments, the holder including the handle is further manufactured in one piece, which can be favorable for the manufacturing costs.

Door de beschreven constructie van het verhoogde deel 25 26 en met name het brugdeel 27 daarvan, welk brugdeel de tegenoverliggende delen van de zijwand 2 met elkaar verbindt, kan een relatief stevige constructie verkregen worden en is het risico op indeuken van de houder, bijvoorbeeld bij het opstapelen daarvan, relatief klein.Due to the described construction of the elevated part 26 and in particular the bridge part 27 thereof, which bridge part connects the opposite parts of the side wall 2, a relatively sturdy construction can be obtained and the risk of indentation of the holder, for example at stacking them up, relatively small.

30 Een verder voordeel van de toepassing van de uitsparingen 30, 40 is dat deze voordat ze aan de gebruiker worden aangeboden, gevuld kunnen worden met hulpmateriaal, bijvoorbeeld een schoonmaakdoek. De houder kan dan inclusief 14 het hulpmateriaal worden aangeleverd, en pas wanneer de gebruiker een individuele houder wil vastgrijpen, bijvoorbeeld om de vloeistof uit de houder te schenken, behoeft het hulpmateriaal uit de uitsparing verwijderd te 5 worden om de houder vast te kunnen grijpen.A further advantage of the use of the recesses 30, 40 is that before they are offered to the user, they can be filled with auxiliary material, for example a cleaning cloth. The holder can then be supplied including the auxiliary material, and only when the user wants to grasp an individual holder, for instance to pour the liquid out of the holder, the auxiliary material needs to be removed from the recess in order to be able to grasp the holder.

De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven voorkeursuitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze modificaties 10 en aanpassingen denkbaar zijn.The present invention is not limited to the preferred embodiments thereof described herein. The rights requested are defined by the following claims, within the scope of which numerous modifications and modifications are conceivable.

Claims (22)

1. Houder voor het bewaren van vloeistof, in het bijzonder olie, de houder omvattende: 5. een zijwand en een eerste en tweede zich axiaal op afstand van elkaar bevindende en zich in hoofdzaak dwars op de zijwand uitstrekkende eindwanden; en - een handgreep waarmee de houder kan worden vastgegrepen, de handgreep omvattende: 10. een in de eerste zijwand voorziene eerste uitsparing die is uitgevoerd voor het daarin opnemen van een eerste deel van de hand; - een in de zijwand voorziene tweede uitsparing, die zich op korte afstand ten opzichte van de eerste 15 eindwand en in hoofdzaak dwars op de axiale richting uitstrekt en die is uitgevoerd voor het daarin opnemen van een tweede deel van de hand.A container for storing liquid, in particular oil, the container comprising: 5. a side wall and a first and second end walls axially spaced from each other and extending substantially transversely to the side wall; and - a handle with which the holder can be grasped, the handle comprising: 10. a first recess provided in the first side wall and designed for receiving a first part of the hand therein; a second recess provided in the side wall, which recess extends a short distance relative to the first end wall and substantially transversely to the axial direction and which is designed for receiving a second part of the hand therein. 2. Houder volgens conclusie 1, waarbij de eerste 20 uitsparing in de eerste eindwand is voorzien op een ten opzichte van het midden van de eindwand radiaal naar buiten toe verschoven positie.2. Holder as claimed in claim 1, wherein the first recess in the first end wall is provided at a position radially outwardly displaced relative to the center of the end wall. 3. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarbij de eerste uitsparing zich langs een deel van de omtreksrand van de eindwand uitstrekt, waarbij de uitsparing zich over maximaal de helft, bij voorkeur maximaal 1/3, van de totale omtrek van de omtreksrand uitstrekt.3. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first recess extends along a part of the peripheral edge of the end wall, the recess extending over a maximum of half, preferably a maximum of 1/3 of the total circumference of the circumferential edge extends. 4. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de eerste uitsparing en de zijwand een eindwandomtreksrand aanwezig is en waarbij het deel van de omtreksrand dat zich tegenover de tweede uitsparing in de zijwand bevindt, een radiale breedte heeft tussen de circa 1 en 5 cm.Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein between the first recess and the side wall there is an end wall circumferential edge and wherein the part of the circumferential edge which is opposite the second recess in the side wall has a radial width between the approximately 1 and 5 cm. 5. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, 5 waarbij tussen de tweede uitsparing in de zijwand en de eerste eindwand een zijwandomtreksrand aanwezig is en waarbij de axiale hoogte van de zijwandomtreksrand tussen de circa 1 en 5 cm bedraagt.Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein a side wall circumference edge is present between the second recess in the side wall and the first end wall and wherein the axial height of the side wall circumference edge is between approximately 1 and 5 cm. 6. Houder volgens conclusies 4 en 5, waarin de gecombineerde afstand tussen de eerste en tweede uitsparing tussen circa 3 en 12 cm bedraagt.6. Container as claimed in claims 4 and 5, wherein the combined distance between the first and second recess is between approximately 3 and 12 cm. 7. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, 15 waarbij de eindwanden en de zijwand homogeen integraal uit een stuk kunststof materiaal zijn gevormd.7. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the end walls and the side wall are homogeneously integrally formed from a piece of plastic material. 8. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de opstaande omtrekswand rondom de uitsparing in de 20 eerste eindwand is voorzien van een of meer uitsteeksels of inkepingen.8. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the upright peripheral wall around the recess in the first end wall is provided with one or more protrusions or notches. 9. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een in de eerste eindwand voorziene 25 uitvoeropening voor het uitvoeren van de vloeistof in de houder, waarbij de uitvoeropening op een ten opzichte van het midden van de eindwand radiaal naar buiten toe verschoven eerste positie en de eerste uitsparing op een tegenoverliggende, ten opzichte van het midden van de 30 eindwand radiaal naar buiten toe verschoven positie gerangschikt is.9. Container as claimed in any of the foregoing claims, comprising an outlet opening provided in the first end wall for discharging the liquid in the container, wherein the outlet opening at a first position offset radially outwards with respect to the center of the end wall and the first recess is arranged in an opposite position, radially outwardly displaced relative to the center of the end wall. 10. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een in de eerste eindwand voorziene derde uitsparing, waarbij de derde uitsparing is gerangschikt rondom de uitvoeropening. 510. Container as claimed in any of the foregoing claims, comprising a third recess provided in the first end wall, the third recess being arranged around the outlet opening. 5 11. Houder volgens conclusie 10, waarbij de derde uitsparing over een deel van de omtrek van eindwand doorloopt tot aan de zijwand.11. Container as claimed in claim 10, wherein the third recess extends over a part of the circumference of the end wall up to the side wall. 12. Houder volgens een van de conclusies 10-11, waarbij tussen de eerste en derde uitsparing een brugdeel is voorzien, onder welke een vloeistofdoorgang tussen de eerste en derde uitsparing aanwezig is.12. Container as claimed in any of the claims 10-11, wherein a bridge part is provided between the first and third recess, under which a liquid passage is present between the first and third recess. 13. Houder volgens conclusie 12, waarbij het brugdeel van de eindwand zich uitstrekt door in hoofdzaak het midden van de eindwand.The container of claim 12, wherein the bridge portion of the end wall extends through substantially the center of the end wall. 14. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, 20 waarbij de eerste eindwand over een deel in axiale richting verhoogd is uitgevoerd, de tweede eindwand over een corresponderend deel in axiale richting verlaagd is uitgevoerd en waarbij het verhoogde deel van een houder ten minste gedeeltelijk passend in het verlaagde deel van een 25 andere houder aangebracht kan worden.14. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first end wall is made raised over a part in the axial direction, the second end wall is made lowered over a corresponding part in the axial direction and wherein the raised part of a holder is fitted at least partially can be arranged in the lowered part of another container. 15. Houder volgens een van de conclusies 12-14, waarin het brugdeel, en bij voorkeur tevens een deel rondom de eerste en/of tweede uitsparing, verhoogd ten opzichte van de 30 omtreksrand van de eerste eindwand is uitgevoerd.15. Holder as claimed in any of the claims 12-14, wherein the bridge part, and preferably also a part around the first and / or second recess, is made raised relative to the peripheral edge of the first end wall. 16. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en tweede eindwand in hoofdzaak vlak zijn uitgevoerd.16. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the first and second end wall are of substantially flat design. 17. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede uitsparing in de zijwand een ten minste gedeeltelijk cilindrische vorm heeft.17. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the second recess in the side wall has an at least partially cylindrical shape. 18. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, 10 waarbij de diepte van de eerste en/of derde uitsparing ten opzichte van het daaromheen gelegen deel van de eerste eindwand tussen 1 en 8 cm, bij voorkeur tussen 2 en 5 cm bedraagt.18. Container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the depth of the first and / or third recess relative to the surrounding part of the first end wall is between 1 and 8 cm, preferably between 2 and 5 cm. 19. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een aantal op onderlinge afstand gepositioneerde groeven in de zijwand, welke groeven zich langs in hoofdzaak de gehele zijwandomtrek uitstrekken.19. Holder as claimed in any of the foregoing claims, comprising a number of grooves positioned in the side wall at a mutual distance, which grooves extend substantially along the entire side wall circumference. 20. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de houders een maximale inhoud hebben tussen de 2 1 en 15 1.20. Container as claimed in any of the foregoing claims, wherein the containers have a maximum content between 2 and 1. 21. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, 25 waarin de zijwand van de houder een in hoofdzaak cilindrische vorm heeft.21. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the side wall of the holder has a substantially cylindrical shape. 22. Houder volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de zijwand een tweetal vlakke wanddelen en een 30 tweetal de vlakke wanddelen verbindende gekromde wanddelen omvat.22. Holder as claimed in any of the foregoing claims, wherein the side wall comprises two flat wall parts and two curved wall parts connecting the flat wall parts.